Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 8

Afstudeerplan 2012-2013 opleiding docent beeldende kunst en vormgeving

Afstudeerplan van Margot Roijackers


2. Omschrijving van je huidige onderwijs- en beroepsvisie; Het vak Beeldende Vorming wordt helaas vaak onderschat in het onderwijs. De ontwikkelingen die de leerling door dit vak ondergaat, zijn veel belangrijker dan je denkt. Bij het vormingsconcept staat persoonlijke ontwikkeling centraal. Ze komen erachter wie ze nou werkelijk zijn: de identiteit. Ze leren antwoord te geven op vragen als Wat vind ik mooi en waarom vind ik dat? en Wat kan ik?. De leerling kan hiermee aantonen dat hij/zij een mening kan geven en deze kan onderbouwen. Maar ook dat hij/zij ontdekt waar zijn/haar capaciteiten liggen. Ze leren door het vak ook om te gaan met meningen van anderen en dat een vraagstuk/probleem/uitwerking op meerdere manieren kan worden opgelost/uitgewerkt. Er zijn meerdere wegen die naar Rome lijden. Vaak zijn er meerdere antwoorden mogelijk en je kunt een vraagstuk daarom niet alleen bekijken vanuit bijvoorbeeld alleen maar de filosofie en de wetenschappelijk bewezen kennis. Als je datzelfde vraagstuk ook vanuit het politieke en religieuse standpunt bekijkt, kom je erachter dat elk antwoord anders is en iedereen weer anders over datzelfde vraagstuk denkt. Zo leer je de leerling dat het niet zo hoeft te zijn dat de eerste gevonden opvatting die je tegenkomt gelijk de beste is en dat die ook gelijk als waarheid moet worden bestempeld, maar dat iemand anders misschien nog wel een veel betere theorie heeft. Een hele belangrijke ontwikkeling is ook het leren reflecteren. De leerling komt hierdoor achter haar sterke en minder sterke kanten. Deze kennis en kundigheid zal de leerling tijdens zijn/haar hele leven nog goed van pas komen. Ook is Beeldende Vorming en vak dat de leerling keer op keer weer uitdaagt om iets nieuws te maken/verzinnen. Het leren presenteren van jezelf of het werk dat je maakt zorgt vaak voor meer lef en krikt in de meeste gevallen het zelfvertrouwen omhoog. Bij een sollicitatie zul je later ook de ander ervan moeten overtuigen dat jij de beste keus bent. Maar voor mij is de belangrijkste ontwikkeling het creatief leren oplossen oftewel het oplossingsgericht leren denken. Dit is een ontwikkeling die op de middelbare school handig kan zijn bij zowel alle vakken, maar ook later bij het beoefenen van je toekomstige beroep is dit nog van belang. Het vak Beeldende vorming geeft leerlingen de kans zich verhalend/beeldend te uiten. Ze leren hoe ze een idee of gevoel op hun eigen manier kunnen vertalen/verbeelden. De realisatie is vaak een combinatie van middellen en technieken die de leerling al wel beheerst en middellen en technieken die de leerling nog niet kent/beheerst. Hoe meer de leerling op dit vlak leert, hoe beter zijn/haar uitwerking wordt. Maar boven alles hoop ik vooral dat de leerling succeservaringen ervaart en zich naast het goed inzetten ook er zelf het plezier van gaat inzien. En hopelijk leren de leerlingen mede door motivatie zelfstandig te leren/werken. Gelijkwaardigheid vind ik belangrijk als we het hebben over de relatie tussen de docent en de leerling. Respect voor elkaar en elkaar accepteren zoals we zijn zou voor mijn toekomstige lessen een pre zijn. Maar toch heeft een docent een andere rol dan de leerling en dit moet in de manier van handellen duidelijk worden tegenover de leerlingen. Jij bent namelijk de persoon die moet zorgen voor structuur, het geven van kwalitatief goed onderwijs, regels waar de leerlingen zich aan moeten houden, beloont of straft de leerlingen, maar hou je je ook bezig met opvoedkundig handellen. Maar misschien wel het allerbelangrijkste, je fungeert als rolmodel. Persoonsontwikkeling staat in mijn pedagogisch handelen centraal. Iedere leerling is anders en heeft zijn/haar eigen capaciteiten en zwakke punten. Maar ook heeft iedere leerling een andere kijk op de toekomst zoals bijvoorbeeld zijn/haar toekomstige beroep. Ik denk dat de docent de leerlingen moet voorbereiden op

tentamens/examens en deze stof op verschillende manieren moet toetsen/geven/herhalen. Aangezien iedere leerling ook weer anders leert zul je je de leerstof op zo veel mogelijk manieren moeten geven/aanbieden. Ook zijn er altijd leerlingen die specefieke hulp nodig hebben vanwege bijvoorbeeld een beperking. Als docent zul je dus flexibel moeten zijn en af en toe de leerling zijn eigen manier moeten laten zoeken/vinden en mee moeten helpen om het doel te bereiken. Het ook individueel langsgaan bij leerlingen en het individueel bespreken van problemen bij bijvoorbeeld het leren maar ook persoonlijke problemen is daarom belangrijk. Zo zorg je ervoor dat je het beste haalt uit iedere leerling. Aangezien ook iedere leerlingen eigen interesses heeft en zijn/haar motivitie verschilt per onderwerp, vindt ik dat je de leerling ook zelf keuzes moet kunnen laten maken in dat wat hij/zij graag zelf wil leren/weten. Natuurlijk is de examenstof/tentamenstof verplicht en dit zul je iedere leerling moeten leren, misschien zelfs wel gewoon klassikaal. De elke hoofdvraag kan door meerdere/verschillende deelvragen worden opgelost. Ik denk dat als je de leerling een klein beetje stuurt, maar de leerling ook zelf keuzes laat maken, hij/zij veel gemotiveerder is om er veel werk in te steken. 3. Je toekomstperspectief. Ik begon aan deze opleiding omdat ik erg genoot van de Beeldende vakken op de middelbare school en ik hier ook de meeste succeservaringen had meegemaakt. Maar ook omdat mijn ouders vroeger ook op de ABV studeerde en ik dus al een redelijk beeld had van hoe de opleiding er uit zou komen te zien was het zeker geen rare keus voor mij. Daarnaast had ik veel andere interesses dan alleen het tekenen en schilderen. Ik danste, deed aan theater en toneel, speelde piano, had zangles gehad en stond graag op de bhne. Daarom voelde ik me bij de eerste open dag me al gelijk thuis op de FHK. Elke andere opleiding leek te verbleken aan de horizon. Wat me ook wel erg aanstond was dat ik in het eerste jaar mij nog kon orinteren op twee opleidingen (toen nog Viscom en de docentenopleiding) in plaats van gelijk vast te zitten aan n van de twee. Ik starte dan ook vol goede moed aan de opleiding en hoopte dat mijn technieken beter werden en ik qua theorievakken meer bij zou leren aangezien ik toen alleen nog maar wat basis TDK gehad had op de middelbare school en ik nog nooit in aanmerking was gekomen met PPO of Vakdidactiek. Ik denk dat ik Theoretisch meer heb geleerd dan bij het maken van praktijkwerk en alles wat daarbij komt kijken. Wel leerde ik goed presenteren en kwam ik erachter dat ik dat docentvak eigenlijk helemaal niet zo eng meer vond en dit stiekem best wel leuk begon te vinden. Tijdens mijn stage heb ik dan ook erg veel geleerd en leerde ik vooral ook mezelf erg goed kennen. Qua praktijk heb ik wel gexpirimenteerd met nieuwe materialen en heb ik ook nieuwe toen nog onbekende technieken geleerd. Ook ben ik zorgvuldiger leren omgaan met het zoeken, verzamelen en opbergen van bronnen. Ook merkte ik al snel dat ik reflectief vaak erg sterk was/ben. Ook door het in contact komen met andere docenten/kunstenaars in spe heb ik veel nieuwe wegen ontdekt en zijn mijn ogen geopend voor allerlei nieuwe oplossingen en ideen. Ik begon erachter te komen wie ik was en hoe ik mijn toekomst voor me zie. Natuurlijk staat niks vast en mocht er iets totaals anders op mijn pad komen waar ik eerst nooit aan gedacht zou hebben, zou ik hier zeker voor open staan. Maar als ik nu zou moeten bedenken wat ik later zou willen doen na de ABV dan denk ik het volgende: 1: Eigen beeldend werk maken 2: fotograferen (freelancer of voor een instantie/bedrijf) 3: Lesgeven op het voortgezet onderwijs of op het speciaal onderwijs 1: Eigen beeldend werk maken Mijn voorkeur ligt in mijn vrije tijd nu voornamelijk bij fotografie, maar af en toe heb ik ook periodes dat ik schilder, teken, films maak of meer drie dimensionaal bezig ben. Achter dit stukje toekomst zit geen druk en ik zal de werken voornamelijk voor mijzelf maken. Als de werken verkoopbaar zijn, zou ik dit zeker overwegen, maar dit zal zeer zeker niet de reden worden van het maken. Experimenteren zal centraal

staan, maar ook het mezelf blijven uitdagen en het steeds weer ontdekken van nieuwe dingen. Hier kan ik ook weer uit putten als docent op het voortgezet onderwijs. Jezelf technieken aanleren is namelijk sowiesow een kwestie van tijd en nieuwe inspiratiebronnen zul je tegen blijven komen. 2: fotograferen (freelancer en/of voor een instantie/bedrijf) Ik heb ooit al eens overwogen om fotos te maken voor 3 voor 12 (concert fotografie), maar vanwege tijdgebrek heb ik dit helaas toch maar niet gedaan. Na mijn studie weet ik zeker dat ik door ga met fotograferen. Als freelancer hoop ik ooit een eigen fotostudiootje te hebben voor het maken van de om ze zo maar te noemen doorsnee kiekjes. Je hebt dan te maken met de wensen van de klant en natuurlijk zorg je er wel voor dat de klanten duidelijk zien dat het een echte Margot Roijackers is. In ieder geval dat zal ik zeker proberen. Natuurlijk bied de studio voor mijzelf ook genoeg ruimte voor het maken van mijn eigen fotografie, waarbij ik alleen rekening hoef te houden met wat IK op de foto wil hebben en wil laten zien. Maar als fotograaf is het altijd lastig geld verdienen, daarom zou ik ook zeker als een bedrijf, band of wie dan ook zou vragen of ik voor een leuk bedrag op lokatie bijvoorbeeld fotos zou willen maken ik dit ook zeker aan zou nemen. Tenzij de klant beeldend andere fotos voor ogen heeft dan de fotos die ik wil/kan maken. 3: Lesgeven op het voortgezet onderwijs of op het speciaal onderwijs Ik merkte tijdens mijn stages dat het voortgezet onderwijs echt wel iets voor mij was. Wel merkte ik dat mijn leeftijd (als ik dit schrijf nog negentien) wel soms een probleem was voor de leerling en mijzelf dwars zat. Mijn voorkeur ligt door mijn leeftijd, maar ook vanwege mijn ervaring bij het lesgeven op het VMBO en HAVO. VWO is misschien nog net iets te hoog gegrepen voor mijn eerste paar jaren die ik graag voor de klas wil doorbrengen na mijn studie. Eventueel zou ik na een aantal jaar wel graag aan een VWO klas willen les geven. MBO en/of HBO sluit ik ook niet uit, maar dat verschilt weer per opleiding, en ik denk dat mijn hart nu toch meer licht bij het voortgezet onderwijs. Tijdens mijn derde stage kwam ik er ook achter hoe graag ik werkte met leerlingen die een beperking hadden. Ik kreeg daar ineens zoveel energie van! Ik paste mij vrij gemakkelijk aan aan de behoeftes van de leerlingen en ook was het zo dat tijdens mijn derde stage op het middelbaar (speciaal) onderwijs ik met de leerlingen individueel ook veel contact had en daardoor iedere leerling goed kende na enkele weken. Dit kwam ook mede door de kleinere klassen en ook het gevolg hadden dat ik met minder stress voor de klas stond dan voor klassen met 30 leerlingen, waarvan ik tijdens stages het idee had dat ik ze maar met moeite onder controlle kreeg. Het is lastig uit te leggen waarom ik het speciaal onderwijs zo fijn vond/vind, maar ik had echt het gevoel dat ik daar prima op mijn plek zat. 4. Competenties Het liefst natuurlijk alle competenties: A 1 t/m 3 - Crerend vermogen B - Vermogen tot reflectie en ontwikkeling C - Pedagogisch vermogen D - Didactisch vermogen E - Inter-persoonlijk vermogen F - Vermogen tot samenwerking G - gerichtheid op cultuurverschijnselen in de eigen omgeving Maar de nadruk zou wel mogen liggen op: Algemeen: A (1, 2 en 3), B, E (E1 en E2), F, G (G1 en G2) C & D (aan de hand van stages en toetsen) F2 (aan de hand van mijn minor en het project in het derde jaar) 5. plaats en het belang van het beeld Ik ben na iets meer dan twee jaar zoeken en experimenteren erachter gekomen met welke themas en materialen/technieken ik graag werk. Na het maken van mijn

eerste echte installatie tijdens het project en na het succesvol afronden van mijn minor Ruimte & Enscenering, realiseerde ik mij dat de ruimte net zo belangrijk is als het beeld dat je erin plaatst. Het kan je beeld versterken of juist verslappen. Bij mijn eerste installatie maakte en verzamelde ik het grootste gedeelte al voor ik uberhaupt een ruimte had gevonden. Ik had geluk dat ik een perfecte ruimte in het atelier zelf vond. Ik wil volgend jaar dan ook eerst op zoek gaan naar lokaties en dan ter pleke experimenteren. Ondanks dat ik straks een LIO stage wil gaan lopen, wil ik ook veel tijd besteden aan het maken van beelden. Ik dan ook zou graag mee willen doen met de afstudeerexpositie. Ook zou ik later in plaats van een tentoonstellingsboekje of lessenreeks gewoon graag een scriptie doen die ik kan koppellen aan mijn eigen werk. Theorie der Kunsten en de zoektocht naar nieuwe kunstenaars zorgen er voor dat ik onuitputtelijk door kan gaan met het maken van werk, aangezien ik dan steeds weer aangestuurd wordt om zelf aan de slag te gaan met de nieuwe inspiratiebronnen die ik vind. 6. Stage Ik zou graag stage lopen op een middelbare school aangezien ik later ook graag op het voortgezet onderwijs les zou willen geven. Ik heb een voorkeur voor werken met leerlingen met een beperking of leerlingen met een rugzakje. Tijdens mijn vorige stage heb ik de leerlingen met een beperking al mogen ervaren. Dit beviel goed dus nu zou ik graag les willen geven aan leerlingen met een rugzakje (denk aan autisme, ADHD, ADD etc.). Het liefste speciaal onderwijs, aangezien alle leerlingen wel iets hebben en de lessen hierop zijn aangepast. Ook zie je bij scholen met deze specifieke leerlingen vaak kleinere klassen. Tijdens mijn vorige stage heb ik deze kleinere klassen als zeer prettig ervaren. Maar natuurlijk kun je niet altijd stage lopen bij je eerste keus en dus heb ik ook nagedacht over wat ik dan wel zou willen als ik niet terecht zou kunnen op een school die speciaal onderwijs aanbiedt. Ik zou dan graag op het reguliere voortgezet onderwijs les willen geven aan VMBO en HAVO klassen. Bij VWO klassen geef ik de voorkeur aan de onderbouw. Tijdens mijn stage zou ik graag weer eigen lessen willen maken en het liefste zelfs af en toe alleen voor de klas willen staan. Tot nu toe heb ik altijd nog het gevoel gehad dat ik alleen maar de stagaire was en er een aantal leerlingen liever hun vragen vroegen aan de eigen vertrouwde docent in plaats van aan mij. Ik werd op mijn vorige twee stages een beetje klein gehouden denk ik. Ik weet namelijk zeker dat er veel meer in mij zit, maar vaak ook dankzij een lessenpakket waar een school niet van wil afwijken kon ik niet optimaal knallen op al mijn stagescholen. 7. Minorstudie Ik volgde de minor Ruimte & Enscenering. Eigenlijk was dit een drama minor, maar deze minor sloot ook fantastisch aan bij de ABV. Door verschillende lessen aan het begin van de minor werden we ons bewust gemaakt van: - Ons eigen lichaam (Wat kun je daar mee uit beelden?) - Licht & Geluid (hoe werkt de techniek en hoe kun je dit gebruiken in je eigen werk) - Samenwerken (Hoe kom je samen tot n gezamenlijk beeld, waar iederen tevreden over is) - Hoe regisseer je een film (techniek en nadenken over kader, licht, geluid, beeld en bewerking) - Hoe maak je een Installatie met materialen die voorhanden zijn - Hoe kun je sfeer neerzetten met materialen die voorhanden zijn - Hoe maak/regisseer je een performance - Hoe moet je acteren/toneel spelen - Hoe belangrijk is de ruimte (hoe plaats je jezelf of een beeld in die ruimte) - Hoe verbeeld je een concept (miniatuur, schetsen, verantwoording en presenteren)

Ik merk nu nog dat ik heel erg veel aan deze minor gehad heb. Ook leerde ik al gauw dat de ruimte erg belangrijk was bij het laten zien of exposeren van je werk. Ook het steeds weer op een andere lokatie samenwerken was een hele fijne manier van werken. Ook leerde ik dat beeldend veel meer is dan alleen de ABV. Je overige talenten zoals dans, zang, toneelspel of het bespelen van een muziek instrument moet je ook benutten. Ze zijn net zo beeldend als een schilderij en zeker bruikbaar als ABV-er. 8.Tijdsplanning In mijn eerste semester zou ik mij ongeveer 3 volle dagen bezig willen houden met de theorievakken (TDK, PPO en VD), waarvan 1 dag helemaal bedoelt is voor het maken van mijn scriptie. Voor mijn praktijk werk heb ik ook 2 dagen in de week gerekend. Ik heb ondanks mijn keuze voor een blokLIO toch gekozen voor een scriptie ter ondersteuning van mijn praktijkwerk. Ook omdat het onderzoek dat ik daarvoor vericht ook prima gebruikt kan worden tijdens mijn stage als inspiratiebron. Ik heb tot aan het einde van December de tijd om mijn scriptie en praktijkwerk af te maken. In het tweede semester wil ik mij namelijk helemaal kunnen richten op mijn blokLIO. 9. Voorlopige bronnen - Bienalle Veneti 2011 (de boeken en tijdschriften die ik daar gekocht heb) - De Londen reis - www.Froot.nl - http://www.beeldendonderwijs.nl/ - http://www.facebook.com/#!/groups/298455430172651/ (Een groep aangemaakt door ABV-er waar je gevonden kunstenaars, websites, films en werken kunt uitwissellen.) - Boeken van afzonderlijke kunstenaars en fotografen - The Nutshell Studies of Unexplained Death - http://www.facebook.com/#!/margot.roijackers (In de foto albums zijn alle mappen met mijn gemaakte werk vanaf schooljaar 1 tot & met nu openbaar en dus voor iedereen zichtbaar) - http://www.blogger.com/profile/07240209487097960661 (Voornamelijk mijn laatste werken en opdrachten gemaakt voor de ABV) - http://www.facebook.com/#!/groups/368289103211746/ - De beeldenbank van Ali - De mediatheek op de FHK - De Symbolengids door Clare Gibson - Studieboeken: Effectief Leren, De Tweede Helft Beeldende kunst na 1945en Algemene kunstgeschiedenis (Honour & Fleming). - Schilpad Kunstboekjes - Invloeden binnen de westerse kunst door David Gariff - Beeldende Begrippen (Begrippen in beeldende vormgeving) door Bert Boermans - Beeldenboekje 1, 2 en 3 Guus Broeders - Beginselen van de beeldende kunst door A. Gerritse - Geschiedenis van de beeldende kunst door A. Gerritse - Kunst in beeld 1 t/m 9 (Elsevier) - Vice (tijdschrift) - https://www.tumblr.com/

lijst gedragsindicaties niveau 2 [hoofdfase] Fontys ABV A1 CREREND VERMOGEN 1 De student kan zelfstandig een beeldend proces op gang brengen, dit proces kwalitatief onderhouden en afronden. A1.1 je ontwikkelt autonome beeldtaal dmv onderzoek en gericht experiment; A1.2 je hebt zichtbaar aandacht besteed aan ontwerpend of toegepast verbeelden A2 CREREND VERMOGEN 2 De student creert beelden in uiteenlopende disciplines en drukt de eigen beeldende visie uit met adequate middelen. A2 je ontwikkelt beeldende vaardigheden en een persoonlijke werkwijze, gekenmerkt door samenhang in materieel-technische verscheidenheid A3 CREREND VERMOGEN 3 De student ontwikkelt eigen onderzoeksvragen op het gebied van de theorie van de kunsten. A3.1 je kunt onderzoeksvragen formuleren A3.2 je toont inzicht in: a. de cultuurhistorische samenhang van de diverse kunstdisciplines; b. de belangrijkste iconografische thema's; c. de samenhang tussen kunstwerken uit verschillende periodes B VERMOGEN tot REFLECTIE en ONTWIKKELING De student kan het eigen beeldend handelen, het kunsttheoretisch handelen, het pedagogisch en didactisch handelen beoordelen, in onderling verband hanteren, en zo nodig verbeteren. B.1 je ontwikkelt 'beschouwingsvermogen' dat o.a. blijkt uit het kunnen onderhouden van een beeldend proces in inhoudelijke en materile zin.

B.2 je bent je bewust van de belangrijkste opvattingen en ideen die in verschillende cultuurperioden gehanteerd worden, en de mogelijke invloed daarvan op je eigen werk B.3 Je bent in staat om je opvattingen over beroep te verwoorden, en planmatig aan de gewenste beroepsmatige ontwikkeling te werken. B.4 je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken. C PEDAGOGISCH VERMOGEN De student zet pedagogische kennis en ervaringen in met als doel een zingevend en veilig klimaat te creren. C.1 je verantwoordt je pedagogische opvattingen; C.2 je geeft ruimte aan de inbreng van leerlingen, en houdt rekening met de verschillen tussen leerlingen bij het samenstellen van je opdrachten; C.3 je onderzoekt en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; - je creert een veilige leeromgeving; C.4 je herkent en benoemt ontwikkelings- en gedragsproblemen bij leerlingen D DIDACTISCH VERMOGEN De student zet didactische en vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en ervaringen op een methodische wijze in bij educatieve aktiviteiten, met als doel het beeldend vermogen van leerling of cursist te ontwikkelen D.1 - je ontwerpt lessen en lessenseries, en zorgt voor variatie en een heldere opbouw; je kunt methodisch verantwoord lesmateriaal ontwerpen waaronder digitaal en kan dit materiaal in je lessen inzetten; - je bent in staat een vaklokaal stimulerend in te richten D.2 - je neemt de belevings- en ervaringswereld als uitgangspunten van je lessen beeldende vorming; - je bevordert de zelfstandigheid van leerlingen D.3 - je constateert en analyseert leerproblemen; - je zorgt voor een betrouwbare evaluatie van leerproces en leerresultaat E INTERPERSOONLIJK VERMOGEN De student functioneert open en oprecht in een sociaal verband en je communiceert daarbij effectief E.1 je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool; E.2 je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal E.3 je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag; F VERMOGEN tot SAMENWERKING De student is in staat een zelfstandige bijdrage te leveren aan een gezamenlijk proces of produkt, educatief en/of beeldend. F.1 je kunt kritiek verwerken en ernaar handelen F.2 je levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt daarbij verantwoordelijkheid voor een taak G OMGEVINGSGERICHTHEID De student kan relevante omgevingsfactoren in de samenleving signaleren en deze integreren in zijn studie of onderzoek G.1 je neemt deel aan discussies over kunst en onderwijs; - je onderneemt zelfstandig

aktiviteiten om inzicht in kunst en cultuur te vergroten; G.2 je houdt je op de hoogte van werk en ideen van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van leerlingen; G.3 je kunt culturele evenementen selecteren op hun bruikbaarheid voor educatieve doeleinden; - je verzamelt en verwerkt informatie van de culturele infrastructuur van de stage-omgeving, en benut deze informatie actief.

You might also like