Professional Documents
Culture Documents
Trends in Voeding
Trends in Voeding
Trends in Voeding
De vergrijzing laat zich dubbel en dik voelen in de voedingssector. In 2015 is een op de drie
Belgen ouder dan zestig en laat dat nu net de enige leeftijdscategorie zijn die nog bereid is
om meer uit te geven aan eten. Senioren zijn geen niche meer voor de voedingsindustrie,
Eén beperking is er wel bij al dit idealisme: de duurzame merken moeten de concurrentie
met de reguliere producten kunnen doorstaan. Ook al kiezen consumenten hun voeding nog
zo bewust, smaak en prijs blijven de belangrijkste aankoopcriteria. Ietsje meer willen we wel
betalen, want het gaat tenslotte om onze voeding. Hoe dichter iets bij ons komt, hoe groter
onze bereidwilligheid om wat dieper in onze portemonnee te tasten. Ouders willen voor hun
kinderen het allerbeste, daarom kopen ze luiers van Pampers. Maar naar de crèche geven
ze hun kind een luier van het Kruidvat of de Aldi mee, want daar is de kans groot dat die om
de billetjes van een andere baby gaat. Onze hang naar duurzaamheid manifesteert zich ook
in onze voorliefde voor eten dat voor onze neus en speciaal voor ons – zo lijkt het wel –
gefabriceerd wordt. Een verse smoothie, soep met echte brokjes, ciabattina’s en wraps die in
de supermarkt gesmeerd worden: we zijn er gek op. Want wat vers is, is duurzaam, denken
we. Bovendien stillen we er onze heimwee naar (groot) moeders keuken mee, zegt
trendwatcher Nathalie Bekx. Zelf komen we niet meer aan koken toe. Met de ‘self-traiteur’-
stand, zoals Delhaize dit segment noemt, krijgen we toch nog het gevoel dat iemand voor
ons zorgt. (idg)
De paradox is: specialisten weten steeds meer over voeding, gewone mensen steeds
minder. Wie weet nog dat witlof een wintergroente is en sperziebonen een zomergroente?
De ingevlogen ‘kilometervoeding’ heeft ons het hoofd op hol gebracht, alles is altijd
beschikbaar. Toch zijn we heel graag met eten bezig. Met kijken naar mooie plaatjes in
glossy magazines, met leren van sterrenkoks op televisie, met eten op restaurant. We doen
aan ‘gastroporno’, zoals Nathalie Bekx dat noemt. In 2025 zal ons bord nog vaker dan
vandaag buitenshuis staan. Er komen steeds meer afzetkanalen voor voeding bij, en ze
winnen terrein. We eten onderweg, in scholen en ziekenhuizen. We halen onze maaltijd af bij
supermarkt of pompstation en prikken een vorkje bij Ikea of de Fnac. Koken wordt zo steeds
meer een exotische hobby, het maakt geen deel meer uit van ons dagelijks leven. Mensen
tussen 20 en 35 staan vandaag hoogstens een halfuur in de keuken. De generatie tussen 51
en 65 doet er nog dubbel zo lang over. In 2010 zal tachtig procent van de maaltijden (op zijn
minst) deels vooraf klaargemaakt zijn. We gaan wel nog graag op kookcursus, want dat is
gewoon leuk. Vroeger lagen op ons bord een stukje vlees of vis met groenten en
aardappelen, maar die tijd is voorgoed voorbij. De toekomst is aan de tapaseters. Eten is
altijd en overal beschikbaar en dus snacken we de hele dag door. Het traditionele
voedingspatroon van drie hoofdmaaltijden per dag verdwijnt. We willen niets missen, alles
uitproberen en experimenteren met wat ons uit de vier windstreken komt aangewaaid.
Maken zich klaar voor een doorbraak in 2008: de yumbes, een subtropische vrucht uit China,
de goji-bes uit het Himalayagebied en de Afrikaanse hete peper peri-peri. Het gevolg van die
toenemende snackcultuur is wel dat we op het einde van de dag niet meer weten wat we
allemaal hebben binnengekregen. Wat leidt tot nog meer obesitas, dé welvaartsziekte van
de komende decennia. (idg)
TIJDLIJN
1850
De Belg spendeert meer dan 65 procent van zijn huishoudbudget aan voeding. Vandaag is
dat tussen de 12 en de 18 procent. Per dag eet de gemiddelde Belgische familie één
kilogram aardappelen. Dit monotone dieet wordt aangevuld met wat brood, wat zuivel
en vlees op zondag. De meeste mensen zijn al lang tevreden als ze niet omkomen van
honger of dorst.
1925
Rond de eeuwwisseling wordt eten ook plezier en luxe. In 1925 zijn aardappelen nog altijd
het hoofdbestanddeel van de familiemaaltijd, maar ook verse vis, kaas, rijst, verse
groenten en fruit, koekjes, chocolade en frisdrank komen steeds vaker op tafel. De Belgen
eten hun eerste bananen en hun eerste Hollandse kazen.
Coca-Cola wordt geïntroduceerd op de Belgische markt. In de editie uit 1927 van Ons
kookboek staan drie gerechten met macaroni: een variant met ham, een met kaas en een
met eieren. Het zijn Belgische fabrikanten als Remy en Soubry die de pasta maken. Een
grote hit wordt de chocolade van Côte d’Or. De suikerconsumptie neemt tussen 1890 en
1940 met maar liefst 500 procent toe. Frietkoten rijzen overal als paddestoelen uit de
grond.
1955
De koopkracht van de Belg neemt toe, en hij koopt vaker vlees, kaas, gevogelte en
zoetigheden. Chips, frieten, kroketten, pasta en pizza worden almaar populairder, wat ten
koste gaat van de aardappel. Rijst wordt nog voornamelijk in desserts verwerkt, tot
rijstpudding en rijsttaart. Favoriete groenten zijn bloemkool, suikerbiet, andijvie en ajuin.
Fruit komt hoofdzakelijk van eigen Belgische bodem, al duiken wel citrusvruchten en ananas
1975
De Belg spendeert nog 25 procent van zijn huishoudbudget aan voeding. Hij drinkt nu
evenveel frisdrank als bier, dat gestaag aan populariteit inboet. Kip verliest zijn status:
van een zondagse maaltijd in de jaren vijftig, wordt het een doordeweeks gerecht. Jaarlijks
eet de Belg 28 kilogram rundvlees, een record. De totale vleesconsumptie neemt toe van 30
tot 35 kilogram in de late jaren veertig tot 100 kilogram in de late jaren zeventig. In de
keuken staat voortaan ook een diepvriezer. Gerechten als osso buco, nasi en bami goreng,
paella en risotto zijn inmiddels klassiekers geworden. In het kookboek van de
Boerinnenbond staan gerechten met avocado, kokosnoot en olijven. Ook kiwi, broccoli,
courgette, paprika, venkel, lychees en mango liggen in de supermarkt. Light-producten, met
aspartaam, worden gelanceerd. (idg)