Inleidende begrippen eigendom van onroerende goederen Goederen zijn onroerend door hun aard als men ze niet

et kan verplaatsen door ze te schenden. Bv : Gebouwen , gronden, planten en wortelvaste vruchten Op deze goederen betaal je onroerende voorheffingen Alle goederen die niet onroerend zijn, zijn roerende goederen. Deze zijn verplaatsbaar Zakelijke rechten onderwerpen een zaak, geheel of in een bepaald opzicht, aan de onmiddellijke heerschappij van iemand. Volgende zaken horen bij zakelijk recht : Eigendom : zakelijk recht op een eigen zaak. Alle andere zakelijke rechten zijn rechten op andermans zaken Vruchtgebruik : is het volledige genotrecht op andermans goed onder de verplichting de zaak in stand te houden en in natura terug te geven. ! Volle eigendom = vruchtgebruik + naakte/blote eigendom ! Recht van gebruik : is een beperkt vruchtgebruik dat begrensd is door de behoeften van de gebruiker en zijn gezin. ( Recht van bewoning is het recht wanneer het op een huis is gevestigd ) Erfdienstbaarheid ( ook servituten genoemd ) : Het is een last die rust op iemands erf ten voordele van een stuk grond of gebouw dat aan iemand anders toebehoord. Het eerste erf noemt men het lijdend erf, 2de erf het heersend erf. Het speciale aan de erfdienstbaarheid is dat ze gebonden is aan een stuk grond of gebouw en niet aan een persoon. Erfpacht: hier krijgt een derde het tijdelijke recht van een onroerend goed te genieten zoals een eigenaar onder de verplichting om de waarde van het onroerend goed niet te verminderen. Opstal : Hier krijgt een derde het tijdelijke recht om gebouwen , beplantingen of andere installaties op andermans grond te hebben en dit voor maximaal 50 jaar. Het verschil bij erfpacht en opstal is dat de opstaller bij het einde van zijn recht een vergoeding van de eigenaar van de bodem kan eisen aan de actuele waarde van de door hem opgerichte en achtergelaten gebouwen. Dit is bv handig bij : Bouwpromoties , uitgifte van vastgoedcertificaten , leasing, Naast zakelijk recht ( recht tussen burger en staat ) hebben we ook persoonlijke rechten ( recht tussen personen die verplicht zijn iets te geven , te doen of te laten ). Bv : huur Zakelijke rechten verdeelt men in : Genotsrechten : Deze geven een volledig of een beperkt genotsrecht van de zaak. Genotsrechten kan men voordurend uitoefenen Zekerheidsrechten : deze geven de gerechtigde het recht zijn vordering bij voorrang te verhalen op de opbrengst van het bezwaarde onroerende of roerend goed. 1

Zakelijke rechten hebben volgende kenmerken : Ze hebben een bepaalde zaak tot voorwerp : de zaak zelf is het rechtstreekse object van het recht Ze zijn absolute of volstrekte rechten, ten aanzien van bepaalde zaken of belangen : men kan ze tegenover iedereen laten gelden en handhaven Ze verlenen een volgrecht : krachtens het volgrecht kan een titularis zijn recht laten gelden, ongeacht bij wie de zaak zich bevindt Zakelijke rechten verlenen een recht van voorrang : op grond van dat recht kan de titularis van het zakelijk recht de zaak terugnemen zonder zich te moeten onderwerpen aan de regel van de pondsgewijze verdeling van aanwezige activa

Bv : Wanneer je je pc binnendoet voor herstel en deze firma gaat failliet wanneer zij je computer hebben : Je hebt het zakelijk recht : op basis hiervan krijg je gewoon je eigendom volledig terug. Ook alle andere schuldeisers die genieten van het volledige recht zullen al hun bezittingen terugkrijgen en genieten van een voorrang. Zo is het vaak dat er niet veel overblijft voor gewone schuldeisers. Bezit is een feitelijke macht van een persoon over een zaak. Het bezit krijg je door een feitelijke overdracht of een feitelijke inbezitneming. Dit kan eenzijdig gebeuren of met medewerking van de vorige bezitter. Om de verkrijgende verjaring in te roepen moet er een bezitsaanmatiging zijn op het te verjaren goed door een ander persoon dan de eigenaar. Het bezit omvat dus 2 elementen : Materieel element : Het goed in zijn macht hebben Moreel element : Het goed beschouwen als het zijne Daarenboven dient dit bezig deugdelijk te zijn, dwz het bezig moet : Onafgebroken Voortdurend Ongestoord Openbaar Ondubbelzinnig Het eigendomsrecht is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak genot te hebben en daarover te beschikken. Het eigendomsrecht omvat volgende aspecten : Het genot vd zaak : het recht om van de opbrengsten te genieten, zowel materieel als financieel. Het beheer van de zaak : de daad van beheer is gericht op het normaal doen vruchten afwerpen van een goed zonder dat goed naar zijn wezen aan te tasten De beschikking over de zaak : de eigenaar mag de zaak vervreemden, het genots en of gebruiksrecht afstaan, het goed verbruiken en zelfs vernietigen 2

De natrekking door de zaak : de eigenaar heeft recht op al hetgeen de zaak voorbrengt en op al hetgeen zich met de zaak verenigt

Toch mag men zijn eigendomsrecht niet altijd onbeperkt uitoefenen. De beperkingen van het eingendomsrecht houden oa verband met burenhinder, onteigening, opeising of de wetgeving op de stedenbouw en ruimtelijke ordening. Bij burenhinder maakt men een onderscheid tussen hinder die voortvloeit uit een fout of nalatigheid OF hinder zonder foutieve daden Bv : Eigenaar graaft in zijn grond vlak naast het gebouw van zijn buur zonder voor ondersteuning van dit gebouw te zorgen, zodat de muur ervan scheurt Uit fout of nalatigheid Iedere avond oefenen op een drumstel in een landelijke rustige omgeving zonder foutive daad Rechtsmisbruik kan ontstaan : Als men zijn recht uitoefent met de bedoeling te schaden Als men zijn recht uitoefent zonder enig nut of redelijk belang Indien men tussen verschillende wijzen om zijn recht uit te oefenen de schadelijkste manier neemt Als men met een gering voordeel voor zichzelf een zware schade toebrengt aan een ander persoon Ook de eigenaar zelf kan zijn eigendomsrecht inperken door overeenkomsten af te sluiten Hoe word je eigenaar? Verschillende manieren : Eigendomsoverdracht : Het eigendomsrecht gaat over van de vorige eigenaar op de nieuwe door verkoop, schenking, erfenis of onteigening Natrekking : De eigenaar van een zaak is ook eigenaar van alles wat de zaak voortbrengt en van alles wat er, natuurlijk of kunstmatig mee verbonden is . Zo is een gebouw dat op je grond staat meteen ook jouw eigendom Verkrijgende verjaring : Wanneer iemand een zakelijk recht uitoefend alsof hij werkelijk eigenaar is dan verkrijgt die persoon na verloop van tijd dit recht voor zichzelf. Door de verkrijgende verjaring verliest de echte eigenaar definitief zijn recht, terwijl een bezitter, zelfs te kwader trouw, het goed definitief krijgt Kan n goed eigendom van meerdere eigenaars zijn? Meerde personen kunnen tegelijkertijd eigenaar zijn van hetzelfde goed. Deze mede-eigenaars bevinden zich in onverdeeldheid. De mede-eigenaar kan vrijwillig(samenwonende) zijn, gedwongen(eigenaars van appartementen) of ongewild(erfenis). Het vermogen van gehuwden Wanneer echtgenoten niets voorzien hebben gelden de wettelijke regels : wettelijk stelsel. De echtgenoten kunnen nochtans wel de regels zelf bepalen die het gezinsvermogen beheersen. Dit kan met een huwelijkscontract opgesteld door een notaris. 3

Het wettelijk stelsel = voor gehuwden die geen contract opstellen. Het voorziet de gemeenschap van aanwinsten. Dit houdt in dat alle goederen die het de echtenoten na het huwelijk verwerven als gemeenschappelijk gezien zullen worden. Het gemeenschappelijk vermogen bestaat vooral uit : beroepsinkomsten, inkomsten van persoonlijke goederen en alle goederen waarvan duidelijk is aan wie ze toebehoren. Alle andere goederen blijven eigendom van n van beide echtgenoten. Deze persoonlijke goederen zijn diegene die ze al bezaten voor het huwelijk of die ze tijdens het huwelijk ten persoonlijke titel verkrijgen. Voor schulden geld eenzelfde onderscheid. Persoonlijke schulden : schulden van voor het huwelijk Gmeenschappelijke schulden : aangegaan door de echtgenoten samen of in het belang van de huishouding. Afwijking van het wettelijk stelsel De gehuwden kunnen in een huwelijkscontract afwijken van hun wettelijk stelsel. Ze kunnen zo 2 elementen van het wettelijk stelsel wijzigen : De samenstelling van de gemeenschap De echtgenoegen kunnen de gemeenschap vergroten of verkleinen. Ze kunnen overeenkomen dat alle goederen gemeenschappelijk zijn of juist geen ( scheiding van goederen ) De verdeling van de gemeenschap Wanneer het huwelijk ten einde loopt wordt de gemeenschap verdeeld. Ieder van de partners heeft recht op een gelijke helft van dat gemeenschappelijk vermogen De echtgenoten mogen echter voorzien dat de verdeling niet in gelijke delen zal gebeuren : De clausule van vooruitneming of vooruitmaking geeft de langstlevende echtgenoot het recht bepaalde goederen uit de gemeenschap te nemen voor de verdeling ervan De clausule van ongelijke verdeling bepaalt dat de langstlevende echtenoot meer krijgt dan de helft