Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

||

Concepten & key words || per deel van Televisiestudies || CoPyRiGhT @ DroPbOx || Edit BY Asefeh ||

Deel I Televisiestudies in theorie


Concepten: hegemonie, interpellatie, governmentality Key words: (televisie(studies), programmering, flow, vertoog, ideologie, representatie, subjectiviteit, encoding-decoding, plezier en macht Hegemonie Maakt klassenideologie acceptabel, door haar voor te stellen als een natuurlijke orde. Hegemonie naturaliseert klassentegenstellingen, en gaat zo onproblematisch deel uitmaken val alledaagse kennis. Hegemonie biedt de onderklasse een klein deel inspraak, de onderklasse voelt zich zo gehoord en begint geen revolutie. De onderklasse/bovenklasse structuur wordt ze op een geweldloze manier behouden. ( Anthonio Gramsci, 1971 ) Interpellatie Op het moment dat je wordt aangesproken, herken je jezelf in de ideologie, en voel je je tegelijkertijd erkend. Zo worden we aangesproken als subjecten: onderworpen aan een denksysteem, maar tegelijk het onderwerp van dat systeem. Eenmaal binnen de ideologie (ook wel symbolische orde) kunnen we ons niet meer voorstellen dat we ooit geen subject zijn geweest of zouden kunnen zijn. Zo kan interpellatie ons aanspreken als tv-kijker op een deel van onze identiteit, onze etnische afkomst, huidskleur, leeftijd, sekse, ect. (Louis Althusser) Governmentality Is een combinatie van de woorden government en mentality. Het bepaalt hoe we ons moeten gedragen, het is een toegepaste vorm van hegemonie (heerschappij). Het zorgt ervoor dat wij de dominante ideologie normaal vinden en het normaal vinden dat het ons bestuurd. Dit kan de staat zijn, maar ook veel kleinere organisaties als bijvoorbeeld de Bond Tegen het Vloeken. Over hoe we denken over hoe we worden bestuurd. Hoe we denken staat dan voor een collectieve activiteit, over kennis, opvattingen en normen en waarden waar we ons middenin bevinden. (Mitchell Dean) Flow Televisie presenteert zich aan de kijker als een stroom van beelden die soms wel en soms helemaal niet met elkaar te maken hebben. Televisie is niet in te delen in afgebakende programmas, maar bestaat meer uit aaneengesloten fragmenten waar je soms het begin en eind van programmas door elkaar heen bekijkt. (Raymond Williams, 1975) Vertoog - Discourse (Foucault) - Alles wat wordt gezegd en geschreven kan worden over een bepaald onderwerp. (Hermes en Reesink) - Een vertoog is een manier van spreken en denken over een bepaald onderwerp op een bepaald moment in de geschiedenis, die verschijnt in teksten en de samenleving. (Desi tv BAAS ) >> Vertoog is een kleiner onderdeel van een ideologie. Ideologie Idee over hoe de wereld eruit ziet of eruit zou moeten zien. Oftewel; Een samenhangend systeem van ideen waarmee (elementen van) cultuur en samenleving kunnen worden begrepen (denkbeelden). Voorbeelden van ideologie: kapitalisme, feminisme, patriarchaat, pro-Westerse ideologie, socialisme, nazisme, etc. Representatie De manier waarop betekenis wordt gegeven aan dingen die worden afgebeeld : New view > Is er wel n gebeurtenis met n betekenis waartegen je je kan afvragen of de weergave wel klopt? NEE! Altijd afhankelijk van interpretatie! Er is nooit n fixed meaning! Vormen van representatie veranderen en daarom veranderen ook betekenissen van events. Old view gaat er vanuit dat realiteit altijd maar n betekenis is. New view gaat er vanuit dat realiteit altijd meerdere views heeft.

|| Concepten & key words || per deel van Televisiestudies || CoPyRiGhT @ DroPbOx || Edit BY Asefeh ||

Deel II Televisiestudies in context


Concepten: production mentalities, televisuality, savvy viewer Key words: productie, above- en below-the-line, institutional settings, productiepraktijken, receptie, Kijkwijzer, politieke economie, mediawijsheid Production Mentalities Hierbij kijken we naar waarden en opvattingen van hen die werken in het productieproces, als mede naar de creatieve, vaktechnische, professionele en commercile doelen die zij voor ogen hebben. In tegenstelling tot de production practices gaat het hier dus niet zozeer om hoe de makers hun werk doen, maar vooral over hoe zijn praten over en betekenis geven aan wat zij doen. Het produceren van televisie is in bepaalde mate een ideologisch proces, ook al zeggen programmamakers liever dat ze gewoon hun werk doen. Savvy Viewer Een savvy kijker kijkt neer op de naeve kijker. Savvy viewers weten dat alle televisie alleen maar draait om kijkcijfers en laten zich niet vangen door het spektakel. Ze voelen zich insiders die het mediawereldje prima doorhebben ondanks de pogingen om dit af te schermen tegen publiek. Productie John Corner 4 niveaus van productieonderzoek: 1. Historical context het niveau van politiek, economie, sociale context 2. Institutional settings het niveau van de mediasector, het bedrijf, de organisatie 3. Production mentalities het niveau van de denkwijzen van producenten en makers 4. Production practices het niveau van de werkvloer, praktijken, strategien Above- en below-the-line Above = mensen die je ziet in beeld (bijvoorbeeld presentatoren, gasten, band, etc.) Below = Technici, visagie, etc. (iedereen die achter de schermen aan het werk is) >> Beiden hebben invloed op het vertoog van het programma! Institutional settings

Gaat om de institutionele en organisatorische omgeving van tv-productie, waaronder zaken als financiering, werkgelegenheid en planning vallen. Elke maker heeft direct/indirect te maken met een organisatie, beroepsgroep, team, programmering, adverteerders en publiek. De relatie met en tussen al deze partijen is georganiseerd in het onderdeel van de institutionele settings.
Kijkwijzer 1999: In NL oprichting instituut tegen kwalijke invloed van mediagebruik. Het NICAM (NL instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media). NICAM: Heeft als belangrijkste taak het ontwikkelen en beheren van de kijkwijzer, die ouders waarschuwt welke films/programmas schadelijk kunnen zijn voor kinderen van bepaalde leeftijd Politieke economie Binnen tv-studies had het succes van publiekstudies ertoe geleid dat productie een onder bestudeerd veld was. Best raar want Halls encoding/decoding model verwees expliciet naar productie. Hiervoor zijn verschillende redenen benoembaar, een hiervan was dat het conflict met politieke economie had geleid tot een taakverdeling, waarbij cultural studies zich bezighielden met tekst en receptie, maar niet met productie.

|| Concepten & key words || per deel van Televisiestudies || CoPyRiGhT @ DroPbOx || Edit BY Asefeh ||

Deel III Televisiestudies in praktijk


Key words: (gender) identiteit, (cultureel) burgerschap, tv-genres, feminisme, consumentisme, nationalisme, media events, imagined community Cultureel burgerschap Het is belangrijk dat we collectieve identiteiten delen. Deze saamhorigheid, verbonden voelen met elkaar = Cultureel burgerschap. John Hartley begint in 1999 de discussie cultureel burgerschap met democratainment. Tv is een transmoderne leraar, het biedt ons de lering in de vorm van vermaak, onwillekeurig zonder sprake van hirarchische ordening. Burgerschap vroeger gemeenschap vormen rond gemeenschappelijk taal, wetten en gebruiken. Nu Tv trekt zich niets aan van regionale of nationale grenzen. Media events Tv zendt een gebeurtenis uit die, hoe groot de rol van de tv daarbij ook is, niet door het medium zelf is georganiseerd en waarvan de betekenis cultureel is verankerd. De tv tracht vooral de geest van het evenement over te brengen. Het is kenmerkend voor media events dat zij lang van tevoren worden aangekondigd en dat ze de gebruikelijke structuur van het programmaschema doorbreken. Terwijl bij andere media events zoals staatbegrafenissen en kroningen een vlekkeloze volgens de planning lopende voortgang en afloop van het grootste belang is, kenmerkt de tv-sport zich door de mogelijkheid dat de georganiseerde gebeurtenis een onverwacht verloop kent. Dit ontbreken van vaststaande afloop legt nadruk op live-karakter van tv. Combinatie van bijzonder gebeurtenis met bijvoorbeeld een verrassende, sensationele gebeurtenis geeft aanleiding tot grote gemeenschappelijke aandacht en bied uitgangspunt voor discussies. Daarbovenop hebben media events een mondiale uitstraling. Daarbij blijft het nationale perspectief in het algemeen echter dominant. Imagined community Een gemeenschap dat desondanks ze het onderling elkaar niet feitelijk kent, een gezamenlijke voorstelling heeft van bepaalde tradities, eigenschappen en emoties. Dit creert op zijn beurt een gevoel van samenhorigheid, waarin ze zich in een imagined gemeenschap wanen.

Deel IV Televisiestudies in de wereld


Concepten: Oprahification, hybridisering, vloeibare journalistiek Key words: (nationale) identiteit, globalisering (mondialisering), Amerikanisering, hybridisering, cultuurimperialisme, script vs. format, netwerkmaatschappij Oprahification Oprahification is afgeleid van Oprah Winfrey. Deze beroemde talkshowhost deed iets wat nooit eerder op televisie gebeurde: ze bood lijden, verdriet etc. aan het grote publiek als vorm van therapie. Iedereen wist ineens van problemen van zowel bekende mensen als het gewone volk. Oorspronkelijk werd de term alleen gebruikt voor het sensationalisme van de Amerikaanse televisie, later werd het dus ook gezien als de echte politiek te vertalen in de alledaagse ervaring van politiek. Voordeel is dat meerdere dingen bespreekbaar worden (als homoseksualiteit, minderheden etc.). Nadeel is de oversimplificatie, trivialisering en sensationalisme. Hybridisering Dit proces vindt plaats wanneer er verschillende (culturele) stromen samenkomen en iets nieuws vormen. Een voorwaarde hiervoor is dat er overeenkomsten en verschillen moeten zijn tussen deze stromingen.

|| Concepten & key words || per deel van Televisiestudies || CoPyRiGhT @ DroPbOx || Edit BY Asefeh ||

Vloeibare journalistiek Vermenging van professionele journalisten en amateur (burger) journalisten. Grenzen vervagen. Vroeger had je maar n nieuwsbron of maximaal 2 3, tegenwoordig haalt iedereen werkelijk overal nieuws vandaan. De toegang tot meerdere nieuwsbronnen vanuit burgerjournalistiek en professionele journalisten noem je vloeibare journalistiek.

Deel V Televisiestudies in de tijd


Concepten: commercialisering, multimediaformat, interactiviteit Key words: verzuiling (vs. ontzuiling), (omroep)politiek, convergentie, digitalisering, sponsoring, scripted vs. non-scripted (reality-tv) Commercialisering Commercialisering is een heel actuele term, wat slaat op de media die puur winst georinteerd is. Omdat er erg veel bezuinigt gaat worden moeten veel omroepen en zenders gaan samenwerken of zelfs fuseren. Op die manier moet ook de publieke zender, die niet zo van het commercile zijn, gaan overwegen om wel dergelijke maatregelen te gaan nemen omdat er toch geld binnen moet komen via een andere weg dan de overheid. Voor commercile zenders gaat de digitale televisie steeds belangrijker worden in de toekomst. Multimediaformat Meerdere media in n programma, bijv. een app op mobiel, stemmen per telefoon (publieke n commercile omroepen) Mediaconvergentie Het steeds meer samengaan en door elkaar heen lopen van allerlei vooral elektronische media. Een andere ontwikkeling die nauw met digitalisering, convergentie en commercialisering samenhangt is de internationalisering van de tv-wereld. De grote tv-networks waren decennia lang dominant in de tvwereld, maar de laatste tijd leveren ze steeds meer marktaandeel in ten op zichte van de kleinere aanbieders. High concept tv Tv dat zich kenmerkt door hoge research & development-kosten met het oog op het generen van ng hogere winsten. High concept tv brengt ons op een andere ontwikkeling die met de digitalisering samenhangt maar toch ook weer eigen kenmerken vertoont, te weten mediaconvergentie. Sponsoring > Product placement De naam en het product worden genoemd of komt expliciet in beeld. Zo wordt de inhoud van het tvaanbod, vaak zonder dat de kijker er duidelijk bij wordt verteld, steeds meer bepaald door de wetten van de commercie, en is er voor de makers ervan steeds minder ruimte om op inhoudelijke gronden keuzes te maken om er een zo mooi of goed mogelijk eindproduct van te maken. Scripted vs. non-scripted (reality-tv) Tv-producenten hebben indirect invloed op de tv-industrie in het algemeen en het aanbod zoals we dat in veel landen op het scherm zien. Bij tv-formats gaat het in veel gevallen om wat internationaal bekend staat als non-scripted television. Goedkoper, sneller, ect..

You might also like