Werkwoordenspelling

You might also like

Download as ppt, pdf, or txt
Download as ppt, pdf, or txt
You are on page 1of 15

Werkwoordenspelling

Methode:
Zin in taal
onderbouw

doe-woorden : woorden die in een


zin vertellen wat iets of iemand
doet.
bovenbouw

doe-woorden zijn werkwoorden


Werkwoorden,opbouw van de
methode
De woordenboekvorm

Dit is het hele werkwoord, zoals je het


terugvindt in het woordenboek.

Truc: zet er “ik kan” voor:

Henk loopt de straat uit.


Ik kan lopen.
.
2. De persoonsvorm
Hoe kan je de persoonsvorm vinden in een zin?

Voorbeeld: Harrie kijkt naar buiten.

1 Maak er een vraagzin van. Dan komt de


persoonsvorm vooraan te staan.

2 Verander het onderwerp van meervoud naar


enkelvoud of anders om. De persoonsvorm
verandert dan ook.

3. Verander de tijd van t.tijd naar v.tijd of


andersom. De persoonsvorm verandert dan ook.
Het persoonswoord
Het persoonswoord

Je kan personen en dingen vervangen door het persoonswoord.

Voorbeeld: Henk loopt over staat.


Dit wordt dan: Hij loopt over straat.

De persoonswoorden zijn:

enkelvoud
• ik
• jij
• hij/zij/het
meervoud
• wij
• zij
Het onderwerp
Het onderwerp vertelt wie of wat iets
doet in een zin.

Voorbeeld: Henk loopt over straat.


Stel de vraag:
Wie of wat loopt..
Vervoegen
De tegenwoordige tijd
Harrie gooit de bal.
enkelvoud
ik gooi
jij gooi +t (gooi jij)
hij gooi +t
zij gooi +t
het gooi +t

meervoud
wij gooi +en
jullie gooi +en
Zij gooi +en
Vervoegen
de verleden tijd
Onregelmatige werkwoorden

De klinkers veranderen in de verleden


tijd.
Dit moet je weten.

lopen…liepen
worden…werden
etc.
Vervoegen
verleden tijd

Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden hebben als


uitgang
-te of -de in het enkelvoud en -ten of -den in
meervoud.

Voorbeeld:
werkte werkten
gooide gooiden
‘t taxikofschip
ik-vorm +te/ten
Neem het hele werkwoord en haal –en eraf.
Voorbeeld: werken wordt dan werk.

Eindigt dit dan met een medeklinker uit ‘t


taxikofschip dan krijgt:

• de v.t. enkelvoud –te achter de ik- vorm/stam:


Hij werkte
• de v.t. meervoud –ten achter de ik-vorm/stam:
Wij werkten
ik-vorm +de /den
Haal -en van het hele werkwoord (woordenboekvorm).
Dus gooien wordt gooi

Deze letter is geen medeklinker uit ‘t taxikofschip.


• De v.t. enkelvoud krijgt –de achter de ik- vorm
/ stam:
Hij gooide.
• De v.t. meervoud krijgt –den achter de ik-
vorm / stam:
Wij gooiden

Dus ook : ik verhuisde,het gonsde,hij erfde,zij verfde.


deelwoordvorm
• Is een werkwoord in een zin geen persoonsvorm en geen
woordenboekvorm, dan is het een deelwoordvorm.
• In een zin met een deelwoordvorm staat altijd een
persoonsvorm van het werkwoord: hebben,zijn of worden.

Voorbeeld: Hij heeft de bal weggegooid/weggeschopt.

Ook hierbij geldt de regel van ‘t taxikofschip voor de


uitgang.
werkwoordenschema
Oefenen ,oefenen

You might also like