Professional Documents
Culture Documents
Vergilius Aeneis 6.384-416
Vergilius Aeneis 6.384-416
Vergilius Aeneis 6.384-416
Aeneas
De
confrontatie
met Charon
384 Ergo iter inceptum peragunt fluvioque propinquant.
Dus gaan ze verder met de begonnen reis en naderen ze de
rivier.
384 inceptum – ppp van incipere; onzijdig, omdat iter onz. is.
peragunt / propinquant – praes historicum; ond = Aeneas en de
Sibylle
fluvio – nl. de Styx
385 Navita quos iam inde ut Stygia prospexit ab unda
per tacitum nemus ire pedemque advertere ripae,
387 sic prior aggreditur dictis atque increpat ultro:
En zodra de veerman hen al vandaar vanaf het Stygische
water zag gaan door het zwijgende bos en hun voet naar de
over (zag) richten, viel hij hen eerst zo aan met woorden en
snauwde uit eigen beweging:
403-405 – twee keer het woord pietas. Kenmerk van Aeneas en hier
ook het argument om hem over te zetten: hij doet immers wat hem
door de goden is gevraagd.
405 te – Charon
406-7 Verklaar de ww.tijden in deze zinnen.
406 aperit – praes dramaticum
latebat – impf ; lange duur
407 agnoscas – coni van wens
407 Tumida ex ira tum corda residunt;
nec plura his.
Dan bedaart na de woede z’n gezwollen hart; en niet meer
dan dat (zei ze).
413 ingentem Aenean - Aeneas leeft, dus is veel zwaarder. Let ook
op scansie: allemaal lange lettergrepen benadrukt dat zware:
_ _ x _ __
ingentem Aenean
* -tem: elisie (eindigt op –m en vol-
gende woord begint met klinker)
* Aenean : de –e- is lang omdat het
een Grieks woord is, Aijneiva~,
waarbij het een tweeklank is,
413 Gemuit sub pondere cumba
sutilis et multam accepit rimosa paludem.
Onder het gewicht kreunde het gevlochten
bootje en het nam, vol openingen, veel moeras(water) op.