Professional Documents
Culture Documents
Disfluency and Proficiency in Second Language Speech Production 1st Edition Simon Williams full chapter instant download
Disfluency and Proficiency in Second Language Speech Production 1st Edition Simon Williams full chapter instant download
https://ebookmass.com/product/disfluency-and-proficiency-in-
second-language-speech-production-1st-edition-simon-williams/
https://ebookmass.com/product/sincerity-in-medieval-english-
language-and-literature-1st-ed-edition-graham-williams/
https://ebookmass.com/product/clinical-methods-and-practicum-in-
speech-language-pathology-7th-edition-m-n-hegde/
https://ebookmass.com/product/the-handbook-of-language-and-
speech-disorders-2nd-edition-jack-s-damico/
Anatomy & Physiology for Speech, Language, and Hearing,
5th
https://ebookmass.com/product/anatomy-physiology-for-speech-
language-and-hearing-5th/
https://ebookmass.com/product/applied-anatomy-and-physiology-for-
speech-language-pathology-and-audiology-1st-edition-ebook-pdf/
https://ebookmass.com/product/anatomy-physiology-for-speech-
language-and-hearing-5th-edition-ebook-pdf/
https://ebookmass.com/product/anatomy-physiology-for-speech-
language-and-hearing-7th-edition-j-anthony-seikel/
https://ebookmass.com/product/second-language-research-
methodology-and-design/
Simon Williams
This work is subject to copyright. All rights are solely and exclusively
licensed by the Publisher, whether the whole or part of the material is
concerned, specifically the rights of translation, reprinting, reuse of
illustrations, recitation, broadcasting, reproduction on microfilms or in
any other physical way, and transmission or information storage and
retrieval, electronic adaptation, computer software, or by similar or
dissimilar methodology now known or hereafter developed.
The publisher, the authors, and the editors are safe to assume that the
advice and information in this book are believed to be true and accurate
at the date of publication. Neither the publisher nor the authors or the
editors give a warranty, expressed or implied, with respect to the
material contained herein or for any errors or omissions that may have
been made. The publisher remains neutral with regard to jurisdictional
claims in published maps and institutional affiliations.
Table 2.2 References to SPs in rating scale for interaction (based on Sato
2014, p.86)
Table 2.4 Number of SPs per 60 seconds and total silent pausing time
(based on Iwashita et al., 2008, p.40)
Table 2.6 SPs by gender and level in Mandarin Chinese (L2) speakers
(based on Yuan et al., 2016, n.p)
Table 2.7 Utterance and clause boundaries with SPs, language, and
English (L2) proficiency (percentages) (adapted from Rose, 2017, p.50)
Table 4.1 Ten most frequent disfluent word prolongations in Betz et al.
(2016)
Table 4.2 Participants’ gender and age in Bosker et al.(2013)
Table 4.3 Percentage of pauses and fillers preceding and following thee
and thi:y (Fox Tree & Clark, 1997, p. 158)
Table 4.4 Filled pause tokens in four corpora in Clark &Tree (2002)
Table 6.1 CEFR level comparability with OET and Aptis tests
Table 7.1 False starts (T-test Mean totals) in four picture narratives
(Tavakoli &Foster, 2011; Foster &Tavakoli, 2009)
1. Introduction
Simon Williams1
(1) School of Media, Arts and Humanities, University of Sussex, Falmer,
UK
Simon Williams
Email: s.a.williams@sussex.ac.uk
Terwijl het in de vertellingen der negers van Sierra Leone (Cr.) en van
de Goudkust (Ba.), waar de Tshi-taal gesproken wordt, doorgaans de
spin is, hier Mr. Spider genoemd, over wiens heldendaden verteld
wordt, bij de Yoruba’s van de oostelijke deelen der Slavenkust en bij de
Bantoe-stammen van Aequatoriaal West-Afrika daarentegen de
schildpad, die als Trorkey of Mr. Turtle ook in vele Sierra Leone-
vertellingen optreedt, hebben de negers van Zuid-Afrika als nationale
held een dier, dat zij Cunnie 36 Rabbit noemen en dat ook herhaaldelijk
in de verhalen de Goudkust-negers optreedt.
Dat sluwheid het meestal boven kracht wint, hiervan is de neger overal
in Afrika doordrongen (zie o.a. in „Avond op het water”, Bijvoegsel II).
Wij treffen deze waarheid ook aan in de reeds aangehaalde
vertellingen, door inboorlingen aan Stanley gedaan (zie blz. 203), en
waarin nu eens door een aardig bedrog of sluwe krijgslist de loeiende
buffel het onderspit moest delven voor het scherpe vernuft van het
konijntje, dan weêr de hond het won van zijn forschen meester, het
luipaard.
Welk een belangrijke plaats de vertellingen in het leven van den West-
Afrikaanschen neger innemen, blijkt wel uit de slotregels eener
pakkende vertelling in het belangwekkende werkje van Florence
Cronise en Henry Ward—niet alleen voor Sierra Leone, doch ook
voor [233]het verder oostwaarts liggende gebied (Ivoorkust, Goudkust en
Slavenkust) geldend.—„Bijna den ganschen nacht was met vertellen in
een der hutten doorgebracht en nog waren sommigen wakker genoeg,
om naar meer te verlangen. Sorpee was juist bezig, om zich voor te
bereiden voor een volgende vertelling, toen allen een vogel hoorden
schreeuwen. „Dah fowl craze”, 39 riep Oleemah uit, die juist zijn vertelling
geëindigd had, en niet kunnende gelooven, dat de morgen reeds
aanbrak, stond hij op, om zijn hoofd buiten de hut te steken.
„Nar true word dah fowl duh talk”, 40 zei hij, toen hij de eerste teekenen
van den naderenden dag had gezien. De wolken hingen zwaar, de
regen had opgehouden, en de dampen begonnen op te trekken”.
„Oleemah, door deze teekenen er aan herinnerd, dat het leven niet
uitsluitend verdichtsel 41 is, liep naar buiten en begaf zich naar zijn hut.
En, toen hij het sein aan de anderen had gegeven, om op te staan en
huiswaarts te keeren, voelde iedereen, dat de nacht goed besteed was
geweest”.
Suriname.
Anansi,
1. die een half dorp verovert.
Spin 2.
en de prinses.
Het huwelijk
3. van Heer Spin.
Anansi,
4. Tijger en de doode koe.
Anansi
5. en zijn kinderen.
Hoe Spin
6. zijn schuldeischers betaalt.
Een feest
7. bij de Waternimf.
Spin 8.
en kat.
Spin 9.
en krekel.
Heer10.
Spin als Geestelijke.
Heer11.
Spin als roeier.
Spin12.
neemt Tijger gevangen.
Heer13.
Spin en Hond.
Tijger’s
14. verjaardag.
Spin15.
voert de Dood in.
Spin16.
wedt, Tijger te berijden.
Verhaal
17. uit het leven van vriend Spin.[236]
Anansi
18. als Amerikaan verkleed.
Heer19.
Spin en de Waternimf.
Anansi,
20. Hert en Kikvorsch.
Heer
21.Spin als landbouwer.
Anansi
22. en de Bliksem.
Ieder
23.volwassen man moet een rood zitvlak hebben.
Hoe24.
Anansi aan schapenvleesch wist te komen.
De geschiedenis
25. van Fini Foetoe, Bigi bere en Bigi hede.
Legende
26. van Leisah I.
27. II.
,, ,, ,,
Verhaal
28. van het land van „Moeder Soemba”.
Boen29.no habi tangi, of: ondank is ’s werelds loon.
Geschiedenis
30. van Kopro Kanon.
De Meermin
31. of Watra-mama.
De Boa
32. in de gedaante van een schoonen jongeling.
Het 33.
huwelijk van Aap.
Hoe Heer
1. Spin, door zijn bekwaamheid als geneesheer,
de mooie dochter van den landvoogd wist te krijgen.
(Cuenta di nansi).
[237]
Jamaicaansche neger-vertellingen. 46
(Annancy-stories).
Annancy
1. in Krabbenland (met muziek).
Reiger
2. (met muziek).
Annancy,
3. Poes en Rat (met muziek).
[Inhoud]
Vreemd mag het daarom schijnen, dat Anansi in No. 22, getiteld:
„Heer Spin en de Bliksem”, met zijn gansche familie vernietigd wordt.
Welk dier de Surinaamsche neger op het oog heeft, als hij vertelt
van de slimme streken van „het konijn”, is moeilijk te zeggen. Is dit
nog dezelfde „cunnie 54 Rabbit”, waarover de inboorlingen van West-
Afrika zoo gaarne opsnijden, en waarmede, zooals reeds werd
opgemerkt 55, het dwergmuskusdier*, Hyomoschus aquaticus
bedoeld wordt, een dier, dat in Suriname niet voorkomt, of is hiervoor
in de plaats getreden de Agoeti*, door de Surinaamsche negers koni
koni genoemd?
Het is duidelijk, dat waar de negers zich vrij gemakkelijk naar hunne
nieuwe omgeving weten te schikken en er steeds behagen in
scheppen, over zaken en toestanden te redeneeren en
philosopheeren, de Europeesche invloed in hunne vertellingen zich
meer en meer heeft doen gevoelen. Deze invloed moet reeds
uitgegaan zijn van de eerste kolonisten, meer in het bijzonder van
hunne kinderen, die de slaven ook met hunne sprookjes bekend
wilden maken; en later, toen de slavernij werd afgeschaft en er een
intiemere verhouding tusschen negers en blanken [242]ontstond,
moet de Europeesche invloed in de negervertellingen steeds meer
op den voorgrond getreden zijn.
Zoo vindt de lezer in het reeds genoemde verhaal: „Uit het leven van
vriend Spin” zelfs de herinnering aan Napoleon 56 en aan den slag bij
Quatrebras in 1815 bewaard, en in No. 18, getiteld: „De Spin als
Amerikaan verkleed” vindt hij een uiting van den haat der negers
tegen Amerikanen, die in den laatsten tijd ten behoeve der goud-
exploitatie en andere ontginningen van delfstoffen herhaaldelijk de
kolonie bezoeken, terwijl wij in de vertelling No. 21, getiteld: „Heer
Spin als landbouwer” zelfs melding gemaakt vinden van het uitgeven
van perceelen tot uitbreiding van den kleinen landbouw, waarmede
eerst geruimen tijd na de opheffing der slavernij een aanvang is
gemaakt.
Belangrijk zou het zijn, uit een veel grooter aantal vertellingen, dan
waarover tot nu toe beschikt kan worden, aanknoopingspunten te
zoeken met de vertellingen van de negers van West-Afrika. Hier mag
de aandacht gevestigd worden op de groote overeenkomst van No.
16, „Spin wedt Tijger te berijden” met „Mr. Turtle makes a riding-
horse of Mr. Leopard” uit de verzameling van Miss Cronise; op de
merkwaardige overeenkomst van het „Verhaal uit het leven van
Vriend Spin” (No. 17) met „Spider, Elephan’ en Pawpawtamus” van
denzelfden oorsprong (Zie Bijvoegsel II „Avond op het water in
Sierra Leone”), doch met dit verschil, dat het nijlpaard in Suriname
vervangen is door „de walvisch, de grootste visch (?) van de
Spaansche groene zee”; op „No. 4, Anansi, [244]Tijger en de doode
Koe”, die een variant is op „Mr. Spider pulls a supply of beef” in de
verzameling van Miss Cronise en eindelijk op het voorkomen ook in
onze verzameling van een bekende verschijning in de mondelinge
litteratuur der negers, nl. de teerpop (No. 9, „Spin en de Krekel”) die
wij in de bekende Uncle Remus serie, in Noord Amerika verzameld,
als de „Tar Baby” aantreffen en in de verzameling uit Sierra Leone
van Miss Cronise als „the Wax Girl” weêrvinden. Ook de oorzaak
van den eigenaardigen lichaamsbouw der spin vinden wij in een der
vertellingen van den door Miss Cronise bijeengebrachten bundel
vermeld, nl. in de vertelling „Why Mr. Spider’s waist is small”, terwijl
er ten slotte nog de aandacht op gevestigd wordt, dat een aantal
vertellingen der Surinaamsche negers, evenals die van de negers
der Goudkust en van Sierra Leone, van een hongersnood verhalen,
die onder de dieren was uitgebroken. (Zie: „Spin, Olifant en
Hippopotamus” in Bijvoegsel II). Daar de neger in weinige landen
zóó gemakkelijk aan den kost kan komen als in Suriname en daar er
dus wel nimmer voor hem van hongersnood sprake zal zijn geweest,
blijkt hier wederom eene herinnering aan Afrika, waar tijden van
groote voedselschaarschte herhaaldelijk voorkomen, niet alleen door
veelvuldige oorlogen (in vroegere tijden) en vernieling door branden,
doch ook door langdurige droogte en door gemis aan de noodige
zorg voor de toekomst bij den aanplant van een voldoende
hoeveelheid rijst.
De litteratuur van een volk mag de beste uiting van diens zieleleven
worden genoemd en daar de mondelinge litteratuur van den
Surinaamschen neger nog weinig bekend is, en bij eene
beoordeeling van de zwarte bevolking onzer kolonie de slechte
eigenschappen doorgaans breed worden uitgemeten en van de vele
goede karaktereigenschappen dikwijls gezwegen wordt 59, heb ik
gemeend [246]een goed werk te doen, om in de laatste mijner
bijdragen tot de kennis van Suriname, die een uitvloeisel zijn van
mijn reis in 1900, de aandacht te vestigen op de belangrijke neger-
folklore, die evenals zoo veel oorspronkelijks bij de natuurvolken,
bezig is te verdwijnen.
[Inhoud]
„Je weet toch, dat anansi-tori’s niet ieder oogenblik mogen verteld
worden en vooral niet als het dag is; hij die er zich niet aan houdt,
moet zich een ooghaar uittrekken”. 62
„Máss’ra, joe a no wan pikíen, joe kánkan Sranam krioro, en joe sabi
srefi sani anansi-tori wanni taki”. 64
„Arnitri”. 65
Ik vroeg hem daarop, om welke reden men geen anansi-tori’s bij dag
wil vertellen en waarom, als er gevraagd wordt „vertel een anansi-
tori”, men steeds ten antwoord krijgt „mi no sabi” 66.
„Ja, maar ik word door jelui uitgelachen, en jelui denkt, dat ik lieg;
om U de waarheid te zeggen, anansi-tori’s zijn dingen, die niet maar
zoo besproken worden en die in een sterfhuis thuis hooren, niet bij
ons op dit oogenblik.