Thema 1

Inleiding in de biologie
 Biologische termen
• Ken je begrippen!!

• De meeste belangrijke begrippen zijn

blauwgedrukt in het boek

• Lees bladzijde 10
• Maak opdracht 1 en 2
 Organisatieniveaus van de biologie
Moleculen zijn de kleinste biologische eenheid

Anorganische moleculen Organische moleculen

• Klein • Groot
• Weinig energie • Veel energie

• Vb: • Vb.
– CO2 – C6H12O6
– H2O – DNA
– NH3
 Organisatieniveaus
• Kleinste eenheid = ….
• Kleinste levende eenheid = ….
• Bekijk de uitleg die er staat over het
organisatieniveau populatie
• Wat is ook al weer een soort?

• Maak opdracht 4 en 5
 Soort
• Ordening van organismen
• 4 rijken in BINAS!!!
• Verdere indeling (thema 4 evolutie):
– Afdeling, klasse, orde, familie, geslacht, soort, ras
 Binaire naamgeving
• Naam geeft aan tot welk geslacht en soort een
organisme behoort
• Voorbeelden:
– Panthera tigris (tijger)
– Panthera pardus (panter)
– Panthera leo (leeuw)

• Ras
• een paard 64 chromosomen en een ezel er slechts 62. Muildieren en
muilezels hebben dus 32+31 = 63 chromosomen in totaal. Dit is een
groot probleem bij het voortplanten!
• https://www.ad.nl/buitenland/dit-kan-er-gebeuren-als-je-een-zebra-en-een-ezel-in-dezelfde-wei-zet~ab7319c6/
 Context
• Rode teksten zijn contexten
• Belangrijk om mee te oefenen, niet te leren!

• Maak nu opdracht 7 en 9
 Voedingswijzen
• Er zijn twee voedingswijzen bij organismen
– Autotroof
– Heterotroof

• Welke voedingswijze maakt gebruik van

anorganische stoffen?
• Welke voedingswijze maakt gebruikt van zowel
anorganische als organische stoffen?