Zouten

Inhoud
1. Wat is een zout?
2. Hoe vorm ik een brutoformule?
3. Binaire en ternaire zouten
4. Naamvorming binaire en ternaire zouten
5. Waterstofzouten
6. Dubbelzouten
7. Hydraten
8. Eigenschappen van zouten
9. Bespreking van enkele zouten
10. Oefeningen
1. Wat is een zout?
• Metaalion vooraan en zuurrest achteraan. ()

Bv. 𝑁𝑎𝐶𝑙 𝐶𝑎𝑆 𝑂 4

Metaal Zuurrest Metaal Zuurrest

Binair zout Ternair zout

2. Hoe vorm ik een brutoformule?
• Bv.
Natriumsulfaat
Natrium (Na)
Sulfaat (

1+ Som moet altijd 0 zijn! 2-

𝑁 𝑎2 𝑆 𝑂 4
3. Naamvorming binaire en ternaire zouten
• Metaalion kan maar 1 OG dragen:

Naam metaal + naam zuurrest

Bv.

• Metaalion kan verschillende OG dragen:

Ijzerdinitraat
Bv.
4. Waterstofzouten
• Zouten waar er nog waterstof in de zuurrest aanwezig is.

Bv. Natriumdiwaterstoffosfaat

Natriumwaterstoffosfaat

! Ijzertriswaterstofsulfiet

 Bi wordt ‘bis’, tri wordt ‘tris’ en tetra wordt ‘tetrakis’.

5. Dubbelzouten
• Zout waarbij er twee verschillende metaalionen aanwezig zijn.

Bv. Calciumkaliumfosfaat

Ijzerkaliumfosfaat
6. Hydraten
• Zouten waarbij een aantal watermoleculen chemisch verbonden zijn

Bv. Kopersulfaat-5-water of kopersulfaatpentahydraat

7. Stocknotatie
• Naamgeving die we gebruiken bij minerale verbindingen waarbij het eerste
element meerdere OG kan dragen.

• Vorming van de stocknotatie

1. Naam van het eerste element
2. Tussen haakjes de lading (OG) van het eerste element in Romeinse cijfers
3. Naam van het tweede deel

Bv. Koper(II)chloride
8. Eigenschappen van zouten
• Zouten zijn ionverbindingen. Bij kamertemperatuur zijn het
kristallijne, vaste stoffen.

• Zouten zijn goede geleiders voor elektrische stroom

• Zouten zijn goed oplosbaar in water.

9. Bespreking van enkele zouten
Zout Toepassing
Natiumchloride (NaCl) Keukenzout
Natiumfluoride (NaF) Bestanddeel in tandpasta
Calciumchloride (CaCl2) Strooizout bij vriesweer
Calciumsulfaat ( Gips voor botbreuken
Natriumcarbonaat ( Soda; reinigingsmiddel
Oefeningen
• Geef de naam van volgende zouten: