Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 18

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

1.

LOGO

Met deze kleine inleiding wil ik jullie logo voorstellen en aantonen hoe eenvoudig het is een schakeling in logo in te voeren. Om de start niet moeilijk te maken, toon ik het kleinste type. Natuurlijk gelden deze regels ook voor alle andere types.

1.1 LOGO 230RC a) Kennismaking met logo.

Helemaal bovenaan zie je de aansluitingen L1 en N voor de stroomvoorziening en de klemmen voor de ingangen van logo. De ingangen zijn van I1 tot I6 benoemd. Daaronder zie je de schacht voor de programmamodule (Card) of voor de PC-kabel. De schacht dien je trouwens steeds af te sluiten, zodat er geen vuil naar binnen kan of dat er iemand zijn vinger of een ander voorwerp in de schacht brengt. Onder de schacht bevinden zich de toetsen van logo: je herkent de 4 grijze, driehoekige cursortoetsen met daaronder de toetsen ESC en OK. Langs de toetsen bevindt zich het display. Momenteel staat daar nog NO PROGRAM te lezen, omdat er nog geen schakeling in logo is geprogrammeerd. Helemaal onderaan zie je de klemmen voor de uitgangen van logo.

- 1 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

b)

Toetsen van logo.

De vier grijze , driehoekige toetsen noemen we cursortoetsen. Met de cursostoetsen beweegt je de cursor in het display van logo of blader je in het menu van logo De OK toets Met de OK-toets voer je een selectie uit of open je een menu of bevestig je een vraag van logo. De ESC - toets Met de ESC toets verwerp je een keuze of spring je een menu terug of ga je bij het invoeren een stap achteruit of verlaat je het programmeren van een schakeling.

c) Display in RUN.
Op het display van logo zie je in RUN: de toestand van de ingangen de tijd, voor zover het een variante van logo is met een klok de toestand van de uitgangsrelais de aanwijzing dat logo zich in RUN bevindt.

- 2 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

Toestand van de ingangen Als eerste regel op het display zie je I:1 2 3 4 5 6. I wil zeggen input. Zolang er geen spanning aan een ingang is, bevindt de ingang zich in de toestand 0. Zodra er spanning aan de ingang is, bevindt de ingang zich in de toestand 1.

De tijd In de tweede regel zie je ofwel de ingestelde tijd, bij de varianten van logo met een ingebouwde klok of er is een blanco regel, als er geen klok aanwezig is. De uitgangen In de vierde en laatste regel ziet je Q: 1 2 3 4 . Q staat voor OUTPUT. Om te voorkomen dat O met 0 wordt verwisseld, is de letter Q gekozen om een uitgang aan te wijzen. Zolang het uitgangsrelais geopend is, is het in de toestand 0. Als het uitgangsrelais gesloten is, dan is het in de toestand 1. De toestand RUN RUN wil zeggen dat logo de toestand van de uitgangen bepaalt aan de hand van de toestand van de ingangen en het programma dat werd ingegeven en schakelt het relais in of uit. Kortom: logo werkt precies zoals je het ook bij een bedrading zou hebben verwacht. Andere varianten In de LOGO!L-varianten is de indicatie aan het groter aantal in- en uitgangen aangepast. Daar ontbreekt de weergave van het woord RUN. Door eenvoudig op de cursorpijl naar onderen te drukken, krijgt u bij de LOGO!LB11-varianten een overzicht van de in- en uitgangen aan de Asi-bus.

d)

Algemeen technische gegevens


Logo bezit aansluitklemmen voor de stroomvoorziening, voor de ingangen en voor de uitgangsrelais. Alle LOGO!230 -varianten zijn geschikt voor de netspanning 115V, 120V, 230V en 240V en voor netfrequenties van 47 Hz tot en met 63 Hz. De ingangen sluit je op dezelfde fase aan van de stroomvoorziening. Dat is van
- 3 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

belang, omdat er anders in de logo te grote spanningsverschillen zouden optreden, die de logo kunnen beschadigen. Bij alle LOGO L-varianten sluit u de ingangen van de betreffende groepen van 4, I1I4, I5I8 en I9I12 aan op een fase aan. Bv. op L3. De uitgangsrelais kan je met maximum van 8A resistief belasten. Bij een inductieve belasting mag er maximaal 2A geschakeld worden.

e) Programma invoeren en opslaan


Als je een schakeling wil invoeren, dan moet je logo eerst naar de bedrijfsmodus programmeren schakelen. In de bedrijfsmodus programmeren voer je niet alleen de schakeling in, maar kan je schakelingen kopiren, wissen, de tijd instellen of logo met behulp van een PC gegevens laten uitwisselen. Om naar de bedrijfsmodus programmeren te schakelen, moet je gelijktijdig op de toetsen LINKS, RECHTS, en OK drukken. Er is voor een iet of wat eigenaardige toetsencombinatie gekozen, om te verhinderen dat accidenteel naar de bedrijfsmodus programmeren geschakeld wordt. Bij de ontwerpers ervan was de naam voor deze toetsencombinatie de 3-vingergreep snel ingeburgerd. Nu moet je alleen nog de cursur > voor Program.. bewegen en 2 keer op de toets OK drukken. Logo toont dan de eerste uitgang Q1. Een schakeling voert men steeds uitgaande van uitgang Q in. De uitgang Q1 verbindt je bijvoorbeeld met een OF-blok. De ingangen van de OF-blok verbindt je op zijn beurt met andere blokken of met de klemmen van logo. Wanneer alle ingangen van blokken met andere blokken of een klem hebt verbonden, is de schakeling af. Zodra een schakeling aan een uitgang volledig aangesloten is, springt de weergave op de uitgang terug, en
- 4 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

kan men de volgende uitgang selecteren, om daar de schakeling in te voeren. Normaal gezien begeleidt logo je, bij het ingeven van een schakeling. D.w.z., logo toont na elkaar de punten, waar logo de invoer van een gegeven verwacht. Als de schakeling volledig ingegeven is, druk dan op de ESC-toets, en logo slaat de schakeling op.

f) Parametreren
Wanneer de schakeling is ingegeven en logo in de verdeelkast of schakelkast is ingebouwd, kan het gebeuren dat men enkele parameters in het programma moet wijzigen of men wil de klant de mogelijkheid bieden, zelf enkele parameters te veranderen, zoals de schakeltijden van de gentegreerde schakelklok of vertragingstijden van het tijdrelais. Daar wordt de bedrijfsmodus parametreren voor gebruikt. In de bedrijfsmodus parametreren kan je de tijd van logo instellen en afzonderlijk geselecteerde parameters weergeven en wijzigen. Je schakelt naar de bedrijfsmodus parametreren, door gelijktijdig op de toeten ESC en OK te drukken. Deze toetsencombinatie wordt de 2-vingergreep genoemd. In de bedrijfsmodus parametreren werkt logo de schakeling verder af. Je kunt ook zeggen, logo bevindt zich verder in de modus RUN. Overigens worden de actuele parameters weergegeven. Terwijl bijvoorbeeld een relais met vertraagde inschakeling schakelt, kunt u zien welke waarde de actuele tijd Ta heeft. Dit kan u helpen bij het testen van de schakelingen.

- 5 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

g) Technische gegevens
Algemene technische gegevens: Afmetingen in mm voor LOGO! - standaarduitvoering: 72 x 90 x 55 (B x H x D); In de schakelkast zijn dat 4 verdeeleenheden. Afmetingen in mm voor LOGO!...L-varianten: 126 x 90 x 55 (B x H x D); In de schakelkast zijn dat 4 verdeeleenheden. LOGO! beantwoordt aan de volgende normen: IEC 1131 deel 2 DIN VDE 0631 deel 1 Deze producten beantwoorden aan de vereisten van de EU-Richtlijn 89/336/EEG "Elektromagnetische compatibiliteit" en de daarin vervatte geharmoniseerde Europese Normen (EN). Hier vindt u enkele geselecteerde technische gegevens voor de volgende varianten van LOGO! Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische Technische gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens gegevens van van van van van van van van van van van van LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! LOGO! 230 R 230RC 230RCL 230RL 230RLB11 24R 24RC 24RL 24RLB11 24 24L 24LB11

LOGO! 230RC

LOGO 230RCL

LOGO 230RLB11

- 6 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

LOGO! 230R
benodigt een stroomvoorziening AC 115/120 V of AC 230/240 V met een netfrequentie van 47 Hz tot 63 Hz. Het opgenomen vermogen bedraagt : - bij 115/120 V AC standaard 40 mA - bij 230/240 V AC standaard 26 mA Het vermogensverlies bedraagt : - bij 115/120 V AC standaard 2,5 W - biji 230/240 V AC standaard 3 W overbrugt stroomuitval - bij 115/120 V AC standaard 10 ms lang - bij 230/240 V AC standaard 20 ms lang heeft 6 digitale ingangen met dezelfde nominale spanning als de stroomvoorziening (Opmerking: Zorg dat de ingangen en de stroomvoorziening op dezelfde fase zijn aangesloten, zodat u conform blijft met DIN VDE 0631) De ingangen herkennen de toestand 0 bij spanningen van 0 tot 40 V AC en de toestand 1 bij spanningen tussen 79 V tot 265 V AC. De ingangsstroom bij 230 V bedraagt minder dan 0,24 mA. De vertragingstijd waarna een wisselen van de toestand wordt herkend bedraagt 50 ms. heeft 4 relais-uitgangen tot 240 V Met dat relais mag u : - maximaal 2 A schakelen bij inductieve of capacitieve belasting en - maximaal 8 A bij weerstandsbelasting. U kunt de uitgangen op verschillende fases of verschillende netten (24 V net) aansluiten. De uitgangen moet u extern tegen kortsluiting beveiligen. heeft de volgende basisfuncties gentegreerd: - EN, OF, NIET, NEN, NOF, XOF heeft de volgende speciale functies gentegreerd: - vertraagde inschakeling - vertraagde uitschakeling - relais met vergrendeling - houdrelais - klokpulsgever - vertraagde inschakeling met accumulatie - op- en aftellende teller heeft geen klok en geen schakelklok (die vindt u in LOGO! 230RC Verdere technische gegevens vindt u in het LOGO! handboek.

- 7 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

LOGO! 230RC
benodigt een stroomvoorziening AC 115/120 V of AC 230/240 V met een netfrequentie van 47 Hz tot 63 Hz. Het opgenomen vermogen bedraagt : - bij 115/120 V AC standaard 40 mA - bij 230/240 V AC standaard 26 mA Het vermogensverlies bedraagt : - bij 115/120 V AC standaard 2,5 W - bij 230/240 V AC standaard 3 W overbrugt stroomuitval - bij 115/120 V AC standaard 10 ms lang - bij 230/240 V AC standaard 20 ms lang heeft 6 digitale ingangen met dezelfde nominale spanning als de stroomvoorziening (Opmerking: Zorg dat de ingangen en de stroomvoorziening op dezelfde fase zijn aangesloten, zodat u conform blijft met DIN VDE 0631) De ingangen herkennen de toestand 0 bij spanningen van 0 tot 40 V AC en toestand 1 bij spanningen tussen 79 V tot 265 V AC. De ingangsstroom bij 230 V bedraagt minder dan 0,24 mA. De vertragingstijd waarna een wisselen van de toestand wordt herkend bedraagt 50 ms. heeft 4 relais-uitgangen tot 240 V Met dat relais mag u : - maximaal 2 A schakelen bij inductieve of capacitieve belasting en - maximaal 8 A bij weerstandsbelasting. U kunt de uitgangen op verschillende fases of verschillende netten (24 V net) aansluiten. De uitgangen moet u extern tegen kortsluiting beveiligen. heeft de volgende basisfuncties gentegreerd: - EN, OF, NIET, NEN, NOF, XOF heeft de volgende speciale functies gentegreerd: - vertraagde inschakeling - vertraagde uitschakeling - relais met vergrendeling - schakelklok - houdrelais - klokpulsgever - vertraagde inschakeling met accumulatie - op - en aftellende teller heeft een klok ingebouwd met een loopreserve van standaard 80 uren. Loopreserve wil zeggen, de klok loopt door ook wanneer de stroomvoorziening gedurende 80 uren uitvalt. Verdere technische gegevens vindt u in het LOGO! Handboek

- 8 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

4. SPECIALE FUNCTIES .1. Basiskennis speciale functies


Speciale functies onderscheiden zich op het eerste zicht van de basisfuncties door de andersoortige benaming van hun ingangen. De speciale functies omvatten tijdfuncties, remanentie en de meest verschillende parametreermogelijkheden om het schakelprogramma aan te passen aan wat u er persoonlijk mee wilt gaan doen. In dit hoofdstuk willen wij u een kort overzicht geven van de ingangsbenamingen en enkele speciale achtergronden toelichten met betrekking tot de speciale functies.

.2. Benaming van de ingangen


a) Verbindingsingangen Hieronder een beschrijving van de aansluitingen die met andere blokken of met de ingangen van de LOGO!toestellen kunnen worden verbonden. S (set): Via de ingang S kunt u de uitgang op 1 zetten. R (reset): De terugzetingang R heeft voorrang voor andere ingangen en schakelt uitgangen op 0. Trg (trigger): Via deze ingang start u de uitvoering van een functie. Cnt (count): Via deze ingang worden telimpulsen opgenomen. Fre (frequency): Te analyseren frequentiesignalen worden aan de ingang met deze omschrijving gelegd. Dir (direction): Via deze ingang legt u de richting vast waarin bijvoorbeeld een teller dient te tellen. En (enable): Deze ingang activeert de functie van een blok. Staat de ingang op 0, worden andere signalen door het blok genegeerd. Inv (invert): Het uitgangssignaal van het blok wordt genverteerd, indien deze ingang wordt aangestuurd. Ral (reset all): Alle interne waarden worden teruggezet. Klem X aan de ingangen van de speciale functies Indien u ingangen van speciale functies met de klem x schakelt, worden deze met de waarde 0 bezet. D.w.z. dat aan de ingangen een low-signaal ligt. b) Parameteringangen Aan sommige ingangen brengt u geen signalen aan, maar u parametreert het blok met bepaalde waarden. Voorbeelden: Par (parameter): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u parameters (tijden, in /uitschakeldrempels etc.) in voor het blok. T (time): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u tijden in voor een bouwsteen. No (nokken): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier stelt u het tijdraster in. P (priority): Deze ingang wordt niet geschakeld. Hier legt u prioriteiten vast en u beslist of de melding in RUN moet worden bevestigd.

.3. Tijdsgedrag
Parameter T Bij enkele speciale functies kan een tijdwaarde T worden geparametreerd. Voor het instellen van de tijd dient u erop te letten dat de in te voeren waarden zich richten naar de tijdsbasis:

- 9 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

Wenk Voer altijd een tijd T _ 0,02 s in. Voor T <0,02 s is de tijd T niet gedefinieerd. Nauwkeurigheid van T Alle elektronische onderdelen vertonen minieme verschillen. Daardoor kunnen er afwijkingen van de ingestelde tijd T optreden. Bij LOGO! bedraagt de afwijking maximaal _ 0,02 %. Is 0,02 % van de tijd T kleiner dan 0,02 seconden, dan bedraagt de afwijking maximaal 0,02 seconden. Voorbeeld: Bij 1 uur (3600 seconden) bedraagt de afwijking maximaal _ 0,02 %, d.w.z. _ 0,72 seconde. Bij 1 minuut (60 seconden) bedraagt de afwijking maximaal _ 0,02 seconde. Nauwkeurigheid van de schakelklok (week, jaarschakelklok) Om een onnauwkeurige werking van de klok bij de C-varianten ten gevolge van deze afwijking te voorkomen, wordt de schakelklok regelmatig vergeleken met een uiterst nauwkeurige tijdbasis en bijgeregeld. Er ontstaat een loopafwijking loopafwijking van maximaal _5 seconden per dag.

.4. Bufferen van de klok


Bij LOGO! loopt de interne klok ook verder als de netspanning uitvalt, met andere woorden de klok beschikt over een loopreserve. De duur van de loopreserve wordt door de omgevingstemperatuur benvloed. Bij 25_C_omgevingstemperatuur bedraagt de loopreserve standaard 80 uren. Indien de netspanning van een LOGO! gedurende meer dan 80 uur uitvalt, dan gedraagt de interne klok zich afhankelijk van de toestelserie als volgt: Bij het hernieuwd inschakelen staat de klok op zondag 00:00 uur 1 januari. De tijd begint te lopen. Daardoor worden de tijdschakelklokken bewerkt en evt. worden ook door de tijdschakelklokken acties geactiveerd. Bij het hernieuwd inschakelen staat de klok op zondag 00:00 uur 1 januari. De tijd blijft staan en knippert. LOGO! bevindt zich in de toestand waarin het zich voor de onderbreking van de spanningsvoorziening bevond. Bij RUN worden de tijdschakelklokken bewerkt die met de bovenstaande tijd geparametreerd zijn. De klok blijft echter nog steeds staan.

.5. Remanentie
Bij de speciale functies is het mogelijk om de schakeltoestanden en de getalwaarden remanent te houden. Dat betekent dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens behouden blijven, zodat na het herhaalde Net Aan de functie op die plaats wordt voortgezet waar ze werd onderbroken. Een tijd bijv. wordt niet nieuw opgetrokken, maar er loopt de resttijd af. De voorwaarde is, dat bij de betreffende functies de remanentie ingeschakeld is. Er zijn twee mogelijke instellingen: R: De actuele gegevens blijven behouden. /: De actuele gegevens blijven niet behouden (voorinstelling).

.6. Beveiligingswijze
Met de instelling voor de bescherming van de parameters kunt u bepalen of de parameters in de modus Parametreren in LOGO! weergegeven en gewijzigd kunnen worden. Twee instellingen zijn mogelijk: +: De parameterinstellingen worden ook in de parametreermodus weergegeven en kunnen gewijzigd worden (voorinstelling). -: De parameterinstellingen worden niet in de parametreermodus weergegeven en kunnen alleen in de programmeermodus gewijzigd worden.

- 10 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

4. Vertraagde inschakeling
Korte beschrijving Bij de vertraagde inschakeling wordt de uitgang pas na een parametreerbare tijd doorgeschakeld.

Parameter T Neem de aangegeven waarden voor de parameter T in hoofdstuk 1.3 in acht.

Geldigheidsgebieden van de tijdbasis, als T = parameter Tijdbasis s (seconds) m (minutes) h (hours) max. waarde 99:99 99:59 99:59 kleinste resolutie 10 ms 1s 1m Nauwkeurigheid + 10 ms +1s +1m

Weergave in de bedrijfsmodus Programmeren (voorbeeld):

- 11 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

4. Vertraagde uitschakeling
Korte beschrijving Bij de vertraagde uitschakeling wordt de uitgang pas na een parametreerbare tijd teruggezet.

Functiebeschrijving Als de ingang Trg op de stand 1 gaat staan, dan schakelt de uitgang Q meteen in stand 1. Wisselt de ingang Trg van de stand 1 naar 0, dan start in LOGO! de actuele tijd T a opnieuw, de uitgang blijft gezet. Als Ta de via T ingestelde waarde bereikt (T a=T), dan wordt de uitgang Q op de stand 0 teruggezet (vertraagd uitschakelen). Als de ingang Trg opnieuw wordt in- en weer uitgeschakeld, wordt de tijd Ta opnieuw gestart. Via de ingang R (Reset) zet u de tijd T a en de uitgang terug, voordat de tijd Ta verstreken is. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

- 12 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

4. Vertraagde in-/uitschakeling
Korte beschrijving Bij de in-, uitschakelvertraging wordt de uitgang na een parametreerbare tijd doorgeschakeld en na een parametreerbare tijd teruggezet.

Parameters TH en TL Neem de aangegeven waarden voor de parameters T H en TL in 1.3 in acht. Timingdiagram

Functiebeschrijving Als de stand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan begint de tijd T H te lopen. Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van de geparametreerde tijd T H op 1 staan, dan wordt na het verstrijken van de tijd T H de uitgang op 1 gezet (de uitgang wordt ten overstaan van de ingang vertraagd ingeschakeld). Wisselt de stand aan ingang Trg vr het verstrijken van de tijd TH weer naar 0, dan wordt de tijd teruggezet. Indien de toestand aan de ingang Trg weer naar 0 wisselt, loopt T L. Blijft de stand aan ingang Trg minstens voor de duur van de geparametreerde tijd T L op 0 staan, dan wordt na het verstrijken van de tijd TL de uitgang op 0 gezet (de uitgang wordt ten overstaan van de ingang vertraagd uitgeschakeld). Wisselt de stand aan ingang Trg vr het verstrijken van de tijd T L weer naar 1, dan wordt de tijd teruggezet. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

- 13 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

5 Vertraagde inschakeling met accumulatie


Korte beschrijving Na een ingangsimpuls loopt een parametreerbare tijd af, na het verstrijken ervan wordt de uitgang ingesteld.

Parameter T Neem voor de aangegeven waarden de aanwijzing in het hoofdstuk 1.3 in acht. De aangegeven tijd voor de parameter T kan ook een actuele waarde van een reeds geprogrammeerde andere functie zijn.

Functiebeschrijving Als de toestand aan ingang Trg van 0 naar 1 wisselt, dan begint de actuele tijd T ate lopen. Bereikt Ta de tijd T, dan wordt de uitgang Q op 1 gezet. Opnieuw schakelen aan ingang Trg heeft geen uitwerking op T a. De uitgang en de tijd Ta worden pas weer op 0 teruggezet, als de ingang R in de stand 1 staat. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

- 14 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

6 Asynchrone impulsgever
Korte beschrijving De impulsvorm van de uitgang kan via de parametreerbare impuls-/pauzeverhouding worden gewijzigd.

Functiebeschrijving Via de parameters TH (Time High) en TL (Time Low) kunnen de impulsduur en de impulspauze worden ingesteld. De ingang INV maakt het omkeren van de uitgang mogelijk. Als het blok via EN is geactiveerd, heeft ingang INV een negeren van de uitgang tot gevolg. Is remanentie niet ingeschakeld, worden na een netuitval de uitgang Q en de reeds afgelopen tijd weer teruggezet.

- 15 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

Opgaven

Algemene werkwijze: Een praktische probleemstelling wordt gegeven. Vertaal het probleem naar een schakeling met logische symbolen ( EN OF NIET NEN NOF XOF; Insch. vertraging Uitsch. vertraging Teleruptor Schakelklok Teller .... Programmeer de schakeling in de LOGO ! -blok en controleer de werking. Laat de leraar de werking controleren.

L 01.Start-stop schakeling met 2 start (S1 en S3) en 2 stop drukknoppen (S2 en S4). De schakeling moet werken met voorkeur stop. Uitgang = Q1.

L 02.

Start-stop schakeling met voorkeurpost (uitgang = Q1).

Hoofdpost: S1 = start S2 = stop, voorkeur stop. Bijpost : S3 = start S4 = stop, voorkeur stop. Voorkeur: S1 heeft voorrang op S4, S2 heeft voorrang op S3.

L 03.

Paneelzaag met afzuiging:

S1 = start drukknop S2 = stop drukknop. - Druk men op S1 dan start de paneelzaag in ster (Q1 = 1 en Q2 = 1 en Q3 = 0 ), eveneens start de afzuiging (Q4 = 1). Na de ingestelde tijd van 5 seconden gaat de paneelzaagmotor in driehoek (Q1 = 1 en Q2 = 0 en Q3 = 1 ). - Drukt men op S2 dan stopt de paneelzaag (Q1 = 0 en Q2 = 0 en Q3 = 0 ), de afzuiging (Q4) blijft nog 10 minuten (stel 10 s in) in werking.

L 04.

Rolluiken 01

- De rolluiken moeten elke dag automatisch dicht gaan (Q1 = 1) om 19.00 u, is het rolluik dicht dan sluit eindeloper S3 en Q1 wordt 0. - De rolluiken moeten elke dag automatisch open gaan (Q2 = 1) om 8.00 u, is het rolluik open, dan sluit S4 en Q2 wordt 0. - De rolluiken moeten eveneens manueel kunnen bediend worden: S1 = sluiten van rolluiken en S2 = openen van de rolluiken.

L 05.

Automatische tuinsproeier 01

In een tuin staan 8 grassproeers en 1 bevloengsslang voor de bloemen en planten. - Om de spoeers goed te laten werken mogen max. 4 sproeers gelijktijdig werken (om voldoende waterdruk in de spoeiers te hebben), vandaar dat de spoeers in 2 groepen gedeeld worden ( Q1 Q2 ) + bevloengsslang Q3 + controlelamp Q4. - De besproeing begint elke dag om 22.00 u 01.00 u en 05.00 u - Is schakelaar I1 geloten dan start sproeigroep Q1 en werkt 10 min (10 s), Q1 stopt en sproeigroep Q2 werkt voor 10 min, dan stopt Q2 en de bevloeing Q3 werkt voor 10 min. - Is schakellaar I2 gesloten dan zijn de sproeitijden 20 min - Zijn I1 en I2 open dan werkt de spoei-installatie niet (bij regen bvb.) - Zolang de spoeinstallatie in werking is moet controlelamp Q4 branden.

- 16 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

L 06.

Goederenlift 01. S1 = stijgen van gelijkvloers naar verdieping 1 S2 = dalen van eerste verdieping naar gelijkvloers. S3 = eindeloper, gaat dicht als de deur dicht is S4 = eindeloper, gaat dicht als de deur open is . S5 = eindeloper, gaat dicht als de lift op gelijkvloers toekomt. S6 = eindeloper, gaat dicht als de lift op verdieping toekomt. Q1 = Deur sluit Q2 = Deur opent Q3 = Lift stijgt Q4 = Lift daalt.

- Drukt men op S1 (naar verdieping 1) dan sluit de deur Q1 = 1. Is de deur dicht dan sluit eindeloper S3 en Q1 = 0. De lift stijgt Q3 = 1. Komt de lift toe op verdieping (eindeloper S6 sluit ), stopt ze Q3 = 0 en de deur gaat open Q2 = 1, is de de deur volledig open ( eindeloper S4 sluit) wordt Q2 =0. Zo is deze cyclus af. - Drukt men op S2 (naar verdieping 0) dan sluit de deur Q1 = 1. Is de deur dicht dan sluit eindeloper S3 en Q1 = 0. De lift daalt Q4 = 1. Komt de lift toe op gelijkvloers (eindeloper S5 sluit ), stopt ze Q4 = 0 en de deur gaat open Q2 = 1, is de de deur volledig open ( eindeloper S4 sluit) wordt Q2 =0. Zo is deze cyclus af.

L 07.

Domotica 01 I1 =

Binnenverlichting. - drukknop, licht hal ( Q1 ) Aan / Uit - meer dan 2 s, al de lichten uit ( Q1 = Q2 = Q3 = 0 ) - drukknop, licht living ( Q2 ) Aan / Uit - meer dan 2 s, al de lichten uit ( Q1 = Q2 = Q3 = 0 ) - drukknop, keukenlicht ( Q3 ) Aan / Uit - meer dan 2 s, al de lichten uit ( Q1 = Q2 = Q3 = 0 )

I2 =

I3 =

Druk men op de drukknop (minder dan 2 seconden) schakelt men het licht in die ruimte aan en uit. Drukt men langer dan 2 sec op de drukknop worden al de lichten gedoofd.

L 08.

Domotica 02 I1 =

Buitenlamp. - drukknop, licht buiten ( Q1 ) Aan / Uit. - meer dan 2 s, buitenlamp brandt 15 minuten + controlelamp Q2 is aan

Druk men op de drukknop I1 (minder dan 2 seconden) schakelt men de buitenlaamp aan en uit. Drukt men langer dan 2 sec op de drukknop I1, gaat de buitenlamp 15 minutenbranden en een controlelamp Q2 gaat branden, om aan te duiden dat de timer loopt.

- 17 -

VIIO-Nijverheid Tongeren MATh.

LOGO

L 09.

Domotica 03

Zonnewering.

Ontwerp een schakeling met LOGO! om een zonnewering boven een veranda te automatiseren, als de temperatuur meer dan 22C is ( I1 = 0 ) en de zon schijnt en het regent niet = veel licht ( I2 = 1 ) en er is weinig wind ( I3 < 3 pulsen in 10 seconden), dan mag de zonewering open ( Q1 = 1 ) tot aan de eindeloper I4. Wordt de temperatuur te laag, of er is te weinig licht of te veel wind, dan moet de zonnewering dicht gaan Q1 = 1 tot aan de eindeloper I5. I1 = I2 = I3 = I4 = I5 = Q1 = Q2 = Thermostaat Temperatuur > 22C Zonneschijn Windsnelheid Eindeloper zonnewering is gans open Eindeloper zonnewering is gans dicht Openen van de zonnewering Sluiten van de zonnewering I1 = 0 I2 = 1 I3 < 3 pulsen in 10 seconden

L 10.

Gasverwarming 1. I1 = I2 = I3 = Q1 = Q2 = Q3 = Q4 = Thermostaat (sluit als te koud wordt) Waakvlamcontrole met bimetaal (sluit als de waakvlam aan is) Vlamcontrole hoofdverwarming (bimetaal of LDR) Schouw-ventilator Gasklep hoofdverwarming Gasklep waakvlam Blazer van warme lucht.

Wordt het binnen te koud dan sluit de thermostaat I1 = 1, zal de verwarming starten als de waakvlam aan is ( I2 = 1 ) zal de schouwventilator beginnen te draaien om alle gassen naar buiten te blazen. Na 15 seconden gaat de gasklep van de hoofdverwarming open, de hoofdverwarming brandt en na 5 seconden zal de blazer Q4 starten, tot de temperatuur bereikt is (I1 = 0), dan sluit de hoofdgaskraan (Q2 = 0), de schouwventilator en blazer blijven nog 20 seconden verder werken. Is de hoofdvam niet aan, 5 seconden na de ontsteking, dan krijgt de LDR geen licht en I3 = 0 en moet de hoofdgasklep sluiten (Q2 = 0) en de schouwventilator en blazer moeten stoppen. Als de waakvlam dooft sluiten de gaskleppen Q2 = Q3 = 0, de verwarming is uit.

- 18 -

You might also like