Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 21

PEDAGOGIEK

OP 4
profielboek
Hoofdstuk 3.2 en 3.3
Planning
• Terugkoppelen vorige les
• H3.2 Zorgverbreding
• Huiswerk

-------------------------Optioneel -------------------------
• H3.3 Als er zorgen zijn
Terugblik vorige les
• Vragen over de theorie?
• Vragen over de opdracht van vorige week?
H3.2 Zorgverbreding
Zorgverbreding: de zorg die de school biedt aan kinderen met uiteenlopende
ontwikkelingsniveaus; alle kinderen worden zo begeleid dat ze zich optimaal kunnen
ontplooien.
Intern begeleider: adviseert en coacht de leerkracht en de OA, als blijkt dat binnen
het gewone lesprogramma onvoldoende aan de ondersteuningsbehoefte tegemoet
gekomen kan worden.
Er wordt een plan opgesteld waarmee de leerkracht en OA met het kind aan de slag
kunnen. Het kan ook zijn dat de intern begeleider nog een aantal testen afneemt of
het kind observeert.
De gedragsspecialist kan ook gevraagd worden om advies te geven;
Al dit soort acties vallen binnen speciale leerlingenzorg.
Vervolg H3.2
• Als het opgestelde plan goed werkt wordt er mee doorgegaan
• Werkt het niet, dan wordt er externe hulp ingeschakeld
- Ouders worden erbij betrokken
- Een handelingsplan wordt gemaakt

• Iedere school heeft een eigen ondersteuningsprofiel, hierin is vastgelegd welke


ondersteuning door de school zelf, en welke ondersteuning door andere scholen of
organisaties verzorgd wordt.

Voor welke ondersteuning zorgt jullie eigen school?


Welke andere organisaties worden door jullie school voor de begeleiding van leerlingen ingezet?
Passend onderwijs
• In augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingevoerd
• Dat betekent dat scholen vanaf dat moment zorgplicht hebben

Op het moment dat ouders hun kind aanmelden bij een school, wordt er naar het
ondersteuningsprofiel van de school gekeken. Dit profiel geeft aan welke extra
ondersteuning de school te bieden heeft.
Soms heeft een kind bepaalde ondersteuning nodig, maar kan de school waar het kind
aangemeld is die ondersteuning niet bieden. Dan heeft de school de plicht uit te
zoeken, bij welke school het kind die ondersteuning wel kan krijgen.
Als het mogelijk is gaat het kind naar een reguliere school, als er meer hulp nodig is,
gaat het kind naar een school voor speciaal onderwijs.
Filmpje

Een basisschool heeft m.b.t. passend onderwijs een integratieklas ingezet:

https://www.leraar24.nl/69436/integratieklas-als-goede-vorm-van-passend-onderwijs/

Vraag: hoe wordt in jullie basisschool passend onderwijs ingezet?


De self-determination theory (SDT)
De self-determination theory (Luc Stevens) stelt dat voor elke leerling eerst deze drie
psychologische basisbehoeften bevredigd moeten worden:

De behoefte aan:
1. Relatie
2. Autonomie
3. Competentie

Deze basisbehoeften komen voort uit de hechtingsperiode.


Relatie (SDT)
• De eerste behoefte is de behoefte aan sociale verbondenheid of aan relatie, van hieruit kan
autonomie zich ontwikkelen
• Kinderen het gevoel geven: ik hoor er bij.
• Je bent je bewust van jouw invloed op het gedrag en prestaties van het kind
• Een goede relatie met de kinderen waar je mee werkt, kan pas ontstaan als je ook jezelf laat zien.
• De basis is: openheid, wederzijds vertrouwen en respect
• Sociale verbondenheid (relatie) gaat in twee richtingen:
• Enerzijds het gevoel dat men door anderen geliefd wordt
• Anderzijds het gevoel van bekwaamheid om anderen lief te hebben

Lees ‘werken in de praktijk’ op blz 122.


Vraag: welke (andere) voorbeelden kun je geven, hoe je aan sociale verbondenheid/relatie in je stage
kunt werken?
Autonomie (SDT)
• Ik wil het zelf!
• Behoefte om eigen keuzes te maken, zonder druk van buitenaf
• De rol van leerkracht of OA: Begeleiden in de autonomie-ondersteunende stijl:
- Ruimte om zelf te ontdekken, gemotiveerd te raken en nieuwsgierig te zijn
- Leerlingen zelf doelen laten stellen
- De vorm waarin de leerling wordt gecoacht, is de dialoog
• Als je vasthoudt aan een controlerende stijl, is er altijd een zekere druk voelbaar
voor de leerling:
- Weinig oog voor het perspectief en voor de gevoelens van kinderen
- Weinig aansporen tot initiatief
- Weinig of geen keuzes; gebruikt dwang
- Taalgebruik is directief
- Leeractiviteiten zijn weinig of niet relevant voor de eigen doelen van de kinderen
Competentie (SDT)
• Ik kan het!
• Door een leerling aan te spreken op zijn eigen niveau, ontstaat bij de leerling
motivatie
• De leerling gaat op zoek naar uitdagingen die voor hem precies passend zijn,
daardoor ontstaat vertrouwen
• Het gevoel van competentie is erg groot als leerlingen zelf hun uitdagingen en het
niveau kunnen kiezen
Cirkel van adaptief onderwijs
• Adaptief onderwijs sluit aan bij de mogelijkheden
en behoeften van het kind

• Adaptief betekent aanpassen

• De leeromgeving past zich aan de leerling aan

• In de behoefte aan relatie, autonomie en


competentie wordt door de leerkracht, OA en
leeromgeving voorzien (zie afbeelding)
• De kern van adaptief onderwijs is zelfsturing

• Ze leren verantwoordelijkheid te nemen voor


zichzelf, anderen en hun omgeving

• Doordat het leren plaatsvindt in betekenisvolle


leersituaties kunnen leerlingen zelf vorm en
inhoud geven aan hun leren

• Je leert leerlingen een reflectieve houding aan

• Ze leren vaardigheden aan

• Je zorgt voor uitdaging, ondersteuning en een


prettig klimaat
Huiswerkopdracht 3.2 en 3.3
Lees 3.2 Zorgverbreding.
a) Leg uit wat Passend Onderwijs is.
b) Wat is de procedure als de school waarbij het kind is aangemeld, de gewenste ondersteuning niet kan
bieden?
c) Om goed met kinderen te kunnen werken zegt de SDT dat kinderen altijd 3 psychologische
basisbehoeften hebben.
- Welke zijn dit en leg ze uit.
- Geef bij iedere behoefte een concreet voorbeeld hoe jij als OA dit op stage bewerkstelligt.
d) Leg uit wat Adaptief Onderwijs is a.d.h.v. Figuur 2 Cirkel van Adaptief onderwijs en alle begrippen die
daarin worden benoemd.

Lees 3.3 Als er zorgen zijn.


e) Welke instanties vallen onder laagdrempelige jeugdhulp? Leg uit wat ze doen en hoe ze werken.
f) Welke instanties vallen onder Specialistische Jeugdhulp? Leg uit wat ze doen en hoe ze werken.
g) Welke instanties vallen onder Jeugdbescherming en Jeugdreclassering? Leg uit wat ze doen en hoe ze
werken.
H3.3 Als er zorgen zijn
• Soms merk je dat het in een gezin of met een kind niet goed gaat. Dan is het goed
dat je weet hoe jeugdzorg georganiseerd is.
• Jeugdzorg is precies wat het woord zegt: zorg voor de jeugd
• Kinderen en jongeren moeten veilig en onbekommerd kunnen opgroeien
• Jeugdzorgorganisaties helpen kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers
daarbij
• Soms krijgen kinderen en jongeren de hulp vrijwillig, soms gedwongen, via een
kinderrechter
• Preventie speelt een belangrijke rol in de Nederlandse zorg voor jeugd
Organisatie van de zorg voor jeugd
• Gemeenten zijn financieel verantwoordelijk voor de jeugdzorg
• Er zijn veel organisaties die allemaal binnen de kaders van de Jeugdwet (sinds 2015) vallen,
van het Centrum van Jeugd en Gezin (CJG) tot een justitiële jeugdinrichting (JJI)
• Jeugdhulp is voor jongeren tot 18 jaar
• Er wordt intensief samengewerkt om de hulp goed op elkaar af te stemmen
• Jeugdzorg kan thuis of in een instelling plaatsvinden, kort of langdurig, individueel of als
gezin, kan lichte zorg of intensieve zorg (bij gezinnen thuis) zijn
• Er is een breed aanbod aan hulp
• Er wordt al in een vroeg stadium bijgedragen aan de preventie door te signaleren en hulp te
bieden
• Gecertificeerde instellingen voeren maatregelen uit die de kinderrechter heeft opgelegd; ze
begeleiden jongeren die in aanraking kwamen met politie; of voeren een
jeugdbeschermingsmaatregel uit (zoals ondertoezichtstelling-OTS)
Laagdrempelige en herkenbare
jeugdhulp
Onder laagdrempelige en herkenbare jeugdhulp vallen onder andere:

• Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)


• Het zorgadviesteam (ZAT)
• Het wijkteam
Specialistische jeugdhulp
Onder specialistische jeugdhulp vallen:
o Ambulante jeugdhulp

o Pleegzorg

o Jeugdzorgplus; hiervoor is een machtiging gesloten jeugdhulp nodig van de kinderrechter

o Verblijf in een jeugdinstelling

o Jeugd-GGZ

o Jeugdzorg voor jongeren met een beperking

o Jeugdzorg voor jongeren met ernstige beperkingen: de zorg voor kinderen en jongeren
met ernstige verstandelijke, lichamelijk of meervoudige beperkingen valt onder de Wet
langdurige zorg (Wlz). Ook de zorg voor sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk beperkten
(SVLVG) valt onder de Wlz. Voor deze zorg is een WLZ-indicatie nodig
Jeugdbescherming en jeugdreclassering
Jeugdbescherming en jeugdreclassering houden zich bezig met zaken als:
• Ondertoezichtstelling (OTS); een gezinsvoogd begeleid het gezin
• Uithuisplaatsing
• Jeugdreclassering begeleidt jongeren die een proces-verbaal hebben gehad van
politie of de leerplichtambtenaar
Kindermishandeling
Binnen je organisatie/(stage)school wordt gewerkt volgens de meldcode huiselijk geweld
en kindermishandeling, een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt
professionals goed te reageren bij signalen van geweld. Elke organisatie ontwikkelt zijn
eigen methode.

Veilig Thuis heette in het verleden Advies- en


Meldpunt Kindermishandeling, hun
telefoonnummer: 0800-2000 is 24 uur per dag
bereikbaar.

You might also like