Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 12

Hoofdstuk 5: Steden, staten en de kerk

• Leg uit waarom er is gekozen voor de tijdsperiode 1000 tot 1500, ook wel de hoge
en late middeleeuwen

• Vanaf het jaar 1000 kwamen de steden op en vanaf 1500 begint er een nieuwe
periode
• Leg uit hoe zowel het platteland als de stad economisch sterk van elkaar afhankelijk
waren in een agrarisch-urbane samenleving

• Agrarisch-urbaan betekent landbouw-stedelijk. De economie draait op beiden. De


landbouw produceert (voedsel) voor de stad, de stad neemt producten af van het
platteland
• De Hanze was een economisch netwerk in Noordwest-Europa tijdens de
middeleeuwen. Leg uit hoe de Hanze de internationale handel bevorderde.

• De steden in vooral Noordwest-Europa waren met elkaar verbonden en waren ook


afhankelijk van elkaar. Producten werden onderling verhandeld binnen het
Europese continent
• De gilden hadden zowel economische, politieke als sociale voordelen binnen een
stad. Leg dit uit.

• Economisch: kwaliteit moest hoog blijven, de prijs van producten werd bepaald
• Politiek: veel meesters van een gilde hadden ook een politieke functie in de stad
• Gilden stonden je bij, veelal de vrouw, bij overlijden van een partner
Hoofdstuk 5: Steden, staten en de kerk
• Het geloof in de middeleeuwen was heel belangrijk. Zonder geloof ging je niet door
het leven. Noem minstens drie redenen om in de kerk te komen.

• Voor een huwelijk, voor de doop, voor een uitvaart


• Kruistochten waren tochten naar Midden-Oosten werden gegrond door de
uitspraak ‘Deo lo volt’ = God wil het. Noem een politiek, economisch en cultureel
motief om op kruistocht te gaan.

• Politiek: machtsuitbreiding vanuit Europa


• Economisch: nieuwe handelscontacten en nieuwe producten
• Cultureel: zonden worden vergeven, Jeruzalem bevrijden van de moslims
• Centralisatie is een nieuwe vorm van politiek in de middeleeuwen. Leg uit wat het is
en hoe de ambtenarij daar ook belangrijk in was.

• Centralisatie is besturen vanuit één plek/plaats/kasteel/stad. De ambtenarij


ondersteunde het bestuur (belastingen ophalen, rechtspreken etc.)
• Noem de drie kenmerken van een staat.

• Eigen grondgebied
• Eigen bestuur
• Eigen leger
• Staatsvorming is een nieuw verschijnsel in de middeleeuwen. Leg uit wat het is en
hoe een huurleger daarbij kon helpen.

• Staatsvorming is het uitbreiden van gebieden met als doel een staat (land) te
ontwikkelen door een koning.
• Het huurleger moest helpen bij oorlogsvoering (verdedigen en
aanvallen/uitbreiden)

You might also like