Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

De stelling van Johnson

Instapprobleem ( 5 min.) Een zender heeft een zend bereik R. R is de maximale aftand waarbij de elektromagnetische straling van de zender nog meet baar is. Op drie willekeurige vaste punten A, B en C worden gelijke ontvangers geplaatst. De zender wordt op een punt H geplaatst zodanig dat A, B en C bereikbaar zijn en R minimaal is? De zender in punt H wordt vervangen door een ontvanger. Er worden drie zenders geplaats zodanig dat ieder zender ( met gelijk bereik R) drie ontvangers kan bereiken.

Bewijs m.b.v inversie. Definitie van inversie: Gegeven is een vast punt O en een getal ( k0) . We trekken uit O een halve rechte en kiezen daarop het punt P (zie figuur 1).We bepalen nu het punt P op deze rechte zo, dat OP. OP = k2. O heet het centrum en m heet de macht van de inversie. We spreken van de inversie (O, k). Het getal |k| stellen we vaak voor door k2.

Figuur 1. Opdracht 1: Bewijs dat het beeld van een rechte lijn (m) die de cirkel van de inversie raakt in een punt P een cirkel is met [OP] als diameter. Opdracht 2: Gegeven een driehoek ABC met de ingeschreven cirkel . Lijn (AC) raakt de cirkel in punt H. . Lijn (AB) raakt de cirkel in punt S . Lijn (BC) raakt de cirkel in punt I. teken de beelden van de raaklijnen ( AB),(BC) en (AC). a- Laat zien dat de drie cirkels( de beelden). Even groot zijn en dat middelpunten M1, M2M3 de cirkels op een cirkel liggen die even groot als de drie cirkels. b- Laat zien dat de driehoek M1 M2M3 en driehoek SHI gelijkvormig en zijn( met verhouding 1:2)

Opdracht 1: Gegeven een cirkel C(O,[OA] .Llijn (l ) raakt de cirkel in het punt A. bewijs dat het beeld van de lijn (l) door inversie (O, *OA+2 ) een cirkel is waarvan de diameter [OA] is.

(O, *OA+2 ) is de invers Ie afbeelding met centrum O en macht [OA]2 , A () A (A)=A , (OA)(l)

Laat punt N (l) N A HA(N)= N. S(OA)(N)=N S(OA)( )= . S(OA)([ON])=[ON]. (N)=N1


[ ]

(N)=N1 S(OA)( (N))= (S(OA)( (N)) ), M1 is het midden van [OA].

(l) =C(M1,

Opdracht 2: Gegeven een cirkel C(O,[OH]) , lijn (l ) raakt de cirkel in het punt H. bewijs dat het beeld van de lijn (l) door inversie (O, *OH+2 ) een cirkel is waarvan de diameter [OH] is. lijn (m ) raakt de cirkel in het punt S. bewijs dat het beeld van de lijn (m) door inversie (O, *OH+2 ) een cirkel is waarvan de diameter [OS] is. lijn (n ) raakt de cirkel in het punt I. bewijs dat het beeld van de lijn (n) door inversie (O, *OH+2 ) een cirkel is waarvan de diameter [OI] is.

Uitwerking opdracht 2:

(AB) =C1(M1, (AC) =C2(M2, (BC) =C3(M3,

), M1 is het midden van [OS].


]

), M2 is het midden van [OH].

), M2 is het midden van [OI].

C1 C2 C3 ={O}. [OS]=[OH]=[OI]=R C1(M1, ) ,C2(M2,


[ ]

, en C3(M3, ) zijn even groot.

M1 is het midden van C1(M1, ) O C1(M1, ) OM1 = M2 is het midden van C2(M2, ) O C2(M1, ) OM2 = M3 is het midden van C3(M3, ) O C3(M3, ) OM3 = De cirkel C4 door M1,M2 en M3 met middelpunt O is even groot als C1, C2 en C3.

C1 C2 ={O,J}. C1 C3 ={O,K}. C2 C3 ={O,L}.

Toepassing:

http://www.ncgia.ucsb.edu/globalgrids-book/song-kimmerling-sahr/
De cirkel van Jhonson en de bolmeetkunde. De cirkel van Jhomson geldt ook in de bolmeetkunde. De stelling luidt dan als volgt:

C op een bol bestaan er drie kleine cirkels C1 , C2 en C3 die gelijke zijn aan die cirkel die door het noorden van de bol gaan.De cirkel C gaat door het noorden van de cirkel C1,C2 en C3.
Voor iedere kleine cirkel

C1,C2 en C3. Tegenover het noorden van de bol liggen ook op een kleine cirkel C4 evenwijdig aan C.
De punten op de diameters van de Opdracht 3: Bereken de straal van de Grote kleine cirkel als de straal van de kleine cirkel r is en de straal van Bol

R is.
Figuur 2.

[BB1] is de diameter van de cirkel C. [NC1] is de diameter van de cirkel C1. [CC1] is de diameter van de cirkel C4.

Literaturen:

http://www.pandd.demon.nl/omincirkel.htm

You might also like