4.3 Oplosbaarheid

You might also like

Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 20

4.

3 oplosbaarheid
Oplosbaarheid
• Vul de woorden in op de lege plaatsen in de tekst.
• Doe de opdracht in 2-tallen
• 5 minuten de tijd
Oplosbaarheid is een fysische eigenschap van een stof, namelijk de mate
waarin een stof kan oplossen in een andere stof. Deze andere stof wordt het
oplosmiddel genoemd. Oplosbaarheid wordt gemeten in maximale
hoeveelheid van een bepaalde stof die per volume- of per massa-eenheid
kan oplossen.
De volume-eenheid (liter) wordt het meest gebruikt bij matig tot slecht
oplosbare verbindingen, de massa-eenheid (kilogram) wordt het meest
gebruikt bij goed oplosbare verbindingen. Daarnaast bestaan er vanuit de
geschiedenis nog een groot aantal tabellen waarin de oplosbaarheid
opgegeven wordt in gram op te lossen stof per honderd gram oplosmiddel.
Een oplossing waarin een maximale hoeveelheid stof is opgelost, wordt
verzadigd genoemd. Wanneer er minder dan deze maximale hoeveelheid is
opgelost, wordt de oplossing onverzadigd genoemd.
Stoffen die niet door water kunnen worden opgelost, worden watervast of
waterecht genoemd. Make-up en verf voor gebruik op de buitenzijde van
gebouwen zijn voorbeelden van stoffen die watervast kunnen zijn.
In veel gevallen is het oplosmiddel een vloeistof. De stof die wordt opgelost
kan zich in, gasfase vloeibare of vaste fase bevinden. Sommige stoffen lossen
goed op, andere in mindere mate. Ook zijn er stoffen die onoplosbaar zijn. In
het laatste geval is de chemicus vaak toch in staat sporen van de stof in de
oplossing aan te tonen. De chemicus spreekt dan ook van slecht oplosbaar.
4.3 oplosbaarheid

De oplosbaarheid van een stof geeft aan hoeveel gram


maximaal van die stof maximaal kan oplossen in 100 gram
water.

Als de maximale hoeveelheid is opgelost dan heet de oplossing


verzadigd.

Als de maximale hoeveelheid nog niet is opgelost dan heet de


oplossing onverzadigd.

05-09
Fiel vs Foob

Hydro water Deeltjes die oplossen


in water zijn hydrofiel.
Fobie  angst Deeltjes die niet
oplossen zijn
hydrofoob
Filos vriend

Dus hydrofiele stoffen mengen onderling goed

En hydrofobe stoffen mengen onderling goed.


04-09
Welke moleculaire stoffen lossen op in water?

Hydrofiele stoffen lossen goed op in water. Hydrofiele stoffen bevatten


een NH-groep of OH-groep. Deze groepen kunnen waterstofbruggen
vormen met de water moleculen.

03-09
Oplosbaarheid
Niet elke hydrofiele stof lost even goed op in water.

Ethanol butanol

Staart kop

De staart bevat geen OH of NH en is dus hydrofoob, dit is het deel dat


niet goed oplost. Hoe groter het hydrofobe deel hoe slechter de stof
oplost.
Olie en water kun je mengen met een emulgator
Systematische tekening van een emulgatormolecuul:

Kop lost goed


op in water

Staart lost goed op in vet

Een emulgator is een stof


waarvan de moleculen
bestaan uit een hydrofiele
kop en een hydrofobe staart.
De werking van zeep berust
hier ook op.

07-09
HW: maken 24, 25, 34 van blz. 115-116
Herhaling: oplosbaarheid

De oplosbaarheid van een stof geeft aan hoeveel gram er


maximaal kan oplossen,
eenheid: hoeveel gram stof / 100 gram water.

Als de maximale hoeveelheid is opgelost dan heet de oplossing


verzadigd.

Als de maximale hoeveelheid nog niet is opgelost dan heet de


oplossing onverzadigd.

05-09
Herhaling
• Hydrofiele stoffen mengen onderling goed
• Hydrofobe stoffen mengen onderling goed
• Hydrofiele stoffen mengen slecht met hydrofobe stoffen.

Dit komt doordat stoffen goed mengen als ze dezelfde soort bindingen
kunnen vormen.
De oplosbaarheid vs. de temperatuur
De oplosbaarheid van gassen neemt af als de temperatuur toeneemt.
De oplosbaarheid van vaste stoffen neemt toe als de temperatuur
toeneemt.
Gassen: Vaste stoffen:
Soorten mengsels
Oplossing: stof (g/l/s) mengt goed met vloeistof
Kenmerk: helder
Scheiden met:
Afhankelijk van stofeigenschappen
- Destillatie
- Extractie
- Indampen
- Chromatografie
- Adsorptie
Emulsie
Vloeistoffen die slecht mengen
Kenmerk: troebel, wordt een twee-lagen-systeem zonder emulgator
Scheiden met:
- Bezinken en afgieten
- Extraheren
Suspensie
Mengsel van vaste stof met vloeistof, die niet mengen.
Kenmerk: troebel
Scheiden met:
- Filtreren
- Bezinken
- Centrifugeren
Schuim
Belletjes gas zweven in een vloeistof
Kenmerk: troebel
Nevel
Druppels vloeistof zweven in gas.
Kenmerk: troebel
Rook
• Kleine vaste stof deeltjes zweven in gas
Opgave 31
HW: maken 29, 30, 31, 32, 36

You might also like