Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 32

Hoofdstuk 4

Chemische
reacties

©BNG - 2018
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

4.1 Kenmerken van een reactie

4.2 Reactievergelijkingen

4.3 Rekenen aan reacties


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

4.1 Kenmerken van


een reactie
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Je leert:

• Wat een chemische reactie is

• Welke kenmerken een chemische reactie heeft

• Welke factoren invloed hebben op de


reactiesnelheid
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Hoe herken je een chemische reactie?


Bij een chemische reactie verdwijnen er stoffen en er ontstaan
nieuwe stoffen.
Het gevolg is dat bij een reactie de stofeigenschappen veranderen.

De beginstoffen veranderen in de reactieproducten.

De verbranding van magnesium:

Magnesium + Zuurstof  Magnesiumoxide

Zilverkleurig metaal Wit poeder


Onzichtbaar gas
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 2, 3 & 4

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 1, 5, 6, 9, 14, 16
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Exotherm & endotherm


Een exotherme reactie is een reactie waarbij energie, bijvoorbeeld
warmte, licht of elektriciteit, vrijkomt.
Bijvoorbeeld verbrandingsreacties

Een endotherme reactie is een reactie waarbij energie nodig is.

Bij iedere reactie treed een energie-effect op. Soms komt er energie
vrij, soms is er energie nodig.
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De wet van behoud van massa

De wet van Lavoisier:

Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen


gelijk aan de massa van de reactieproducten.

Antoine Laurent Lavoisier (1743-1794) was een Franse


scheikundige. Hij was de eerste die de behoudswet voor
materie formuleerde. Hij ontdekte het element zuurstof.
Lavoisier wordt vaak gezien als de vader van de moderne
scheikunde.
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 10, 11 & 13

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 1, 5, 6, 9, 14, 16
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Reactietemperatuur
Een reactie verloopt pas als de temperatuur even hoog of hoger is
dan de reactietemperatuur.

Een stuk hout vat niet spontaan brand, je moet het eerst aansteken
(de temperatuur verhogen) omdat de reactietemperatuur hoog is.

Een stuk fosfor vliegt wel


spontaan in brand.
De reactietemperatuur van
fosfor met zuurstof is lager
dan kamertemperatuur.

Wordt gebruikt in fosforbommen


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Factoren die de snelheid beïnvloeden


1. De stof die reageert
2. De verdelingsgraad
Hoe groter de verdelingsgraad, hoe sneller de reactie
3. De concentratie
Hoe hoger de concentratie, des te groter de reactiesnelheid
4. De temperatuur
Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de reactie
5. De katalysator
Een katalysator versneld de reactie zonder zelf verbruikt te
worden, hij raakt nooit op.
In ons lichaam zijn de enzymen de biokatalysatoren
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 17, 18 & 19

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 1, 5, 6, 9, 14, 16
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

4.2 Reactievergelijkingen
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Je leert:

• Wat het verschil is tussen een reactieschema en


een reactievergelijking

• Een kloppende reactievergelijking opstellen


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Reactieschema
Een reactieschema is een verkorte weergave van een reactie in
tekst. Bijvoorbeeld de verbranding van magnesium:

Magnesium (s) + Zuurstof (g)  Magnesiumoxide (g)

Of de verbranding van methaan (aardgas):

Methaan (g) + Zuurstof (g)  Koolstofdioxide (g) + Water (g)


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 21, 22

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 28 t/m 32
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking en de wet van Lavoisier


De massa van de beginstoffen is gelijk aan de massa van de
reactieproducten.

Het aantal en het soort atomen voor de reactie is gelijk aan het
aantal en het soort atomen na de reactie.

De bouwsteentjes van de moleculen (atomen) zijn los van elkaar


geraakt en vervolgens zijn nieuwe moleculen gevormd. Het aantal
en de soort bouwsteentjes is hetzelfde gebleven.

Je hebt dus links van de pijl evenveel atomen van dezelfde soort als
rechts van de pijl.
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Bij de ontleding van water ontstaat waterstof en zuurstof:

H2O  H2 + O2 (Let op! H en O zijn als element altijd


met zijn tweeën)

In bolletjes:
+

Wat klopt hier niet?


Er zijn links van de pijl minder O atomen dan rechts!
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Om links en rechts evenveel O-atomen te krijgen moet ik links
beginnen met 2 water moleculen.
Echter nu kom ik rechts twee H-atomen te kort. Omdat ik er links 4
heb, moeten er rechts wel twee H2 moleculen zijn ontstaan.

2 H 2O 2 H2 + O2
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van
methaan, CH4. Hierbij ontstaan koolstofdioxide en water.

Stap 1: Schema opstellen

Methaan + zuurstof  koolstofdioxide + water

Stap 2: Invullen van formules

CH4 + O2  CO2 + H2O


Stap 3: kloppend maken
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Stap 3: Kloppend maken Coëfficiënten 1 mag je weglaten.

1.. CH4 +2.. O2  1.. CO2 + ..


2 H 2O

C 1 C 1
H 4 H 2/ 4
O /2 4 O /3 4

CH4 + 2 O2  CO2 + 2 H2O


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking – animatie

CH4 + 2 O2  CO2 + 2 H2O


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van
butaan, C4H10. Hierbij ontstaan koolstofdioxide en water.

Stap 1: Schema opstellen

Butaan + zuurstof  koolstofdioxide + water

Stap 2: Invullen van formules

C4H10 + O2  CO2 + H2O

Stap 3: kloppend maken


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

De reactievergelijking
Stap 3: Kloppend maken

1.. C4H10 + 6.5


2 4 CO2 + 10
.. O2  8
13 .. ..5 H2O

C 4/ 8 C 1/ 4/ 8
H 10/ 20 H 2/ 10/ 20
O /2 13/ 26 / 26
O /3 9/ 13

Halve moleculen bestaan niet, dus alles verdubbelen!!


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in opgave 24

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 24, 25, 26

Maak de opgaven op een kladblaadje.


Je kunt ze later in Chemie Overal Online
overnemen.
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

4.3 Rekenen aan reacties


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Je leert:

• Dat stoffen in een vaste massaverhouding met


elkaar reageren

• Berekeningen aan reacties uitvoeren


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 34

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 42, 44 & 45
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Massaverhouding
Reactieschema ijzer + zwavel → ijzer(II)sulfide

Reactievergelijking Fe + S  FeS

Eén atoom Fe weegt 55,85 u en één atoom S weegt 32,01 u.

Of je nu van beide soorten maar 1 atoom hebt of zeer veel, Fe en S


reageren altijd in de verhouding 1 : 1.

De massaverhouding wordt dan: 55,85 : 32,01


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Massaverhouding

Fe + S  FeS
Massaverhouding: 55,9 : 32,1 : 88,0

Hoeveel gram zwavel heb ik nodig om 10 gram ijzer te laten reageren?

Fe + S  FeS
Massaverhouding: 55,9 32,1 88,0

Massa: 10 g Xg
X = (32,1 x 10) / 55,9 = 5,7 g

En er ontstaat 10 + 5,7 = 15,7 g FeS


Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Maak in stilte opgave 35, 37 t/m 40

Geen overleg en geen vragen!!

Ben je klaar, begin vast met je huiswerk:


Maken 42, 44 & 45
Hoofdstuk 4 – Chemische reacties Chemie Overal

Afsluiting blz 126 t/m 132

De oefenopdrachten kun je gebruiken om te


oefenen voor de toets.

You might also like