Management, finance en recht

HC Inleiding Privaatrecht

Week 3. Vermogensrecht in het

algemeen

Behandelde stof: Hoofdstuk 5 Privaatrecht

1
Agenda

1.Algemene bepalingen
2.Rechtshandelingen
3.Nietigheid en vernietigbaarheid
4.Volmacht

2
1. Algemene bepalingen

 In BW 3/5/6 wordt het vermogensrecht

behandeld: regels m.b.t. vermogensrechten
(d.w.z. rechten die tot het vermogen van
rechtssubjecten behoren, omdat zij een
bepaalde geldwaarde vertegenwoordigen).
 Vermogensrecht bestaat uit:
verbintenissenrecht en goederenrecht

3
1. Algemene bepalingen

 Verbintenissenrecht: de vermogensrechtelijke
relaties tussen twee of meer (rechts) personen.
 Een verbintenis heeft twee zijden: een plicht
en een recht.
 Verbintenissen kunnen ontstaan uit:
overeenkomst, rechtmatige daad
(zaakwaarneming), onrechtmatige daad
 BW 3 en 6: veel aanvullend recht.

4
1. Algemene bepalingen

 Goederenrecht heeft betrekking op goederen

en op de relatie tussen (rechts) personen en een
goed. Niet de prestatie staat centraal, maar het
goed staat centraal.
 Het goederenrecht regelt o.a. wie er rechten
kunnen uitoefenen m.b.t. een bepaald goed;
bijvoorbeeld eigendomsrechten.
 Art. 3:1, 3:2 en 3:3 BW.
 BW 5: veel dwingend recht.
5
2. Rechtshandelingen

• Wat is de definitie van een rechtshandeling?

• Een rechtshandeling kan meerzijdig of
eenzijdig zijn. Geef bij elk een voorbeeld.

Waar gaan de volgende artikelen over?

 art. 3:33 jo 3:34 jo 3:35 jo 3:37 BW

6
2. Rechtshandelingen

Jochem (17 jaar) wil een nieuwe scooter ter

waarde van €1900,- kopen.

Vragen:
• Is Jochem handelingsbekwaam?
• Kan hij deze scooter kopen?

7
3. Nietigheid en vernietigbaarheid
Stel: Jochem (17 jaar) heeft de scooter uiteindelijk
toch gekocht, zonder toestemming van zijn ouders.
Zijn ouders willen de overeenkomst ongedaan
maken.

Vragen:
• Is deze overeenkomst vernietigbaar of nietig?
• En stel dat ze het kunnen vernietigen: wat
moeten zij dan doen?
• Wanneer is een rechtshandeling nietig?
8
3. Nietigheid en vernietigbaarheid

 Wilsgebreken: wanneer is er sprake van een

wilsgebrek?
 Bedreiging
 Bedrog
 Misbruik van omstandigheden
 (dwaling)

Geef van ieder wilsgebrek een voorbeeld!

9
4. Volmacht

 Een volmacht is de bevoegdheid die een

volmachtgever verleent aan een ander (de
gevolmachtigde) om in zijn naam
rechtshandelingen te verlenen (art. 3:60 lid 1
BW)
 Volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend
verleend worden (art. 3:61 BW)
 Volmacht kan algemeen of bijzonder zijn (art.
3:62 BW)
10
4. Volmacht

 Vraag: kan een handelingsonbekwame

optreden als gevolmachtigde?
 Vraag: kan een handelingsonbekwame
optreden als volmachtgever?
 De gevolmachtigde kan – in principe – de
volmacht niet aan een ander geven. Tenzij 3:64
BW.
 Vraag : Hoe eindigt de volmacht?

11