Opgave 15

De drie piramidevormige kaarsen hebben vierkante grondvlakken.

a. Bereken van elke kaars de inhoud.
1
Inhoud kaars (I) = 3
• 3 • 3 • 14 = 42 cm3
1
Inhoud kaars (II) = 3
• 4 • 4 • 8 = 42 23 cm3

Inhoud kaars (III) = 1 • 5 • 5 • 5 = 41 23 cm3

3

b. Een brandende kaars verbruikt 13 cm3 was per uur.Tim steekt de kaarsen één voor één aan, elke volgende nadat
de vorige is opgebrand. De eerste kaars steekt Tim om 13:00 uur aan. Hoe laat is de laatste kaars opgebrand?
Rond het antwoord af op gehele minuten.
De inhoud van drie kaarsen is opgeteld 42 + 42 23 + 41 23 = 126 13 cm3.
Het duurt in totaal 126 13 : 13 = 9,717... uur voordat de kaarsen zijn opgebrand.
Hoevel minuten is 0,717... uur? 0,717... uur = 0,717... • 60  43 minuten.
Het duurde ongeveer 9 uur en 43 minuten. De kaarsen zijn opgebrand om 22:43 uur.
Opgave 16
Kaarsenmakerij Waks heeft 20 liter vloeibaar kaarsvet in een vat zitten.Hiervan worden piramidevormige
kaarsen gemaakt. Elke kaars heeft een hoogte van 9 cm.Het grondvlak is een vierkant van 3 bij 3 cm.
Hoeveel kaarsen kan Waks van het kaarsvet maken?
1
De inhoud van elke kaars is 3 • opp (GV) • hoogte = 13 • 32 • 9 = 27 cm3.
Er is in totaal 20 liter = 20.000 cm3 was beschikbaar.
20.000
 740,74  Er kunnen maximal 740 kaarsen worden gemaakt van de was.
27
Opgave 17
Bereken de inhoud van de kerk in m3.
Inhoud (balk) = 12 • 29 • 12 = 4176 m3
1
Inhoud (piramide) = 3 • opp (GV) • hoogte
1
= 3 • 12 • 12 • 6 = 288 m3
Inhoud (balk) = 18 • 12 • 20 = 4320 m3
Inhoud (prisma) = opp (GV) • hoogte
= 0,5 • 12 • 5 • 18 = 540 m3
De inhoud van de hele kerk is
4176 + 288 + 4320 + 540 = 9324 m3.
Opgave 20
a. Het glas wordt tot de rand gevuld met jus d’orange.
Hoeveel jus d’orange zit er in het glas?
Geef het antwoord in cm3 en rond af op één decimaal.
d = 6 cm  r = 3 cm
Inhoud (kegel) = 13 •  • r2 • hoogte =
1
= 3
•  • 32 • 10 = 94,247...  94,2 cm3.
Er zit ongeveer 94,2 cm3 jus d’orange in het glas. 6

b. Na enige slokken staat de jus d’orange 5 cm lager.

3
Hoeveel procent is opgedronken?
Geef je antwoord in cm3 en rond af op één decimaal. 5
Het sap in het glas heeft nog steeds de vorm van een kegel.
De nieuwe hoogte is 5 cm en d = 3 cm  r = 1,5 cm
Inhoud (sap) = 13 •  • r2 • hoogte = 13 •  • 1,52 • 5 = 11,780... cm3.
11,780...
Er is nog × 100% = 12,5% over  Van het glas is 87,5% opgedronken.
94,247...
Opgave 22
De kegelvormige watertoren hiernaast is gedeeltelijk in de grond ingebouwd.
De top van de kegel bevindt zich 15 meter onder de grond. Het deel dat 25 meter
boven de grond uitsteekt is het waterreservoir. Hoeveel m3 water kan het reservoir
bevatten? Rond af op gehelen.

1
Inhoud (grote kegel) = 3 • π • 232 • (15 + 25) = 22.158,700... m3

Inhoud (kleine kegel) = 13 • π • 8,72 • 15 = 1188,935... m3

Inhoud (reservoir) = 22.158,700... – 1188,935... m3 = 20.969,764... 20.970 m3.

Opgave 26
a. Bereken de inhoud van het potlood in cm3.
Rond af op twee decimalen.
d = 1,5  r = 0,75 1,178...
17,671...
Inhoud (cilinder) = π • r2 • hoogte =  • 0,752 • 10 = 17,671... cm3
1 1
Inhoud (kegel) = 3 •  • r2 • hoogte = 3 •  • 0,752 • 2 = 1,178... cm3
Inhoud (potlood) = 17,671... + 1,178...= 18,849...  18,85 cm3.
b. Het potlood is gemaakt van hout dat 0,9 gram per cm3 weegt.
De stift is 2,3 cm3 en weegt 1,2 gram per cm3.
Hoeveel gram weegt het potlood? Hoeveel gram weegt het potlood?
De inhoud van het houten deel van het potlood is 18,849... – 2,3 = 16,549... cm3.
Het gewicht van het potlood is 16,549... • 0,9 + 2,3 • 1,2  17,7 gram.