Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

PO Gouden Eeuw VWO 4

Wiktoria Michalska V4 23-05-2022 H. Kölzer Pax Christi College

Politiek in de Gouden Eeuw

Niet overal in Europa was dezelfde bestuursvorm, sommige landen verschilden daarin sterk. Er waren
landen die door vorsten met alle macht geregeerd werden of landen waarbij een parlement een
belangrijke rol speelde. Ook waren er landen die geen vorst hadden.

Parlementaire monarchie

Het principe van een parlementaire monarchie is dat er een koning, een
monarch, is. Deze heeft echter niet alle macht, hij mag wel regeren maar hij
en zijn wetten worden gecontroleerd door het parlement. Een land die
parlementaire monarchie als bestuursvorm had, was Engeland. Hierbijspeelde
de Glorious Revolution een belangrijke rol.

Bill of Rights, 1689

In januari 1689 kwam de Convention Parlement bijeen. Hierbij werd er


besloten dat Willem van Oranje en de dochter van koning Jacobus, Mary,
koning en koningin van Engeland worden. Er was wel een aantal
voorwaarden, deze zijn opgenomen in de Bill of Rights. Daarin in staat
onder andere dat de koning niet katholiek mag zijn, vrije verkiezingen
plaats moeten vinden en er moet vrijheid van meningsuiting.
Bron geraadpleegd:
https://www.legislation.gov.uk/aep/WillandMarSess2/1/2/introduction

Regenten en de Republikeinse staatsvorm

Waar Frankrijk een absolute vorst had, Engeland een parlementaire monarchie, was Nederland een
republiek. Dat houdt in dat er geen spraken was van centralisatie, er was geen vorst, de
soevereiniteit lag bij de Gewestelijke Staten. Zeven afzonderlijke
gewesten hadden regenten die hun vertegenwoordigden in de
Staten-Generaal. Daarbij besloten ze over de buitenlandse
politiek, defensie en belasting. Ook hadden de Nederlanden
stadhouders en raadspensionarissen.

Plakkaat van Verlatinghe, 1581

Dit document werd opgesteld door de ‘opstandelingen’ tegen de


Spaanse koning. Door deze plakkaat werden de staten in het
noorden definitief onafhankelijk van Spanje. Na de afzetting van
de Spaanse vorst, werden de staten een zelfstandige republiek
waarbij de soevereiniteit bij meer dan één persoon lag. De
Plakkaat van Verlantinghe zorgde ervoor dat de Nederlanden
hun in die tijd bijzondere bestuursvorm kregen.
Bron geraadpleegd: https://www.nationaalarchief.nl/beleven/onderwijs/bronnenbox/plakkaat-van-
verlatinge-1581

Absolutisme

Absolutisme is een bestuursvorm waarbij één persoon volledig de macht heeft. Deze regeert op basis
van droit divin: macht van god om te regeren. Zodat de vorst zijn macht kan behouden, moet deze
adel geliefd en het volk in bedwang houden. Hierbij maakt de vorst gebruik van o.a. censuur,
professionalisering van het leger en mercantilisme(zie ‘Economie; Mercantilisme’). Een land die hét
voorbeeld van absolutisme was, was Frankrijk onder Lodewijk XIV.

Equestrian Portrait of Louis XIV

Pierre Mignard, 1673

Op het schilderij is Lodewijk XIV te zien , terwijl hij op een paard zit.
Dit moet macht, aanzien en kracht tonen. Achter hem bevind zich
Maastricht, dit tijdens het Beleg van Maastricht in 1673. 1 Links
boven is er een engel te vinden die een vlag en krans vasthoud. Engel
is het symbool voor het Christendom en droit divin. Krans is symbool
voor overwinning en de vlag heeft een zon afgebeeld, die staat
symbool voor de Zonnekoning, een bijnaam die Lodewijk zichzelf gaf.
Wat ook opmerkelijk is, is het feit dat Lodewijk XIV Romeins gekleed
is.
Bron geraadpleegd: https://kunstvensters.com/2018/09/03/konden-de-
hofschilders-van-de-zonnekoning-geen-portretten-schilderen/

Kunst

De cultuur, en dus ook de kunst, in de tijd van de Gouden Eeuw kon in tweeën worden gesplitst; in de
hof- en burgercultuur. Deze scheiding is op vele gebieden te zien.

Schilderkunst

Bij de schilderkunst van de burgercultuur stond de mens (burgers) centraal. Schilders schilderden,
naast elementen uit de Bijbel en klassieke mythologie, historische gebeurtenissen en stillevens. Ook
werden er landschappen en (groeps)portretten geschilderd. Deze werden in opdracht voor de rijken
geschilderd, denk hierbij aan regenten, predikanten etc. Burgercultuur kwam vooral in de Republiek
voor.

Het vrijwel tegenovergestelde was de hofcultuur, hierbij stond de vorst centraal. Hierbij moet je
denken aan o.a. zijn militaire successen. De kunstwerken met de uitbundige stijl werden gefinancierd
door de koning, adel en de kerk. Daarom vormde de Christendom een belangrijk en veel voorkomend
thema. Hofcultuur kwam voor in bijv. Frankrijk.

De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp


1
https://www.marsethistoria.nl/recent-onderzoek/803-de-belegering-van-maastricht-in-1673
Rembrandt van Rijn, 1632
Dit schilderij is het perfecte voorbeeld voor de
burgercultuur, schilderkunst en wetenschap
tijden de Gouden Eeuw van de Republiek. De
schilder en de thematiek vormen een
uitstekende voorbeeld. Op het schilderij zijn
chirugijns afgebeeld die een praktijkles volgen
van de medicus, en later burgemeester, Nicolaes
Tulp. Hij is als enige met een hoed afgebeeld, dit
laat zien dat hij de belangrijkste is. Door licht-en-
schaduw-werking wordt de aandacht getrokken
naar de handeling die plaatsvindt. Het schilderij
bevat veel details, zoals de namen van de
aanwezigen die op het papier, die de achterste man vasthoudt, zijn opgeschreven. De thema
van het schilderij, een praktijkles anatomie, is een kenmerk van de wetenschap die in die tijd
populair en al sterk ontwikkeld was. Daarnaast is Rembrandt van Rijn een van de bekendste of
zelfs de bekendste kunstenaar van de Gouden Eeuw.
Bron geraadpleegd: https://www.rembrandthuis.nl/nl/ontmoet-rembrandt/rembrandt-de-kunstenaar/
belangrijkste-werken/de-anatomische-les-van-dr-nicolaes-tulp/

Literatuur/poëzie

In de Nederlanden was er geen grote censuur, zoals in de absolute Frankrijk. Hierdoor hadden
dichters/schrijvers meer vrijheid, daarom was de Republiek voor hun aantrekkelijk. Er ontstonden
rederijkerskamers, dat waren verenigingen voor amateur-
schrijvers. Er werden literaire wedstrijden georganiseerd, de
landjuwelen.

Joost van den Vondel, 1587-1679

Een belangrijke schrijver in de Gouden Eeuw was de ‘Prins


ter dichters’, Joost van den Vondel. Hij werd bekend
vanwege zijn duidelijke, vaak controversiële mening. Hij
schreef vaak over politiek en godsdienst, maar ook
gelegenheidsgedichten. Van den Vondel was protestant
opgegroeid, maar is daarna overgegaan naar Katholicisme.
Joost van den Vondel schreef toneelstukken; tragedies of treurspelen. Zijn beroemdste stuk was
de Gysbreght van Aemstel. Joost van den Vondel is een voorbeeld voor de vrijheid van
meningsuiting en een kenmerk van de Nederlandse literatuur in de 16 e en 17 e eeuw.
Bron geraadpleegd: https://historiek.net/joost-van-den-vondel-dichter-biografie/69981/
Architectuur

Doordat de Gouden een welvarende periode voor de Nederlanden was,


konden de mensen ‘rijke’ huizen bouwen. Zo werden er grachtpanden,
herenhuizen en stadshuizen gebouwd.

Stadshuis van Naarden, 1601

Het stadshuis van Naarden is een voorbeeld van de Nederlandse


renaissance stijl ook wel de Noordelijke Maniërisme. In deze stijl komen
klassieke stijlkenmerken, zoals pilaster en frontons, voor. Bij het
stadshuis bevinden deze zich bij en boven de deur. Op het gebouw
bevinden zich een aantal inscripties en versieringen.
Bron geraadpleegd:
https://rijksmonumenten.nl/monument/30243/stadhuis/naarden/

Ballet/dans

Zoals je waarschijnlijk al hebt gemerkt, is in kunst een verschil tussen de Republiek en de absolute
Frankrijk bijvoorbeeld. Dus ook op het gebied van dans/ballet. In de Nederlanden was er niet veel op
het gebied van dans, dat kwam doordat de Nederlanden in het merendeel protestant waren, wat
betekend een serieuze/ernstige levenshouding.

Académie royale de danse, 1661

Ballet kwam in de 16 e eeuw naar Frankrijk en


speelde in de hofcultuur een belangrijke rol. Ballet
werd steeds verder ontwikkeld, tot het moment dat
er een behoefde ontstond aan professionele
dansers. Daarom liet Lodewijk XIV in 1661 de
Académie royale de danse bouwen. Hier werden de
eerste vijf basisposities beschreven. Aan het begin
mochten alleen mannen dansen, zelfs de vrouwen
rollen werden door mannen in vrouwenkleding
gespeeld. Maar in 1681 mochten ook vrouwen meedansen. Ook ontstond de ballet d’action,
deze beeldde een verhaal uit. Vervolgens kwam de romantiek op, hierbij werden de spitzen
uitgevonden en de dans zelf was sierlijker geworden.
Bron geraadpleegd: https://fr-academic.com/dic.nsf/frwiki/45818
Economie

Voor de Nederlanden was de Gouden Eeuw dé periode van welvaart. De economie werd uiteraard
beïnvloed door de bestuursvorm/de regering van het land. Daardoor zien we een verschil in welvaart
tussen verschillende landen.

Mercantilisme

Mercantilisme kwam voor in landen waar absoluut geregeerd werd, zoals ons al bekende Frankrijk.
Het idee achter mercantilisme is het genoeg hebben van voorraad, export bevorderen en import
beperken. De import kon beperkt worden door o.a. tollen, accijns en importtarieven. Door de
regering gecontroleerde/geregelde economie was kenmerkend voor mercantilisme. Mercantilisme in
Frankrijk begon onder de regering van niemand anders dan Lodewijk XIV zelf.

Jean-Baptiste Colbert, 1619-1683

Jean-Baptiste Colbert is in 1619 geboren in Reims, Frankrijk.


Nadat hij, als lid van een koopmansfamilie, verschillende plaats
had op verschillende administratieve functies, werd Colbert de
agent van kardinaal Mazarin. Toen de kardinaal doodging werd
Colbert aangewezen als minister van financiën in de
regeerperiode van Lodewijk XIV. Jean-Baptiste had als taak
orde te brengen in de financiën van Frankrijk, na dat zijn
voorganger Foquet had genoten van zijn rijkdom ten koste van
de staat. Om zijn doel, Frankrijk welvarender maken, te
bereiken, kwam Colbert met mercantilisme.
Bron geraadpleegd: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jean-Baptiste_Colbert

Handelskapitalisme

Handelskapitalisme is een vorm van handel met als doel het maken van winst, waarbij bijv. de
kooplieden de winst spenderen op verbeteringen, zoals het bouwen/verbeteren van schepen.
Handelskapitalisme is ontstaan in Noord-Italië en Vlaanderen tijdens de Renaissance. De
ontdekkingsreizen die later plaats vonden, stimuleerden het handelskapitalisme. Wat als gevolg een
wereldeconomie had.

Handelscompagnieën

Samen met de opkomst van handelskapitalisme, kwamen de handelscompagnieën. Deze zijn ontstaan
door de behoefte aan luxe overzeese produceten, zoals koffie en specerijen. Omdat deze reizen
gevaarlijk waren, hadden de compagnieën als taak ze te organiseren. Daarom wordt in 1602 door
Johan Oldenbarnevelt de VOC, Verenigde Oost-Indische Compagnie, opgericht. Deze handelde in
specerijen en textiel. De VOC was zo groot geworden dat deze een handelsmonopolie en toestemming
voor oorlogvoering had gekregen. In 1621 werd een nieuwe compagnie opgericht; de WIC, West-
Indische Compagnie. Die richtte zich niet op handel met Azië zoals de VOC, maar op handel met
Afrika, Noord- en Zuid-Amerika. Ook de WIC kreeg een handelsmonopolie, alhoewel hield de West-
Indische Compagnie zich vooral bezig met kaapvaart. Zij beroofden de Spaanse schepen van o.a.
ivoor, goud en slaven. Beide compagnieën gebruikten vaak geweld om hun doelen te bereiken.

Volkerenmoord op Banda eilanden, 1621


De VOC wilde een handelsmonopolie op
specerijen in het Oosten. Dat lukte voor
een groot deel. Totdat Jan Pieterszoon
Coen, gouverneur-generaal van de VOC,
te maken had gekregen met tegenstand
van Banda. De bandazen verkochten
nootmuskaat en andere specerijen aan
Engeland, die meer bood dan de
Nederlanders. Er wordt in 1609 een
vestiging gebouwd op Banda, er worden
enkele Nederlanders vermoord. In 1621
vindt een strafexpeditie plaats, die als
gevolg had dat bijna de gehele
eilandbevolking werd gedood, van de 15.000 bleven er maar 1.000 over. Banda was al snel
verover maar omdat de inwoners niet akkoord gingen met de voorwaarden liep de situatie uit
tot een massamoord. Na deze gruwelijke gebeurtenis werd Jan Pieterszoon Coen teruggeroepen
naar Nederland, dat om hem te belonen voor de veiligstelling van de nootmuskaat-monopolie.
Wel werd het hem verteld om zijn gewelddadigheid te temperen. Op de afbeelding hiernaast
kun je een aantal samoeraibeulen zien, deze waren in dienst van de VOC en hadden de opdracht
aantallen Bandazen te onthoofden. De schilderij is gemaakt door een moderne lokale artiest
(naam onbekend).
Bron eraadpleegd: https://historiek.net/jan-pieterszoon-coen-de-koopman-koning-in-azie/51029/

Koopmanschap

Wetenschap

In de Gouden Eeuw vond er een wetenschappelijke revolutie plaats. In de Republiek, doordat zij zo
welvarend was, werd de wetenschap gestimuleerd. Wetenschap in die periode kun je verdelen in twee
ontstonden veel uitvindingen. Sommige van deze opvattingen en uitvindingen worden tot de dag van
vandaag gebruikt.

Rationalisme

Rationalisme komt van de tijden van de Verlichting en baseert op het principe van ratio, redelijke
verstand. Het is een stroming die zijn afkomst bij de filosofie heeft. Het verstand en het logisch
redeneren is hierbij de meest zuivere bron van kennis. Bij rationalisme wordt veel gebruik gemaakt
van wiskunde, omdat deze op logisch nadenken is gebaseerd.

René Descartes, 1596-1650

Descartes was geboren in 1596 in Frankrijk en wordt


beschouwd als een van de eerste rationalisten. Van 1606 tot
1614 zat hij op de jezuïetencollege Le Flèche. In 1618 sloot hij
zich aan bij het leger van prins Maurits. Daar ontmoette hij de
Nederlandse filosoof Isaac Beckmann. Daarna ging hij het leger in
van een katholieke hertog. Daar op een nacht kreeg Descartes
zoals gezegd wordt drie visoenen. Deze motiveerden hem om
zich bezig te houden met filosofie. Eerst woonde hij in Parijs en
publiceerde daar een aantal werken, vervolgens verhuisde hij
naar de Republiek waar hij ook met andersdenkende in discussie ging. Descartes baseerde zijn
filosofie op een aantal belangrijke wetenschappers zoals Galilei en Copernicus; ware kennis
komt niet van zintuigelijke waarnemingen af maar van het menselijke verstand.
Bron geraadpleegd: https://historiek.net/rene-descartes-filosoof-moderne-wijsbegeerte/67820/

Empirisme

Empirisme is vrijwel het tegenovergestelde van rationalisme. Bij empirisme baseer je je kennis op de
waarnemingen van je zintuigen. Precies dat wat rationalisme afkeurt.

John Locke, 1632-1704

John Locke was een Britse empiristische filosoof die in 1632 in


Wrington was geboren. Hij wordt beschouwd als de vader van
‘liberalisme’. Dat kwam doordat hij het droit divin afwees,
omdat volgens hem de hoofdtaak van een vorst niet
alleenheerschappij is maar bescherming van burgerlijke rechten.
Dat waren de rechten op leven, vrijheid, bezit en gezondheid.
Zijn ideeën speelden een rol in de Onafhankelijkheidsverklaring
van Amerika. Locke bracht een aantal werken uit, zijn
inspiratiebronnen was o.a. Aristoteles. John Locke overleed in
1704 zonder getrouwd te zijn en zonder kinderen.
Bron geraadpleegd: https://historiek.net/john-locke-filosoof-liberalisme/70784/

Mechanistisch wereldbeeld

Het mechanistische wereldbeeld werd voor het eerst beschreven door aan ons al bekende René
Descartes. Volgens hem was de wereld een soort machine die ooit door God in beweging is gezet,
maar dat nu zelfstandig functioneert volgens bepaalde natuurwetten. De filosoof Benedictus Spinoza
trok nog radicalere conclusies.

Benedictus Spinoza, 1632-1677

Benedictus of Baruch de Spinoza was in 1632 in


Amsterdam geboren als zoon van een Portugees-Joodse
koopman. Spinoza wordt later verbannen uit de Joodse
gemeenschap door zijn controversiële opvattingen dat
de Tora niet het woord van God is, maar van de mens.
Hij verhuisd vervolgens naar Rijnsburg, waar hij zijn
twee belangrijkste werken maakt: Tractacus
Theologico-Politicus en Ethica. Bij de eerste gaat
Spinoza in op de analyse van de Bijbel, waarbij er ook
aandacht gegeven wordt aan vrijheid en tolerantie. In de Ethica geeft hij antwoord op de vraag:
‘Wat is het goede leven?’. Deze is onderverdeeld in een aantal stukken. Wat Spinoza en
Descartes gemeen hadden was het idee over de mechanistische wereldbeeld, hierbij vond
Spinoza dat God niet iemand was die voor de schepping zorgde, maar de schepping zelf was.
Bron geraadpleegd: https://historiek.net/baruch-spinoza-filosoof-ethica/81726/

Uitvindingen

Door de Verlichting, de wetenschappelijke revolutie en welvarendheid konden in de Gouden Eeuw


heel wat uitvindingen ontstaan. Deze uitvindingen vonden plaats op verschillende gebieden, zoals
astronomie, natuurkunde, anatomie etc. De tijd van de wetenschappelijke revolutie had een aantal
zeer beroemde ontdekkers en wetenschappers.

Bewegingswetten van Isaac Newton, 1687

In 1687 wordt de Philosophiae Naturalis Principia


Mathematica gepubliceerd door Engelse geleerde Isaac
Newton. Daarin zet hij de drie bewegingswetten, deze
vormen de basis van de moderne natuurkunde. De wetten
zijn als volgt:

1. De wet van traagheid, als er geen kracht op een


voorwerp wordt uitgeoefend, dan is de snelheid constant.

2. Kracht en beweging, verandering van de beweging is evenredig aan de op de voorwerp


uitgeoefende kracht.

3. Actie-reactie, de kracht die uitgeoefend wordt door voorwerp A op voorwerp B, zorgt voor
een gelijke maar tegenstellende reactie.
Bron geraadpleegd: https://nl.wikipedia.org/wiki/Philosophiae_Naturalis_Principia_Mathematica

Reflectieverslag

In dit reflectieverslag zal ik uitleggen wat tijdens het maken van deze PO goed ging en wat
minder, waar ik tegen aan liep, wat ik lastig vond, wat juist makkelijk was en wat ik ervan heb
geleerd.

Beginnend bij het begin; wat ging goed? Tijdens het maken van deze opdracht had ik behoorlijk
wat ups en downs, de ene keer had ik al snel mijn stukje tekst getypt, de andere keer zat ik
minuten lang naar het scherm te staren. Ook verschilde het per onderwerp, bij sommige
onderwerpen had ik als snel de nodige informatie gevonden en een bijpassende bron. Bij
andere duurde het juist langer.

Waar ik vaak problemen mee had, was het feit dat ik niet zo goed wist waar ik moest beginnen.
Maar hoe langer ik met het verslag bezig was, hoe beter ik het wist. Wat ook lastig was, was het
vinden van de motivatie om überhaupt aan het werk te gaan met de PO. Uiteindelijk deed de
tijdsdruk zijn ding.

Wat ik persoonlijk van deze opdracht vind, is dat het een behoorlijk lange opdracht is.
Daarnaast raak je al snel de structuur kwijt: heb ik alles wat er moest erin gezet? Is het genoeg
tekst? Ook de bronbeoordeling kostte enorm veel tijd, maar dan ook echt veel te veel.

Ook al doet het mij pijn om dit toe te geven, heb ik van deze opdracht wel heel wat geleerd. Ik
heb me meer verdiept in de Gouden Eeuw, heb meer kennis verzamelt over belangrijke
personen en gebeurtenissen die niet volledig in het boek werden omschreven.

Concluderend: de PO over Gouden Eeuw is een goede, leerzame opdracht. Alleen mijn tip is de
opdracht de volgende keer wat korter maken.

You might also like