Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 3

Welk dikgedrukt woord is fout gespeld?

Blad 5
Vraag 1

1. Er staan zes vliegtuigen in de vliegtuighangar. A vliegtuighangar

2. De landingsbaan is ’s avonds goed verlicht. B landingsbaan

3. Vorig jaar zijn er veel duiktoeristen op bonaire geweest. C bonaire

4. De politieauto scheurde met loeiende sirenes achter de boeven aan. D politieauto


Vraag 2

1. Het hooi etende paard ziet er tevreden uit. A etende

2. Shannigan houdt niet van krentenbollen. B krentenbollen

3. De geschiedenisles van vandaag was erg interressant. C interressant

4. De huilende jongen legt de dokter uit waar het zeer doet. D huilende
Vraag 3

1. Na zijn televisieoptreden werd hij op slag beroemd. A beroemd

2. Het gedrag van die scholieren kun je gerust problematisch noemen. B problematisch

3. De leeuwin pakte haar jongen niet echt zachtzinnig aan. C zachtzinnig

4. Carina is mediesch gezien in orde en ze kan naar huis. D mediesch


Vraag 4

1. De ware grootte van jouw land is moeilijk te schatten. A grootte

2. Al loopende kwam ik er achter dat mijn veter los zat. B loopende

3. De hooiende boerin neemt even pauze. C hooiende

4. De sigarenhandelaar gaat zijn winkel sluiten. D sigarenhandelaar


Vraag 5

1. Volgens de dokter is dat dieet niet echt verstandig. A dieet

2. Gershwin peddelde met zijn roeibootje naar de overkant. B peddelde

3. De hond bedelde om een stukje vlees. C bedelde

4. De keukenhulp spoeldde de borden af met heet water. D spoeldde

65
Taal Spelling blad 5
Welk dikgedrukt woord is fout gespeld? Blad 5
Vraag 6

1. In zijn pantalon heeft hij maat honderdvierenzestig. A honderdvierenzestig

2. Daan draagt graag een t-shirt onder zijn trui. B t-shirt

3. De vader van Shaquille zie je altijd in kostuum. C kostuum

4. De grenspatrouille is verscherpt na de laatste drugsvangst. D grenspatrouille


Vraag 7

1. Snikkend van verdriet pakt het meisje haar zakdoek. A Snikkend

2. Oma kijkt glimlachend naar haar kleinkinderen. B glimlachend

3. Huilend van de pijn laat hij zijn knie zien. C Huilend

4. Ze hebben geluk gehat. D gehat


Vraag 8

1. Mijn zusje is heel lichamelijk ingesteld. A lichamelijk

2. Sportivieteit is bij ons op school erg belangrijk. B Sportieviteit

3. De meester heeft inderdaad gezegd dat we morgen vrij zijn. C inderdaad

4. Volgens mijn tante is wortelsap erg gezond. D wortelsap


Vraag 9

1. Louise schrijft een prachtige brief aan haar oma. A schrijft

2. Zij tekent er ook een hond en een paard bij. B tekent

3. De kunstenaar schilderd iedere dag na zijn ontbijt een schilderij. C schilderd

4. Als mijn broertje verft, maakt hij er een grote bende van. D verft
Vraag 10

1. Tijdens het noodweer vielen er zware hagelsstenen. A hagelsstenen

2. In Nederland zijn er gisteren zware sneeuwbuien geweest. B sneeuwbuien

3. Gelukkig zijn er in Nederland geen modderlawines. C modderlawines

4. Een beetje motregen is nog geen reden om de wedstrijd af te lassen. D motregen

Taal Spelling blad 5


65
Antwoorden

SPELLING
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Spelling 5 kaart 65 C C D B D B D B C B

Taal Spelling blad 5

You might also like