Bestuursrecht - Lierman - 9 (Algemene Beginselen Van Behoorlijk Bestuur en Burgerschap)

You might also like

Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 18

Beginselen van

behoorlijk bestuur
Prof. S. Lierman

Beginselen van behoorlijk bestuur


I.

Definitie, oorsprong en kenmerken

II. Indeling
III. Plaats in de hirarchie van de normen
IV. Verhouding tot beginselen van behoorlijk burgerschap
V. Procedurele beginselen
VI. Inhoudelijke beginselen

I. Definitie, oorsprong en kenmerken


Beginselen die aanwijzingen geven over wijze waarop beslissingen
moeten worden voorbereid, genomen, ter kennis gebracht
Tegengewicht voor toegenomen discretionaire bevoegdheden van
overheid (versus gebonden bevoegdheden)
In Nederland sinds jaren 50 aanzien als beroepsgrond
In Belgi gentroduceerd in 1970 (prof. L.P. Suetens)
Ook beginselen van behoorlijk bestuur in EU
door HvJ afgeleid uit rechtstradities lidstaten, MAAR autonoom
ingevuld (wederzijdse benvloeding)
Recht op behoorlijk bestuur (art. 41 EU-Handvest)
Ook van toepassing op lidstaten in uitvoering EU-recht!

I. Definitie, oorsprong en kenmerken


Bijzondere categorie van algemene rechtsbeginselen
Ongeschreven, maar (partile) schriftelijke neerslag is
mogelijk => algemene codificatie?
Welke beginselen codificeren? Wie beslist? Evolutief?
Beginselen soms anders uitgelegd bv. intrekkingsleer

Algemene toepasselijkheid t.a.v. actief bestuur


Concrete toepassing afhankelijk van context (bv. hoorplicht)
In beginsel pendant van discretionaire bevoegdheid
(preventieve + repressieve functie)

Bescherming tegen willekeur bij inperking grondrecht/


fundamentele vrijheid (sluitingsuur versus vrijheid van handel)

II. Indeling van beginselen van


behoorlijk bestuur
Indeling
-

Procedurele beginselen (focus op behoorlijke besluitvorming)


Inhoudelijke beginselen (focus op besluit zelf)

Belang: rechtsgevolgen na vernietiging besluit


Schending formeel beginsel => zelfde besluit is mogelijk
Schending materieel beginsel => zelfde besluit is niet mogelijk

Relativering
Procedurele beginselen benvloeden inhoud beslissing
bv. hoorplicht moet bijdragen tot zorgvuldig besluit
Sommige beginselen zijn zowel inhoudelijk als procedureel bv. zorgvuldigheid

III. Plaats in de hirarchie


van de normen
Toepassing contra legem?
Kan ABBB primeren op geschreven recht en resulteren in
veroordeling om onwettigheid te honoreren?

Onderscheid grondwettelijke waarde/ wettelijke waarde?


Beginselen met grondwettelijke waarde:
aanvullende of interpretatieve rechtsbron
wet kan aan beginsel worden getoetst
Beginselen met wettelijke waarde:
aanvullende werking bij wet
primeren op uitvoeringsbesluiten
Kritische kanttekeningen bij voormeld onderscheid

IV. Beginselen van behoorlijk


burgerschap
Rechtzoekende wordt verwacht op diligente wijze voor zijn rechten
en belangen op te komen (fair play en waakzaamheid)
Evolutie naar wederkerig bestuursrecht
Handvest gebruiker van de openbare diensten 4 december 1992
Gevolgen nalatigheid:
rechtszoekende kan zich niet meer op gebrek beroepen
verval van recht
geen sprake van moeilijk te herstellen ernstig nadeel

Heeft invloed op toetsing BBB


Beginselen van behoorlijk burgerschap bakenen grenzen af BBB

V. Procedurele beginselen
1. Hoorplicht
Iemand gelegenheid bieden op nuttige wijze standpunt kenbaar te
maken
Van toepassing indien
1.

overheid zinnens is ernstige (individuele) maatregel te nemen die


rechtstoestand betrokkene wijzigt

2.

de maatregel gegrond is op het persoonlijk gedrag van de betrokkene


dat hem als een tekortkoming wordt aangerekend
in recentere rechtspraak wordt deze laatste voorwaarde soms weggelaten

Bv. Intrekking wapenvergunning, marktconcessie, sluiting dancing


Niet van toepassing op reglementaire besluiten (wel zorgvuldigheidsplicht!)

VIII. Procedurele beginselen


Afwijking mogelijk indien:
1.

maatregel overwogen op grond van feit dat voor directe, eenvoudige


constatering vatbaar is en bestuur gebonden bevoegdheid heeft
Noodzaak om snel op te treden (bv. gevaar voor volksgezondheid)
betrokkene kan niet binnen redelijke termijn worden bereikt

2.
3.

.Recht van verdediging in tuchtzaken (absoluut en strenger)


. Maar evolutie naar nuttig horen (met striktere modaliteiten):
..
..
..
..
..
..

vooraf aard van voorgenomen maatregel wordt meegedeeld


alsmede de redenen voor het bestuurlijk optreden worden geduid
inzage in het dossier wordt verleend (indien aanwezig)
voldoende tijd wordt gelaten om een verweer voor te bereiden
betrokkene recht heeft op bijstand raadsman
betrokkene wordt gehoord (kan schriftelijk!)

VIII. Procedurele beginselen


2. Onpartijdigheid
Nemo judex in sua causa
Justice should not only be done, but also be seen to be done
Moet wel worden afgewogen tegen continuteitsbeginsel (werking
overheid mag niet worden verlamd)
Beginselen behoorlijk burgerschap: personen tijdig wraken
waarvan gevreesd wordt dat ze niet onpartijdig zijn

VIII. Procedurele beginselen


3. Motivering
Onderscheid tussen materile en formele motivering

. Materile motivering
Elke bestuursbeslissing geschraagd door motieven die concreet, in feite
juist en in rechte pertinent zijn en beslissing verantwoorden

Motivering moet evenredig zijn met het belang van de beslissing en de


omvang van de beleidsvrijheid van het bestuur
Motivering moet de beslissing verantwoorden: draagkrachtvereiste
(duidelijk, nauwkeurig en samenhangend: RvS 04/02/1993)
Geldt zowel voor individuele als reglementaire bestuurshandelingen
Motieven kunnen blijken uit dossier of beslissing zelf

VIII. Procedurele beginselen


Formele motivering
De materile motivering dient in de akte zelf te worden opgenomen

Laat burger toe met kennis van zaken te beslissen om al dan niet tegen
beslissing op te komen
Motivering door verwijzing naar andere stukken (betrokkene moet kennis
hebben van stukken en motivering moet worden bijgetreden)

Specifieke wettelijke basis vereist en bijgevolg niet echt BBB


Naast specifieke normen: formele motiveringswet 29 juli 1991
Van toepassing op (art. 1):
administratieve overheden in de zin van art. 14 RvS-wet (ook bestuurshandelingen wetgevende en rechterlijke organen)
met betrekking tot eenzijdige rechtshandelingen met individuele
strekking

VIII. Procedurele beginselen


Draagwijdte van formele motiveringsplicht:
juridische en feitelijke gegevens die ten grondslag liggen:
motivering moet afdoende zijn: evenredigheid en draagkrachtvereiste.
Uitzondering in het geval de motivering van een handeling (art. 4):
de uitwendige veiligheid van de Staat in het gedrang kan brengen;
de openbare orde kan verstoren;
afbreuk kan doen aan de eerbied voor het privleven;
afbreuk kan doen aan de bepalingen inzake de zwijgplicht.
Geen uitzondering:
in geval van noodzakelijkheid (art. 5)
wanneer beslissing resultaat is van geheime stemming

Sanctie: nietigheid (wel vereiste van belangenschade!)

VIII. Procedurele beginselen


4. Fair Play
Bestuur mag burger niet hinderen in het uitoefenen van zijn rechten
Bv. geen gegevens achterhouden, geen verkeerde gegevens
verstrekken

5. Zorgvuldigheidsbeginsel
Het overkoepelende beginsel (cf. bonus pater familias)
Processuele en inhoudelijke component
Bv. relevante feiten vergaren, op deskundige wijze onderzoeken,
relevante belangen erkennen en afwegen

IX. Inhoudelijke beginselen


1. Gelijkheidsbeginsel (art. 10, 11 GW)
. Principe: gelijke gevallen gelijk behandelen, ongelijke gevallen ongelijk
. Verschillende behandeling kan mits objectieve en redelijke
verantwoording (aanvaardbaar doel, proportionaliteit)
Bv. overheidsopdrachten, gelijkheid burgers voor openbare lasten

2. Rechtszekerheid en vertrouwensbeginsel
. Rechtszekerheidsbeginsel
Recht moet voorzienbaar en toegankelijk zijn zodat burger de gevolgen
van zijn handelingen kan voorzien

IX. Inhoudelijke beginselen


Vertrouwensbeginsel
Burger moet kunnen vertrouwen op vaste gedragslijn van de overheid
Gewekte rechtmatige verwachtingen moeten worden gehonoreerd
Volgens Raad van State schending vertrouwensbeginsel indien er:
een vergissing bestaat vanwege het bestuur
op basis hiervan aan een rechtszoekende een voordeel is verleend
geen gewichtige redenen bestaan om voordeel te ontnemen
Vertrouwensbeginsel afgewogen tegen dwingende publieke belangen
(legaliteitsbeginsel, gelijkheidsbeginsel, veranderlijkheid openbare dienst)

IX. Inhoudelijke beginselen


Niet terugwerkende kracht reglementaire/ individuele
bestuurshandelingen
Intrekkingsleer
Opheffing (verdwijnen besluit uit rechtsverkeer ex nunc)
voor reglementen: steeds mogelijk
voor individuele bestuurshandelingen: zie intrekking

Intrekking (verdwijnen besluit uit rechtsverkeer ex tunc)


Raad van State: rechtsverlenend besluit enkel in te trekken indien:
beslissing onwettig is
intrekking gebeurt in periode dat uitvoerbaarheid beslissing onzeker is

Hof van Cassatie: art. 159 GW heeft absolute gelding

IX. Inhoudelijke beginselen


3. Motiveringsbeginsel
4. Redelijkheidsbeginsel
Discretionaire macht geen vrijbrief voor willekeur
Verbod van willekeur
Evenredigheidsbeginsel (doeltreffendheid, noodzakelijkheid, proportionaliteit s.s.)
Zuinigheidsplicht

Marginale toetsing door rechter (kennelijke onredelijkheid)

You might also like