Vraag 1 : wat is de algemene doelstelling van de welzijnswet ?
a) Het betalen van vergoedingen aan WN wiens welzijn geschaad wordt door het werk vanwege ongevallen of ziekten b) De veiligheid van bedrijven en het welzijn van de WN bij de uitvoering van hun werk garanderen c) Bevorderen van het welzijn van de WN tijdens de uitvoering van hun werk Vraag 2 : noem een belangrijk uitgangspunt van de welzijnswetgeving ? a) WG en WN hebben rechten en plichten b) WN moeten correct betaald worden door de WG c) Elke WN moet een risicoanalyse van zijn werk uitvoeren Vraag 3 : tot welk domein behoren de maatregelen ter voorkoming van stress? a) Ergonomie b) Psychologische belasting c) Gezondheid Vragenreeks VOL VCA Vraag 4 : tot welk domein behoren maatregelen ter beperking van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen ? a) Ergonomie b) Gezondheid c) Arbeidshygine Vraag 5 : welke taak heb je als leidinggevende m.b.t. de risicoanalyse ? a) Meewerken aan het opstellen ervan b) Zorgen dat de analyse wordt uitgevoerd c) De analyse opvragen bij de veiligheidsdienst Vraag 6 : welke taak heeft de preventiedienst m.b.t. de risicoanalyse ? a) Verwerken van de resultaten b) Advies verlenen over de resultaten c) Goedkeuren van de resultaten
Vragenreeks VOL VCA Vraag 7 : wat is het doel van het jaarlijks actieplan ? a) De inspectiediensten inlichten over de veiligheidstoestand in het bedrijf b) Concrete acties plannen ter bevordering van het welzijn op het werk c) De risicos in het bedrijf opsporen en analyseren
Vraag 8 : wat is een globaal preventieplan ? a) Een document dat de resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen weergeeft b) Een document waarin de te ontwikkelen en toe te passen preventieactiviteiten worden geprogrammeerd voor 5 jaar c) Een actieplan dat de grote lijnen van de activiteiten van het bedrijf en de eraan verbonden risicos weergeeft
Vraag 9 : wanneer moet een werknemer opleiding of instructies ontvangen? a) Bij verandering van werkpost of functie b) Bij een ernstig en onmiddellijk gevaar c) Na een afwezigheid van minimaal 30 dagen Vragenreeks VOL VCA Vraag 10 : wat is een kenmerk van goed overleg ? a) Het wordt georganiseerd telkens er dode momenten zijn b) Er wordt rekening gehouden met de opmerkingen van de WN c) Er wordt voldoende tijd voor uitgetrokken
Vraag 11 : wat behoort tot de taak van de leidinggevenden op het vlak van preventie en bescherming op het werk ? a) De WN een veiligheidsopleiding geven b) Het opstellen van een globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan c) Controle uitoefenen op arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen
Vraag 12 : wat hoort tot de taak van de leidinggevenden op het vlak van preventie en bescherming op het werk a) Zich ervan vergewissen dat de WN de informatie begrijpen en in praktijk brengen b) De WN een veiligheidsopleiding geven c) Info en instructies opstellen en ter beschikking stellen van de WN Vragenreeks VOL VCA Vraag 13 : wat is het doel van gezondheidstoezicht ? a) De mensen met een ziekte of aandoening verwijderen uit de arbeidssituatie b) Het verbeteren van de gezondheid van de mensen c) Voorkomen en tijdig opsporen van beroepsziekten
Vraag 14 : wanneer moeten personen die aan gevaarlijke producten blootgesteld worden een gezondheidstoezicht ondergaan ? a) Periodiek b) Op hun aanvraag c) Als zij problemen ondervinden
Vraag 15 : welke verplichting heeft een werkgever in wiens bedrijf aannemers komen werken uitvoeren ? a) Opleiding en instructies geven aan de werknemers van de aannemers b) Elke aannemer laten inspecteren door een leidinggevende van zijn bedrijf c) De aannemers de nodige info verstrekken over de risicos en maatregelen die gelden in zijn bedrijf Vragenreeks VOL VCA Vraag 16 : voor welke personen buiten de eigen WN, moet de WG maatregelen nemen om risicos te beheersen ? a) Zelfstandigen die voor hem opdrachten uitvoeren b) Inwonende familieleden van de eigen WN c) WN van andere WG die zich op de werkplek bevinden
Vraag 17 : wat is de specifieke bevoegdheid van de inspectie inzake welzijn op het werk ? a) Documenten opvragen, kopiren en in beslag nemen b) De redenen van zijn bezoek bekendmaken c) Een geldboete opleggen en innen
Vraag 18 : wanneer spreken we van burgerlijke aansprakelijkheid ? a) Als de schade opzettelijk veroorzaakt werd b) Als er schade, fout en oorzakelijk verband is tussen beide c) Als er een contract tussen de benadeelde en de aansprakelijke bestaat
Vragenreeks VOL VCA Vraag 19 : waarop hebben de Europese richtlijnen met economische dimensie betrekking ? a) Het bepalen van de minimum voorschriften voor de V en G van de WN b) Het vrij verkeer van goederen die voldoen aan een bepaald veiligheidsniveau c) Het bepalen van minimum en maximum prijzen voor producten binnen EU
Vraag 20 : wat is de doelstelling van de milieuwetgeving a) De mens beschermen tegen de schadelijke effecten van industrile activiteiten b) De mens en de omgeving beschermen tegen de schadelijke effecten van industrile activiteiten c) WN en bedrijven beschermen tegen de schadelijke effecten van de omgeving
Vragenreeks VOL VCA Vraag 21 : wat verstaat men onder de mate van waarschijnlijkheid in het begrip risico ? a) De grootte of de omvang van de gevolgen b) De grootte van de kans dat een ongeval zal optreden c) Het effect op lange termijn (beroepsziekten)
Vraag 22 : welke factor kan bepalend zijn voor de risicos van het werk ? a) De aard van de uit te voeren werkzaamheden b) Het opleidingsniveau van de WN c) Het gebruik van PBMs
Vraag 23 : wat geniet de voorkeur bij het beheersen van risicos ? a) Het aanbrengen van beveiligingen b) Het plaatsen van waarschuwingsborden c) Het gebruik van gepaste PBMs
Vragenreeks VOL VCA Vraag 24 : in welke situatie is het hebben of opstellen van een taakrisicoanalyse aangewezen a) Bij het inzetten van uitzendkrachten b) Bij het aanstellen van een leidinggevende c) Bij de evaluatie van een WN
Vraag 25 : wat is het doel van een risicoanalyse ? a) Alle risicos uit te sluiten b) De risicos te beperken tot het aanvaardbare c) De verantwoordelijkheid vastleggen
Vraag 26 : wat is belangrijk voor de leidinggevende bij de uitvoering van risicovolle werkzaamheden ? a) Voldoende aanwezig zijn en controleren of de afspraken gevolgd worden b) Een schriftelijke werkvoorbereiding aan alle uitvoerenden geven c) Dagelijks een TBM organiseren Vragenreeks VOL VCA Vraag 27 : wat is het doel van het evalueren van risicoanalyses ? a) Het analyseren van de gegevens om de ongevalstatistieken te kunnen bijwerken b) Het leren uit opgedane ervaringen voor soortgelijke toekomstige werkzaamheden c) Het vervangen van hoogrisico werkzaamheden door laagrisico werkzaamheden
Vraag 28 : waarvan zijn gestapelde goederen in een vluchtweg een voorbeeld ? a) Van een tijdelijke toelaatbare situatie b) Van een onveilige handeling c) Van een onveilige situatie
Vraag 29 : wat wordt beschouwd als arbeidsongeval ? a) Elk ongeval dat gebeurt tijdens het werk b) Een ongeval tijdens het werk met schade tot gevolg c) Een ongeval tijdens het werk met lichamelijke letsel tot gevolg Vragenreeks VOL VCA Vraag 30 : wat is een vb. van een preventiemaatregel op het vlak van organisatie ? a) Het geven van duidelijke instructies aan WN b) Zorgen voor een opgeruimde werkplek c) Het geven van veiligheidsopleidingen
Vraag 31 : hoe kan je onveilige situaties en handelingen best aanpakken ? a) Beveiligen, oorzaak wegnemen of andere werkmethode kiezen b) Beveiligen, of betere selectie geschikte werknemers c) Beveiligen, rustpauzes of eerste hulpmiddelen voorzien
Vraag 32 : welke persoonlijke factoren kunnen aanleiding geven tot een ongeval ? a) Onvoldoende kennis b) Gebrekkige apparatuur c) Te geconcentreerd en nauwkeurig werken
Vragenreeks VOL VCA Vraag 33 : bij welke instantie moeten alle arbeidsongevallen aangegeven worden ? a) De arbeidsinspectie b) De arbeidsongevallenverzekeraar c) De ziekteverzekering (RISIV)
Vraag 34 : hoe kan veilig gedrag gestimuleerd worden ? a) Door de gevolgen van onveilig gedrag te verduidelijken en de mogelijkheden tot onveilig gedrag te bemoeilijken b) Door opleidingen te geven en persoonlijke bescherming te verstrekken c) Door het voordeel van veilig gedrag te versterken en de nadelen van veilig gedrag te verminderen
Vraag 35 : wat is het voordeel van een veiligheidsobservatieronde ? a) Je geeft werkinstructies tijdens de ronde b) Je verhoogt er het veiligheidsbewustzijn mee c) Ja kan nagaan of de planning gerespecteerd blijft
Vragenreeks VOL VCA Vraag 36 : waarmee kan een direct leidinggevende bijdragen tot het voorkomen van ongevallen ? a) Door de WN niet te storen en ze rustig hun werk te laten doen b) Door iedere morgen persoonlijk de WN op het werk te verwelkomen c) Door toe te zien op de naleving van de procedures en het geven van voorlichting
Vraag 37 : wat is het belangrijkste doel van het arbeidsongevallenonderzoek ? a) De verantwoordelijke voor het ongeval zoeken b) Maatregelen formuleren zodat dergelijke ongevallen niet meer kunnen gebeuren c) De gegevens verzamelen voor de verzekeringsmaatschappij
Vraag 38 : hoe kan je het voordeel van veilig gedrag benadrukken ? a) Door zelf het goede voorbeeld te geven b) Door regelmatig veiligheidsopleidingen te geven c) Door premies voor veilig gedrag toe te kennen
Vragenreeks VOL VCA Vraag 39 : wat is een aandachtspunt tijdens een TBM ? a) Laat de deelnemers ook zelf iets doen b) Licht alles zelf toe en doe voor wat je van je mensen verlangt c) Gebruik een geschreven tekst die wordt uitgedeeld
Vraag 40 : welke verantwoordelijkheid heb je als leidinggevende van de uitvoerder met betrekking tot de werkvergunning ? a) Je overhandigt de werkvergunning aan de persoon die het werk uitvoert b) Je gaat na of alle WN de maatregelen gekregen en begrepen hebben c) Je stelt de werkvergunning op vooraleer aan het werk te gaan
Vraag 41 : wat is een richtlijn voor het gebruik van specifieke veiligheidsregels ? a) Kenbaar maken aan iedere persoon die voor het eerst de locatie betreedt b) Toelichten tijdens het onthaal van elke nieuwe WN c) Behandelen tijdens de voorlichting en opleiding van de betrokken WN
Vragenreeks VOL VCA Vraag 42 : op welke manier kan je als leidinggevende de mentaliteit van je mensen verbeteren ? a) Tracht zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de geaardheid en capaciteiten van je medewerkers b) Behandel al je medewerkers gelijk bij het verdelen van de taken en opdrachten c) Handel als baas, wees niet te kritisch op jezelf
Vraag 43 : wat is de belangrijkste bedoeling van een TBM ? a) Het bevorderen van de sfeer en de sociale contacten tussen de WN b) Het voorlichten en motiveren van WN tot veilig gedrag c) Het bespreken van alle veiligheidsproblemen van het bedrijf
Vraag 44 : wie moet ervoor zorgen dat steeds een kopie van de werkvergunning op de werkplek aanwezig is ? a) De houder b) De verstrekkende afdeling c) De preventieadviseur
Vragenreeks VOL VCA Vraag 45 : welke opdracht valt onder de verantwoordelijkheid van de vergunningsaanvrager ? a) Aanwezig zijn tijdens de werkzaamheden b) De maatregelen noemen die de uitvoerder zeker moet nemen c) De risicos eigen aan de uitvoering van de werken omschrijven
Vraag 46 : wat moet in het bedrijfsnoodplan zijn opgenomen t.a.v. het personeel ? a) De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van elke functie b) Bij alarm moet het personeel zo snel mogelijk evacueren c) Het personeel moet de instructies, die zij van hun leidinggevenden krijgen, opvolgen
Vraag 47 : waarop slaat het onderdeel beschikbare hulpbronnen in een bedrijfsnoodplan ? a) Op de beschikbare noodvoorzieningen en interventiemacht binnen en buiten het bedrijf b) Op de gegeven opleidingen voor noodsituaties en de uitgevoerde evacuatieoefeningen c) Op het beschikbare budget om het bedrijfsnoodplan uit te voeren
Vragenreeks VOL VCA Vraag 48 : wat is de richtlijn voor het gebruik van algemene veiligheidsregels ? a) Hoeven alleen aan uitzendkrachten kenbaar gemaakt te worden b) Kenbaar maken aan iedere persoon die voor het eerst de locatie betreedt c) Behandelen tijdens onthaal/intake gesprek van de WN of uitzendkracht
Vraag 49 : tot wat verbindt de houder zich bij ondertekening van de vergunning ? a) Tot het zich ervan verzekeren dat zijn WN de inhoud van de vergunning kennen b) Tot het uitvoeren van de werken zonder incidenten of ongevallen c) Tot het geven van een volledige omschrijving van de uit te voeren werken
Vraag 50 : wat is het doel van een bedrijfsnoodplan ? a) De omwonenden op de hoogte brengen van een calamiteit b) De gevolgen van een calamiteit beperken c) De overheid informeren over de mogelijke gevaren van een bedrijf
Vragenreeks VOL VCA Vraag 51 : waarom dienen in het bedrijf regelmatig evacuatieoefeningen te worden gehouden ? a) Om het bedrijfsnoodplan te testen b) Om na te gaan of de externe hulpdiensten meewerken c) Om het evacuatiesignaal te testen
Vraag 52 : Welke soorten van inwerking op het lichaam kan een gevaarlijke stof hebben ? a) Effectwerking en oorzaakwerking b) Contactwerking en inhalatiewerking c) Systeemwerking en contactwerking
Vraag 53 : wat is de kortetijdsgrenswaarde van een stof ? a) De grenswaarde voor een blootstelling over een periode van 15 min b) De grenswaarde voor een blootstelling over een periode van 1 uur c) De grenswaarde voor een blootstelling over een periode van 8 uur
Vragenreeks VOL VCA Vraag 54 : met welk brandweermateriaal wordt rekening gehouden in het bedrijfsnoodplan ? a) Brandweermateriaal van de gemeentelijke brandweer b) Brandweermateriaal en bluswatervoorzieningen van het bedrijf c) Brandweermateriaal van de gemeentelijke brandweer en het eigen bedrijf
Vraag 55 : welke zijn de verplichtingen van de WG t.a.v. eerste hulp aan slachtoffers ? a) Elke onderneming moet een opgeleide verpleegkundige in dienst hebben b) Eerste hulpmiddelen en opgeleid personeel zijn verplicht i.f.v. de grootte en het risico c) Ondernemingen met meer dan 1000 WN moeten een geneesheer in dienst hebben
Vraag 56 : hoe werkt een gevaarlijke stof in op het lichaam bij systeemwerking ? a) Via het bloed op bepaalde organen b) Via zintuigen op het zenuwstelsel c) Via de slijmvliezen in neus, keel of luchtwegen Vragenreeks VOL VCA Vraag 57 : wat is een sensibiliserende stof ? a) Een stof die de voortplanting verstoord b) Een stof die kan leiden tot allergische reacties c) Een stof die genetische afwijkingen veroorzaakt
Vraag 58 : voor welk soort product is dit het symbool ? a) Een oxiderend product b) Een schadelijk product c) Een giftig product
Vraag 59 : wanneer is etikettering van gevaarlijke producten verplicht ? a) Op verpakkingen, vaten en flessen met hoeveelheden minder dan 1 ton die in de handel gebracht wordt b) Op vaten, verpakkingen, recipinten en flessen die op de arbeidsplaats gebruikt worden c) Op alle verpakkingen, vaten, recipinten en flessen die op de markt gebracht worden en/of op de arbeidsplaats gebruikt worden
Vragenreeks VOL VCA Vraag 60 : wat is de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan een bepaalde stof ? a) De concentratie waarbij er onmiddellijk nadelige effecten optreden voor de gezondheid van de WN b) De maximale concentratie waaraan een WN mag blootgesteld worden, zonder dat er nadelige effecten optreden voor zijn gezondheid c) De concentratie waarbij een overgevoelige persoon onmiddellijk gezondheidsklachten heeft
Vraag 61 : waarop heeft een mutagene stof een schadelijke invloed ? a) Op de gewrichten en spieren, met hevige pijnen tot gevolg b) Op de bouwstenen van het lichaam, met mogelijke gevolgen voor het nageslacht c) Op maag en darmen, met buikkrampen tot gevolg
Vraag 62 : indien dit symbool op de verpakking staat, wat zegt dit over de inhoud ? a) Schadelijk b) Milieugevaarlijk c) Bijtend
Vragenreeks VOL VCA Vraag 63 : mag er op de arbeidsplaats gewerkt worden met kankerverwekkende stoffen ? a) Neen, nooit b) Ja, indien bijkomende maatregelen genomen worden c) Kankerverwekkende stoffen mogen niet op de markt gebracht worden
Vraag 64 : welke elementen zijn nodig om vuur te maken ? a) Een brandbaar product, een katalysator en zuurstof b) Een brandbaar product, temperatuur en warmte c) Een brandbaar product, zuurstof en een energiebron
Vraag 65 : wat is een goed blusmiddel voor een brand van klasse B ? a) Schuim b) Water c) Droog zand
Vraag 66 : wat is een belangrijk principe om een brand te bestrijden ? a) De brandstof verwijderen b) Zuurstof toevoegen c) Afkoelen tot beneden 100 C
Vragenreeks VOL VCA Vraag 67 : waar kan je de verklaring vinden die hoort bij de R- en S- zinnen op het etiket van gevaarlijke stoffen ? a) De R- en S- zinnen staan volledig op de verpakking b) In een documentatie zoals het chemiekaartenboek of het preventiezakboekje c) Bij de fabrikant of leverancier/invoerder
Vraag 68 : wat is een monitoring ? a) Het meten van het gehalte aan schadelijke stoffen in een ruimte alvorens het werk aan te vatten b) Gedurende een langere periode meten en registreren van de schadelijke gassen in de werkplaatsatmosfeer c) Een filtersysteem voor gassen om de vervuiling van de werkplaatsatmosfeer tegen te gaan
Vraag 69 : welke aanpak is voldoende om een brand te blussen ? a) Inwerken op 1 element van de branddriehoek b) Inwerken op 2 elementen van de branddriehoek c) Inwerken op 3 elementen van de branddriehoek
Vragenreeks VOL VCA Vraag 70 : welke handeling is goed bij de evacuatie in geval van brand a) Ga tegen de wind in b) Ga dwars op de windrichting c) Ga met de wind mee
Vraag 71 : waarom is het risico op brand en explosie hoger in een besloten ruimte ? a) De ruimte is klein en nauw waardoor de brandbare stoffen dichter bij elkaar liggen b) Er is weinig ventilatie, waardoor de onderste explosiegrens snel wordt bereikt c) Men past ventilatie toe en daardoor wordt er extra zuurstof in de ruimte gebracht
Vraag 72 : welke maatregel is nodig als de concentratie aan gevaarlijke stoffen in een besloten ruimte boven de grenswaarde ligt ? a) Onafhankelijke adembescherming dragen b) Een filtermasker dragen c) Continu het zuurstofpercentage meten
Vragenreeks VOL VCA Vraag 73 : wat is de meest aangewezen blusmethode voor een metaalbrand ? a) Blussen met speciale poeders b) Blussen met schuim c) Blussen met koolstofdioxide
Vraag 74 : wat is een belangrijk principe om een brand te bestrijden ? a) Afkoelen b) Zuurstof toevoegen c) Energie toevoegen
Vraag 75 : wat doe je het eerst bij het ontdekken van een brand ? a) Breng jezelf in veiligheid en meld de brand b) Blus de ontstane brand c) Ga onmiddellijk naar de voorziene evacuatieplaats
Vragenreeks VOL VCA Vraag 76 : waarvoor dient een noodstop ? a) Om in geval van nood een alarmsignaal in te schakelen b) Om ervoor te zorgen dat de machine niet automatisch terug opstart na een stroompanne c) Om in geval van nood de machine zo snel mogelijk te stoppen
Vraag 77 : wat is een belangrijk risico bij het werken met een kolomboormachine ? a) Schadelijke straling b) Verwondingen t.g.v. wegspringend werkstuk c) Elektrocutie
Vraag 78 : welke van de volgende situaties is aanvaardbaar vanuit veiligheidsoogpunt ? a) Gebrek aan onderhoud van gereedschap b) Het scherp zijn van snijgereedschap c) Het gebruik van een schroevendraaier als hefboom
Vragenreeks VOL VCA Vraag 79 : waarom is het risico op verstikking hoger in een besloten ruimte ? a) Door onvoldoende ventilatie of door chemische reacties ontstaat zuurstoftekort b) Door de hogere temperatuur is het erg benauwd en geraakt men bedwelmd c) Door de kleine afmetingen van de ruimte is de zuurstof snel opgebruikt
Vraag 80 : welke voorwaarde moet voldaan zijn om een besloten ruimte te mogen betreden zonder onafhankelijke ademhalingsapparatuur ? a) De concentratie van de giftige gassen moet hoger zijn dan de grenswaarde b) De concentratie van de giftige gassen moet lager zijn dan de grenswaarde c) De zuurstofconcentratie moet 21% bedragen
Vraag 81 : voor wie is het bedienen van gevaarlijke machines verboden ? a) Voor alle student medewerkers b) Voor alle jongeren behalve in het kader van hun beroepsopleiding en mits begeleiding c) Voor alle WN jonger dan 18 jaar
Vragenreeks VOL VCA Vraag 82 : waarvoor dient een steekflens ? a) Voor het sluiten van toevoerleidingen naar opslagtanks b) Voor het verplaatsen van leidingen bij het uitvoeren van werkzaamheden aan opslagtanks c) Voor het sluiten van kranen of drukventielen in opslagtanks
Vraag 83 : welke voorwaarde geldt bij het werken met een hijswerktuig ? a) De toegelaten werkbelasting mag niet overschreden worden b) De toegelaten werkbelasting mag hoogstens met 10% overschreden worden c) De toegelaten werkbelasting mag overschreden worden indien de last stevig is vastgemaakt is
Vraag 84 : wat gebruikt je het best voor het hijsen van zeer zware lasten ? a) Kettingen b) Staalkabel c) Hijsbanden
Vragenreeks VOL VCA Vraag 85 : aan welke voorwaarde moet voldaan zijn bij het werken met een vast opgestelde boormachine ? a) Je draagt handschoenen b) Je draagt een veiligheidsbril c) De elektrische spanning van de machine is lager dan 50 V.
Vraag 86 : waarop moet je letten als je een hamer gebruikt als gereedschap ? a) Dat de kop goed vastzit en er geen beschadigingen zijn b) Dat er niemand in de buurt is voor het geval de kop los zou zitten c) Dat de steel eerst wordt afgeplakt als er barstjes in zitten
Vraag 87 : Waarvoor dient een steekflens ? a) Om de bedienaar af te schermen van de bewegende delen van een machine b) Om werkstukken te vergrendelen bij het gebruik van vast opgestelde machines c) Om leidingen af te sluiten of van elkaar te scheiden
Vragenreeks VOL VCA Vraag 88 : wat moet je doen tijdens het manueel verplaatsen van lasten om rug- of spierletsels te voorkomen ? a) Je voeten tegen elkaar plaatsen b) De last een eindje van je lichaam houden c) De rug recht houden en de benen het werk laten doen
Vraag 89 : wat kan je doen wanneer het gevaar voor struikelen niet kan uitgeschakeld worden ? a) De WN mondeling op de hoogte brengen van de plaats van de obstakels b) Kleurmarkeringen gebruiken of een afzetting plaatsen rond de obstakels c) PBMs dragen
Vraag 90: wat is geen goede maatregel om een val van op een hoogte te voorkomen ? a) Alle openingen in werkvloeren dichtmaken b) Alle openingen in een gevel voorzien van leuningen c) Alle openingen in vloeren afzetten met markeerlint
Vragenreeks VOL VCA Vraag 91 : wat is een belangrijke maatregel voor de stabiliteit van het hijswerktuig ? a) Het gebruik van de stempels zorgt voor een goede stabiliteit op alle ondergronden b) Het gebruik van de stempels met stevige platen of planken eronder verzekert stabiliteit op alle ondergronden c) Het gebruik van een verankering zorgt ervoor dat het hijswerktuig niet kan wegzakken
Vraag 92 : welke gegevens vind je op de ketting of op een metalen plaatje aan de ketting gehecht ? a) De totale lengte van de ketting b) De maximaal toelaatbare belasting c) De dikte van de schakels
Vraag 93 : wat is de juiste houding bij het handmatig tillen ? a) Rechte rug en gestrekte knien b) Rechte rug en gebogen knien c) Gebogen rug en gebogen knien Vragenreeks VOL VCA Vraag 94 : wat is de taak van een bevoegde persoon voor het gebruik van een steiger ? a) Nagaan of de steiger gebouwd is overeenkomstig de berekeningsnota b) Indien nodig lichte aanpassingen aan de steiger uitvoeren c) Waken over de maatregelen ter voorkoming van de val van personen of voorwerpen
Vraag 95 : wat is de voorwaarde om te mogen werken met een hoogtewerker ? a) De hoogtewerker mag alleen gebruikt worden door opgeleid personeel b) De windkracht mag niet hoger zijn dan 4 beaufort c) Je moet telefonisch contact hebben met de bedienaar van de hoogtewerker
Vraag 96 : wanneer moet een persoonlijke valbeveiliging (harnasgordel) gedragen worden bij werken op een dak ? a) Altijd op hellende daken b) Enkel als een collectieve beveiliging niet mogelijk is c) Vanaf een valhoogte van 4 meter
Vragenreeks VOL VCA Vraag 97 : hoe kan je risico op vallen of struikelen aan de bron bestrijden ? a) Door er bij het ontwerp van de werkplek voor te zorgen dat er geen onveilige situaties kunnen ontstaan b) Door hindernissen of vloeropeningen duidelijk te markeren c) Door iedereen erop te wijzen dat rennen niet mag en dat steeds stevige schoenen gedragen moeten worden
Vraag 98 : hoever moet een ladder tenminste uitsteken boven de plaats waartoe zij toegang heeft ? a) 0,5 m b) 1 m c) 1,5 m
Vraag 99 : Wie mag een steiger monteren, demonteren of aanpassen ? a) De bevoegde persoon aangeduid door de WG b) Personen die een bijzondere opleiding i.v.m. opbouw van steigers hebben genoten c) De leverancier van de stelling of steiger
Vragenreeks VOL VCA Vraag 100 : welke maatregel moet je nemen bij het lassen a) Andere WN verwijderen uit het werklokaal b) De lasrook afzuigen c) Gasflessen platleggen
Vraag 101 : op welke manier kan elektrische stroom de oorzaak zijn van brand of explosie ? a) Via de aarding die in contact komt met brandbare stoffen b) Door het magnetisch veld rond de stroomkring c) Door een vlamboog
Vraag 102 : wat bedoelt men met fysieke afscherming als beveiligingsmaatregel tegen de gevaren van elektriciteit ? a) Het gevaar op elektrocutie uitschakelen door het gebruik van isolerende kledij en gereedschap b) Het gevaar op elektrocutie uitschakelen door het afsluiten van de stroom c) Spanningsvoerende delen onbereikbaar maken door een afscherming of omhulsel aan te brengen
Vragenreeks VOL VCA Vraag 103 : welke bewering over hoogwerkers is juist ? a) Een hoogwerker moet over een geldig keuringsbewijs beschikken b) De bedienaar van een hoogwerker moet geen instructies of opleiding hebben gehad c) Het gebruik van een valharnas in een hoogwerker is niet vereist
Vraag 104 : waarmee mogen wand- of vloeropeningen niet worden afgeschermd ? a) Met een gekleurd markeerlint b) Met een houten leuning c) Met een traliewerk
Vraag 105 : welke is de belangrijkste preventiemaatregel voor de bescherming tegen de inademing van lasrook bij laswerkzaamheden ? a) Sterke algemene kunstmatige verluchting / ventilatie b) Plaatselijke afzuiging van de lasrook boven de laszone c) Dragen van ademhalingsbescherming
Vragenreeks VOL VCA Vraag 106 : bij welke activiteiten wordt vaak ioniserende straling gebruikt ? a) Detectieapparatuur en materiaalcontrole b) Telecommunicatie c) Scannen en identificeren van producten
Vraag 107 : wie bedoelt men met niet deskundige of leek op het vlak van elektriciteit ? a) Alle WN jonger dan 18 jaar en bezoekers b) Gewone personen zoals WN, bezoekers, c) Alle WN die geen opleiding elektriciteit genoten hebben
Vraag 108 : je begint op een nieuwe werklocatie te werken en er wordt iets ontdekt dat op asbest gelijkt. Wat doe je ? a) Je legt het werk stil en laat door een specialist vaststellen of het om asbest gaat b) Je maakt een stuk los om na te gaan of het inderdaad asbest is c) Als het niet vermeld is in de inventaris gaat het om een onschadelijke vorm van asbest
Vragenreeks VOL VCA Vraag 109 : Welke spanning noemen we onder normale droge omstandigheden een veilige spanning ? a) Gelijkspanning tot 12 V b) Gelijkspanning tot 50 V c) Gelijkspanning tot 120 V
Vraag 110 : waartegen beschermt de aarding ? a) Overbelasting van het elektrische net b) Elektrocutie van personen c) Oververhitting van elektrische motoren
Vraag 111 : wie bedoelt men met gewaarschuwde of BA4 op het vlak van elektriciteit ? a) Een persoon die de gevaren kent en aan onder spanning staande installaties mag werken b) Een persoon die voldoende ingelicht is om elektrische gevaren te vermijden c) Een persoon die onder toezicht werkzaamheden aan een onder spanning staande installatie mag uitvoeren
Vragenreeks VOL VCA Vraag 112 : welk invloed heeft de afstand tot de bron tot het geluidsdrukniveau ? a) Binnen een straal van 5 m is er geen verschil, daarna is er een exponentile afname b) Een verdubbeling van de afstand geeft een vermindering van 6 dB(A) c) Per 2 m is er een vermindering van het geluidsniveau met 1 dB(A)
Vraag 113 : welk beschermmaatregel voor lawaai geniet de voorkeur ? a) De geluidsbron afschermen b) Het geluidsniveau van de geluidsbron verminderen c) Geluid dempen in de omgeving
Vraag 114 : Welke elementen bepalen de lichamelijke belasting op de werkplek ? a) licht, lawaai en klimaat b) Inspanning, beweging en werkhouding c) Inspanning, verluchting/ventilatie en transpiratie
Vragenreeks VOL VCA Vraag 115 : wat is een voorzorgsmaatregel ter bescherming tegen ioniserende straling ? a) Het aanbrengen van beschermingszalf of crme op de huid b) Het dragen van signalisatiekledij c) De zones rond de bron aanduiden en afschermen
Vraag 116 : wat doe je als je een van je werknemers meent asbest aangetroffen te hebben op een werklocatie ? a) Als het niet vermeld is in de inventaris gaat het om een onschadelijke vorm van asbest b) Je legt het werk stil en laat door een specialist vaststellen of het om asbest gaat c) Je legt op om voorzichtig te zijn en filtermaskers voor giftig stof (P3) te gebruiken
Vragenreeks VOL VCA Vraag 117 : welke werkomstandigheden houden een grote kans op lichamelijke klachten in ? a) Verkeerde werkhouding b) Veel verschillende bewegingen moeten uitvoeren c) Moeten werken op grote hoogte
Vraag 118 : wat hoort bij een optimale zithouding ? a) Ontlasting van schouders door armsteunen b) Voetbankje zodat bovenbeen los van het zitvlak van de stoel blijft c) De benen volledig uitstrekken
Vraag 119 : ben je verplicht PBMs te dragen a) neen, je beslist op basis van het aanwezige risico of je ze gebruikt b) Ja, indien instructies het gebruik ervan opleggen c) Ja, van zodra er een gevaar is
Vraag 120 : tegen welk gevaar voor de ogen beschermt een veiligheidsbril ? a) Tegen stof b) Tegen fel licht c) Tegen rondvliegende deeltjes en spatten
Vragenreeks VOL VCA Vraag 121 : wat is de algemene richtlijn voor de blootstellingsduur bij een verhoging van het geluidsdrukniveau met 3 dB(A) ? a) Vermindering van de blootstellingstijd met een derde b) Vermindering van de blootstellingstijd met 3 u c) Vermindering van de blootstellingstijd met de helft
Vraag 122 : welke preventiemiddelen heeft men om de schadelijke gevolgen van trillingen te vermijden ? a) Ontwerp en onderhoud van machines verbeteren b) Elektrische gereedschappen vervangen door pneumatische c) De fysieke conditie van de WN verbeteren
Vraag 123 : wat is het uitgangspunt van de welzijnswetgeving ten overstaan van ergonomie ? a) De arbeidstaak en situatie aanpassen aan de individuele eigenschappen van de mens b) De mens aanpassen aan de eisen van de arbeidstaak en de arbeidsituatie c) De geschikte persoon selecteren aangepast aan de arbeidstaak en arbeidssituatie
Vragenreeks VOL VCA Vraag 124 : bestaan er filtermaskers om te beschermen tegen gassen ? a) ja, filtermaskers met gasfilter b) Neen, er bestaan enkel filtermaskers met stoffilter c) Neen, hiervoor moet je onafhankelijke adembescherming gebruiken
Vraag 125 : welke manier van omgaan met beschermende kledij is correct ? a) Wegwerpkledij weggooien na n keer dragen b) Kleding schoonblazen met perslucht na werken in het stof c) Kleding openzetten als het te warm is
Vraag 126 : aan welke voorwaarden moeten PBMs voldoen ? a) Ze moeten sterk genoeg zijn om aan meerdere ongevallen te weerstaan b) Ze moeten altijd op maat gemaakt worden van de persoon die ze moet dragen c) Ze moeten voldoen aan de eisen inzake ergonomie en comfort van de WN
Vraag 127 : welk zijn de kleuren die gebruikt worden voor verbodsborden ? a) Zwart symbool op gele achtergrond b) Zwart symbool op witte achtergrond met rode rand c) Wit symbool op blauwe achtergrond
Vragenreeks VOL VCA Vraag 128 : Wat is dynamische belasting ? a) Belasting veroorzaakt doordat de spieren niet bewogen worden b) Belasting veroorzaakt door het voortdurend aangespannen houden van de spieren c) Belasting veroorzaakt door achtereenvolgens aanspannen en ontspannen van de spieren
Vraag 129 : met welke organisatorische maatregel kan je het risico bij het manueel tillen en verplaatsen van lasten beperken ? a) Laat het werk zo snel mogelijk uitvoeren zodat de duur van de belasting vermindert b) Las korte pauzes in c) Geef regelmatig fysieke trainingsoefeningen
Vraag 130 : Welke taken heb je als WN m.b.t. PBMs ? a) onderhoud, herstelling en reiniging van de PBMs b) Regelmatig controleren, herstellen en vervangen van je PBMs c) Regelmatig controleren, juist gebruiken en zorgvuldig opbergen van je PBMs
Vragenreeks VOL VCA Vraag 131: wat betekent dit bord ? a) Geen toegang voor onbevoegden b) Verboden voor voetgangers c) Niet aanraken
Vraag 132 : wat is de algemene betekenis van een bord voor brandbestrijdingsmiddelen ? a) Het geeft aan welke brandbestrijdingsmiddelen je moet gebruiken b) Het wijst op een bepaald brandgevaar c) Het geeft aan waar de brandbestrijdingsmiddelen te vinden zijn
Vragenreeks VOL VCA Vraag 133 : wat zijn de belangrijkste eigenschappen van een laskap of lasscherm ? a) Je kan ze naar boven klappen of schuiven waardoor je een beter zicht hebt tijdens fijn laswerk b) Ze beschermen het gezicht en de ogen tegen gensters, warmte straling en licht c) Ze beschermen niet alleen tegen gensters en verblinding maar ook tegen damp en stof
Vraag 134 : waarom zijn sommige veiligheidsschoenen voorzien van een stalen tussenzool ? a) Om steun te geven aan de voetzool bij rechtstaand werk b) Om de voetzool tegen scherpe voorwerpen te beschermen c) Om beter evenwicht te geven op een ongelijke grond
Vraag 135 : waarvoor wordt signaalkledij gebruikt ? a) om de zichtbaarheid van de WN te garanderen b) Om personen met een speciale functie binnen het bedrijf aan te duiden c) Voor mensen die signalen moeten geven
Vragenreeks VOL VCA Vraag 136 : welke verantwoordelijkheid heeft de WG voor de PBM die hij ter beschikking stelt ? a) Zorgen voor de nodige opleiding en training voor het gebruik b) De PBM testen en de CE- markering aanbrengen c) Ervoor zorgen dat iedere WN zijn PBM regelmatig keurt
Vraag 137 : moeten gevaren op de werkplek gesignaleerd worden met borden ? a) ja, signalering met behulp van borden van mogelijke gevaren op de werkplek is verplicht b) Neen, signalering mag maar moet niet c) Neen, signalering is wel verplicht maar de manier waarop is niet vastgelegd
Vraag 138 : wat betekent dit bord ? a) Veiligheidsbril aangeraden b) Veiligheidsbril verplicht c) Gelaatsbescherming verplicht
Vraag 136 : welke verantwoordelijkheid heeft de WG voor de PBM die hij ter beschikking stelt ? a) Zorgen voor de nodige opleiding en training voor het gebruik b) De PBM testen en de CE- markering aanbrengen c) Ervoor zorgen dat iedere WN zijn PBM regelmatig keurt
Vraag 137 : moeten gevaren op de werkplek gesignaleerd worden met borden ? a) ja, signalering met behulp van borden van mogelijke gevaren op de werkplek is verplicht b) Neen, signalering mag maar moet niet c) Neen, signalering is wel verplicht maar de manier waarop is niet vastgelegd
Vraag 138 : wat betekent dit bord ? a) Veiligheidsbril aangeraden b) Veiligheidsbril verplicht c) Gelaatsbescherming verplicht
Vragenreeks VOL VCA Vraag 139 : waarop moet je letten behalve de kleur om zeker te zijn dat je de juiste gasfles gebruikt ? a) Op de vorm van de fles b) Op het etiket met productinformatie c) Op andere personen die hetzelfde doen