Professional Documents
Culture Documents
de Oudheid - 2021
de Oudheid - 2021
de Oudheid - 2021
1. ontstaanscontext in de oudheid
2. Eerste filosofen : Natuurfilosofen
Mooi context verhaal; niet kennen
3. Socrates – Plato – Aristoteles
4. Hellenisme
5. Twee culturen
6. Middeleeuwen
2.1. Ontstaanscontext in de
oudheid (6de eeuw voor Christus)
ontdekking van de rede = scharnierpunt ontstaan filosofie
Ervoor godsdiensten die onverklaarbare ‘levensvragen’
verklaarden via mythen, gecombineerd met riten
van mythos naar logos : van oraal naar geschreven=
“cultuurschok”
Homerus: door het opschrijven van mythen wordt discussie mogelijk
Bvb. Goden met menselijke eigenschappen ?!?
“De negers vormen hun goden zwart en stompneuzig (..) als de ossen en paarden en
leeuwen hadden kunnen schilderen, dan zouden zij hun goden de gestalte van ossen
en ….” (Xenophanes, 570 voor christus)
Opkomst van Griekse stadstaten in middellandse
zeegebied
Slaven deden werk, ‘vrije burgers’ hadden tijd... Om na te
denken, gebaseerd op verstand en ervaring...
Eerste Griekse filosofen zochten naar natuurlijke
verklaringen voor natuurprocessen
Zij hadden allen een logisch ‘project’, een drijfveer
2.2. Eerste filosofen: natuurfilosofen
Kan ‘iets’ uit het ‘niets’ ontstaan?
‘Iets’ altijd bestaan? (oorspronkelijke opvatting)
MAAR er zijn Voortdurende veranderingen:
hoe kan een stof veranderen?
=> er is een Oerstof die aan de basis van
veranderingen ligt!
Maakten zich los van religie
Belangrijk hoe ze dachten niet zozeer wat precies
de antwoorden waren
Begin van ‘wetenschappelijk’ denken
Veel is verloren gegaan (recup via Aristoteles)
Oerstof & veranderingsprobleem (1)
Drie natuurfilosofen uit Milete
Thales
Water is de oerstof
Egypte (Nijl), hoogte pyramides, voorspelling
zonsverduistering
Anaximander
werelden ontstaan en vergaan
=> ‘grenzeloos onbepaalbare’?
Anaximenes
Oerstof is lucht of nevel=> water=> aarde?
Vuur= verdunde lucht
Oerstof & veranderingsprobleem (2)
Parmenides: kiest voor het verstand
500 BC, Elea(ten) (Z-Italië)
verandering is onmogelijk!
onze zintuigen (die dingen ziet veranderen) zijn
onbetrouwbaar,omdat ons verstand iets anders zegt
rationalisme : verstand als bron van wijsheid
Heraclitus: zintuigen zijn betrouwbaar
zelfde tijd als Parmenides
1. “Alles stroomt, niets is blijvend”
Twee keer in zelfde rivier stappen? Kan niet…
2. Alles in tegenstellingen
ziekte/gezondheid, oorlog/vrede, dag/nacht
3. Wel eenheid, omvattende, iets aan oorsprong : ‘God’ (logos =
rede) ‘wereldverstand’ (natuurwet) stuurt de natuur
Verstand of zintuigen geloven? Empedocles combineert
Empedocles : P + H = 4 elementen
P + H : alle twee gelijk, maar geloven in
slechts 1 oerstof
Moeten zintuigen en verstand geloven
4 oerstoffen
aarde, lucht, vuur en water
Alles is mengvorm
mengvormen ontstaan en worden ontbonden
Vb. Kleuren mengen, koken, verbrandingsproces
Oorzaak van samenvoeging en ontbinding?
2 krachten : ‘liefde’ en ‘haat’
Maakt dus belangrijk ‘wetenschappelijk’
onderscheid tussen ‘stof’ en ‘krachten’
Anaxagoras
Ondeelbare deeltjes
Natuur is opgebouwd uit piepkleine deeltjes, onzichtbaar
voor het oog
Vb. Melk bestaat ook uit huid en haar
Het geheel zit in elk deeltje opgeslagen, vergelijk het met
DNA in elke cel
Kracht die alles regelt
De ‘geest’ of de ‘intelligentie’ (nous)
Eerste ‘goddeloze’ Atheense filosoof
‘Astronoom’
Alle hemellichamen uit zelfde stof (meteoriet)
Hemellichamen eventueel bewoond
Maan reflecteert licht van de aarde
Verklaring voor zonsverduistering
Democritus
Veranderingen niet omdat iets echt veranderde
Atomen
‘ondeelbaren’ : niet oneindig kunnen opslitsen
Slechts enkele, kleine, onzichtbare bouwstenen
Eeuwig (niet iets uit niets)
Bewegen zich in de ruimte
Verschillend van vorm om verschillende ‘vormen’ te kunnen
vormen
Cf. atoomleer van vandaag
Krachten?
Neen : was materialist,
alles mechanisch (geen doel)
niet toeval maar wel onveranderlijke natuurwetten :natuurlijke
oorzaak zit in dingen zelf
Bewustzijn?
Bestaat uit ‘ziele-atomen’
Ontbindt bij sterven
mens bezit geen onsterfelijke ziel
3. Socrates – Plato - Aristoteles
Inleiding : Contexten
1. Socrates
2. Plato
3. Aristoteles
Context 1 : Het Lot
ook andere mythen worden doorprikt : rond
‘onvoorspelbare’ ziekte & gezondheid en politieke
gebeurtenissen
Het lot en bijgeloof : vroeger en nu
God die als straf ingrijpt in oorlogen of besmettelijke
ziekten veroorzaakt ook ‘logische’ verklaringen?
Offeren om te voorkomen of te genezen? Vbn?
‘Influenza’: ‘onder kwade invloed van sterren’
AIDS : straf van god??? Waar, wanneer?
Ziektes die op bovennatuurlijke wijze genezen? Vbn. Nu?
Hippocrates (460 BC)
Matigheid en gezonde levenswijze (ziek=natuur
ontspoort)
Eed van Hippocrates
Context 2 : Athene & Mens in het centrum
+/- 450 BC
Belangstelling voor
de mens en mens in
de Mij
Athene culturele
centrum
Ontstaan Democratie
Onderwijs nodig ?!?
Vgl. Jonge
democratieën nu
Rondtrekkende leraren
concentreren zich in
Athene : sofisten
Sofisten : Begin van scepticisme
en relativisme
Sofisten (‘geleerd persoon’)
Ook kritisch t.a.v. Mythen, wel tegen
‘filosofische’ speculaties
=> scepticisme, mensen kunnen geen
vaststaande antwoorden vinden
Maar mensen moeten wel kunnen
samenleven?!? => mens in centrum
De Rondreizende Sofisten vergeleken
samenlevingsvormen : wat is ‘natuurlijk’ en wat
is ‘cultuur’? (NN)
Bvb preutsheid
Normen zijn niet absoluut Socrates
1.Socrates (469-399)
Youtube
Sommige
normen zijn
absoluut en
gelden voor
iedereen
(NN)
Wie?
Grondlegger ≠ filosofische stromingen
Enkel dankzij Plato’s geschriften (opgeschreven
in dialogen) ?!? Wat was van wie?
Innerlijk ‘volmaakt rechtvaardig’
‘sturende’ Dialoog om tot inzichten te komen
of... Nen ambetanterik?
Vragen stellen tot juiste inzicht: “baren”=
maieutiek (hij vroedvrouw?) (Nature? Boven
Nurture)
“socratische ironie”, deed alsof hij niets wist
Kon Goddelijke stem niet negeren.
Beschuldigd tot gifbeker 399BC, stierf omwille
van overtuiging...cf. helden?
Wat? (zijn Filosofisch project)
Tijd van sofisten : mens centraal
Bracht filosofie onder de mensen
(volgens Cicero)
Noemde zichzelf ‘filosoof’ (strever naar
inzicht)
Uitgangspunt: ‘ik weet weinig en vind dat
vervelend’
Sofist meer arrogante opportunisten?
Basis voor kennis is het denken, de
rede : rationalist (Nature : verstand/rede
zit in ons)
2. Plato (427-347)
youtube
Oprichter van Academeia:
studiegemeenschap:
wiskunde/filosofie/gymnastiek
(‘gesprek’)
Schrijver van dialogen:
leermeester is Socrates (cf.
verdedigingsrede)
Eerste “idealist”; (Nature)
Zijn ‘project’ : Onveranderlijke
tov veranderlijke (wat ‘stroomt’)
Eeuwige ware, schone en goede?
Onveranderlijke tov veranderlijke
Idem natuurfilosofen? Plato (socrates en
sofisten) ifv de ‘mens centraal’
Moraal, maatschappelijke idealen of deugden :
eeuwig (socrates) sofisten (veranderlijk)
Socrates
Er zijn tijdloze regels : wat is goed of fout.
Normen ontdekken via verstand (= eeuwig en
onveranderlijk)
Plato
Eeuwige en onveranderlijke in natuur en in moraal en
maatschappelijk leven zijn hetzelfde
Er is een eigen ‘werkelijkheid’ (ware, schone, goede..)
die eeuwig is en die filosofen moeten ‘vatten’
De ideeënwereld
‘alles wat we in de natuur kunnen aanraken ‘stroomt’
Is dus veranderlijk
Er bestaan geen onvergankelijke basisstoffen
Alles van de ‘zintuiglijke’ wereld ‘vergaat’
Alles is gevormd door een ‘vorm’, die onveranderlijk is
Vb Paard en koekjes(vorm)
Eeuwige onveranderlijke is dus geen fysische oerstof
maar een ‘idee’,
een geestelijke of abstract model waarnaar alle fenomenen
(cases) zijn gevormd.
Bvb. Ook idee ‘democratie’; ‘vrijheid’; ‘gelijkheid’…
Deze perfecte (beperkt aantal) vormen noemt Plato ideeën
Want hoe kunnen ‘atomen’ (Democritus) terug een ‘paard
vormen?
Achter ‘zintuiglijke’ wereld zit een eigen werkelijkheid de
ideeënwereld
Absolute zekerheid
In zintuiglijke wereld is niets onveranderlijk
Over zintuiglijke wereld kan men dus nooit iets
met zekerheid weten
Kunnen niet vertrouwen op onze zintuigen, op
onze ‘waarnemingen’ (enkel vermoedens)
Absolute zekerheid is er alleen over dingen
die we met ons verstand herkennen
Vb. Vorm van peperkoekenmannetjes zonder
hem ooit te zien
Denken is universeel (bvb wiskunde, waar of niet
waar) juist omdat het uitspraken doet over
eeuwige en universele
Een onsterfelijke ziel
naast tweedelige werkelijkheid ook tweeledige mens
1. Lichaam‘stroomt’en is onlosmakelijk verbonden met de
‘zintuiglijke’ wereld
Alle zintuigen zijn aan lichaam verbonden en dus onbetrouwbaar
2. Onsterfelijke ziel, hier zetelt het verstand,
is niet materieel en kan in de ideeënwereld kijken
Onsterfelijke ziel (Nature)
1. bestaat vòòr het een lichaam betreedt in de ideeënwereld
2. Vergeet bij ontwaken in lichaam die ideeënwereld
3. ‘herinnert’ zich volmaakte ideeën bij aanschouwen van
natuur
4. hunkert naar oorspronkelijke woning (eros=liefde)
Lichaam is gevangenis
Niet iedereen wenst ziel los te laten en klampen zich vast aan
‘spiegelbeelden’ (filosofen wel)
Hoe verkrijg je inzicht?
A: dialectiek
Methode om tot
waarheid te
komen: dialoog
Woord en
wederwoord
These & Anti-
These
Resultaat:
inzicht in de
werkelijkheid
Synthese
B: anamnese
Kennis van de ideeën a priori:
zelfstandigheid van het denken vb
wiskunde
Anamnese: wederherinnering (ziel
aanwezig in de ideeënwereld)
Kennis: expliciteren van ideeën die
we reeds hebben:via dialoog
Loslaten= leren sterven
Allegorie van de grot
Grot met lange gang
Gevangenen
Groot vuur
Muur tussen gevangenen en vuur: mensen en
schaduwen/echo’s
Weg van de filosoof = weg van vage
voorstellingen naar de werkelijkheid
https://www.youtube.co
m/watch?v=_jmJGBJRl
UQ
De (filosofie-) Staat
Lichaam Ziels- Deugd/ Staat
vermogen ideaal
s
Hoofd Verstand Wijsheid Regenten
(filosofen)
Context
Godsdienst, filosofie en wetenschap
a) Cynisme
b) Stoïcijnen
c) Epicuristen
d) Neoplatonisme
Hellenisme : Context
Bloeiperiode filosofie van 3e eeuw BC tot 400 AC; daarna
verval
Athene: Academie/Lyceum
Veroveringen Alexander de Grote
ook Macedoniër
Aristoteles sterft in 322 BC
overheersing Griekse cultuur tot +/- 50 BC: Hellinisme
Daarna Romeinse overheersing (‘late oudheid’)
Ervoor was Rome zelf een Griekse provincie...
Invloed van Grieks denken (cultuur en filosofie) bleef groot
lang na Griekse politieke grootmacht
Kenmerken :contacten met andere culturen : grenzen
vervagen/ goden/ nieuwe talen/ nieuwe religies
vermenging = syncretisme
Late oudheid: religieuze twijfel, culturele vervaging,
levensbeschouwelijk pessimisme (Inzicht in contingentie)
Rijk Alexander de Grote
Absolute duisternis,
afwezigheid van licht,
het ‘ene’, ‘God’
geen bestaansgrond
Goddellijk licht,
(bestaat niet)
bestaat Tussenin zijn gradaties
Reikwijdte Goddelijke stralen is begrensd
Ziel is bestraald & Materie is duisternis
Vormen in natuur bevatten ‘sprankje’ van het Ene,
‘God is overal’
Aarde, water, steen staan verst van God =>
<= Kortst :eeuwige ideeën en oervormen van alle schepselen
In onze eigen ziel benaderen we God het dichtst
Cf. Plato : op weg naar grotopening, waar alles van afstamt MAAR is Hollist
(alles is één, want alles is god)
Samensmelten met ‘God’ = is een gelijksoortige ‘mystieke’ ervaring van alle
tijden en culturen
5. Twee Culturen
NIET KENNEN
Context
Augustinus
Thomas van Aquino
Context
Kennis bedroevend, alles opnieuw denken
oudheid afgesloten, enkele werken Plato, logica
Aristoteles
‘Middel-eeuwen’
500 (476)en 1500 (soms tot 1277)
Naam uitgevonden in de ‘renaissance’
Als overgang tussen 2 ‘hoogtijden’
Filosofie = Christendom is waarheid
Harmonie tussen geloof en verstand:
problematisch
Kan men Christelijke openbaring ook met
verstand ‘begrijpen’ of moet men enkel ‘geloven’
Bijbel verschillend van verstand?
Kennis en geloof verenigbaar?
Augustinus (354-430)
Overgang van filosofie naar religie
late oudheid naar vroege middeleeuwen
Reisde en ‘beleefde’ vele filosofische en religieuze
stromingen
1) Manicheeër : religieus & filosofische verlossingsleer
Geest kan ziel verlossen door stoffelijke te overstijgen.
Tweedeling : goed/kwaad; licht/duister, geest/materie
‘Kwaad’ Waar vandaan?