College 01

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 79

College 1

DE GROTE LIJNEN
1. INLEIDING
2. THEORIEËN
3. GRONDSLAGEN
College 1
DE GROTE LIJNEN
1. INLEIDING
2. THEORIEËN
3. GRONDSLAGEN
DOEL VAN
DE COLLEGES

3 Architectuur, Management, Markt en Economie


PERSPECTIEF BIEDEN

4 Architectuur, Management, Markt en Economie


CONTEXT SCHEPPEN

5 Architectuur, Management, Markt en Economie


BEWUSTWORDING CREËREN

6 Architectuur, Management, Markt en Economie


ALS JE ÉÉN
ZAAK MOET ONTHOUDEN
VAN DE COLLEGES

7 Architectuur, Management, Markt en Economie


ECONOMIE
=
SOCIALE
WETENSCHAP
8 Architectuur, Management, Markt en Economie
ECONOMIE IS EEN SOCIALE WETENSCHAP
<>
worden veel gereflecteerd in visies = inzichten
✓ Economische inzichten <> politiek-maatschappelijke visies
rivaliserend = vooruitgaand, dikwijls ook gelinkt aan de historische context waarin mensen leven
✓ Gabaseerd op een serie rivaliserende (en veranderende) denkkaders het domein van
=
✓ Mens van vlees en bloed als fundament van theorieën economen en politici
economen = die de grote kaders proberen
gewaar te worden en die de dynamieken
✓ Resultante van een dynamisch samenspel binnen een institutioneel kader proberen te zien
politici = bestuurders, die een reflectie zijn van
welke wetten, welke heersers, welke cultuurstromingen zijn er dominant? hoe de maatschappij leeft

ECONOMIE IS GEEN EXACTE WETENSCHAP


✓ Geen enkele persoon past perfect in een theorie
✓ De socio-economische context verandert steeds
✓ Mensen zijn niet zuiver rationeel
✓ Mensen zijn grotendeels niet voorspelbaar
al deze zaken brengen onzekerheden in die wetenschap waardoor dat geen exacte wetenschap is

9 Architectuur, Management, Markt en Economie


“Economie heeft meer
raakvlakken met recht dan
met wiskunde”
wiskunde = exact

10 Architectuur, Management, Markt en Economie


MAAR
ECONOMEN en POLITICI FICALISTEN en BOEKHOUDERS
gaat over macro-geheel, de algemene werkingen bepaalde zaken die zich wel
exact becijferen
Economie bevat wél aspecten die zich exact laten
becijferen

✓ Intresten en rendementen
het domein van de
✓ Rapporteringen
fiscalisten, boekhouders
✓ Heffingen en taksen enz
✓ …
“Economie is zoals de
mens rationeel en
emotioneel tegelijk”

11 Architectuur, Management, Markt en Economie


HOE DEFINIEER
JE ECONOMIE?

12 Architectuur, Management, Markt en Economie


“The science which studies human behavior as a
relationship between ends and scarse means which
have alternative uses”
L. Robbins

13 Architectuur, Management, Markt en Economie


“The science which studies human behavior as a
relationship between ends and scarse means which
have alternative uses”
L. Robbins

▪ Schaarste: beperkte hoeveelheid middelen


HET ECONOMISCH PROBLEEM
▪ Keuzeproblemen: veelheid aan bestedingsmogelijkheden
= iets dat beperkt is, dat je kan uitgeven aan verschillende mogelijkheden

14 Architectuur, Management, Markt en Economie


HET ECONOMISCH PROBLEEM
hieruit leiden we af wat het

ECONOMISCH MOTIEF is: hoe mensen dat motief oplossen


kan zowel op micro- als op macro-economisch bekeken worden
(= oplossen van dit probleem is de drijfveer van menselijk handelen)

Micro-economie: economisch probleem analyseren op kleine schaal (een gezin, een bedrijf, een product)
Macro-economie: economisch probleem analyseren op grote schaal (een land, een sector)

15 Architectuur, Management, Markt en Economie


KERNBEGRIPPEN

16 Architectuur, Management, Markt en Economie


Het “economisch probleem”
analyseren a.d.h.v.

3 KERNBEGRIPPEN

BEHOEFTEN

PRODUCTIEFACTOREN

GOEDEREN

17 Architectuur, Management, Markt en Economie


(ECONOMISCHE) BEHOEFTEN

behoeften = verlangens
▪ Verlangens van de mens (onbegrensd, niet allen even fundamenteel)
▪ Vervulling door inzet schaarse middelen
▪ Verschillende zaken kunnen een behoefte vervullen: substituten
▪ Het nut van goederen is subjectief, en dus kan de prijs (waarde) variëren van persoon tot persoon.
▪ Economie oordeelt niet over de wenselijkheid van behoeften, en is neutraal. (staatsregulering nodig?)
▪ Welvaart = de mate waarin de behoeften worden vervuld met schaarse middelen
▪ Welzijn = is de combinatie van welvaart met vervulling van niet meetbare behoeften (trade-off)

18 Architectuur, Management, Markt en Economie


hoe beter een productiefactor natuur is,
hoe beter ook voor de economie
hier zie je de link tussen
(SCHAARSE) PRODUCTIEFACTOREN -biodiversiteit
productiefactoren = middelen om iets te maken of om iets te doen
-klimaat
-economische groei
die zaken kunnen elkaar versterken
ARBEID NATUUR KAPITAAL

▪ Originele productiefactor ▪ Originale productiefactor ▪ Afgeleide van arbeid en natuur


▪ Kwantitatief aspect: demografie ▪ Verschillende functies ▪ Indirecte behoeftevervulling
▪ Kwalitatief aspect: vaardigheid o Inputfunctie ▪ Het resultaat van investeren na
▪ Tijdsaspect: arbeidsduur o Ruimtescheppende functie sparen van vermogen.
o Recreatieve functie ▪ Ook immaterieel (overheid)
o Afvalontvangende functie bepaalde middelen worden verzameld
om zaken te kunnen produceren
▪ Milieuverontreiniging/klimaat:
natuur wordt ‘schaars’

19 Architectuur, Management, Markt en Economie


GOEDEREN

▪ Gericht op behoeftevervulling
▪ Zijn ook schaars, want worden gevormd uit schaarse productiefactoren
▪ Duurzaam (meerdere gebruiken, vb. auto) of niet-duurzaam (slechst éénmalig in gebruik, vb. pint)
▪ Consumptiegoed: directe behoeftebevrediging, vb. pint
▪ Investeringsgoed: indirecte behoeftevervulling
• Duurzame investeringsgoederen (=kapitaalgoederen): duurzaam van karakter, vb. machines
• Niet-duurzame investeringsgoederen: éénmalig in gebruik, vb. printerinkt
▪ Finale goederen (eindproduct, vb. kledij) of intermediare goederen (halffabrikaten,vb. stof)

20 Architectuur, Management, Markt en Economie


economie
is het samenspel tussen

DRIE SOORTEN SPELERS

GEZINNEN

BEDRIJVEN
vormen samen het samenspel waar
economie uit bestaat
OVERHEID

21 Architectuur, Management, Markt en Economie


DE SPELERS

GEZINNEN BEDRIJVEN OVERHEID

✓ Consumeren
✓ Vormt het kader waarbinnen
✓ Bron van arbeid (loon)
bedrijven en gezinnen
✓ Binnen het gezin veel ✓ Samenbrengen en vergoeden
opereren (=Instellingen)
economische activiteit (vb. van productiefactoren
✓ Collectie productie (vb.
koken en poetsen) die niet ✓ Creëren van toegevoegde
afvalophaling) en consumptie
‘meegeteld’ wordt > belang van waarde (winst)
(vb. publieke bouwwerken)
huishoudelijk werk voor
✓ belastingen
welvaart

22 Architectuur, Management, Markt en Economie


College 1
DE GROTE LIJNEN
1. INLEIDING
2. THEORIEËN
3. GRONDSLAGEN
ECONOMISCHE
STROMINGEN

24 Architectuur, Management, Markt en Economie


of

Hoe analyseert men doorheen de (Westerse)


geschiedenis naar het economisch vraagstuk?

25 Architectuur, Management, Markt en Economie


CONTEXT DOET ERTOE
Economische stromingen:
▪ Resultaat van lange ontwikkeling
▪ Conflicterende paradigmata
o Mensbeeld
o Rol overheid
o Methodieken
▪ Sociaal-economische omstandigheden
▪ Politiek-maatschappelijke stromingen

26 Architectuur, Management, Markt en Economie


DE VOORLOPERS: MERCANTILISME & FYSIOCRATIE

▪ Tot ca. 1750


▪ Voornaamste pre-klassieke denkrichtingen, maar
niet de enige (vb. Thomas van Aquino) geen examenvraag
▪ Economische gedachten, maar geen autonome
wetenschappelijke discipline.
▪ Telkens focus op één enkel aspect
▪ Product van Ancien Régime (de drie standen)

27 Architectuur, Management, Markt en Economie


MERCANTILISME (1450-1750)

▪ Obsessie met edele metalen


• goud en zilver in eigen land houden
▪ Handelsbalans
• zo weinig mogelijk andere naties laten
verkopen aan u
▪ Nationalisme/Protecionisme
▪ Koloniaal (westers) systeem
▪ Voedingsbodem voor conflict en oorlog
▪ Trump als hedendaagse variant

28 Architectuur, Management, Markt en Economie


FYSIOCRATIE (1750-1790)

▪ Obsessie met (landbouw)grond


• Natuur als basis voor rijkdom
▪ Economische kringloop (cfr. bloedsomloop)
▪ Eerste poging tot een analytisch totaalmodel
▪ Landbouw = productieve klasse
▪ Handel & Ambacht = ‘steriele’ klasse
▪ Vrije prijsvorming
▪ Schaalvergroting en privébezit landbouwgronden

29 Architectuur, Management, Markt en Economie


KLASSIEKE SCHOOL (1775-1875)

▪ Eerste volwaardige economische theorie


• Adam Smith = vader van de economische
wetenschap!
• Thomas Malthus
• David Ricardo
▪ Individuele vrijheid & concurrentie: laisser-faire
▪ Homo economicus = een rationele mens,
die rationele beslissingen maakt
▪ Lotsverbetering mensheid
▪ Verlichting – Einde Ancien Régime
▪ Industriële revolutie
▪ Verder uitgebouwd in neoklassieke school

30 Architectuur, Management, Markt en Economie


ADAM SMITH, Wealth of Nations (1776)

▪ Startpunt van economische wetenschap


▪ An inquiry into the nature and causes of the
Wealth of Nations (1776) waarin hij zich afvroeg hoe kunnen we nu zorgen dat we als mensheid kunnen
samenwerken en die sleur en die miserie waarin we ons bevinden, achter ons
▪ Vrijhandel (vs. Mercantilisme)
kunnen laten
▪ Ambacht, handel en industrie vs. fysiocratie
Vandaag de norm
▪ Specialisatie en ruil binnen de economische
▪ Arbeidsverdeling wetenschap
▪ ‘the invisible hand’ die voor evenwichten zorgt

31 Architectuur, Management, Markt en Economie


NEOKLASSIEKE SCHOOL (1875-HEDEN)

▪ Abstrageren klassieke theorieën


▪ Integratie statistiek en wiskunde
▪ Loskoppeling van historisch-institutionele factoren
▪ Modellen en voorspellingen
▪ Angelsaksisch
▪ Oostenrijkse school: rebel binnen neoklassieken
• Onzekerheid integreren
• Focus op grote lijnen
• Non-sciëntisme: kritisch staan t.o.v modellen

32 Architectuur, Management, Markt en Economie


KEYNESIAANSE SCHOOL (1936-heden)
(=Amerikaans econoom)
hoe gaan we om met die ineengezakte economie
- banken zijn failliet gegaan
- geld is onbeschikbaar geworden
▪ John Maynard Keynes - er is geen vraag meer omdat mensen geen geld hadden om dingen te kopen
"als het vast loop in de privé, dan is de overheid daar om iets aan te doen, zodat die vicieuze cirkel gebroken wordt"
▪ Afwijzen van neoklassieke macro-economie
= manier van de overheid om te zeggen: "we gaan die economie proberen een shock te geven"
▪ Great Depression & New Deal politiek (VS)
= wat er volgden na de crash op wallstreet

▪ Overheidsgeld als motor (anticyclisch budget)


▪ Belang van koopkracht: vraag-economie
ge moet de bevolking stimuleren, ge moet zorgen dat die geld in de zakken hebben
en de wil hebben om iets te kopen en zo gaat ge u economie stimuleren
▪ In jaren ‘70 uit de gratie geraakt (in VS)
= werkte dat niet meer

• Milton Friedman zette de neoklassieke


ook een econoom die het keynesiaanse model in vraag stelde
macro-economie weer op de troon
• Aanbodeconomie vs. vraageconomie
ge moet de bedrijven stimuleren om efficiënter te produceren, de focus moet
liggen op kerndisciplines, toegevoegde waardes en dat gaat u economie
▪ In Europa nog steeds aanwezig
verbeteren

33 Architectuur, Management, Markt en Economie


MARXISTISCHE SCHOOL (1854-1989)

▪ Karl Marx (Communistisch Manifest -1854)


▪ Ontstaan uit ontbering fabrieksarbeiders
▪ Totalitaire visie op samenleving
▪ Slechts arbeid heeft waarde, handel etc. niet
▪ Afschaffing privébezit, centraal geleide economie
▪ Vaagheid over postkapitalisme: snel twisten
▪ Humanitaire en ecologische catastrofe
▪ USSR, China, Cuba, Noord-Korea etc.
▪ Socialisme als ‘kapitalistische variant’

34 Architectuur, Management, Markt en Economie


VERBAND ECONOMIE EN (WESTERSE) GESCHIEDENIS
de periode waarin ze tot stand komen, andere omstandigheden geven andere inzichten/denkkaders over economie in zijn geheel

PERIODE KENMERKEND ECONOMISCH SYSTEEM


Ancien Régime
Mercantilisme
Renaissance Ontdekkingsreizen
Fysiocratie
Kolonies
Verlichting
Nieuwste tijd Franse Revolutie Klassieke school
Vroege industrialisatie
Tweede helft 18e eeuw Doorgedreven industrialisatie Neoklassieke school
Fin de siècle Extreme armoede arbeiders Marxistische school
Wereldoorlogen
Neoklassieke school
Grote Depressie
Eerste helft 20e eeuw Marxistische school
Monopolies (Trusts)
Keynesiaanse school
Sovjet-Unie (tot 1989)
Verzorgingsstaat
Neoklassieke school
Na-oorlogse wereld Democratische systemen
(Keynesiaanse school)
Globalisering

35 Architectuur, Management, Markt en Economie


NEOKLASSIEK NOG STEEDS MAINSTREAM?

Vrije markt
Privébezit (neo)klassieke
school sluit hier het
Democratische staten beste bij aan
Globalisering

“Colleges vertrekken vanuit


(neo)klassieke school,
zonder blind te zijn voor
haar tekortkomingen”

36 Architectuur, Management, Markt en Economie


DRUK OP NEOKLASSIEK SCHOOL

▪ Keyensiaanse en zelfs in zeer beperkte mate


marxisitische stromingen blijven sluimeren.
▪ Vele ‘lokale’ varianten
o EU: zgn. derde weg
o China: staatsgeleid met vrije zones
o Rusland: Crony Capitalism
▪ Grote nieuwe uitdagingen:
o Ongelijkheid
o Groeiend Autoritarisme
o Deglobalisering en multipolariteit
o Klimaatverandering

37 Architectuur, Management, Markt en Economie


DE ECONOMISCHE ORDE

38 Architectuur, Management, Markt en Economie


ECONOMISCHE ORDE

= centrale mechanisme van een


samenleving om het economisch
probleem op te lossen

3 ASPECTEN
allocatie = toewijzen
1. Allocatiemechanisme: hoe vinden mensen, middelen en goederen hun weg?
2. Eigendomsrechten: wie of wat bezit arbeid, kapitaal en goederen?
3. Centrale drijfveer: in wiens belang?

39 Architectuur, Management, Markt en Economie


1. Allocatiemechanisme
de meeste zaken zijn privaat maar ge hebt wel collectieve
basisvoorzieningen
GEMENGDE CENTRAAL GELEIDE
MARKTECONOMIE
ECONOMIE ECONOMIE

✓ Centrale overheid regelt


✓ Vrijwillige ruil via markt ✓ Combinatie marktallocatie en
gehele economie
(marktallocatie) overheidsingrijpen
✓ Vastgestelde prijzen
✓ Gedecentraliseerd privaat ✓ Marktprikkels (subsidies)
✓ Opgelegde jobs
initiatief ✓ Collectieve basisvoorzieningen
onderwijs, gezondheidszorg ✓ Consument afwezig
✓ Beloningsprincipe (V&A) ✓ Model voor westerse
✓ Bedrijfsleiding op basis van
✓ Concurrentie als motor democratieën
politiek

40 Architectuur, Management, Markt en Economie


Gemengde
economie
? ARG VS VK EU RUS CHINA N. KOREA
Zuivere Centraal geleide
markteconomie economie

Anarchisme/ Autocratie
Democratieën Dictatuur
Libertarisme (anocracy)

Link met politiek systeem


hoe meer je gaat naar een centraal geleide economie, hoe meer je gaat naar een
dictatuur
en naarmate je meer naar de zuivere markteconomie gaat, kom je uit bij het
libertarisme/anarchie (geen staat, geen centrale leiding, ieder individu is compleet
soeverein en kan zelf keuzes maken)

41 Architectuur, Management, Markt en Economie


Gemengde
economie
? ARG VS VK EU RUS CHINA N. KOREA
Zuivere Centraal geleide
markteconomie economie

Anarchisme/ Democratieën Autocratie Dictatuur


Libertarisme

Wat men vanuit ‘linkse’ hoek bedoelt


met ‘neoliberale’ economie

Verschilt van liberalisme: liberalisme is een centrumstroming (met voorkeur richting markteconomie)
Net zoals het socialisme (centrumstroming met voorkeur geleide economie) verschilt van communisme

42 Architectuur, Management, Markt en Economie


2. Eigendomsrecht

▪ KAPITALISME: privaat eigendomsrecht


o basis van vrije en democratische systemen
o Kritiek Marx: bezitters van kapitaal (bourgeoisie) buiten diegenen zonder (prolerariaat) uit
• Marx’ theorie bleek fout. Massale democratisering welvaart gedurende 20e eeuw
OF

▪ COMMUNISME: alles in bezit van het collectief (in praktijk: de staat)


o Collectivisme als variant: sommige coöperaties (of burgersamenwerkingen) kunnen bepaalde
zaken (zoals landbouwgrond en werktuigen) bezitten

43 Architectuur, Management, Markt en Economie


Privaat Eigendomsrecht = Fundamenteel ingrediënt voor een vrije democratie

Privaat bezit wapent een persoon tegen


toekomstige behoeften (voedsel, woning etc.)
Zonder privébezit is men in alles van de staat
afhankelijk, wat haar absolute macht geeft.

44 Architectuur, Management, Markt en Economie


3. Centrale drijfveer

▪ “LIBERALISME”: individuele ontwikkeling


o Individuele rechten staan centraal, niet de staat
OF
▪ “COLLECTIVISME”: vooruitgang van de staat
o De rechten van de staat staat centraal, die van het individu zijn ondergeschikt

45 Architectuur, Management, Markt en Economie


Waarom stortten communistische staten/economieën in?

1. Economie bleek fundamenteel onefficiënt te zijn


• Privaat initiatief werd uitgestampt en vervangen door partij-ideologie
• Centrale planning zat er te vaak naast met haar prognoses en basigegevens
2. Waren gestoeld op onoverzienbare menselijke tragedies
• Doctrinaire zuiverheid > uitroeien van intellectuelen
• Collectiveren landbouw > massale hongersnood (Holomodor)
• Goelags als slavenkampen om economie te stutten
3. Waren politiek instabiel
• Bevolking moest worden onderdrukt om hen in het gelid te houden
• Instellingen waren corrupt

46 Architectuur, Management, Markt en Economie


Black Book of Communism / The Gulag Archipelago

47 Architectuur, Management, Markt en Economie


Wereldwijde dominantie van de democratische vrije markt?

1. Is een combinatie van de efficiëntie van een vrije markt met overheidsingrijpen waar ze tekort schiet
• Privaat initiatief wordt aangemoedigd (iedereen denkt mee)
• Economische output staat in functie van werkelijke vraag
2. Draagt fundamenteel bij tot de welvaart en het welzijn van de mens
• Armoede brokkelt af in een snel tempo
• Levensverwachting stijgt elk jaar
• Analfabetisme verdwijnt razensnel
3. Relatief politiek stabiel
• Representatieve democratie
• Laat toe dat politiek mee-evolueert met maatschappelijke tendenzen

48 Architectuur, Management, Markt en Economie


WO1

VAL
WO2 USSR

49 Architectuur, Management, Markt en Economie


50 Architectuur, Management, Markt en Economie
51 Architectuur, Management, Markt en Economie
52 Architectuur, Management, Markt en Economie
53 Architectuur, Management, Markt en Economie
54 Architectuur, Management, Markt en Economie
55 Architectuur, Management, Markt en Economie
56 Architectuur, Management, Markt en Economie
57 Architectuur, Management, Markt en Economie
58 Architectuur, Management, Markt en Economie
Uitdagingen voor de vrije markt
1. Deglobalisering: groeiend isolationisme, vijandigheid en verminderen van samenwerking tussen
volkeren gaat ten koste van welvaart, gezondheid en internationale veiligheid

2. Ongelijkheid: ongelijkheid komt in elk systeem voor, maar huidige discrepantie begint het markt en
machtsevenwicht te verstoren (crony capitalism, gigantisme)

3. Klimaatverandering zal een fundamentele stresstest zijn voor de gehele samenleving. De vrije markt
moet ecologische kosten internaliseren (vb. uitstootrechten, bouwshift)

4. Artificiële intelligentie kan zorgen voor een enorme welvaartssprong, maar eveneens een enorme
sprong in ongelijkheid (vervanging laaggeschoolden)

59 Architectuur, Management, Markt en Economie


Democratie en gemengde economie
lijken het beste in staat te zijn duurzaam
om te gaan met mensen van vlees en bloed
sluit het beste aan bij wat economie is. Economie is een sociale wetenschap, het gaat over mensen, die zijn rationeel en irrationeel tegelijkertijd. En een gemengde economie
probeert dat rationalisme en irrationalisme te incorporeren in hoe dat ze een economisch vraagstuk benaderen

60 Architectuur, Management, Markt en Economie


College 1
DE GROTE LIJNEN
1. INLEIDING
2. BEGRIPPEN EN THEORIEËN
3. GRONDSLAGEN
DE HOMO ECONOMICUS
een economisch ingesteld mens
= methodologisch individualisme

een mens is rationeel maar niet zuiver rationeel

62 Architectuur, Management, Markt en Economie


“Methodologisch individualisme”

Vrije wil
Creatief
startpunt economische ‘wetenschap’ = het individu
Eigen behoeften/waarden
Interactie met anderen

Samenspel van individuen


Coördinatiemechanismen
(Sociale wetenschap) in het
Gedragswetenschappen
oplossen van het ‘economisch
Periodegebonden invloeden
probleem’: economie
Institutionalistische invloeden

63 Architectuur, Management, Markt en Economie


De ‘homo economicus’: de mens volgens de neoklassieken

1. Kan eigen preferenties bepalen


Drie belangrijke kenmerken 2. Rationeel (coherentie en consistent gedrag)
3. Eigenbelang (drijfveer)
coherent: wat hij vandaag kiest, kiest men morgen en overmorgen (kan langzaam veranderen)
consistent: de beslissingen die men neemt is min of meer compatibel (=verenigbaar) met elkaar (vb. wanneer
iemand ecologisch is, en die elke dag 10km rijd naar zijn werk, zal niet wekelijks een vliegvakantie boeken)
Behavioral economics
Nuttig als startpunt Als correctie op homo economicus
maar is zeker niet sluitend Vb. satisfying behavior
(nét voldoende rationaliteit nastreven)

64 Architectuur, Management, Markt en Economie


TRADE-OFFS &
OPTIMALISATIEPRINCIPE

65 Architectuur, Management, Markt en Economie


Trade-offs
Economische vraagstuk = schaarse middelen vs. behoeftes
het maximale halen uit wat je hebt

Middelen kunnen verdeeld worden over verschillende behoeften


Subsitueerbaarheid (=trade-off) van behoeften
Afwegen van opportuniteitskosten
Voorbeeld:
• Middelen: 24 euro Verschillende opties:
• Behoeften: • 6 pinten
o Pint (4 euro) • 3 pinten en 2 trappisten
o Trappist (6 euro) • 4 trappisten

66 Architectuur, Management, Markt en Economie


‘Productiemogelijkhedencurve’

Blauwe lijn: maximale mogelijkheden van budget (24 euro)


A: budget op overschot

Aantal pinten
B: quasi alles uitgeven aan pinten
C: quasi alles uitgeven aan trappisten
D: mix van trappisten en pinten
X: budget te weinig

Aantal trappisten 4

67 Architectuur, Management, Markt en Economie


Welvaartscurven (= indifferentiecurve)

Stellen gepercipieerde welvaart voor


Hoe verder weg van de oorsprong hoe groter de welvaart

Aantal pinten
B en C zijn minderwaardig (eentonig?)
D is ‘geoptimaliseerde’ drinkpret volgens welvaartscurve

Continue zoektocht naar optimalisatie.

Aantal trappisten

68 Architectuur, Management, Markt en Economie


Welvaartscurven

Waarom ziet een ‘welvaartscurve’ er zo uit?

Aantal pinten
Middelen zijn niet exclusief → pinten of trappisten

Naarmate je één product koopt wordt de wens


ernaar minder ‘dringend’ i.t.t. het alternatief

Je hebt steeds meer van het ene product nodig om


het wegvallen van het andere te compenseren.
Aantal trappisten

69 Architectuur, Management, Markt en Economie


Optimaliseringsprincipe

Productiemogelijkhedencurve
Voortdurend afwegen van ‘kosten en baten’
Indifferentiecurve

Wat ‘kost’ een bepaalde keuze mij?


Wat brengt een bepaalde keuze mij op?

= klein verschil
Marginale beslissing
Twee basisbeslissingen
Structurele beslissing

70 Architectuur, Management, Markt en Economie


Marginale beslissing

De mate waarbij het opdrijven van een handeling (Marginale kost)


bijdraagt het opdrijven van de baten van de handeling (Marginale baten)

Vb. een sketchupmodel vs. handschetsen


2 uur modelleren vervangt 2 uur schetsen MK < MB: activiteit opdrijven!
3 uur modelleren vervangt 4 uur schetsen MK (1 uur) < MB (2 uur)
MK = MB: optimaal
4 uur modelleren vervangt 5 uur schetsen MK (1 uur) = MB (1 uur)
6 uur modelleren vervangt 5 uur schetsen MK (2 uur) > MB (0 uur)

MK > MB: activiteit niet opdrijven!

71 Architectuur, Management, Markt en Economie


Structurele beslissing

De mate waarbij Totale kost zich verhoudt tot het Totale baten

Vb. een sketchupmodel vs. handschetsen De activiteit is neutraal


2 uur modelleren vervangt 2 uur schetsen Totale kost = Totale baten
3 uur modelleren vervangt 4 uur schetsen Totale kost < Totale baten De activiteit is

4 uur modelleren vervangt 5 uur schetsen Totale kost < Totale baten Structureel verantwoord

6 uur modelleren vervangt 5 uur schetsen Totale kost > Totale baten De activiteit is structureel
onverantwoord

72 Architectuur, Management, Markt en Economie


Optimalisatie

1. Handelingen opdrijven zolang MK < MB Snijpunt (TK=TB): niet


2. Waarbij TK < TB langer interessant

Snijpunt (MK=MB): optimum

73 Architectuur, Management, Markt en Economie


MARKT ALS
COÖRDINATIEMECHANISME

74 Architectuur, Management, Markt en Economie


The ‘invisible hand’ van Adam Smith

• Aanbodcurve: hoe hoger de prijs van een product hoe meer mensen bereid zijn te verkopen
• Vraagcurve: hoe lager de prijs van een product hoe meer mensen bereid zijn te kopen

Aanbodcurve vraagcurve
Prijs

Prijs
6 6

5 5

4 4

3 3

2 2

1 1

0 0
1 2 3 4 5 1 2 3 4 5

Aanbod Hoeveelheid Vraag Hoeveelheid

75 Architectuur, Management, Markt en Economie


Vraag en aanbod ontmoeten elkaar op de ‘markt’

• Voorbeeld: prijs van Duvel in een café Marktprijs Duvel

Prijs
6
• Er vormt zich een evenwicht waarbij
5
o De prijs (P) 3 bedraagt
4
o De verkochte hoeveelheid (Q) 3 is
P 3

2
Er vormt zich een
1
Prijsevenwicht
0
(of evenwichtsprijs) 1 2 3 4 5

Q Hoeveelheid
Vraag Aanbod

76 Architectuur, Management, Markt en Economie


Vraag en aanbod ontmoeten elkaar op de ‘markt’

Marktprijs Duvel

Prijs
• Vb. Tournée Minérale
6
• Minder vraag naar Duvel
5
• Vraagcurve schuift naar links
4
• Er vormt zich een evenwicht waarbij
3
o De prijs (P) 2,5 bedraagt P
2
o De verkochte hoeveelheid (Q) 2,5 is
1

0
1 2 3 4 5
Q Hoeveelheid
Vraag Vraag (oud) Aanbod

77 Architectuur, Management, Markt en Economie


Vraag en aanbod ontmoeten elkaar op de ‘markt’

Marktprijs Duvel

Prijs
• Vb. Hop wordt duurder en cafés kunnen 7

niet anders dan prijs te verhogen 6

• Aanbodcurve schuift hoger (hogere prijs) 5

4
• Er is een nieuw evenwicht waarbij
P 3
o De prijs (P) 3 bedraagt
2
o De verkochte hoeveelheid (Q) 2 is
1

0
1 2 3 4 5
Q Hoeveelheid
Vraag Vraag (oud) Aanbod Aanbod (oud)

78 Architectuur, Management, Markt en Economie


Conclusie: organische afstemming belangen

• Prijzen zijn relatief (niet vast) en


weerspiegelen ’schaarste’
Vraag naar duvel

Prijs
• Omgevingsfactoren kunnen prijsvorming
4,5
dynamisch maken 4
3,5
• Beperkingen van model:
3
o Veronderstelt dat iedereen over P 2,5
2
dezelfde informatie beschikt
1,5
o Zowel vraag als aanbod worden soms 1

gemanipuleerd (vb. kartelvorming) 0,5


0
o Enkel toepasbaar wanneer er kan 1 2 3 4
Q Hoeveelheid
worden ‘onderhandeld’
Vraag Aanbod

79 Architectuur, Management, Markt en Economie

You might also like