Hoe kunnen we kinderen ondersteunen in hun rouwproces

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 5

Hoe kunnen we kinderen ondersteunen in hun rouwproces?

Het boek Rouw bij kinderen en jongeren 1 geeft inzicht in verliesverwerking bij kinderen en biedt hulpverleners

en opvoeders handvatten voor een goede ondersteuning van hun rouwproces. Naar aanleiding van de

publicatie schreven de auteurs hierover een artikel.

nee!

Jaarlijks verliezen veel kinderen een dierbare, zoals een ouder, broer, zus of grootouder. Toch overvalt het

opvoeders vaak als hun kind of leerling iemand verliest. Ze vragen zich af: hoe rouwen kinderen, wat is daarin
normaal en wat niet, en hoe kan ik mijn eigen kinderen begeleiden bij hun verlies? Het
populairwetenschappelijke boek Rouw bij kinderen en jongeren. Over het begeleiden van verliesverwerking

1 biedt informatie en handvatten. Het is geschikt als bronmateriaal voor psycho-educatie aan kinderen, hun

ouders en andere betrokkenen, maar het kan ook worden geraadpleegd door hulpverleners in de jeugd - of
volwassenenzorg. In deze bijdrage behandelen wij beknopt een van de onderwerpen die in het boek worden

behandeld: rouw in de context van de ‘normale’ ontwikkeling.

Wat is rouwen?

Om zicht te krijgen op de relatie tussen leeftijdsontwikkeling en rouwen moeten we eerst helder hebben wat

rouwen is. Het verliesverwerkingsproces is door verschillende auteurs beschreven, zoals in


het Rouwtakenmodel

2 en het Duale Proces Model.3 Beide modellen zijn vooral voor volwassenen geschreven, maar als rekening
wordt gehouden met het ontwikkelingsperspectief zijn de modellen ook goed toepasbaar op jeugdigen.

Samengevat kan gezegd worden dat rouwen een complexiteit aan emoties en gedragingen omvat die elkaar in
sneltreinvaart kunnen afwisselen. Daarbij gaat het vaak om pijnlijke emoties, maar na een overlijden kunnen
mensen ook positieve gevoelens ervaren, zoals opluchting of berusting. De pijnlijke emoties zijn aanvankelijk
vaak overweldigend en nabestaanden ervaren er meestal weinig controle over. In de loop van de tijd blijft de

pijn in meer of mindere mate bestaan, maar krijgen nabestaanden hier geleidelijk veelal meer controle over, in

plaats van dat de pijn controle over hen heeft. De emotionele pijn kan het best omschreven worden als

‘separatiepijn’: een verscheurend verlangen naar de ander. Separatiepijn, kenmerkend voor rouw, wordt na
verloop van tijd meestal minder hevig. Helemaal verdwijnen zal ze nooit en op sommige momenten zal ze weer

scherp op de voorgrond kunnen staan, ook na lange tijd.

Het is een misvatting dat de rouw van kinderen anders is dan die van volwassenen. De emotionele pijn die

kinderen na het overlijden van een belangrijke ander ervaren, is vergelijkbaar met de emotionele pijn die

volwassenen ervaren na een verlies.1 Onder invloed van hun ontwikkeling uiten kinderen hun pijn soms wel
anders dan volwassenen, bijvoorbeeld meer in hun spel dan in woorden. Ook kan de pijn jaren na het verlies

scherp opvlammen omdat ze dan (opnieuw) gaan beseffen wat het overlijden voor hen betekent.

Een voorbeeld: Jesse was drie jaar toen zijn vader overleed. Zijn broers waren vijf en acht jaar oud. Inmiddels

zijn de jongens elf, dertien en zestien. Jesse denkt vaak aan hoe het geweest zou zijn met papa en hij is enorm
verdrietig dat hij hem niet eens gekend heeft. In een van de vele gesprekken die hij heeft met zijn moeder,
vertelt zij hem hoe Jesse steeds weer een smurf bij papa in de kist legde. ‘Steeds haalde ik hem uit de kist en als
ik dan even later keek lag hij er weer in! Na de derde keer begreep ik dat je de smurf echt aan papa wilde geven.

We hebben hem toen samen in de kist gelegd. Jij koos een plekje voor de smurf. Vlak bij papa zijn hoofd.

Waarom het de smurf moest zijn weet ik nog steeds niet, maar het was overduidelijk dat het voor jou h eel
belangrijk was en dat je hem per se aan papa wilde geven.’ Jesse moet erom lachen. Het verhaal dat hij er toch

bij was biedt hem troost. (Spuij, 2017, p. 134)

Hierboven stelden we dat het verliezen van een dierbare ander altijd wel (een beetje) pijn zal blijven doen.
Soms is de rouw zo intens dat er gesproken kan worden van een verstoorde rouw. Voor psychologen en

psychiaters is het van belang om te weten dat de Persisterende Complexe Rouwstoornis in de DSM-5 is
opgenomen.4

Rouwreacties in de context van de ontwikkeling

De meeste kinderen hebben na de dood van een dierbare geen professionele hulp nodig.5 Dit wil niet zeggen
dat zij geen specifieke aandacht of steun vanuit de omgeving nodig hebben. Om de juiste ondersteuning te

kunnen bieden, moeten we de rouwreacties van kinderen kunnen begrijpen en daarvoor is het van belang om
kennis te hebben van een aantal ontwikkelingsdomeinen, zoals de cognitieve ontwikkeling en emotieregulatie.
Door hun voortgaande ontwikkeling kunnen kinderen opnieuw rouwen over een verlies dat langer geleden is.
Daarvoor wordt ook wel de Engelse term ‘re-grief’ gebruikt die in het Nederlands vertaald kan worden

met herrouwen.

Cognitieve ontwikkeling

Tussen kinderen bestaan grote verschillen in het kunnen begrijpen van de onomkeerbaarheid van de dood. De

meeste kleuters zijn nog niet in staat om te beseffen dat de dood een onomkeerbaar proces is. Abstracte
begrippen als ‘voor altijd’ en ‘nooit meer’ worden vaak begrepen als iets dat tijdelijk is. Het is daarom heel
normaal dat kleuters vragen wanneer de overledene weer terugkomt. Zo bezien is ook begrijpelijk dat een

begrafenis of crematie kinderen kan beangstigen, omdat ze nog niet beseffen dat de overleden persoon nooit
meer iets voelt, ruikt, hoort en ervaart. De grote verschillen die hierin tussen kinderen bestaan, houden

verband met hun cognitieve capaciteiten en levenservaring. Kinderen die al eerder geconfronteerd zijn met de
dood, al is het maar met een dode vlieg, zullen zich bijvoorbeeld beter beseffen dat de dood onomkeerbaar is.

Daarmee zal hun emotionele pijn direct na het verlies mogelijk intenser zijn, terwijl dit besef en de bijpassende

emoties bij andere kinderen pas later volgen. Maar ook kinderen die doordrongen zijn van de

onomkeerbaarheid van de dood kunnen nog niet goed overzien welke impact het overlijden op henzelf, hun
leven en toekomst heeft. Ook bij hen zal dat nog een tijdje duren. Naast het besef van de onomkeerbaarheid
van de dood en het kunnen overzien van de gevolgen ervan is het begrip ‘magisch denken’ van belang voor de

rouwverwerking. Jonge kinderen kunnen snel denken dat ze iets gedaan, gedacht of nagelaten hebben dat

bijdroeg aan het overlijden. Dat kan hen een naar gevoel geven. Door dit magisch denken kunnen ze
bijvoorbeeld ook angstig worden van de uitleg ‘papa slaapt’ of ‘oma is een sterretje geworden’. Ze kunnen de
conclusie trekken dat mensen soms nooit meer ontwaken (en wat gebeurt er dan als ze zelf gaan slapen,

worden ze dan ook nooit meer wakker?), of dat ze zomaar in iets heel anders kunnen veranderen, zoals in een

sterretje. Hoewel een dergelijke uitleg troostend bedoeld is, kunnen kinderen deze gemakkelijk verkeerd
interpreteren. Het is aan psychologen en andere experts om ouders uit te leggen hoe kinderen denken en hoe

hun goedbedoelde opmerkingen daardoor soms een averechts effect kunnen hebben, bijvoorbeeld omdat

kinderen er angstig van worden.


Emotieregulatie

Gedurende de hele kindertijd is emotieregulatie een belangrijke ontwikkelingsopgave. Kinderen leren


gaandeweg woorden voor hun emoties en ontwikkelen manieren om hun gevoelens te hanteren. Sheffield-

Morris en collega’s (2013) geven drie belangrijke bronnen voor het leren reguleren van emoties.6 Wij denken
dat die enorm onder druk kunnen komen te staan bij gezinnen die geconfronteerd worden met verlies. Als dit
gebeurt is het belangrijk om ouders te helpen om hun kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen. De eerste

bron is dat kinderen leren door wat ze zien in hun directe omgeving. Kinderen die bijvoorbeeld zien dat hun

rouwende ouder(s) heftige emoties wegstoppen of vermijden zullen deze strategie zelf ook sneller ontwikkelen

dan kinderen die manieren aangereikt krijgen om hun emoties te hanteren. Ten tweede profiteren kinderen
van ouders die gericht zijn op de emoties van hun kind en die deze emoties kunnen benoemen. Echter, ouders

van rouwende kinderen zijn vaak zelf ook een dierbare verloren en hebben daardoor vaak zelf minder ruimte
om de emoties van hun kind(eren) te snappen en te benoemen. Tenslotte geven Sheffield-Morris en collega’s

aan dat een warm en veilig gezinsklimaat van belang is, omdat dat bijdraagt aan het met elkaar ervaren,
doorleven en bespreken van negatieve en positieve emoties. De dood van een gezinslid leidt vaak tot
gevoelens van onveiligheid, zoals tot de gedachte dat anderen ‘zomaar’ dood kunnen gaan.

Een voorbeeld: Anouk (15) zit in de derde klas van het gymnasium. Leren ging haar altijd gemakkelijk af. Sinds

haar moeder is overleden gaat het niet zo goed meer. Haar vader merkt er thuis niet veel van. Anouk is gezellig,
houdt rekening met hem en haar zusje en probeert waar mogelijk iedereen moed in te spreken. Op school zien
ze juist een heel andere Anouk. Ze is brutaal, let niet op en lijkt meer geïnteresseerd in haar vriendinnen dan in

schoolwerk. (Spuij, 2017, p. 92)

Stel dat iemand in de gaten krijgt dat Anouk thuis en op school twee verschillende kanten van zichzelf laat zien,
dan kan deze persoon met Anouk gaan uitpluizen wat ze precies voelt. Wat maakt dat ze thuis met iedereen

rekening houdt en ze zich op school juist zo lijkt af te zetten? Wat voelt en ervaart ze? En hoe hanteert ze deze
gevoelens? En wat is hier het gevolg van, of met andere woorden: hoe doet ze zichzelf hiermee in feite te kort?
In het geval van Anouk is het goed voorstelbaar dat ze de pijn die ze voelt zowel thuis als op school wegdrukt.
Thuis is ze zo gericht op het zorgen voor anderen dat ze haar eigen pijn niet hoeft te voelen en op school richt

ze haar aandacht ook zoveel mogelijk naar buiten. Twee manieren die heel anders lijken, maar die mogelijk

allebei voortkomen uit dezelfde emotieregulatie-strategie, namelijk het vermijden van datgene dat je bang,

boos of verdrietig maakt. Anouk lijkt vooral niet te willen denken aan haar moeder omdat dat gepaard gaat
met negatieve, pijnlijke emoties. Op de lange termijn staat dat de verwerking in de weg. Door haar gedrag

wordt er zowel thuis als op school niet tegemoetgekomen aan wat belangrijk is voor haar verliesverwerking:
het onder ogen zien van het verlies, en het stilstaan bij hoe de verlieservaring haar heden, verleden en

toekomst kleurt.

Boekpublicatie:

Rouw bij kinderen en jongeren. Over het begeleiden van verliesverwerking (2017) Mariken Spuij. Uitgeverij

Nieuwezijds: Amsterdam. Meer informatie: www.nieuwzijds.nl

Literatuur

1. Spuij, M. (2017). Rouw bij kinderen en jongeren. Over het begeleiden van

verliesverwerking.Amsterdam: Nieuwezijds.

2. Worden, J. W. (1982/1991/2002/2009). Grief counseling and grief therapy: A handbook for the

mental health practitioner(4rth Edition). New York: Springer.

3. Stroebe, M. S., & Schut. H. (2010). The Dual Process Model of coping with bereavement: A decade

on.Omega,Journal of Death and Dying, 61, 273–289

4. American Psychiatric Association. (2014). Handboek voor de classificatie van psychische

stoornissen dsm-5. Nederlandse vertaling van Diagnostic and Statistical Manual of Mental

Disorders, 5th ed. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

5. Melhem, N.M., e. a. (2011). Grief in children and adolescents bereaved by sudden parental

death. Archive of General Psychiatry, 68, 911–919.

6. Sheffield-Morris, A., e.a. (2007). The role of the family context in the development of emotion

regulation. Social Development, 16, 361–388.

You might also like