Present Perfect

You might also like

Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

Present Perfect

Explained via Dutch usage

Definitions
Dutch

English

OTT = Onvoltooid
Tegenwoordige tijd: ik ga
OVT = Onvoltooid verleden tijd:
ik ging
VTT = Voltooid tegenwoordige
tijd: ik ben gegaan

Present simple: I go
Past simple: I went
Present perfect: I have gone

Rule 1 for Dutch


VTT duidt een incidenteel gebeuren aan; OVT een werking van
onbeperkte duur, een gewoonte, enz. Vergelijk: 'Vorig jaar heeft opa
nog gefietst' (bijvoorbeeld op een bepaalde zondag) en 'Vorig jaar
fietste opa nog' (= was hij nog in staat om te fietsen).
In English, for both sentences, only the Past Simple can be used,
because both sentences mention WHEN (Last year): Last year,
grandpa bicycled.

Rule 2 for Dutch


VTT plaatst de werking in (een periode in) het verleden, zonder die
duidelijk aan een moment te koppelen; OVT doet dat laatste wel.
Vergelijk: 'Al zijn broers hebben de waterpokken gehad' (ooit, in het
verleden) en 'Al zijn broers hadden de waterpokken' (bijvoorbeeld in
het najaar van 2003).
This is exactly the same for English: All of his brothers have had the
chicken pox (sometime, in the past) and All of his brothers had the
chicken pox (for example, in the fall of 2003).

Rule 3 for Dutch


VTT geeft aan dat het resultaat van de werking voortduurt tot het
spreekmoment en/of dat de situatie op het spreekmoment van
belang is; OVT geeft dit niet aan. Vergelijk: 'Het heeft vannacht
geregend; de straat is nat' en 'Het regende vannacht; de straat is nat'
(dit laatste is niet logisch).
In English, we have to use the past simple, because we know when it
happened (last night): It rained last night; the street is wet. We
cannot say It has rained last night; this is bad grammar. If we take
out the reference to when it happened, the rule is the same as in
Dutch: It has rained; the street is wet (the rain is the reason the
street is still wet) vs it rained; the street is wet (like Dutch, this is not
really logical).

Rule 4 for Dutch


VTT vermeldt feiten (acties), OVT geeft een (verhalende) beschrijving.
Bijvoorbeeld: 'Gisteravond ben ik naar de bioscoop geweest. Er waren
niet veel mensen. Het was erg warm in de zaal. Ik heb twee ijsjes
gegeten.'
Because of the word Yesterday, the first sentence must be in the
past simple. But more importantly, in English, we always tell stories
using the past simple: Yesterday I went to the cinema. There werent
many people there. It was very warm inside. I ate two ice creams.

Rule 5 for Dutch


Als de zin een bepaling van duur bevat die een in principe beperkte
tijdsruimte aanduidt, dan is de OTT de normale werkwoordstijd:
(6a) Hij ligt sinds vorige week zondag in het ziekenhuis.
(7a) We staan nu al twee weken op deze camping.
VTT kan alleen gebruikt worden in contexten en/of situaties waarin het
einde van de werking een rol speelt: doordat het in zicht is, eraan gedacht
wordt, enz.:
(6b) A: (Leo komt morgen gelukkig weer thuis.) B: (Weer thuis? Is hij dan
niet thuis?) A: Hij heeft sinds vorige week zondag in het ziekenhuis gelegen.
(7b) We hebben nu al twee weken op deze camping gestaan, (ik wil nu wel
eens ergens anders heen).
In English, only the present perfect can be used here:
(6b): He has been in hospital since last week
(7b): We have been at this campground for two weeks.

Rule 6 for Dutch


Als de zin 'altijd' of nooit bevat, is de VTT verplicht: (1)
We hebben altijd in deze flat gewoond en zijn nog nooit verhuisd.
(2) Voorzover ik weet heeft dit beeld hier altijd gestaan.
This is the same in English: (1) We have always lived in this apartment
and have never moved. (2) In so far as I know, this statue has always
stood here.
Compare, though, the use of altijd/always with the OTT in Wij
verblijven altijd in dezelfde hotel/ We always stay at the same hotel.
(same for nooit/never).

Rule 7 for Dutch


In plaats van VTT, OTT kan ook gebruikt worden als de duurbepaling nader
bepaald wordt door het bijwoord al; in andere gevallen soms moeilijk.
Voorbeelden: (3a) Hans heeft zijn hele leven bij dezelfde baas gewerkt.
(3b) Hans werkt zijn hele leven al bij dezelfde baas.
In English, only the present perfect can be used, here, not the present
simple: (3a) Hans has worked for the same company for his entire life
Note that in both Dutch and English, using the ovt or past simple is only
possible in these examples, when Hans is dead or retired and no longer
working: Hans werkte zijn hele leven bij dezelfde baas / Hans worked his
entire life for the same company.

You might also like