Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

2.1 Bij aardrijkskunde gebruiken we drie manieren om de ontwikkeling van een land te meten: 1.

De meest gebruikte maat is het Bruto Nationaal Product per hoof(BNP/hoofd) van de bevolking. Dat is alles wat in een jaar in een land verdient wordt gedeeld door het aantal inwoners 2. Naast het BNP/hoofd is ook de verdeling van de beroepsbevolking een aanwijzing voor de welvaart in een land. De beroepsbevolking zijn alle mensen die tegen betaling werken plus de werklozen. Werk verdeel je in drie sectoren: landbouw en visserij, industrie, beroepen in de dienst sector. 3. De hoogte van het BNP/hoofd en de verdeling van de beroepsbevolking zegt wel iets van de welvaart van een land. Welzijn= de manier waarop mensen leven. Welzijn meet je door te kijken naar: Hoe oude mensen gemiddeld worden. Wat de koopkracht is (wat je in jouw land voor een dollar kunt kopen) Hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven

Centrumlanden= dit zijn de meest ontwikkelde landen zoals: Singapore, VS, Nederland Productiviteit= dat wil zeggen dat de waarde van de productie per persoon hoog is Semi-periferie= dit zijn de landen zoals Zuid-Korea die al een eind op weg zijn in hun ontwikkeling. Landbouw is minder belangrijk. Industrie is goed ontwikkeld. Dienstsector is snel in betekenis toe. Periferie: die wordt gevormd door een grote groep arme landen die nog sterk agrarisch zijn. Zij hebben een laag inkomen ze spelen een kleine rol in de wereldhandel Ontwikkelingslanden: landen die niet behoren tot de rijke gendustrialiseerde landen. 2.1 Soortengoederen: Grondstoffen, dit zijn nog niet bewerkte goederen. Halffabrikaten, bewerkte grondstoffen. Eindproducten, die zijn af en kunnen worden verkocht.

Bij handel en transport van goederen over de wereld zijn vier zaken belangrijk: 1. Verdeling van de grondstoffen over de wereld. 2. Nabijheid, Nederland veel meer handel met Duitsland dan met Itali. 3. Bereikbaarheid, door iets te bouwen kan het meer handel en transport geven. 4. Ontwikkelingsniveau, de grootste goederenstromen over de wereld lopen tussen de centrumlanden.

Infrastructuur: zijn alle voorzieningen die nodig zijn om verkeer mogelijk te maken bijv. wegen, spoorlijnen, kanalen, pijpleidingen, kabels en digitale verbindingen voor data verkeer. Hoogwaardige producten: dat het veel waard is per stuk 2.3

Globalisering: proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden worden. Van globalisering zijn twee dingen belangrijk: multinationale ondernemingen en kortere afstanden. Multinationale Ondernemingen (MNO): grote bedrijven die in verschillende landen kantoren en fabrieken hebben. Communicatiemiddelen: apparaat waarmee je snel informatie uit kunt wisselen met de rest van de wereld. Doordat het transport(het vervoer met vrachtwagens, treinen, schepen en vliegtuigen) hebben ook de landen die veel uit me kaar liggen globalisering. Regionale ongelijkheid: grote ongewenste verschillen in ontwikkelingsgraat binnen n land.

You might also like