Professional Documents
Culture Documents
HFST 8 Zuren en Basen 5e Klas
HFST 8 Zuren en Basen 5e Klas
Een stof is zuur als er meer zure dan basische deeltjes zijn !!!
Een stof is basisch als er meer basische dan zure deeltjes zijn !!!
mlavd@BCEC 1
Zuren en basen
pH < 7 Zure stof: Basische stof: pH > 7
H+ -deeltjes afstaan H+-deeltjes opnemen
Neutraal: pH = 7
mlavd@BCEC 2
Zuren en basen
BINAS
Zuur: H+ -deeltjes Basisch: H+-deeltjes
afstaan opnemen
mlavd@BCEC 4
Zuren en basen
Welke
relatie
kan
je
afleiden
tussen
[H+]
en
pH
mlavd@BCEC 5
Zuren en basen: [H3O ] vs pH
+
pH =
- log [H3O ]
+
mlavd@BCEC 6
Zuren en basen: [OH ] vs pOH -
[OH-] pOH
pOH =
1,00E+00 0
1,00E-01 1
1,00E-02 2
1,00E-03 3
- log [OH ]
-
1,00E-04 4
1,00E-05 5
1,00E-06 6
1,00E-07 7
1,00E-08 8
1,00E-09 9
1,00E-10 10
1,00E-11 11
1,00E-12 12
1,00E-13 13
1,00E-14 14
mlavd@BCEC 7
Zuren en basen: pH vs pOH
pH
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
pOH 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 -1
pH 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14 14
+
pOH
pOH + pH = 14
pOH = 14 - pH
pH = 14 - pOH
mlavd@BCEC 8
Zuren en basen: [H3O+] vs [OH-]
pH 0 1 2 3 4 5 6 7
[H3O+] 10
-0 10
-1 10
-2 10
-3 10
-4 10
-4 10
-6 10
-7
[OH-] 10
-14 10
-13 10
-12 10
-11 10
-10 10
-9 10
-8 10
-7
pOH 14 13 12 11 10 9 8 7
[H3O+]*[OH-] = Kw 10
-14 10
-14 10
-14 10
-14 10
-14 10
-14 10-14 10-14
[OH-]*[H3O+] = Kw = 10-14
mlavd@BCEC 9
Zuren en basen
mlavd@BCEC 10
Zuren en basen: indicatoren
mlavd@BCEC 11
Zuren: kenmerken
Een zuur staat H+ deeltje af waardoor de pH < 7 wordt
Organisch (voorbeelden):
Azijn
Mierezuur
oxaalzuur
mlavd@BCEC 12
Basen: kenmerken
Een base neemt H+ deeltje op waardoor de pH > 7 wordt
mlavd@BCEC 13
Zuren en basen: oplossen
Stap 1: bepaal de aanwezige deeltjes en bepaal of
het zuren of basen zijn
Zuur base
Zuur 1 Base 1
Zuur 2 Base 2
H+
mlavd@BCEC 16
Zuren en basen: oplossen
Bv: oplossen ammoniumnitraat in water
Stap 1+2: ammonium zwak zuur (Kz < 1)
aq
NH4NO3 NH4+ + NO3-
H+ mlavd@BCEC 17
Zuren en basen: oplossen
Bv: oplossen natronloog in water
mlavd@BCEC 18
Zuren en basen: oplossen
Bv: oplossen ammoniak in water
H+
mlavd@BCEC 19
Zuren en basen: oplossen
Animatie oplossen ammoniak in water:
http://www.chem.iastate.edu/group/Greenbowe/secti
ons/projectfolder/animations/NH3eqtg.html
mlavd@BCEC 20
Zuren en basen: reacties
Stap 1: bepaal de aanwezige deeltjes en bepaal of
het zuren of basen zijn
Zuur base
Zuur 1 Base 1
Zuur 2 Base 2
Stap 3:
H3O+ + OH- 2 H2O
mlavd@BCEC 22
Zuren en basen: reacties
Bv: mengen van kaliloog met salpeterzuur
Stap 1+2:
Zuur base
H3O+ OH-
H2O H2O
Stap 3:
H3O+ + OH- 2 H2O
mlavd@BCEC 23
Zuren en basen: reacties
Bv: mengen van kaliloog met ammonium-
oplossing
Stap 1+2:
Zuur base
NH4+ OH-
H2O H2O
Stap 3:
NH4+ + OH- NH3 + H2O
mlavd@BCEC 24
Zuren en basen: reacties
Bv: mengen van natriumacetaat-oplossing
met ammonium-oplossing
Stap 1+2:
Zuur base
NH4+ CH3COO-
H2O H2O
mlavd@BCEC 25
Zuren en basen: reacties
Stap 3: NH4+ + CH3COO- NH3 + CH3COOH
mlavd@BCEC 26
Zuren en basen: reacties
Stap 3: NH4+ + CH3COO- NH3 + CH3COOH
Zwak zuur met zwakke base evenwicht
Bepaling Kev
mlavd@BCEC 28
Zuren en basen: reacties
A) Geef de reactie die op kan treden als de volgende stoffen
gemengd worden.
B) Leg uit of het via een evenwicht verloopt; zo ja geef dan ook
de Kev
30
40
50
titraties
mlavd@BCEC 30
Zuren en basen
mlavd@BCEC 31
Zuren en basen
mlavd@BCEC 32
Zuren en basen
mlavd@BCEC 33
Zuren en basen
mlavd@BCEC 34
Zuren en basen
Neutralisatie:
er is precies
evenveel mol zuur
als base aanwezig
dat met elkaar
reageert
mlavd@BCEC 35
Zwakke zuren en basen
In het vorige deel over zuren en basen hebben
we het hoofdzakelijk gehad over sterke zuren
en basen. Nu gaan we het hebben over zwakke
zuren en basen.
Wat is het eigenlijk nu verschil tussen sterke en
zwakke zuren en basen ???
Een animatie van zuur Een animatie van basen
mlavd@BCEC 37
Zwakke zuren en basen
Zoals je ziet is het verschil dus dat sterke zuren
of basen 100% splitsen naar H3O+ en OH- en
zwakke zuren of basen een evenwicht vormen.
Sterk zuur: HZ + H2O Z- + H3O+
Zwak zuur: HZ + H2O Z- + H3O+
[HZ]0 - [H3O+]
Kb = [OH-]2 .
[Z-]0 - [OH-]
2,1*10-4 = [OH-]2 .
[OH-] =
0,014 - [OH-]
pOH = pH =
mlavd@BCEC 41
Zwakke zuren en basen
Bereken hoeveel natriumacetaat opgelost moet
worden in 3,00 L water om een pH = 7,5 te bereiken
Kb = [OH-]2 = 5,5*10-10.
[Z-]0 - [OH-]
5,5*10-10 = [10-6,5]2 = (2,8*10-7)2 .
[Z-
] = 1,4*10 -4
M
[Z-]0 - [10-6,5] [Z ]0 – (2,8*10 )
- -7
mlavd@BCEC 42
Buffers
mlavd@BCEC 43
Buffers
mlavd@BCEC 44
Buffers: eigenschappen
Buffer bestaat uit een zwak zuur met geconjugeerde base
mlavd@BCEC 45
Buffers
Buffer bestaat uit een zwak zuur met geconjugeerde base
en de pH verandert weinig als er een (normale
hoeveelheid) zuur of base wordt toegevoegd
Animatie 1: http://users.skynet.be/eddy/buffer.html
Animatie 2: http://michele.usc.edu/java/acidbase/acidbase.html
mlavd@BCEC 46
Buffers
Je kan buffers op meerdere manieren maken:
mlavd@BCEC 47
Buffers: de bufferformule
Kbuffer = [H3O+]*[Z-]0/[HZ]0
mlavd@BCEC 48
Buffers: berekening 1
Bereken de verhouding tussen azijn en acetaat
voor een buffer van pH = 4,8
1) Kbuffer = [H3O+]*[Z-]0/[HZ]0
2) 1,8*10-5 = 10-4,8*[Z-]0/[HZ]0
3) 1,8*10-5/10-4,8 = 1,1357 = [Z-]0/[HZ]0
4) [HZ]0 /[Z-]0 = 1/1,1357 = 0,88 / 1
mlavd@BCEC 49
Buffers: simulatie
http://www.chem.iastate.edu/group/Greenbowe/sec
tions/projectfolder/flashfiles/acidbasepH/ph_buffer
.html
mlavd@BCEC 50
Buffers: berekening 2
Bereken de verandering van de pH als aan 1,0 L bufferoplossing met 0,15 M
azijn en 0,15 M natriumacetaat 0,1 L 0,1 M KOH-oplossing wordt
toegevoegd-5
Berekening pH vooraf: 1,8*10 = [H3O ] pH = 4,74 +
mlavd@BCEC 53
Zuur base titratie
0
10
20
mlavd@BCEC 54
Zuur base titratie
mlavd@BCEC 55
Zuur base titratie
mlavd@BCEC 56
Zuur base titratie
Titreren is dus een logisch vervolg op hfst 7 waar we de
reactie tussen een zuur en een base besproken hebben, nu
Stap 1: door
gevolgd noteer
wat de aanwezige
rekenwerk deeltjes
met volumes, en
molmassa’s en
bepaal of het zuren molariteiten.
of basen zijn
Zuur base
Zuur 1 Base 1
Zuur 2 Base 2
mlavd@BCEC 58
Zuur base titratie : titreren van X M
NaOH opl met 0,11 M HCl opl
Stap 1+2:
Zuur base
H3O+ OH-
H2O H2O
Stap 3:
H3O+ + OH- 2 H2O
mlavd@BCEC 59
Zuur base titratie : titreren van X M NaOH opl
met 0,11 M HCl opl
Stap 4: tot aan equivalentiepunt is 16,50 mL
0,11 M zoutzuur gebruikt. Het monster was
25,00 mL natronloog.
16,5*10-3 * 0,11
Equivalentiepunt = het=moment
1,815*10waarop mol H3O
-3 je precies +evenveel
base uit de buret hebt toegevoegd als+er zuur aanwezig was in
Stap
het 5: 1,815*10
monster
-3
mol
(of zuur uit de H3als
buret O er base aanwezig was in
1,815*10 mol OH-
het monster).
-3
mlavd@BCEC 61
Zuur base titratie
Bv: Bereken hoeveel gram NaOH/L opgelost
is in de oplossing van X M natronloog m.b.v.
titratie met 0,051 M zoutzuur
Bij de bepaling is uit de 100 mL oplossing die
ter beschikking was 20,00 mL in een
erlenmeyer gepipetteerd. Vervolgens is dit
met demiwater aangevuld tot 40,00 mL.
Hierna is mbv 0,051 M zoutzuur een titratie
uitgevoerd. Tot aan het equivalentiepunt
was 15,3 mL 0,051 M zoutzuur nodig.
mlavd@BCEC 62
Zuur base titratie
Bv: Bereken hoeveel gram NaOH/L opgelost
is in de oplossing van X M natronloog m.b.v.
titratie met 0,051 M zoutzuur
Stap 1-3 zie vorig voorbeeld
Stap 4: tot aan equivalentiepunt is 15,30 mL
0,051 M zoutzuur gebruikt.
15,3*10-3 * 0,05 = 7,803*10-4 mol H3O+
Stap 5: 7,803*10-4 mol H3O+
7,803*10-4 mol OH-
mlavd@BCEC 63
Zuur base titratie
Stap 6: niet verdund
(het toevoegen van demiwater veranderd
niets aan de hoeveelheid OH- die in het
monster aanwezig is)
Bereken:
a) bereken de molariteit van de zoutzuur-oplossing
b) Bereken hoeveel gram zoutzuur in de fles opgelost is
mlavd@BCEC 65
Zuur base titratie: zoutzuur
Stap 1+2:
Zuur base
H3O+ OH-
H2O H2O
Stap 3: H3O+ + OH- 2 H2O
Stap 4: tot aan equivalentiepunt is 11,35 mL
0,100 M natronloog gebruikt.
11,35*10-3 * 0,100 = 1,135*10-4 mol OH-
mlavd@BCEC 66
Zuur base titratie: zoutzuur
Stap 5: 1,135*10-4 mol OH-
1,135*10-4 mol H3O+
(verdund)
Stap 6: 50 mL verdund tot 100 mL
2*1,135*10-4 mol = 2,27*10-4 mol H3O+
= 2,27*10-4 mol HCl/25 mL (onverdund)
[ ] = 0,00908 M (onverdund)
a) 9,08*10-3 M HCl
mlavd@BCEC 67
Zuur base titratie: zoutzuur
b: [ ] = 0,00908 M (onverdund)
In 10 L = 0,0908 mol HCl
Bereken:
a) hoeveel gram azijn in 1,0 L van de oplossing
aanwezig was.
b) De molariteit van de azijnzuur-oplossing
mlavd@BCEC 69
Zuur base titratie
Azijn
Stap 1+2:
Zuur base
CH3COOH OH-
H2O H2O
Stap 3: CH3COOH + OH- CH3COO- + H2O
Stap 4: tot aan equivalentiepunt is 11,35 mL
0,100 M natronloog gebruikt.
11,35*10-3 * 0,100 = 1,135*10-4 mol OH-
mlavd@BCEC 70
Zuur base titratie
Azijn
Stap 5: 1,135*10-4 mol OH-
1,135*10-4 mol CH3COOH
Stap 6: 100 mL verdund tot 250 mL 2,5*
1,135*10-4 mol = 0,00681 g CH3COOH/25 mL
0,2724 g CH3COOH/L (2,5* verdund)
a) 6,81*10-2 g CH3COOH/L
b) 1,13*10-2 M CH3COOH
mlavd@BCEC 71
Zuur base titratie
Azijn
c: Bereken de pH van deze azijn-oplossing
Kz = [H3O+]2/([Hac]0 – [H3O+])
Y1 = 1,8*10-5
X = [H 3 O +
] =
Y2 = [x]2/(1,13*10-2 – x)
4,42*10-4 M
pH = 3,55
mlavd@BCEC 72
Zuur base titratie: Azijn
d: Bereken de pH van deze oplossing in het
equivalentiepunt
Kb = [OH-]2/([Ac-]0 – [OH-])
Y1 = 5,56*10-10
X = [OH -
] =
Y2 = [x]2/(1,13*10-2 – x) 2,51*10-6 M
pOH = 5,6 pH = 14 - 5,6 = 8,4
mlavd@BCEC 73
Zuur base titratie
Ammoniak
In een ammoniak-oplossing die door fabrikant X op de markt wordt
gebracht moet ca 5% NH3 aanwezig zijn. Een consumentenbond
vraagt ons lab dat te controleren. Er wordt een monster van 25,00
mL genomen en met demiwater aangevuld tot 100,00 mL. Van dit
monster wordt 10 mL genomen en getitreerd met 0,100 M HCl. De
pH wordt gemeten waarvan een titratiecurve gemaakt wordt.
Tot aan het equivalentiepunt is 12,5 mL 0,100 M HCl nodig
mlavd@BCEC 74
Zuur base titratie
Ammoniak
25,00 mL 100,00 mL (4* verdund) 10 mL
x mol x mol 0,1x mol
yM 0,25Y M 0,25 Y M
Tot aan het equivalentiepunt is 12,5 mL 0,100 M HCl nodig
mlavd@BCEC 79
Zuur base titratie: CH3COOH
Titration Curve Bepalen equivalentiepunt:
pH
14 In de praktijk neem je het
12 punt halverwege het steile
10 gedeelte van de titratiecurve
8
en kijk je bij hoeveel mL dit
6
in de curve is.
4
0
0 10 20 30 40 50
Volume Added [mL]
No Point Selected
mlavd@BCEC 80
Zuur base titratie: (COOH)2
Titration Curve
Uit de curve blijkt
pH dat de pH van het
14
eq.pnt ca. 7-8 zal
zijn geschikt
12
10
zijn: fenolftaleïne
8
of methylblauw.
6
0
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Volume Added [mL]
No Point Selected
mlavd@BCEC 81
Zuur base titratie: CH3COOH
Titration Curve
Titratie gegevens:
Er is uit een literfles een monster
pH
14 genomen van 25,00 mL en dit is
12
in een 250 mL maatkolf
gepipetteerd en aangevuld tot
10
250,00 mL met demiwater.
8 Vervolgens is hieruit 10 mL
6 gepipetteerd in een erlenmeyer
en is getitreerd met 0,05 M
4
natronloog. De verkregen
2 titratiecurve is hiernaast
0 afgebeeld.
0 10 20 30 40 50
Volume Added [mL]
No Point Selected
mlavd@BCEC 82
Zuur base titratie: CH3COOH
Bepaal: 1) Hoeveel g/L is opgelost
2) [CH3COOH]
25,00 mL monster 250 mL maatkolf 10 mL getitreerd met 0,05 M OH-
x mol monster x mol maatkolf 0,04 x mol getitreerd met 0,05 M OH-
Y M monster 0,1Y mol maatkolf 0,10Y M getitreerd met 0,05 M OH-
2) [CH3COOH]
Y M monster 0,1Y mol maatkolf 0,10Y M getitreerd met 0,05 M OH-
1,5*10-3 mol CH3COOH in 10 mL 0,15 M CH3COOH (verdund)
0,15 M *10 = 1,5 M CH3COOH (onverdund in monster)
mlavd@BCEC 84
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve 1. Welke indicator (en) is
(zijn) geschikt voor deze
pH
14
12
titratie
10
pH eq.pnt 1 = 3,5
8
dimethylgeel
6
4 pH eq.pnt 2 = 8
2 fenolftaleïen
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
Volume Added [mL] pH eq.pnt 3 = 11,6
Deze is slecht te zien valt af
No Point Selected
mlavd@BCEC 85
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve 2. Wat is het [H3PO4] in de op-
lossing van fabrikant X als
14
pH
voor de titratie gebruik is ge-
12 maakt van 25,00 mL monster.
10
eq.pnt 1
8
6
OH- : H3PO4 = 1: 1
4
mlavd@BCEC 86
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve 2. Wat is het [H3PO4] in de op-
lossing van fabrikant X als
14
pH
voor de titratie gebruik is ge-
12 maakt van 25,00 mL monster.
10 Controle via eq.pnt 2:
8
OH- : H3PO4 = 2 : 1
6
4
2
eq.pnt 2 = 51,0 mL*0,08 M
0
0,004 mol OH- =
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 0,002 mol H2PO4-/25mL
Volume Added [mL] 0,08 M OH-
0,082 M H3PO4
No Point Selected
mlavd@BCEC 87
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve 3. Bepaal uit de titratiecurve
de Kz van: H3PO4, H2PO4-
pH
14 en HPO42-
12 ½ eq.pnt 1: [H3PO4] : [H2PO4-] = 1 : 1
10 én altijd de formule:
8 Kz 1 = [H3O+]*[H2 PO4-] /[H3PO4]
6
Kz 1 = [H3O+] pKz 1 = pH
4
mlavd@BCEC 88
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve
4. Bepaal de Kz van H3PO4 en
pH
H2PO4-
14
12
10 ½ eq.pnt 3 geldt:
8 [HPO42 -] : [PO43-] = 1 : 1
6 én altijd de formule:
4
Kz 3= [H3O+]*[H2 PO4-] /[H3PO4]
2
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Kz 3 = [H3O+] pKz 3 = pH
Volume Added [mL]
No Point Selected
mlavd@BCEC 89
Zuur base titratie: H3PO4
Titration Curve pKz 1 = pH = 1,5
Kz H3PO4 = 3,16*10-2
pH
14
12
10
pKz 2 = pH = 5
8
6 Kz H2PO4- = 10-5
4
2
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
pKz 3 = pH = 10,2
Volume Added [mL] Kz HPO42- = 6,31*10-11
No Point Selected
mlavd@BCEC 90
Zuur base titratie: kaliloog
Titration Curve 1. Welke indicator (en) is
pH
(zijn) geschikt voor deze
14
12
titratie
10
Sterk zuur met sterke base
8
4
Eq.pnt = 7,0
2 fenolftaleïen
0
0 10 20 30 40 50
Volume Added [mL] 0,08 M H3O +
No Point Selected
mlavd@BCEC 91
Zuur base titratie: kaliloog
Titration Curve 2. Bereken hoeveel g/L KOH
pH
De oplossing van fabrikant X
14
12
bevat als 25 mL monster
10 gebruikt= is.
Eq.pnt 25,5 mL 0,08 M
8
6
25,5*10-3 L*0,08 M =
4
2,04*10-5 mol H3O+ =
2
2,04*10-5 mol OH-
0
0 10 20 30 40 50 2,04*10-5 mol OH- in 25 mL
Volume Added [mL] 0,08 M H3O+
8,16*10-2 M OH-
No Point Selected
mlavd@BCEC 92
Zuur base titratie: Na2CO3
Titration Curve 1. Hoeveel g/L Na2CO3 is
pH
aanwezig in de
14 oplossing van fabrikant X
12 CO3 2 - + H3O+ HCO3- + H2O
10
Eq.pnt 1 = 24,0 mL 0,08 M
8
6
24,0*10-3 L*0,05 M =
4
1,20*10-3 mol H3O+
2
1,20*10-3 mol CO32-/25,0 mL
0
0 10 20 30 40 50
Volume Added [mL]
60 70
0,05 M H3O
80
+ 4,8*10-2 mol Na2CO3/L
6
14 – 8,2 = pOH = pKb 1 = 5,8
4
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Volume Added [mL] 0,05 M H3O+
No Point Selected
mlavd@BCEC 94
Zuur base titratie: Na2CO3
Titration Curve ½ eq.pnt 2:
Kb 2 = [OH-] pKb 2 = pOH = 14-pH
pH
14
10
8
Kb 2 = [OH-] = 10-9,5 = 3,16*10-10
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Volume Added [mL] 0,05 M H3O+
No Point Selected
mlavd@BCEC 95
Zuur base titratie: Na2CO3
3. Leid uit je berekeningen de Kz van H2CO3 en HCO3- af
Kb HCO3- x Kz H2CO3 = Kb CO32- x Kz HCO3- = 10-14
Kz HCO3- = 6,33*10-9
mlavd@BCEC 96