Dewey

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 15

Aloni: Constateerde dat heel veel mensen zomaar het woord humanistisch educatie gebruiken, zonder dat er precies

duidelijk is wat er mee wordt bedoelt. Er is te weing aandacht voor intellectuele en ethische themas. Hij heeft het boek gechreven om hierbij een bijdrage te leveren. Alloni wil graag praten over cultuur, autonomie, kritisch denken en een authentieke persoonlijkheid. Hij wil de traditionele traditie terug halen, maar wel moderniseren) Hij vindt dat je iets met de ervaren vrijheid en verantwoordelijkheid moet doen. Aloni streeft naar een normatief en gentegreerd concept van humanitsiche educatiel De vier benaderingen/ filosofische tradities . worden door Aloni als fundamenten van humanistische educatie gezien: Zij bevatten allen inzichten en waarden die relevant zijn; ze zijn complementair en niet uitsluitend. ) Cultural-classical approach and the longing for human perfection: gericht op Bildung. Er wordt gestreefd naar intellectuele en culturele ontwikkeling van leerlingen; het overdragen van belangrijke tradities en het ontwikkelen van hogere vormen van menselijkheid. 2) Naturalistic-romantic approach and the yearning for the authenticity of selfactualization: gericht op het authentiek zijn van de leerling. De bedoeling is de leerling te laten ontdekken wat hij echt wil en nastreeft. 3) Existential approach and the yearning for authenticity and self-creation: gericht op de eigen vormgeving van de mens. Leerlingen worden gestimuleerd om zelf keuzes te maken en deze te beargumenteren. 4) Critical-radical approach and the yearning for empowerment and emancipation: gericht op onder andere machtsstructuren in de maatschappij, die onderdrukkend kunnen zijn voor de ontplooiing van het individu. De nadruk ligt op bewustwording hiervan en empowerment.33 Hij probeert het beste uit deze vier stromingen samen te vaten. Hij probeert ook een maatstaaf te ontwikkelen voor wat wel en niet humanitisch onderwijs moet mogen heten. De volgende aspecten zijn belangrijk voor Humanistisch educatie: - cultivatie, algemeen een meerzijdig, intelletuele vrijheid en menselijke waardigheid, het beste te laten bereiken in de belangrijkse aspecten van het menselijk bestaan. De centrale apecten van het menselijk bestaan (pagina 9). De enige context om een oordeel te kunnen vellen is de voortdurende discussie over wat het leven goed en waardevol maakt. Daarmee komt pluralisme centraal te staan; in het discours moet ruimte zijn voor allerlei verschillende stemmen, die wel een gezamenlijke basis van menselijke waarden omverschrijven. Voor Aloni moet acculturatie het volgende zijn: 1. uitbreiding, verfijning en verbetering van de ervaringsmogelijkheden van de student door hem bloot te stellen aan alle prestaties van de menselijke geest. 2. Het cultuveren van innerlijke motivatie en een perfectionistische betrokkenheid op de hoogst beriekbare standaarden in de verschillende aspecten van het leven. Zo kunnen studenten zelf een oordeel vormen over wat ze leren uit de cvultuur en

daarin hun eigen pad kiezen, als vrije, morele entiteiten. Zo leren ze zelf te denken en iet gestuurd te worden door de massa. 3. Voor Alni is kwaliteit van cu ltuur, autonoom en kritisch denken en een authentieke persoonlijkheid belangrijk. OVEREENKOMST DEWEY ALONI!! Volgens Dewey ieder mens ontwikkelt zich namelijk tegen een sociale horzon e krijgt de idealen, normen en opvattingen van familie en cultuur mee. Wat we in cultureel opzicht op doen blijft ons hele leven bij ons en speelt dus een grote rol in de ontwikkeling. Ook Dewey wijst p het belang hiervan. Iedere groep heeft een ideaal van wat cultuur zou moeten zijn, high culture, waarin bepaalde ideeen over excellente vervat liggen die belangrijk zijn voor de gemeenschap. (pagina 10) Aloni over democratie: Aloni beschouw democratie als de politiek die voortvloeit uit humanisme. Democratie is niet alleen regulatief (een set regels die bepalen hoe politieke besluitvorming verloopt) maar ook substantief: een rechtvaardige en menselijke samenleving scheppen is haar doel Het doel van onderwijs zou moeten zijn een volledige ontwikkeling van individuen in brede zin. Humanistische educatie is in de eerste en voornaamste plaats de ontwikkeling van de menselijke geest en een training voor de kunst van het leven gericht p de volledige en succesvole actualisatie van iedders persoonlijkheid en nauw verbonden met het meest verheven, zowel in ieders individuele persoonlijkheid al in de menselijek ultuur. De duidelijke boodschap van humanistische educatie is dat het verwerven van kennis niet het exclusieve doel moet zijn. Het is van belagnrijke betekenis voor de voeding van de persoonlijkheid van de student, met de bedoeling om hem dichter bij een betekenisvol, ged en eerbaar leven te brengen.

Dewey: Probeert kind en de cultuur te combineren, dus en het individu, maar ook het sociale Hoe kun jezelf ontwikkelen tot een burger die midden in de samenleving staat. Dat is een hele dialogische benadering. In en door andere ontwikkel je jezelf. In dialoog en interactie met anderen. Opvoeding moet je zien als een voortdurende reconstrucie van de ervaring. Dat betekent dat ontwikkeling niet bij voorbaat vast staat, want die ervaringen hebben daar weer invloed op. Het doel van opvoeding is dat de mens in staat is om zelf die opvoeding weer voort te zetten. Hierbij gaat hij er vanuit dat opvoeding pas voltooit is als hij zelf in staat is om zichzelf op te voeden. Opvoeding en onderwijs zijn een voortdurend onderzoeksproces, waarbij de individuele mogelijkheden en talenten van kinderen via het realiseren van sociale doelen tot

ontplooiing moet worden gebracht. Opvoeding en onderwijs zijn essentile vormen van samenleven waar de democratie teweeg wordt gebracht. Opvoeden is een interactief proces waarin kinderen met behulp van inspirerende volwassenen betekenis leren geven aan de wereld om hen heen. Democratisch opvoeden betekent in deze visie het scheppen van contexten. Leren is volgens Dewey een permanente reconstructie van je ervaringen. Leren denken in een democratische situatie. Hij gebruikt dat woord in een bredere vorm dan alleen maar op het politike. Het kan bijna worden gezien als een levensstijl. Je hebt een democratische houding manier waarbij je op een democratische manier met elkaar omgaat. De link tussen democratie en onderwijs legt Dewey duidelijk. Je moet onderwijs maken waarbij leerlingen kunnen participeren. Biesta: pedagogische doelen: kwalificatie het kwalificeren van mensen voor de samenleving. Kennis en vaardigheden die je nodig hebt om in de samenleving te fucntioneren (lezen, schrijven). De kennis economie. Je onderwijs is er om er voor te zorgen dat je gekwalificeerde beroepsbevolking hebt. - socialisatie in een groep functioneren, omgang met macht, aanleren van omgangsvormen. - persoonlijke ontwikkeling identiteitsontwikkeling en gaat over dat je weet wie je bent, wie je wilt zijn en ook in relatie tot anderen en in relatie tot de sameleving.

Winter: De Winter, is hoogleraar pedagogiek, lid van raad maatschappelijke ontwikkeling. De Winer pleit voor democratie (onderwijs), waarom? De Winter stelt dat democratie-onderwijs voor het totale onderwijssysteem als een van de kerntaken moet worden gezien, waarbij de scholen duidelijk en cummalitieve eindtermen meekrijgen. Mochten leerlingen niet in staat geacht worden tot participatie, dan moet er in het baissonderwijs extra inspanningen geleverd worden om dit democratie-tekort op te vangen. Het overdragen van de benodigde kennis, houdingen en vaardigheden werkt het beste door de klassen en scholen in te richten als democratische leeromgevingen. . Dat zijn situaties waar planmatig en onder duidelijke leiding met democratie wordt geoefend: uiteindelijk kan dat uitmonden in de delegatie van verantwoordelijkheden aan leerlingen, maar dat behoor te zijn gekoppeld aan de ontwikkeling en vorderingen van de leerlingen. Nadruk dat de Winter democratie (en democratie-educatie) belangrijk vindt: Het is noodzakelijk dat er een harde eis aan scholen wordt gesteld om leerlingen, kennis, attitude en vaardigheden die noodzakelijk zijn om een democratische rechtstaat in stand te houden bij te brengen. Van een democratische rechtstaat kan niet worden verlangd dat zij

onderwijsinstellingen financiert die haar grond beginsel ondergraven. Scholen die niet aan de eis van onderwijs in democratie voldoen moeten volgens De Winter onder curatele van de inspectie geplaatst worden, omdat de basisprincipes van de democratie te zwaarwegen zijn om ze aan de vrijheid van het onderwijs over te laten. n van de belangrijkste zaken die kinderen over democratie moeten leren, is volgens De Winter, hoe je fair en rechtvaardig omgaat met conflicten en diversiteit. Het leren samenwerken op school is een uiterst belangrijke les in medemenselijkheid. Ouders en democratie Voor ouders die de best kansen willen voor hun kinderen pleit de Winter voor een voorlichtende en diaoog gerichte benadering waarbij met ouders op zakelijke wijze wordt besproken welke specifieke eisen het leven in een democratische rechtstaat aan kinderen (en dus ook ouders)) stelt. De Winter is van mening dat zulke kennis noodzakelijk is voor de basisuitrusting die ouders nodig hebben om in een democratische samenleving met succes hun kinderen groot te brengen. De Winter stelt da individuele vrijehden alleen kunen worden bevochten via collectieve inspanningen van burgers. Daaorm impliceert een democratisch-pedagogisch offensief geen staatsopvoeding maar een bewuste gemeenschappelijk inspanning van burgers, organisaties en overheid.

Burgerschapsvorming, in de literatuur is hier geen eenduidige definitie van te vinden. Burgenschapsvorming heeft nationaal en internationaal een rijke traditie aan theorievorming en het begrip is breed geaccepteerd. De onderwijsraad maakt een verschil naar domein: 1. Schoolburgerschap (binnen de school als gemeenschap) 2. Maatschappelijk burgerschap (binnen de plaatselijke gemeenschap) 3. Staatsburgerschap (binnen de politieke gemeenschap) Vleugelers onderscheid drie typen burgerschap op basis van verschillende onderliggende doelstellingen: 1. Aanpassingsgericht (diciplinering, sociale betrokkenheid) 2. Calculerend ( disciplinering en zelfstandigheid) 3. Kritisch-democratisch (zelfstandigheid en sociale betrokkenheid) (pg 73 samenvatting) Sociaal democraten zien burgerschap vooral als sociaal recht. Liberalen benadrukken de actieve economische participatie. Christen-democraten accenturen het belang van de moraal.

Democratisch opvoeden betekent in deze visie het scheppen van contexten en mogelijkheden voor actieve participatie. Kinderen ontwikkelen zich immer in

pedagogische deugdelijke omgevingen die egocentrisme weten om te zetten in sociaal gedrag. (Dewey 1923, Berding 1999, Biesta et al. 1997; de Winter 2000) Evidence Based: Binnen het onderwijs wordt er in toenemende mate van
uitgegaan dat zowel beleid als praktijk gebaseerd dienen te zijn op de beste evidentie over wat werkt. Deze opvatting van onderwijs heeft het gecontroleerde experiment als ideaal. Dit type onderzoek levert echter slechts een stukje van de kennis die we nodig hebben om goed onderwijs te verzorgen. Er is ook ander onderzoek nodig.

Leren: is het eigen maken en betekenis geven van nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes. Het is dialogisch, doelgericht, reflectie en draagt bij aan een sociaal proces en identiteitsontwikkeling. Sociaal constructivisme: is een psychologische kennistheorie die stelt dat veel verschijnselen in de werkelijkheid "sociale constructies" zijn. Daarmee wordt bedoeld, dat een bepaald verschijnsel slechts ervaren wordt als iets dat werkelijk bestaat en van andere zaken onderscheidbaar is, omdat daarover in de samenleving een (vaak impliciete) afspraak is gemaakt.

Humanisme / humanisering/ zingeving Humanisten; hebben kritiek op moderne samenleving: de dominantie van wetenschap, techniek en economie en de marginalisering van zorg, onderwijs, kunst, moraliteit. Negatieve gevolgen voor natuur en milieu, groeiend besef van zinloosheid. Humanisten willen mensen bewegen de nadelen van moderne samenleving serieus te nemen door een beroep te doen op hun vermogen tot humaniteit. Humanisten roepen op om het onderwijs steeds naar menselijke maat te vernieuwen en sporen aan te kiezen voor humaniteit als belangrijkste opvoedingsdoel. Humanisme is voor wereldburgerschap (kosmopolotisme) samen leefbaar houden van de aarde voor toekomstige generatise: natuur en mens als doelen op zich: menselijke waardigheid. Het is een wereldbeeld en ethische code die de ontwikkeling, het welzijn en waardigheid van mensen al ultilem doel van al het menselijk denken en handelen bevordert, namelijk prioriteit geven aan waarden als menselijke waardigheid, gelijkheid, groei en solidariteit boven elke alternatieve set van waarden. (staat meer over op pagina 16)

1. De inhoudelijke orientatie van pedagogische theorien kan in verband gebracht worden


met de historische en sociaal-politieke maatschappelijke context waarin zij worden ontwikkeld en gekoppeld worden naar onderwijseleid en onderwijspraktijken. Wat vind je van de bovenstaande bewering? Beargumenteer je mening en verwijs daarbij naar een concreet voorbeeld . Je kunt desgewenst kiezen voor een van beide voorbeelden die in de colleges behandeld zijn, nl de pedagogische theorie van Langeveld in het naoorlogse Nederland, of de uitdagingen waarvoor de pedagogiek staat in het huidige tijdperk van globalisering in de 21e eeuw. Pedagogische vragen zijn afhankelijk van de tijd waarin we leven. We kunnen geen neutrale keuzes maken, want zeker in een tijd met globalisering spelen grote veranderingen. De mondiale vraagstukken rondom klimaat veiligheid economie toerisme en media benvloeden de orintatie van pedagogiek. Zeker met onderwijs is er altijd een duidelijke verbinding met de politiek. De politieke wendigen zijn terug te zien in het onderwijs. `Show me your curruculum and i tell you who is in power. Je hebt als pedagogieke theorie alleen draagkracht als je in de ontwikkeling van de maatschappelijke historische sociale context meeneemt. Globalisering geeft onzekerheid met zich mee, belangrijk dat docent stnadpunt inneemt. Nu meer nadruk op nationale identiteit, Chinees op de middelbare school. Vragen als: wie ben ik? Wie zijn wij? Houding waarmee je voor de klas staat maakt uit voor keuzes. Drie dimensies identiteit: - Persoonlijk uniek - Sociaal relaties - Menselijk morele gemeenschap Hoe verschijnen deze drie dimensies in een globaliserende wereld? Tegenwoordig : Maakbaarheidsconcept

Dit ideaal is naar ons idee mogelijk en wenselijk. Het is mogelijk omdat kinderen meer diversiteit aankunnen dan lange tijd met orintatie op de historie van een verzuilde samenleving beweerd is. Het is ook wenselijk omdat de socialisatie van kinderen en jongeren in grote mate bepaald wordt door de schoolcultuur en omgangsvormen op school. Als daar niet van het begin af aan een voorbeeld wordt gegeven van pluralisme dan is het moeilijk om kinderen nog te doen geloven dat verschillen in afkomst, sociaal-economische status enzovoort, er niet toe doen voor hoe je met elkaar samenleeft. Maar voordat dit ideaal werkelijkheid kan worden, moet er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
De onderzoeksgroep concentreert zich op de complexe relaties tussen nationale en internationale

humanistische tradities en bewegingen, en de seculiere erfenis en actualiteit van westerse samenlevingen. Voor succesvol onderzoek naar de interculturele status van hedendaagse samenlevingen is een fundamentele studie van transformaties in de verhouding tussen religie en seculariteit onontbeerlijk. Het onderzoek richt zich op de veranderende betekenis van de relatie tussen religie en seculariteit in de 21ste-eeuwse, geglobaliseerde wereld, en op de vraag hoe het humanisme in al zijn diversiteit hierop kan reageren. Het draagt zo mede bij aan een herformulering van de betekenis van humanisme, als concept en als levende praktijk. De onderzoeksgroep streeft hierbij naar een verbinding van verschillende disciplinaire invalshoeken. Historische, pedagogische, sociaal-politiek-theoretische, filosofische, theologische en letterkundige inzichten en onderzoeksmethoden worden bij elkaar gebracht. Door deze in te zetten in onderzoek naar de dilemmas en perspectieven van burgerschap levert de onderzoeksgroep een omvattende en genuanceerde bijdrage aan het wetenschappelijke, maatschappelijke en mondiale debat.

2. Micha de Winter pleit voor een Democratisch-Pedagogisch offensief. Een interessante vraag is hoe verhoudt zijn denken zich tot de vier perspectieven van Aloni en hoe kan in het voorstel van DE winter nog meer aandacht worden besteed aan zingeving en humanisering? a. Hoe verhoudt het voorstel van de winter voor een Democratisch-Pedagogisch offensief zich tot de vier perspectieven van Aloni?

Volgens Winter is er in Nederland tekort aan democratatie . Met een democratisch-pedagogisch offensief, wil hij zowel gezin als onderwijs een cruciale taak geven om democratie in stand te houden. Een democratische rechtsstaat is de enige samenlevingsvorm die pluriformiteit op een vreedzame en geordende manier mogelijk maakt. In ons onderwijssysteem is echter nauwelijks nagedacht over de vraag hoe we onze kinderen van jongs af aan de kennis, houding en vaardigheden kunnen bijbrengen die ze nodig hebben om als democratisch burger aan de samenleving mee te kunnen doen. Daarom moet kinderen van jongs af aan door hun ouders en op school worden geleerd wat democratie inhoudt. De betekenis en implicaties van onze democratie zoals vrijheid van meningsuiting, gelijkheid en gelijkwaardigheid, sociale verantwoordelijkheid, verbod op discriminatie enzovoorts, zijn voor veel mensen onvoldoende duidelijk. Bovendien staat door individualisering, migratie en een oprukkend fundamentalisme en terrorisme de democratie steeds verder onder druk. Dit is een probleem van de hele samenleving. Voor de toekomst van onze democratische rechtsstaat zou het daarom een harde eis aan alle scholen moeten zijn om kinderen via het onderwijs democratische vaardigheden bij te brengen. Ook moet de zogenaamde autoritatieve opvoeding van ouders gestimuleerd worden. In deze vorm van opvoeden staat gezag, niet macht, centraal en worden er duidelijke grenzen gesteld. De vier stromingen van Aloni zijn;

b. Hoe kan in het voorstel van De Winter nog meer aandacht worden besteed aan zingeving en humanisering? Wat moet worden versterkt of aangevuld?

Humanistiek is een multi- en interdisciplinaire menswetenschap, die zich richt op vragen over
levensbeschouwing, zingeving en de inrichting van een humane samenleving. Ze put uit de filosofie, psychologie, pedagogiek, sociologie, religie- en cultuurwetenschappen, sociaal-politieke wetenschappen en onderzoeksleer. Daarbij vormen humanistische tradities en waarden een belangrijke inspiratiebron. In de humanistiek staan twee begrippen centraal: zingeving en humanisering.

Zingeving Hierbij gaat het om de manier waarop mensen hun houding tegenover het leven en hun
omgeving bepalen. Wat is de essentie van een zinvol goed leven, en hoe kun je mensen helpen die

essentie te benaderen in hun eigen bestaan? In hoeverre overkomt het leven je en in welke mate kun je invloed uitoefenen op je levensloop? Welke invloed hebben levensbeschouwingen op het ervaren van zin?

Humanisering
Vragen op het gebied van humanisering richten zich op de maatschappelijke, politieke en morele vraagstukken van onze tijd. Hoe bevorderen we menswaardige maatschappelijke verhoudingen, met oog voor rechten en belangen van elk individu? Hoe kunnen mensenrechten worden gewaarborgd? Hoe richten we onze samenleving duurzaam in? Zingeving en humanisering staan niet los van elkaar. Levensvragen worden gevormd tegen de achtergrond van politieke, economische, maatschappelijke en culturele verhoudingen. De mate waarin mensen invloed kunnen uitoefenen op hun levensloop hangt ook af van de kansen die ze krijgen. Een zinvol leven vorm je niet alleen, mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar. In de humanistiek worden de twee centrale begrippen dan ook in hun samenhang bezien.

Theorie en praktijk
In de humanistiek is de verbinding tussen de theorie en praktijk heel belangrijk. Theoretisch doel is het verkrijgen van meer inzicht in de mogelijkheden voor zingeving en humanisering. Praktisch doel is mensen te begeleiden en stimuleren met vraagstukken op het gebied van zingeving en humanisering. Dat zie je

HUMANISTIEK EN HUMANISME
Het humanisme is een open levensbeschouwing, die zich richt op dialoog. Het is een kritische en vernieuwende beweging die er van uit gaat dat de mens een autonome en verantwoordelijke rol heeft in de vormgeving van zijn bestaan. Het moderne humanisme bouwt voort op een rijke traditie van denkbeelden en waarden. Het is een politiek en moreel streven naar een humanere samenleving. Humanisme staat voor waarden als vrijheid en zelfbeschikking, rechtvaardigheid en waardering voor de kracht van diversiteit. Het is ook een esthetisch streven: de kunst om de mooie, fijnzinnige en aantrekkelijke kanten van het mens zijn te ontwikkelen. Het humanisme kent een lange geschiedenis. Als sinds de klassieke oudheid hebben mannen en vrouwen geprobeerd om het leven en de wereld te begrijpen en als zinvol te ervaren, met een duidelijk beroep op menselijke vermogens. Vooral sinds de Verlichting kan humanisme worden gezien als een open levensbeschouwing, waarbij het menselijk perspectief maatgevend is bij het begrijpen van en het zin geven aan het leven en de wereld.

Humanisme en humanistiek

Humanistiek en humanisme zijn verschillende begrippen. Humanistiek is een wetenschappelijke studie die bijdraagt aan het doordenken van het humanisme en levensbeschouwing in de samenleving. Uitgangspunt bij deze studie is dat het humanistisch gedachtegoed en humanistische waarden enerzijds naast soms ook tegenover- andere levensbeschouwingen staan, maar anderzijds ook onderdeel zijn van andere al dan niet religieuze levensbeschouwingen. De universiteit bestudeert het humanisme in deze brede inclusieve zin.

In het licht van deze filosofische en morele opvattingen, streven humanistische existentialistische opvoeders naar humanisering van hun studenten door hun aan te moedigen zich niet bezig te houden met ultieme waarheden noch met zelfrealisatie, maar door continu keuzes te maken, zich te vormen en hun identiteit te creren en hun levenswerk waardoor zij hun gevoel van vrijheid en verantwoordelijkheid voor hun mening vergroten, waarden en gebeurtenissen die zowel hun publieke als private domein vormgeven in hun leven. De existentile benadering van humanistische educatie houdt in dat het niet gebaseerd is op het bestaan van een god in de hemel, noch op een natuurlijke orde, niet op een real self in de latente ziel die kant-en-klare antwoorden en paden representeert, zelfs als de basis intenties goed zijn, zouden zij het humanisatieproces remmen. Opvoedkundig succes volgens deze Opvoedkundig succes volgens deze benadering wordt gedemonstreerd door een soort zelfbevestiging waarin het individu durft uit te spreken op een persoonlijke en directe betekenisvolle manier zichzelf definirend en crerend buiten zichzelf, zonder zichzelf te verliezen. Aloni beschouwt democratie als de politiek die voortvloeit uit humanisme. Democratie is niet alleen regulatief (een set van regels die bepalen hoe politieke besluitvorming verloopt) maar ook substantief: een rechtvaardige en menselijke samenleving scheppen is haar doel. Enerzijds moeten vrijheid en burgerrechten bescherm worden, anderzijds moeten kritische en ontwikkelde burgers gekweekt worden. En de bescherming van de zwakkeren (verzorgingsstaat). Ook belangrijk voor A.s humanisme is dat intermenselijke relaties op basis van goede wil moeten worden aangegaan: oog voor het belang en de noden van de Ander, een tolerante houding, wederzijds respect etc. De mens als doel en nooit als middel (Kant).

3. Levenslang leren geldt voor iedereen. Ook voor leraren. Beschrijf waarin de visie op opleiden van leraren van Korthagen zich onderscheidt van die van Schultz. Ga daarbij in ieder geval in op het leerdoel en de verbinding met het leren van leerlingen. Levenslang leren is belangrijk in een maatschappij die zich zeer snel ontwikkelt op technologisch, economisch en politiek vlak Docenten moeten zich aan passen aan nieuwe omstandigheden om zo verbinding te houden met de jongeren. Daar is een kritische blik op eigen handelen en denkwijze van docenten belangrijk. Docent zijn is een zeer relationeel beroep, waarbij continue bewustwording belangrijk is. Bij zulke vragen onderscheid maken in doel, aanpak, inhoud en theorie: Korthagen: Doel: Door kernreflectie, de juiste manier vinden om iemands kwaliteiten af testemmen op de verseisten van de omgeving. Het bevorderen van bewuswording van de niveaus identiteit en missie van de docent. Aanpak/Inhoud Bij core reflecion wordt de probleemsiutatie minder uitgebreid geanalyseerd, omdat dit mensen beperkt tot enken binnen de grenzen van het kader van ht probleem Er wordt gekeken naar wat de ideale situatie is en wat de beperkende vfactoren zijn. Door te focussen op kwaliteiten worden goede genschappen gevoed in behandelingen ipv te helen wat nit goed functioneerd. Theorie: Door te focussen op core qualities worden goede eigenschappen gevoed in behandeingen ipv te helen wat niet goed functioneert. Er wordt gekeken naar de positive dingen. Wanneer iemand zich verbonden voelt met zijn krachten, roept dat vaak een positief gevoel op. Bij kernreflectie zit het dieper graven hem in het plezierig avontuur van het graven in de rijkheid van iemands innerlijke potentieel door te focussen op positieve gevoelens die verbonden zijn met dit innerlijke potentieel, en iemands innelijke bronnen van inspiratie. Kernreflectie bevordert innerljke groei, doordat het leuk is. Aandacht besteden aan kernreflectie tijdens de professionele voorbereiding kan aanstaande leraren hpen om meer bewust te worden van de kernkwaliteiten van de leerlingen, zodat ze deze kinderen beter kunnen begeleiden in hun leren en hun kunnen helpen hun kernkwaliteiten te mobiliseren, zowel op school als in hun toekomstige levens. Werelwijd moeten leraren een meer supervisor achtige rol aannemen. Dit houdt in dat zij de zelfsturende capaciteit van leelingen moeten kunnen ontwikkelen. Daarvoor moeten kernkwaliteiten als nieuwsgiergheid, toegewijsheid en zelfvertrouwen getimuleerd worden.

Schultz: Doel: Leren luisteren naar leerlingen en het belang van luisteren ontdekken. Om zo beter de leerling centraal te kunnen stellen. Inhoud; Het herkennen en oefenen met de vier verschillende soorten van luisteren:

1. Luisteren naar de details en bijzonderheden die een leerling meebrengt naar de klas. Draagt bij aan het zichtbaar maken van de leerling. 2. lusiteren naar het ritme en de balans van de klas; Hierdoor kan de leraar en de lieding nemen en de richting die de leerlingen aangeven volgen. 3. Een breder beeld vormen van wie de leerlingen zijn met daarbij de soiale, culturele en gemeenschappelijke context van hun levens. 4. lusiteren naar d estilte en de maieren waarop leerlingen stil worden. Zo leert de student wie er spreekt in de klas en wie er stil blijft. Deze verschillende manieren van luisteren worden gentroduceerd in drie fases: 1. De studenten krijgen tools 2. Aan de hand van anlytische frames wordt er kritiek geleverd op lesgeven 3. De studenten leren zich voor te stellen hoe ze als activist teachers hun manier van lesgeven mogelijk zouden transformeren. Luisteren is niet alleen letterlijk horen wat iemand zegt, maar leren luisteren naar bovenstaande dimensies. Deze luisterende houding is essentieel belangrijk als je verbinding wilt maken met je leerlingen. Aanpak: De studenten voeren opdrachten uit op de scholen waar ze stage lopen en tijdens de colleges bespreken ze waar ze tegenaan lopen tijdens hun stage en wat de luisterende houding hun oplevert. Hierbij wordt gewerkt van klein naar groot: luisteren naar leerlingen als individuen, naar de klas als groep, en naar de gemeenschappen waar de leerlingen zich zowel binnen als buiten de school in bevinden. Theorie; Voor schultz is verbinding maken met je leerlingen heel belangrijk en daarvoor is goed luisteren essentieel. Tegenwoordig zijn er veel verschillende achtergronden vertegenwoordigd een klas Een manier om alle verschillen te overbruggen is door bij het lesgeven de leerling centraal te stellen en hun verhalen bepalend te maken voor de keuzes van de leraar. Om dit te doen moet de leraar leren luisteren. Hij wil voornamelijk handvaten bieden hoe met diversiteit van leerlingen om te gaan. Schultz zegt dat kinderen alleen maar kunnen leren als dat wat geleerd moet worden ook met de praktijk van de leerlingen moet worden verbonden. Door goed te leren luisteren naar leerlingen kun je beter aansluiten op (hun) praktijk. (Meer gericht op humanisme?) De theorie van Korthagen benadrukt dat het belangrijk is dat docenten op een positieve manier leren reflecteren. Het belangrijk is dat docenten zich goed voelen en daardoor goed kunnen doceren. Het is de methode om de juiste manier te vinden om de docent zijn kwaliteiten af te stemmen op de veristen van de omgeving. De docent leer zijn goede kwaliteiten in te zetten om verbinding te maken met de leerling. Hij zet zijn kwaliteiten in. Schultz wil verbinding maken door de leraar luisteren bij te leren. Die wilen iets bijbrengen, terwijl Korthagen zich meer richt op wat er is.

Traditioneel onderwijs= overdracht, klassikaal, vasstaand, doelen instructie. Kindgericht = eigen interesse, actief, zelfstandig, eigen betekenis, einddoelen niet vast, begeleiding. 2e fase is ontwikkeling

Bij pedagogiek veel aandacht besteed aan de tegenstelling tussen het werken vanuit de docenten of de leerstof en het werken vanuit de leerling (zie 4 perspectieven van Aloni). Dewey probeert deze tegenstelling te overstijgen; 1. Hoe probeert Dewey deze tegenstelling te overstijgen: Het kan zijn dat ik bedoel hoe Dewey het traditionele onderwijs en het kindgerichte onderwijs probeert te overbruggen. Volgens mij doet hij dat door het onderwerp van de lesstof te verbinden met de ervaring en interesse van het kind, dat is het aanknopingspunt. Interesse is dus niet uitgangspunt =kindgericht) maar aanknopingspunt. Dat is t verschil. Dat is eerder combinatie van traditioneel en kindgericht want de overdracht wordt gekoppeld aan de ervaring (beetje kort door de bocht). 2. Hoe is de tegenstellingg zichtbaar in de 4 perspectieven Aloni,

Humanistische educatie is in de eerste en voornaamste plaats de ontwikkeling van de menselijke geest en een training voor de kunst van het leven gericht p de volledige en succesvole actualisatie van iedders persoonlijkheid en nauw verbonden met het meest verheven, zowel in ieders individuele persoonlijkheid al in de menselijek ultuur. De duidelijke boodschap van humanistische educatie is dat het verwerven van kennis niet het exclusieve doel moet zijn. Het is van belagnrijke betekenis voor de voeding van de persoonlijkheid van de student, met de bedoeling om hem dichter bij een betekenisvol, ged en eerbaar leven te brengen.

) Cultural-classical approach and the longing for human perfection: gericht op Bildung. Er wordt gestreefd naar intellectuele en culturele ontwikkeling van leerlingen; het overdragen van belangrijke tradities en het ontwikkelen van hogere vormen van menselijkheid. Mens zelf vorm geven aan zijn leven dmv rationaliteit. Kritisch denken een open mind en de persoon werd gezien als persoon. Plato: kennis en ultuur is belangrijk, meer in de richting van overdracht. De goede kennis moet woren overgedragen. Leiderschap en morele voorbeelden zijn belangrijk. Meer belang aan overdragen van de cultuur (traditioneel??) Aristotles; zelf realisatie. Hoe ontwikkel je op de matie waarin je moet gedragen. Meer belang in jezelf ontwikkelen. (kindgericht?) 2) Naturalistic-romantic approach and the yearning for the authenticity of selfactualization: gericht op het authentiek zijn van de leerling. De bedoeling is de leerling te

laten ontdekken wat hij echt wil en nastreeft. Niet teveel disciplineren zijn gang laten gaanl ; KINDGERICHTE BENADERING. Kind staat centraal. Kritiek vanuit aloni: te weinig richting. Het individu is TE centraal en daarbij gaat de cultuur in dit geval voorbij. Terwijl daar ook in zit wat goed en ot is. Ontkennen complexiteit van leven. 3) Existential approach and the yearning for authenticity and self-creation: gericht op de eigen vormgeving van de mens. Leerlingen worden gestimuleerd om zelf keuzes te maken en deze te beargumenteren. (Deels kindgericht?) Je bestaat niet zonder otwikkeing. De mens is niet anders dan wat hij zichzelf maakt. 4) Critical-radical approach and the yearning for empowerment and emancipation: gericht op onder andere machtsstructuren in de maatschappij, die onderdrukkend kunnen zijn voor de ontplooiing van het individu. De nadruk ligt op bewustwording hiervan en empowerment.33 Kritiek op tradiotnele cultuur, meer kritisch en autonomisch. We moeten geen gegevens in de koppen van mensen proppen, maar we moeten mensen stimuleren om kennis te ontwikkelen. Hij probeerde het dus in de cultuur te plaatsen. Veel aandacht besteden aan cultuur.
- kindgericht niet etisch of maatschappelijk ideaal - Seculier opvatting Aloni nadruk op cultuur autonomie kritisch denken en authentieke persoonlijkheid. Aloni: stimuleren om kennis te ontwikkelen, geen gegevens in koppen drukken. Klassieke cultuur: mens moet zelf invulling geven aan zijn leven. Rationeel en kritisch denken.

Zelfverantwoordelijke zelfbepaling

Pedagogische uitgangspunten

Het doel van de opvoeding is volgens Langeveld de mondige persoonlijkheid. Heel het opvoedend gedrag is erop gericht het kind te helpen mondig te worden, dat wil zeggen, in staat tot bekwaam en moreel en betrouwbaar deelnemen aan samenleving en zelfvorming. De volwassen persoon staat voor wat hij is en doet. De opvoeding is gebaseerd op de fundamentele hulpeloosheid van het kind. Hij gaat uit van het gegeven van de verantwoordelijkheid van de volwassene voor het kind. In alle omgang van volwassenen met kinderen ligt de opvoedingsverhouding al klaar. Langeveld noemde dit het antropologische grondfeit. De rol van de opvoeder is die van het plaatsvervangend geweten zolang het kind nog niet zelf in staat is verantwoordelijkheid te dragen voor zijn handelingen. De opvoeder is daarbij het model van een zelfverantwoordelijke persoonlijkheid, gekenmerkt door eigenschappen als gewetensvol, liefdevol, onbaatzuchtig en oprecht. De verantwoording van het kind aan zijn ouders dient geleidelijk aan van de ouders naar binnen te schuiven, zodat het kind tot zelfverantwoordelijke

zelfbepaling kan komen. Doel van de opvoeding is de persoonlijke vrijheid en de opvoeding tot personen die achter hun morele oordelen kunnen staan.
Relatie wetenschap en maatschappij Langevelds opvattingen over opvoeden waren nieuw. Hij ging ervan uit dat de opvoeding gebaseerd is op de fundamentele hulpeloosheid van het kind, waaruit volgt dat de volwassene verantwoordelijk is voor het kind. Het doel van de opvoeding is het kind te helpen mondig te worden. In alle omgang ligt de opvoedingsverhouding van volwassene tot kind klaar. Langeveld noemde dit het antropologische grondfeit. In Langevelds pedagogiek stond de relatie tussen kind en opvoeders centraal, wat hij al aangaf in het voorwoord van de eerste druk van Beknopte theoretische pedagogiek (zie full text publicaties). De opvoeder heeft de opdracht om het kind verantwoordelijkheid te leren nemen voor zijn handelen. Tot het moment dat het kind dat kan is het de rol van de opvoeder om plaatsvervangend geweten te zijn. De 'zelfverantwoordelijke persoonlijkheid' van de opvoeder dient gekenmerkt te worden door eigenschappen als gewetensvol, liefdevol, onbaatzuchtig en oprecht. Dit is een pleidooi voor zedelijke zelfbepaling in een morele orde waarbij we zelf verantwoordelijk zijn. De verantwoording van het kind aan de ouders behoort geleidelijk aan van de ouders bij het kind zelf te ontstaan, zodat het kind tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling kan komen. Met andere woorden, het doel van de opvoeding is volgens Langeveld de persoonlijke vrijheid en de opvoeding tot personen die achter hun morele oordelen kunnen staan.

You might also like