Verslag Practicum Fonetiek.

27-2-2012 Door Zo van de Aardweg En Niels Tacoma Groep

NR X 3686531

Zeven, Dr. Sander van der Harst.

Voor Inleiding Algemene Taal Wetenschap hebben wij het vereiste practicum verricht. Het hier op volgende schrijven is een verslag daarvan. Wij gaan ervanuit dat de lezer en beoordelen van het verslag op de hoogte is van de werking van het computerprogramma Praat, met welke het practicum is uitgevoerd. Daarom hebben wij nagelaten exacte handeling te verklaren, tenzij die de gegeven uitleg in de opdracht te boven ging.

Voor ATW Fonetiek hebben we de volgende handelingen uitgevoerd. Allereerst hebben we een zin geformuleerd die we op drie manieren hebben opgenomen. Zin: Nancy thinks about pears all the time. Manieren: 1) neutraal, zonder speciaal accent 2) met nadruk op een bepaald woord, namelijk het woord all 3) als vraagzin (waarbij het laatste woord in toonhoogte stijgt)

Vervolgens hebben we de klinker /a/ in Nancy geselecteerd en uitvergroot tot een stukje van 8 perioden. Deze selectie hebben we meerdere malen beluisterd en bestudeerd. Wat opvalt, is dat de acht perioden op het eerste gezicht een vergelijkbare vorm vertonen, maar dat er wel degelijk kleine verschillen bestaan. Het meest in het oog springende verschil is het verschil in intensiteit per periode. Een voorbeeld is het uitslaan van individuele pieken binnen een periode. De perioden zijn dus niet volledig identiek. Het opgenomen stukje klinker duurt slechts 0,0715 sec. We hebben ook geconstateerd dat de perioden in tijdsduur steeds korter worden. Hieronder staan de verschillen in tijdsduur per periode opgesomd. Daarnaast hebben we deze aparte sectie /a/ opgeslagen. 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 0.009897 0.009379 0.009033 0.008861 0.008285 0.007998 0.007595

0.05511

-0.03232 0.8757 Time (s)

0.9472

We constateren, bij nadere inspectie en vergelijking van de verschillende periodes, dat de periodes vrijwel allemaal een zelfde patroon volgen. Dit patroon wordt weergeven in een herhaling van dezelfde reeks uitslagen per periode. Wat echter verschilt per periode is de intensiteit per uitslag. Ondanks deze kleine variatie per uitslag zou je kunnen stellen dat er een sjabloon periode bestaat voor de /a/, om het maar even Platonisch uit te drukken. Wat help is dat we de zinnen hebben opgenomen in een ruimte waar het ruisniveau vrijwel geen enkel effect heeft gehad op de opname. Dit kan beteken dat de ruis niet is geregistreerd of dat het geluid (slechts een airconditioningsysteem) een dusdanig constant, monotoon geluid voortbracht dat het de enige variabele in de opname de stem was.

Een stemhebbende wrijfklank: de th in the.

0.01004

-0.01523 2.419 Time (s)

2.462

In contrast tot de a in Nancy zien we geen herhalend patroon in de perioden van de th klank. De ruis valt alleen op in de stilte voor de aanvang van de th zoals te zien is aan het begin van de trilling. Naar aanleiding van de beschrijving in de opdracht denken wij dat het staartje van de grafiek stemruis betreft (te weten het laatste kwart van de grafiek). Dit is waar het woordje the eindigt maar time nog niet is begonnen. De ruis voor the, dus aan het begin van de grafiek, betreft omgeving-ruis aangezien er een stop is na het woord all. Echter de woorden the en time lopen vloeiender in elkaar over waardoor de ruis aan het einde van de grafiek stemruis betreft.

Een stemloze wrijfklank: de th in thinks.

0.01282

-0.01624 1.222 Time (s)

1.315

In deze klank is duidelijk geen periodiciteit aanwezig, het zijn ongelijke perioden, een onregelmatige trilling. Ze verschillen bijvoorbeeld in lengte en patroon. Over de hele opname genomen is door een minimaal omgevingsgeluid slechts zeer gering ruis aanwezig, waardoor hier te concluderen is dat we hier te maken zouden moeten hebben met stemruis (te zien aan de bredere zwarte vlakken in de trilling). De ruis in deze klank betreft stemruis, geen omgevingsruis. Wat opvalt, is dat de lengte van de selectie groter is dan in vorige klanken, hieruit concluderen we dat de th klank in thinks langer duurt dan de hiervoor gekanaliseerde klanken.

Een plofklank: de p in pears.

0.02704

-0.01801 1.947 Time (s)

1.976

Er is geen duidelijke periodiciteit aanwezig. Bij het afluisteren van de afgebeelde klank hebben wij echter het volgende ontdekt: de klank p is langer dan slecht de plofklank. De plof wordt duidelijk weergegeven in de grote uitschieter in de grafiek. Logisch lijkt ons dat de beweging van de mond in de aanloop tot de plof en de beweging daarna de plof een th maken. We hebben hier niet te maken met omgevingsgeluid, wat te zien is aan het begin van de grafiek is slechts de aanzet tot de p klank. Onze aanname is dat het omgevingsgeluid word overstemd door Niels zijn stem, waardoor slechts in de pauzes tussen de woorden (waar die er zijn) omgevingsruis word geregistreerd. Dit zien we het duidelijkst in de th van the waar we een stilte zien voor de aanvang van het woord.

Een nasale klank: de tweede n in Nancy.

0.05511

-0.03232 0.7876 Time (s)

1.005

0.01431

-0.01428 0.8144 Time (s)

0.8582

In de bovenste grafiek zie je een afbeelding van het stukje nan in Nancy. Er is duidelijk te zien dat er twee keer dezelfde klank in voorkomt aan weerszijden van de a. In de onderste grafiek is de eerste n uitvergroot. De nasale klank is zonder stem, dit is te zien door het grote verschil in de intensiteit van de trillingen in de bovenste afbeelding. Ruis is te zien in de bovenste afbeelding voor het begin van de klank n, waar zich geen stem voordoet op de opname. Overeenkomstig met de a in Nancy zien we wel iets wat periodiciteit doet vermoeden, maar dit is ook logisch als je nagaat dat er met beide klangen een aanhoudend geluid word geproduceerd in tegenstelling tot veel van de andere bekeken klanken.

Hier volgt de grondtoonfrequentieopdracht

In dit oscillogram zij drie trillingen (dus drie periodieke herhalingen) zichtbaar. We hebben hier te maken met 21,4 milliseconden per drie trillingen. Een trilling duurt dus 7,1667 milliseconde. Dit is 0.0071667 sec, dit is (1/trillingstijd) 139.534 Hz.

Hier volgt de opdracht toonhoogtecontour 1. Neutrale zin We hebben het frequentiebereik ingesteld op 50 tot 150 Hz naar aanleiding van de toonhoogte van de stem van Niels. Neutrale zin: Nancy thinks about pears all the time

0.05511 500

0
Pitch (Hz)

-0.0423 0 Time (s) 3.855

0 0 Time (s) 3.855

N a n

th

i nks

a b out

p ea rs

all

t he

t i me.

Vraagzin: Nancy thinks about about pears all the time

0.1039 500

0
Pitch (Hz)

-0.1126 0.03659 Time (s)

3.901

0 0 Time (s) 3.901

Na

nc

t h inks a b ou t

pears

a l l t he

t i m e?

Nadruk zin: Nancy thinks about pears all the time.

0.2194 500

0
Pitch (Hz)

-0.3084 0.04268 Time (s)

4.551

0 0 Time (s) 4.551

N a n

t h i n ks a b out

p ea rs

ll

the t i me

Een duidelijk verschil tussen de vraagzin en de twee andere zinnen is dat aan het einde van de zin de toonhoogte omhoog gaat bij de vraagzin en bij de nadruk en de neutrale zin niet. Bij de vraag zin is ook een kleine nadruk op het woord pears te zien, hier stijgt namelijk de toonhoogte beduidend. Bij de nadruk zin is duidelijk te zien dat de nadruk op het woord all ligt, hier is namelijk een groot dal in toonhoogte te zien, de frequentie op dit woord is een stuk lager. De neutrale zin is een stuk vlakker in toonhoogte dan de andere twee zinnen, er is slechts een kleine nadruk op het subject Nancy te zien, hier stijgt de toonhoogte iets.