Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 50

4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.1 Rivieren

© Noordhoff Uitgevers 2016


Indeling van de rivier (1)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Benoem de onderdelen van de rivier


2
1: Stroomgebied
2: Waterscheiding

1
Indeling van de rivier (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Benoem de onderdelen van het stroomstelsel van een rivier

1: Bovenloop
2: Middenloop
3: Benedenloop 1

Deze drie onder-


delen vormen 2
samen het
lengteprofiel
van de rivier.
3
Typen rivieren
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

De herkomst van het water bepaalt


de rivier:
o Gletsjerrivier
o Regenrivier
o Gemengde rivier

Welke riviertype is de Rijn?


Gemengde rivier

Welke riviertype is de Maas?


Regenrivier
De indeling van de rivier (3)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Wat is de juiste volgorde van oorsprong


tot monding?

CAB
B

C
A
Regiem en debiet (1)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

De totale hoeveelheid water die een


rivier op een bepaald punt afvoert,
noem je het…
debiet

Voorbeeld: de gemiddelde afvoer bij


de mondig van de Rijn is 2300 m³ per
seconde.

Het verschil in waterafvoer van een


rivier gedurende het jaar noem je
het…
regiem
Regiem en debiet (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Volgens het KNMI zal het


neerslagregiem door de
klimaatsverandering op twee manier
veranderen:
1: Er valt meer neerslag
2: De neerslag valt onregelmatiger

Wat is het gevolg voor het debiet van


de Nederlandse rivieren?

Het debiet wordt groter.

Wat is het gevolg voor het regiem van


de Nederlandse rivieren?

Het regiem wordt onregelmatiger.


Verval en verhang
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Bij Lobith stroomt de Rijn ons land


binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in


de Noordzee.

Wat is het verval tussen Lobith en de


monding?

14 meter

Wat is het verhang?

14 m : 175 km = 8 cm per km
De waterafvoer verandert
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

Door de verstedelijking van


Nederland zijn er steeds meer
straten en daken. Neerslag komt
direct in het riool.

Wat is het verband tussen deze


verstening en de vertragingstijd?

Het water van een regenbui heeft


steeds minder tijd nodig om in de
rivier terecht te komen.

Maak de volgende zin af:


Hoe groter de verstedelijking….
…hoe korter de vertragingstijd.
Het water moet naar de zee
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

De waterafvoer
verandert door
verstening, ontbossing
en verandering van het
neerslagregiem.

Om het overstromings-
risico te verkleinen
worden dijken
verhoogd of verbreed.
Dit noem je…
dijkverzwaringen.
Het water dreigt
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.1 Rivieren

De combinatie
bodemdaling en
versterkt broeikaseffect
zorgen er voor dat het
water blijft dreigen.

In de Noordzee staat het


water extra laag bij
doodtij en extra hoog bij
springtij.
4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.2 De kust

© Noordhoff Uitgevers 2016


Opbouw Nederlandse kust
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

De Nederlandse kust bestaat uit drie


zones:

o Waddenkust
o Duinenkust
o Estuarium

Stranden, zandplaten, duinen,


wadden en kwelders noem je…
Zachte kust

Zeedijken, boulevards en hybride


keringen noem je…
Harde kust
Deltawerken
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

Door middel van duinen,


primaire keringen en
andere waterkeringen
wordt de Zeeuwse delta
afgeschermd van de
zee.
Opbouw van de kust
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

Het zand wordt aangevoerd vanuit


open zee door de vloedstroom.

Regel: de vloedstroom is sterker dan


de ebstroom.

Opbouw

Meer netto transport van zand


Kust in beweging
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

Opbouw en afbraak
wisselen elkaar af aan de
Nederlandse kust.

Door de getijdenstromingen
wordt zand naar de kust
vervoerd en worden er
strandwallen gevormd.

Zodra die permanent droog


liggen, kan de wind het
zand meenemen en duinen
vormen.
Ontstaan van een duinkust
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

Bij duinvorming zijn de zee, de wind en vegetatie belangrijk. Leg uit hoe dit
proces in zijn werk gaat.

Zee vormt strandwal,


drooggevallen deel
vatbaar voor wind,
zand blijft hangen
achter vegetatie.
Bescherming tegen de zee
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.2 Kust

o Tot het jaar 1000: terpen en wierden


o Na 1000: aanleg van dijken
o 1932: Afsluitdijk > IJsselmeer
o 1955 tot 1985: Deltawerken
o Na 1985: dijken op deltahoogte
o Stormvloedkering

Waarom is de Westerschelde open


gelaten?
Toegang tot de haven van Antwerpen
4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

© Noordhoff Uitgevers 2016


Waterbeleid (1)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Het Deltaprogramma moet zorgen


voor waterveiligheid en de
zoetwatervoorziening.

Rijkswaterstaat, provincies,
gemeenten en waterschappen
werken samen met maatschappelijke
organisaties en het bedrijfsleven.

Rijkswaterstaat zorgt voor onze


wegen, waterwegen en bescherming
tegen overstromingen.

Een waterschap zorgt voor


veiligheid, voldoende water en
schoon water in een bepaald gebied.
Waterbeleid (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

De overheid voert adaptief


deltamanagement. Dat betekent
vooruit kijken en flexibel blijven.

Vijf deltabeslissingen:
1) Waterveiligheid: bescherming
tegen overstromingen.
2) Zoet water: voorkomen van
tekorten.
3) Ruimtelijke adaptatie: rekening
houden met klimaat en water.
4) Rijn-Maasdelta: veiligstellen
Rijnmond-Drechtsteden en
Zuidwestelijke delta.
5) IJsselmeer gebied: veiligstellen
van zoetwatervoorraad en
voorkomen overstromingen.
Zoet of zout?
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Bij lage waterstanden in de rivieren komt zeewater verder landinwaarts.


Wat is het gevolg daarvan?

Verzilting

Waarom is dat een


probleem?

Niet alle gewassen


verdragen zout water.

Oplossing?

Gewassen ver-
bouwen die tegen
brak water kunnen.
Kanalisatie
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Rivieren zijn deels gekanaliseerd. Meanders zijn rechtgetrokken en er zijn


stuwen met sluizen aangelegd.

Wat is het doel van


het kanaliseren?

Het reguleren van de


waterstand.

Waarom willen we de
waterstand reguleren?

Bevaarbaarheid
garanderen.
Het temmen van de rivier (1)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Welke onderdelen van het dwarsprofiel van de rivier zijn met


de pijlen aangeduid?
Het temmen van de rivier (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

1: uiterwaard
2: zomerdijk
3: winterdijk
4: zomerbed
5: winterbed
Ruimte voor de rivier
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Dijkverzwaringen en noodoverloopgebieden zijn niet meer voldoende bij


extreem hoge waterstanden.

De overheid kiest voortaan voor dijkversterking, rivierbedverruiming en


natuurontwikkeling.

Dit is gerealiseerd in het project Ruimte voor de Rivier.


Ruimte voor de Maas
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

De rivier krijgt onder andere meer


ruimte door nevengeulen aan te
leggen. Ook door dijken te
verplaatsen en uitwaarden af te
graven.

Door deze rivierbedverruiming


wordt de waterstand bij hoogwater
lager.

De rivier kan een groter debiet aan.

De Maas kan nu 3800 m³/sec


afvoeren en in 2100 moet dat
4600 m³/sec zijn.
Beleid over de grenzen
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

Waarom zijn internationale


afspraken binnen de verschillende
stroomgebieden belangrijk zijn?

Een rivier stroomt door meerdere


landen. Wat in de bovenloop
gebeurt, heeft gevolgen voor het
gebied in de benedenloop.

Op welk schaalniveau moet je dit


dus aanpakken?

Fluviaal schaalniveau
Fluviaal schaalniveau
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.3 Rivieren: adaptief deltamanagement

De Internationale Commissie Bescherming van de Rijn en de EU werken


samen aan het Actieplan Hoogwater.

Tijdens de Rijnconferentie overleggen landen over de maatregelen.

Waarom is het voor Nederland belangrijk dat Duitsland onderstaande


maatregel uitvoert?

Zo wordt een piekafvoer in Nederland afgezwakt.


4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

© Noordhoff Uitgevers 2016


De kustlijn wordt bedreigd
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

De kust is goed beschermd, maar de dreiging blijft. De basiskustlijn komt


in gevaar.

Door zeespiegelstijging en bodemdaling moeten we de waterkeringen


blijven onderhouden.
Dynamisch kustbeheer (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

In het Deltaprogramma is besloten


om zandsuppletie toe te passen om
de basiskustlijn te handhaven.

Zandsuppleties worden uitgevoerd


om kennis op te doen van
dynamisch kustbeheer.

Hard waar Zacht waar


het moet. het kan.

De Zandmotor tussen Ter Heijde en Kijkduin


Zandsuppleties
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

Door zandsuppleties groeit de kustlijn


mee met de zeespiegelstijging.

De zee verplaatst zich zeewaarts.


Dynamisch kustbeheer (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

Welke vorm van kustverdediging zie je hier?


o Harde kustverdediging (dijk – Hondsbossche zeewering)
o Zachte kustverdediging (suppletie)
Zwakke schakels
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

De Hondsbossche Zeewering is door de rijksoverheid bestempeld als ‘zwakke


schakel’ binnen de kustverdediging. Er is voor gekozen om zand op te spuiten.
Noem hier twee redenen
voor.

Recreatiemogelijkheden.
Lagere kosten dan dijk-
verzwaring.
Zee krijgt ruimte
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

Bij het Zwin, bij Bergen en op Texel


krijgt de zee de ruimte om het land in
te stromen.
Dit wordt een slufter genoemd.
Het regelmatige overstromen door
zee levert een interessant
natuurgebied op met een hoge
biodiversiteit.
Harde kustverdediging
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

Dit zou een locatie kunnen zijn waar bolwerkvorming ontstaat.


Op welke wijze probeert men dit hier te voorkomen?
Door het toepassen van zandsuppletie om verdere terugtrekking van de kust
te voorkomen.
Dynamisch kustbeheer (3)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

Op welke manier kan men deze vorm van erosie van de duinen tegengaan?
Afsluiten voor publiek

Foto: Teunis Bloothoofd

Foto: Teunis Bloothoofd


De mythe van de droge voeten
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.4 De kust: zacht waar het kan, hard waar het moet

De overheid kan in de strijd tegen


water niet 100 procent veiligheid
bieden.

Toch lijken veel mensen dat wel


te denken. De overheid wil
daarom graag het
overstromingsrisicobewustzijn
vergroten.

Hoe overstromingsgevoelig is
jouw woonomgeving?
4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

© Noordhoff Uitgevers 2016


Water voor later
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Klimaatverandering leidt tot:


o Stijgende temperatuur
o Smeltende gletsjers
o Zeespiegelstijging

Welke gevolgen hebben de


veranderingen in het neerslagregiem
voor Nederland?

o Watertekort in tijden van droogte

o Hogere piekafvoeren
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Welke problemen ontstaan bij een watertekort?


o Tekort aan drinkwater
o Tekort aan water voor de landbouw
o Verzilting
Zoet of zout?
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Bij lage waterstanden in de rivieren, komt zeewater verder landinwaarts. Wat is


het gevolg daarvan?

Verzilting

Waarom is dat een


probleem?

Niet alle gewassen


verdragen zout water.

Oplossing?

Gewassen ver-
bouwen die tegen
brak water kunnen.
Verdroging
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Tijdens droge periodes is verdroging


een gevaar.
Welke problemen kunnen er
ontstaan bij verdroging?
o Afname biodiversiteit
o Bodemdaling door afbraak veen
o Verdroging veendijken

Waarom daalt de bodem door de


ingrepen in de grafiek?
De bodem verdroogt, oxideert en
klinkt in.
Loopt de stad gevaar?
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.5 Waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Welke probleem heeft het stedelijk gebied?

Snelle en hoge afstroming door verstening,


daardoor hoger overstromingsrisico.
4 Vwo H4

LEEFOMGEVING Wateroverlast

Paragraaf 1 t/m 6

4.6 Oplossingen voor waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

© Noordhoff Uitgevers 2016


Meerlaagsveiligheid
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.6 Oplossingen voor waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

We passen ons in Nederland aan,


aan de dreiging van het water.

Dit doen we onder andere door


meerlaagsveiligheid toe te passen:
o Laag 1: overstromingen worden
voorkomen met suppleties en
waterkeringen
o Laag 2: gevolgen van
overstromingen beperken door
inrichting omgeving
o Laag 3: preventie en
informatievoorziening om
slachtoffers te voorkomen
Ook beperken we de gevolgen van
overstromingen door de omgeving
slim in te richten.
De Watertoets
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.6 Oplossingen voor waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

Bij nieuwe bouwlocaties wordt de watertoets uitgevoerd.


Binnen die toets wordt
gewerkt met de
drietrapsstrategie:

1) Vasthouden
(retentie)

2) Bergen

3) Afvoeren
Drietrapsstrategie (1)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.6 Oplossingen voor waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

In stedelijk gebied kun je de drietrapsstrategie ook toepassen.


Voor welke van de drie trappen is dit groene dak nuttig?
Vasthouden
Drietrapsstrategie (2)
LEEFOMGEVING > Wateroverlast > 4.6 Oplossingen voor waterproblemen in laaggelegen gebieden en steden

In Rotterdam is een waterplein aangelegd. Regenpijpen zijn losgekoppeld van


het riool. Water kan op het plein worden opgeslagen bij hevige buien.

Welke trap van


de drietrapsstrategie?

Bergen

You might also like