Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 32

De verleden en de

toekomende tijd - weggaan

Thema 2 les 6
LWB p.122

Opdracht 1, p.122

1 Welke woorden herken je in


het woord stripgedicht?
Strip en gedicht
Vertel in je eigen woorden wat
een stripgedicht is.

Opdracht 1, p.122

2 In dit stripgedicht is de juiste


volgorde verdwenen. Reconstrueer
het stripgedicht. Vul de tabel in
onder het stripgedicht.

Waarop ga je letten?
rijm en de prenten

1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
0
1
1
1
2
1
3
1

m
k

i
d
l
b
n
j
c
h
a
g
f

Opdracht 1, p.122

b Welk verschil merk je op tussen een


stripverhaal en een stripgedicht?

De tekst in een stripgedicht rijmt


c Hou je van zon stripgedicht? Waarom
dwel/niet?
Wat lees je liever? Een stripgedicht, een
gedicht of een strip? Waarom?

Opdrach
t 2,
p.124

Opdrach
t 2,
p.124

Opdracht 2,
p.124

Opdracht 2,
p.124

2 Vul de zinnen aan:


1) Als ik verdrietig ben dan
2) Als ik blij ben dan
3) Als ik gelukkig ben dan
4) Als ik boos ben dan
3 Markeer wanneer de gebeurtenis
nu gisteren in het stripgedicht zich afspeelt:
morgen
a) In welke tijd staat de boodschap van de
dichter (de zender)
?
in de tegenwoordige
tijd
b) waaraan merk je dat?
Je merkt dat aan de persoonsvormen.

Opdracht 2,
4 p.126
Herschrijf

de eerste vijf zinnen van


het gedicht in een tijdstip in de
toekomst.

a) Mama zit met koek in een hoek van


de bank
b) Infinitief
van zit = zitten
c) zal zitten
d) Mama zal met een koek in de hoek van
de bank zitten.

Opdracht 2,
4 p.126
Herschrijf

de eerste vijf zinnen van


het gedicht in een tijdstip in de
toekomst.
1) Mama zal met een koek in de hoek van
de bank zitten.

2) Ze kijkt naar buiten. Ze neemt een slok


van
haar
thee.
Ze zal
naar
buiten kijken. Ze zal een
slok van haar thee nemen.
3) Ze draait mee met het licht. Het aait langs
haar
gezicht
Ze zal
mee met het licht draaien.
Het zal langs haar gezicht aaien.

Opdracht 2,
p.126

Welke woorden gebruik je als je de toekomst w


zullen en gaan
aanduiden?

Welke tijd van zullen en gaan gebruik je?


de tegenwoordige tijd
persoo
n
ik
jij, je ,
u
hij, zij,
het
wij
jullie

tijd: tegenwoordig
zullen

zal
zal / zult
! zul
je
zal
zullen
zullen
zullen

127, opdracht 3

a.
b.
c.
d.
e.

zin
Ik zal oma een bezoekje
brengen.
We maakten de opdracht
gisteren.
Zal papa dat wel goed vinden?
Won Lukaku al eens de
Gouden Schoen?
Volgende week is dat in orde.

Ja

Nee

Druk je toekomst altijd met een werkwoord


uit?Nee, ook een tijdsaanduiding die naar
de toekomst verwijst kan hiervoor
gebruikt worden. Probeer zelf!
Vertel over je plannen voor volgend

Wat kan je zeggen over toekomende tijd?


zullen als pv
In de toekomst
+ infinitief
ander ww
woorden/woordgroe
met gaan
pen die naar
toekomst verwijzen

127, opdracht 4

2 Herschrijf dezelfde tekst maar gebruik nu


de verleden tijd.

128, opdracht 5

Herschrijf de zinnen in de toekomende


tijd. Gebruik het werkwoord zullen
niet.

1 Oma en opa fietsen naar zee.


Oma en opa fietsen morgen naar zee.
(of) Morgen fietsen oma en opa naar zee.

2 Ik maak een verre reis.


Over X jaar maak ik een verre reis.
Misschien maak ik later een verre reis.

128, opdracht 6

Beluister het lied van


Jeroen van der Boom.
1) Houd je van Nederlandse liedjes?
2) Hoe is een lied (teksttype) meestal
opgebouwd?
strofen en refrein

128, opdracht 6
Bereid de luisteropdracht voor.
Lees de vragen en de opdrachten aandachtig,
zodat je gericht kunt luisteren.
Je luistert intensief en zoekend, zodat je
de vragen kunt beantwoorden en de
opdrachten kunt uitvoeren.
Je luistert ook kritisch: je toetst de inhoud
aan je eigen leven en ervaringen. Is wat de
zanger zingt realistisch?

Bereid de luisteropdracht voor.

p. 128, opdracht

1 Wie is de zanger? (zender)

2 Wat vraagt hij zich af i.v.m. de toekomst?


(boodschap) Noteer twee vragen.
Waarvan is de zanger heel zeker?
ot wie richt de zanger zich? Wie spreekt hij aan? (ontvange
5 Wat vraag jij jezelf af i.v.m. de toekomst?
(Waarover?) Schrijf twee vragen op in de
toekomende
tijd. over de toekomst betrouwbaar?
6
Is zijn boodschap
Ja/Nee
7 Welke tijd gebruikt de zanger in het lied?
(situatie)
8 Welke weg (kanaal) gebruikt de
zender om zijn boodschap over te
brengen? Markeer.
9 Wat wil hij bereiken met zijn boodschap? (doel)
10 Welk effect heeft het lied op jou?

128, opdracht 6
Zingen is communiceren

1 Wie is de zanger? (zender)


Jeroen van der Boom
2 Wat vraagt hij zich af i.v.m. de toekomst?
(boodschap) Noteer twee vragen.

Zal de aarde blijven draaien?


Zal de wind blijven waaien?
Houdt de zee voldoende water? (andere
mogelijkheid)
Is er een toekomst zonder later? (andere
Waarvan
is de zanger heel zeker?
mogelijkheid)
Hij weet zeker
dat er een toekomst voor je zal zijn.

129, opdracht 6
Bereid de luisteropdracht voor.

ot wie richt de zanger zich? Wie spreekt hij aan? (ontvanger


Hij richt zich tot alle luisteraars, maar ook tot zijn
kleine grote vriend. Het zou zijn zoontje/neefje/broertje
kunnen zijn.

5 Wat vraag jij jezelf af i.v.m. de toekomst?


(Waarover?) Schrijf twee vragen op in de
toekomende tijd.

6 Is zijn boodschap over de toekomst


betrouwbaar? Ja/Nee

129, opdracht 6
Bereid de luisteropdracht voor.
7 Welke tijd gebruikt de zanger in het lied?
(situatie)
a) in de tegenwoordige tijd
b) in de verleden tijd
c) in de toekomende tijd
d) in de tegenwoordige en toekomende
tijd.
8 Welke weg (kanaal) gebruikt de zender om zijn
boodschap over te brengen? Markeer.
a) Teksttype: krantenbericht, brief, gedicht, lied,
jeugdboekfragment, cartoon, stripverhaal
b) Taalregister: informeel, formeel
c) Taalvariteit: dialect, vaktaal,
Standaardnederlands, instructietaal

129, opdracht 6
9 Wat wil hij bereiken met zijn boodschap? (doel)

a) Hij wil je met zijn lied


overtuigen
b) Hij wil je met zijn lied iets
leren.
c) Hij wil je met zijn lied
informeren.
10 Welk effect heeft het lied op jou?
d) Hij wil je met zijn lied

129, opdracht 7
1 Lees het refrein van het lied. Markeer alle
werkwoordsvormen.
Want hoe je toekomst nu wordt
Zal de aarde blijven draaien?
Zal de wind blijven waaien?
Het leven vindt je weg.
Hoe je toekomst wordt
Houdt de zee voldoende water?
Is er een toekomst zonder later?
Het leven is maar kort?
Ik weet het zeker.
Denk je dat we de
toekomst kunnen
Er zal een toekomst voor je zijn.
zien in de sterren?

130, opdracht 7
2 Noteer de infinitieven van de belangrijkste
werkwoorden van elk vers. Schrijf ze in de tabel op
de juiste plaats. Vul de
andere vormen aan.
Onvoltooi Onvoltooid

infiniti stam
ef
wordt worden word
zal blijvenblijven
blijf
zal draaiendraaien

draai
zal waaienwaaien waai
vindt vinden vind
houdt houden houd
is
zijn
is
weet weten weet
Nee, alleen
maar het
verleden.

d
verleden
werd
tijd

bleef
draaide
waaide
vond
hield
was
wist

toekomend
e tijd

zal worden
zal blijven
zal draaien
zal waaien
zal vinden
zal houden
zal zijn
zal weten

130, opdracht 7
3 Vul nu de ontbrekende werkwoorden in
deze zinnen aan.

130, opdracht 7

Naar het buitenland verhuizen


Professionele gamer worden
Verjaardagscadeau krijgen
Een knap lief hebben
De lotto winnen
Acteur worden
Fantastisch koken
Voetballer
worden
Voeg
toe: kaders
Veel geld verdienen

You might also like