Professional Documents
Culture Documents
SE3 Klas 4 GT
SE3 Klas 4 GT
SE3 Klas 4 GT
uitscheiding
KLAS 4 GT
Week 1
25 T/M 30 JANUARI
Definitie: Onder stofwisseling verstaan we
alle processen in een organisme waarbij
stoffen worden omgezet in andere stoffen.
Smeer en Klein vlak (geel), levert vooral bouwstoffen en belangrijk voor vitamine A, D en E.
bereidingsvetten
Onverzadigde vetten en verzadigde vetten. Onverzadigde vetten zijn de 'gezonde vetten',
Vis, peulvruchten, Roze vak. Dit vak bestaat uit producten met veel eiwitten.
vlees , ei, noten en
Leveren belangrijke bouwstoffen.
zuivel
Graanproducten en Oranje vak en bevat veel koolhydraten (brandstoffen) De beste producten uit dit vak zijn
aardappelen de volkoren producten. Producten leveren vooral vezels, eiwit, B-vitamines en ijzer.
Dranken Het vijfde, laatste en blauwe vak is het vak van de dranken
water, thee en koffie (geen suikerhoudende dranken)
BMI
• De Body Mass Index berekent of je een gezond gewicht hebt ten
opzichte van je lichaamslengte.
• Indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht, ondergewicht of
obesitas.
• Je BMI wordt berekend met de volgende formule:
• Lichaamsgewicht gedeeld door lichaamslengte in het kwadraat.
• Ben je bijvoorbeeld 64 kilo en je hebt een lengte van 1 meter 67, dan is
je BMI: 64/1.67² = 22.9.
• BMI is minder betrouwbaar omdat iedereen een andere bouw heeft en
de verhouding van spier-, bot en vetweefsel verschillen per persoon.
Eetstoornissen en
gebrekziekten
• Een gebrekziekte is een ziekte die het gevolg is van een tekort aan
een voedingsstof. Bij mensen is dit meestal een gebrek aan
vitaminen.
•Eetstoornissen: Een eetstoornis is een ernstige psychische
aandoening. En leiden tot lichamelijke schade.
• Binge eating disorder (BED): met grote regelmaat en in korte tijd
ongewoon grote hoeveelheden voedsel eten.
• Anorexia nervosa: betekent letterlijk 'gebrek aan eetlust door psychische
oorzaak’.
• Boulimia nervosa: regelmatig flinke eetbuien met controle verlies. Om
niet aan te komen hierna compensatiegedrag.
• Mondwater gebruiken.
• Flossen.
Gal emulgeert vetten. Emulgeren is het verdelen van vet is steeds kleinere
druppeltjes. Gal bevat geen enzymen en is dus GEEN vertering sap!
Alvleessap bevat verschillende enzymen die helpen bij het verteren van
koolhydraten, vetten en eiwitten.
Dunne darm
•Langste deel van de darm ongeveer 6 meter lang.
•Groot oppervlak door darmvlokken.
•Overige onverteerde resten worden oplosbaar
gemaakt.
•Oplosbare resten gaan via de darmvlokken naar
het bloed,
•De poortader vervoerd de voedingsstoffen via de
lever naar de rest van het lichaam.
•Overgang dunne darm/dikke darm wordt de
Blinde, dikke blinde darm genoemd.
en endeldarm • Blind betekend in dit geval doodlopend.
• Bij sommige planteneters werkt de blinde
darm wel hij helpt bij de vertering van
plantaardig voedsel.
•Dikke darm laatste meter darm, onttrekt vocht
aan de voedselbrij.
• Bevat bacteriën die cellulose kunnen
verteren, ook worden hier vitaminen
geproduceerd.
•Endeldarm: einde van het verteringsstelsel.
Afgesloten met een kringspier de anus.
Carnivoor
• Dit zijn dieren die uitsluitend vlees eten.
• Hebben vier grote scheurkiezen/knipkiezen
die het vlees in stukken knippen: twee in de
bovenkaak en twee in de onderkaak. Ze vormen
samen het zogenaamde scheurkiezencomplex. De
punten vallen zo samen dat de scheurkiezen werken
als een schaar.
• Ook de hoektanden zijn sterk ontwikkeld. Ze worden
gebruikt bij het doden en vasthouden van de prooi.
• Hebben een kort verteringskanaal omdat dierlijke
eiwitten makkelijk verteerbaar zijn.
Herbivoor
• dieren die uitsluitend plantaardig voedsel eten.
1. De lever zorgt ervoor dat 24 uur per dag suiker beschikbaar is.
Hepatitis A:
◦ Veroorzaakt door een virus.
◦ Overdracht door besmet voedsel, water of uitwerpselen.
◦ Is niet dodelijk en geneest vanzelf.
Hepatitis B:
◦ Veroorzaakt door virus wat zich via bloed, sperma of vaginaal vocht
verspreid (SOA)
◦ geneest meestal vanzelf maar kan ook chronisch worden en
een ernstige leverontsteking veroorzaken.
Nieren
• Een mens heeft twee nieren.
• Vanuit de aorta komt een deel van het bloed in de nierslagader terecht.
• Dit bloed is zuurstofrijk en bevat nuttige stoffen voor de cellen, maar ook
afvalstoffen die er onder andere in de lever in terecht gekomen zijn, zoals
ureum.
• Ureum is een schadelijke stof die vrijkomt bij het omzetten van eiwitten. Ook
halen de nieren gif (bijvoorbeeld resten van bestrijdingsmiddelen)
en overtollige geneesmiddelen uit je bloed.
• Urine bestaat vooral uit water. Als je veel drinkt en weinig zweet, moet je
vaak plassen. Je urine is dan waterig. Als je weinig drinkt en veel zweet, plas
je maar weinig. De urine is dan donkergeel.
Warmteafgifte:
◦ Via bloed door de huid.
◦ Door middel van zweten.
BIJ VRAGEN
SUCCES MET STUUR EEN
LEREN! BERICHTJE
NAAR DLN!!