Professional Documents
Culture Documents
Vergilius Aeneis 6.42-76
Vergilius Aeneis 6.42-76
58 obeuntia – ppa, congr. met (59) maria; terras is lijd vw bij obeuntia.
59-60 maria, gentes, arva: trikolon
61 Iam tandem Italiae fugientes prendimus oras.
Hac Troiana tenus fuerit fortuna secuta;
Nu eindelijk bereiken wij vluchtend de kusten van Italië / de
vluchtende kusten van Italië. Moge het Trojaanse lot ons tot
hier gevolgd hebben.
61 fugientes kan grammaticaal bij het onderwerp (wij) horen en bij oras.
62 Troiana fortuna = het noodlot (Troje is immers vernietigd).
fuerit – coni perf. Het perfectum geeft aan, dat Aeneas wenst, dat
het lot dus nu klaar is met volgen en dat het hen nu beter zal
gaan (dankzij de hulp van Apollo)
Een verzoek aan een god wordt vaak ingeleid door redenen, waarom
de god zou helpen. Wat zijn de 2 dingen die Aeneas noemt?
- Apollo heeft Trojanen eerder geholpen
- Aeneas heeft lange reis gemaakt
63 vos quoque Pergameae iam fas est parcere genti,
dique deaeque omnes, quibus obstitit Ilium et ingens
65 gloria Dardaniae.
Het is geoorloofd dat jullie ook het Trojaanse volk nu sparen,
alle goden en godinnen, aan wie Ilium aanstoot gaf en de
grote roem van Troje.