Professional Documents
Culture Documents
Thema 5: Erfelijkheid en Evolutie
Thema 5: Erfelijkheid en Evolutie
Thema 5: Erfelijkheid en Evolutie
Belangrijke begrippen:
- Paren
- Geslachtschromosomen
- Geslachtscellen
• Tekening chromosomenpaar Stukjes DNA of delen van genen (plaatsen waar informatie is opgeslagen)
zijn gekleurd (in het echt is dat niet zo).
• 2 chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen Gekleurde
bandjes zijn daarom op beide chromosomen even breed.
• Meeste bandjes hebben dezelfde kleur Informatie op beide chromosomen is gelijk (bijv. beide bevatten
informatie voor 10 vingers) Soms is de kleur verschillend Informatie op de chromosomen verschilt
Bijv. Op de 1 ligt informatie voor bruine ogen, op de andere voor blauwe ogen.
• Afb. kralen Tekening van hetzelfde chromosomenpaar Genen die verschillen zijn getekend als
‘kralen’ Vorm van kralen is gelijk (genen bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschap)
Kleur is verschillend (informatie in de genen is verschillend).
Bevruchting
• Geslachtscellen Eicellen en zaadcellen In de kernen komen chromosomen niet in paren maar enkelvoudig
voor Geslachtscel van een mens bevat 23 chromosomen (helft van een lichaamscel).
• Geslachtelijke voortplanting Bevruchting Kern van een eicel en kern van een zaadcel versmelten
Chromosomen van beide cellen komen bij elkaar samen in de celkern van de bevruchte eicel:
- Kern van de zaadcel bevat 23 chromosomen van de vader.
- Kern van de eicel bevat 23 chromosomen van de moeder.
- Kern van de bevruchte eicel bevat weer 46 chromosomen.
• Van elk chromosomenpaar is 1 chromosoom afkomstig van de vader en 1 van de moeder.
- Geslachtschromosoom in de eicel is een X.
- Geslachtschromosoom in een zaadcel kan een X zijn of een Y.
- Bij bevruchting ontstaat dan een chromosomenpaar XX of een Chromosomenpaar XY Baby wordt dan een
meisje of een jongetje, en heel soms intersekse.
Genotype en fenotype
• Informatie op de 2 chromosomen van een paar kan verschillend zijn.
• Welke informatie in het fenotype tot uiting komt, hangt af van welk gen het sterkst is.
• Afb. Gen voor haarvorm Gen voor krullend haar is sterker.
Leerdoelcheck: Leerdoel 4
• 4 Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
• In lichaamscellen komen de chromosomen in paren voor.
- De twee chromosomen van een paar bestaan uit dezelfde genen.
- Bij een mens bevat de kern van elke lichaamscel 23 paren chromosomen.
- Van elk chromosomenpaar is 1 chromosoom afkomstig van de moeder en het
andere van de vader.
• De 2 genen van een chromosomenpaar bevatten informatie voor dezelfde erfelijke
eigenschap.
- Deze informatie kan gelijk of ongelijk zijn. Bijv. het gen voor de haarvorm kan
informatie bevatten voor steil haar en/of voor krullend haar.
• In geslachtscellen komen de chromosomen enkelvoudig voor.
- Bij een mens bevat de kern van elke geslachtscel 23 chromosomen.
- Bij bevruchting komen de chromosomen van de moeder en van de vader bij
elkaar in de bevruchte eicel.
Leerdoelcheck:
Leerdoel 5