Praktische Opdracht Maatschappijleer havo 4

Parlementaire Democratie
Dit PO telt voor 20% mee voor je SE

Naam:

Inleiding De opdracht voor maatschappijleer die momenteel voor je ligt, is er op gericht om jouw keuze voor een politieke partij zo bewust mogelijk te maken. Daarom ga je samen en alleen in de komende lessen informatie zoeken, ordenen, beoordelen en presenteren over de politiek in Nederland. Je wordt beoordeeld op de volgende zaken: y y y y y y y Het geven van een presentatie over een politieke partij (groep) 20% Het beoordelen van politieke partijen op basis van hun standpunten (individueel) 15% Het schrijven van een mening over standpunten (individueel) 15% De betrokkenheid tijdens de lessen (individueel) 15% Het beantwoorden van schriftelijke vragen in deze praktische opdracht en het invullen van de begrippenlijst (individueel) 20% Het bijhouden van een krantendossier (groep) 10% Het maken van een werkplan wie wat wanneer aan de presentatie doet 5%

Bij het maken van je opdrachten gebruik je in ieder geval de volgende bronnen: y y y y y Tekstboek maatschappijleer De websites van de diverse politieke partijen Kranten Internetbronnen Je gezonde verstand

Een goede mening bestaat uit drie componenten: 1. Berust op feiten 2. Argumenten 3. Bekijken van verschillende kanten

Tweede Kamer Momenteel zijn er in Nederland 10 partijen die zitting hebben in de Tweede Kamer. Schrijf de namen van deze partijen op. Hieronder vind je een zetelverdeling van de Tweede Kamer in 2008, elk lid van de Tweede Kamer heeft zijn eigen plek. Maak voor de huidige bezetting van de Tweede Kamer ook een zetelverdeling, zoals je in het voorbeeld ziet. Geef duidelijk in een legenda weer op welke plek welke partij zit en benoem van elke partij de fractievoorzitter en geef daar ook de plek van weer.

Politieke personen Hieronder vind je foto s van personen uit de huidige politiek. Geef per foto aan, wie het is, van welke partij hij of zij is, welke politieke functie hij of zij vervult en door welke staatssecretarissen hij of zij gesteund worden. Mark Rutte, VVD minister-president minister van Algemene Zaken politiek leider van VVD

Maxime Verhagen, CDA Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vice-premier gesteund door Henk Bleker, CDA

Uri Rosenthal, VVD Minister van Buitenlandse Zaken gesteund door Ben Knapen, CDA

Piet Hein Donner, CDA Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ivo Opstelten, VVD Minister van Veiligheid en Justitie gesteund door Fred Teeven, VVD

Hans Hillen, CDA Minister van Defensie

Melanie Schultz van Haegen, VVD Minister van Infrastructuur en Milieu gesteund door Joop Astma, CDA

Edith Schippers, VVD Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesteund door Marlies Veldhuijzen van Zanten, CDA

Henk Kamp, VVD Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesteund door Paul de Krom, VVD

Marja van Bijsterveldt, CDA Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gesteund door Halbe Zijlstra, VVD

Jan Kees de Jager, CDA Minister van Financien gesteund door Frans Weekers, VVD

Gerd Leers, CDA Minister voor Immigratie en Asiel

Gerdi Verbeet, PvdA Voorzitter Tweede Kamer

Beatrix Wilhelmina Armgard Koningin der Nederlanden

Presentatie van partij Samen met twee klasgenoten geef je een presentatie over een politieke partij. Tijdens die presentatie ga je in op alle van de volgende onderwerpen en het standpunt dat jouw partij hierover inneemt. Lukt het je niet om namens jouw partij iets te vinden over deze onderwerpen, ga dan voor overleg langs bij jouw docent. De onderwerpen die minimaal aan bod komen zijn: 1. Vrede & veiligheid 2. Immigratie & integratie 3. Zorg & welzijn 4. Milieu & duurzaamheid 5. Drugsbeleid 6. Onderwijs 7. Europa 8. Werk & inkomen 9. En een onderwerp naar keuze! Ga bij jullie presentatie ook in op de volgende aspecten: Wanneer is de partij opgericht en hoe is de partij tot stand gekomen? Waar komt de achterban vandaan? Politieke bewustwording Jouw klasgenoten presenteren ook een politieke partij. Gebruik bijlage 1 om bij elke presentatie aan te geven of jij je aan kunt sluiten bij de standpunten van die partij. Mening vormen Jij achterhaalt van jouw partij welk standpunt zij innemen over twee actuele onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het rookverbod in de horeca, missie naar Kunduz, verscherpte exameneisen, redding van Griekenland en beargumenteert voor beide waarom jij het daar wel of niet mee eens bent. Conclusie Je hebt van 10 partijen standpunten over verschillende onderwerpen vergeleken. Leg uit op welke partij je momenteel zou stemmen. Beargumenteer je keuze door in te gaan op die onderwerpen die voor jou het belangrijkst zijn en de standpunten die jij daar over inneemt.

Begrippenlijst (geef de definities van de begrippen)

Ideologie Onder ideologie verstaan we het geheel van ideen over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de samenleving. De Tweede Kamer vormt samen met de Eerste Kamer de StatenGeneraal van het Kononkrijk der Nederlanden. De oppositie wordt gevormd door alle politieke partijen die tegen de uitvoerende macht zijn. Die partijen worden oppositiepartijen genoemd Een politieke ideologie met als uitgangspunt de vrijheid en het individu. Het recht om een wetsvoorstel te doen De bevolking kiest vertegenwoordigers die vervolgens het bestuur uitvoeren. Samen met de Tweede kamer vormt de Eerste kamer de StatenGeneraal. Ze hebben een controlerende taak. Iemand die de mogelijkheden bestudeert tijdens de kabinetsformatie. Scheiding der machten binnen een staat. Wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht. Het recht om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen. Het recht van een individu om bij verkiezingen te stemmen op een partij naar zijn of haar voorkeur. Een maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Een overeenkomst tussen 2 of meer politieke partijen in de tweede kamer die een coalitieregering vormen. Kabinet dat ontslagnemend is. Een belangrijke woordvoeder van de EU, controleert het gemeenschapsrecht en de EC dient wetsvoorstelling in bij het EP en de RvEU Een fractie uit de regering. Het recht om een wetsvoorstel te doen. Het recht om een wet te wijzigen. (verbeteren?) Alle ministers van de regering met hun staatssecretarissen. De eerste kamer.

Tweede Kamer

Oppositiepartij

Liberalisme Recht van initiatief Indirecte democratie

Eerste Kamer

Informateur Trias Politica

Passief kiesrecht Actief kiesrecht

Socialisme

Regeerakkoord

Demissionair kabinet Europese Commissie

Regeringsfractie Recht van initiatief Recht van amendement Kabinet Senaat

Commissaris van de Koningin

Voorzitter van Gedeputeerde Staten en de Provincionale staten van een provincie. Het dagelijks bestuur van een provincie. De leden heten gedeputeerde. Het dagelijks bestuur van een gemeente. Bestaande uit wethouders en de burgemeester. Een kiezer die niet verbonden is met een politeke partij of politicus of bereid is op een andere partij te stemmen. Ze kunnen een verkiezing onvoorspelbaar maken.

Gedeputeerden Staten College van B&W

Zwevende kiezer