Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 144

A.

Marcoen

Natuurwetenschappen
3de graad – 6de jaar
Overzicht leerstof

Thema 1: Voortplanting
Thema 2: Electriciteit en magnetisme
Thema 3: Kracht en beweging
Thema 4: Geluid
Thema 5: Erfelijkheid
Thema 6: Evolutie

2
Thema 5 Voortplanting Inleiding

Thema 5: Voortplanting

3
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Bevruchting - YouTube

4
Thema 1 Voortplanting Inleiding

1. Het voortplantingsstelsel !Zelfstudie!

5
Thema 1 Voortplanting Inleiding

1. Het voortplantingsstelsel

Te kennen leerstof - examen:


organen kunnen benoemen en kunnen aanduiden.

6
Thema 1 Voortplanting Inleiding

1. Het voortplantingsstelsel

Te kennen leerstof - examen: per orgaan de functie kennen !

7
Thema 1 Voortplanting Inleiding

1. Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel

8
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel


Te kennen leerstof - examen: verschillende organen en hun functie kennen.

9
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel


Te kennen leerstof - examen: verschillende fasen van de eicelrijping kennen.

10
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel

11
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel


Te kennen leerstof - examen: de verschillende delen en hun functie kennen
voortplantingscellen of de gameten.

1. A : Acrosoom – kapje met


enzymen

1,B: Celkern – DNA van de man

2. Tussenstuk met micochondriën –


energiecentrales

3. Staart (flagel) – de propeller van


deze zaadcel 12
Thema 1 Voortplanting Inleiding

Het voortplantingsstelsel – Eicel en zaadcel


Te kennen leerstof - examen: de verschillende delen kennen i.f.v. begrijpen eicelrijping
voortplantingscellen of de gameten.

13
Thema 1 Voortplanting Inleiding

1.6 Seksuele geaardheid NIET te kennen voor


examen!

Sekse Vs. Gender

14
Thema 1 Voortplanting Hormonen Inleiding

15
Thema 1 Voortplanting Hormonen Inleiding

16
Thema 1 Voortplanting Hormonen Inleiding

Hormonen
 Bereiken via het bloed hun doelorgaan
 Binden op receptoren van de cellen van het doelorgaan
specifieke functie wordt aan- of uitgeschakeld.
 Regelen m.a.w.de werking van bepaalde organen
 Hebben ook invloed op ons gedrag en onze emoties
17
Volgende les
A. Marcoen
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

2.2 Hormonaal feedbacksysteem - vruchtbaarheid

Vrouw Man

19
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

20
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Stap 1: Hypothalamus en Hypofyse

GnRH = Gonadotropine Releasing Hormoon

21
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

22
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

23
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Stap 3: Eierstokken en Teelballen

24
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

25
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Stap 4 – man : testosteron → rijpe zaadcel


“+”
LH →productie testosteron
FSH + testosteron →opstart spermatogenese

+ -
Feedback systeem= terugkoppeling

 “+” hypothalamus blijft de hypofyse stimuleren


 “-” maar de geslachtshormonen zullen die klieren
(hypofyse) tegelijk ook afremmen
 feedbacksysteem) wordt niet meer hormoon
aangemaakt dan nodig

 Gelijkmatig productie testosteron


 Continue productie van zaadcellen
 Doorlopend vruchtbaar
zaadcelproductie of spermatogenese 26
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Stap 4 - vrouw: oestrogeen en progesteron → rijpe eicel

“+” + “-”
 LH + FSH
→productie Progesteron en oestrogeen
→rijping eicel

 Bij vrouwen verloopt de hormonale regeling


complexer en gespreid over een periode van
gemiddeld 28 dagen
 menstruatiecyclus noemen.
 tijdens die cyclus niet doorlopend
vruchtbaar.
27
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

!!!Examen !!

- Verschil man – vrouw


- Hormonen per fase kunnen invullen
- Feedbacksysteem (activeren/afremmen)
28
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

29
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid

Vrouw Man

30
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

2.3 Menstruatiecyclus

Hypothalamus
→GnrH

31
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

2.3 Menstruatiecyclus

Hypothalamus
→GnrH

Hormonen
Hypofyse – FSH + LH
Eierstokken - progesteron + oestrogeen

Verandering
Eierstok – eicel – follikel - eisprong –
geel lichaam
Baarmoederslijmvlies – Vorming en
losscheuren

32
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

2.3 Menstruatiecyclus

Hypothalamus FSH LH
→GnrH

Progesteron
oestrogeen
Hormonen
Hypofyse – FSH + LH
Eierstokken - progesteron + oestrogeen
Eisprong Geel lichaam
Eicel Follikel
Verandering
Eierstok – eicel – follikel - eisprong –
geel lichaam
Baarmoederslijmvlies – Vorming en Afscheuren Vorming Afscheuren
losscheuren

!!Examen
Begrippen kunnen aanvullen op grafiek.
33
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

2.3 Menstruatiecyclus GnrH →hypofyse

1. Hypofyse → FSH – rijping follikels

2. Follikels → oestrogeen

3. Hypofyse - LH

4. FSH + LH → eisprong = ovulatie


Vrije eicel in eileider = vruchtbaar
Max. 24 u
LH→ geel lichaam

geel lichaam →progesteron + oestrogeen
→ vorming baarmoederslijmvlies

Geel lichaam sterft af→ afbraak van
slijmvlies (menstruatie)

34
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

2.3 Menstruatiecyclus

GnrH →hypofyse

35
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

36
Thema 1 Voortplanting Hormonen Menstruatiecyclus

37
Thema 1 Voortplanting Hormonen Effect

2.4 Geslachtshormonen en hun effect

Mannen Vrouwen
Testosteron Oestrogeen en Progesteron

secundaire mannelijke geslachtskenmerken secundaire vrouwelijke geslachtskenmerken


spermatogenese maandelijkse vruchtbaarheidscyclus

gedrag verloop van de zwangerschap

Alle vrouwen en mannen maken de 3 geslachtshormonen testosteron, oestrogeen en progesteron aan !


Bijnieren – zorgen bij mannen ook voor kleine hoeveelheid oestrogeen en progesteron en bij vrouwen
voor kleine hoeveelheid testosteron.
38
Thema 1 Voortplanting Hormonen Effect

Mannen

39
Thema 1 Voortplanting Hormonen Effect

Vrouwen

40
Thema 1 Voortplanting Hormonen Vruchtbaarheid
Vrouw Man Samengevat :
 4 stappen + feedback
 zaadcellen
 rijpe eicellen

 Feedback systeem= terugkoppeling

 hypothalamus blijft de hypofyse stimuleren


 maar de geslachtshormonen zullen die klieren
(hypofyse) tegelijk ook afremmen
 wordt niet meer hormoon aangemaakt
dan nodig en blijft de goede werking van
teelballen en eierstokken verzekerd
 Gametogenese
 Menstruatiecylus

!!!Examen !!

- Verschil man – vrouw


- Hormonen per fase kunnen invullen
- Feedbacksysteem (activeren/afremmen)
41
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

2.5 Gametogenese
vorming, ontstaansproces’ van de gameten

42
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

Herhaling – Erfelijke informatie - chromosomen

43
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

Herhaling – erfelijke informatie - chromosomen


Erfelijke info
 DNA – chromosomen

 Elke gewone lichaamscel mens


 46 chromosomen = 23 chromosomenparen
 46 chromosomen = 2n = 46 (diploïd)
 22 paar autosomen
 Elke paar volledig homoloog
 1 paar geslachtschromosomen
 Vrouw: 2 homologe X-
chromosomen
 Man: 1 X en 1 Y- chromosoom
 Gameten
 23 chromosomen = n = haploïd

44
Thema 6 Delende cel Meiose

De meiose

45
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

Spermatogenese Ovogenese

Eicel en zaadcel – haploïde – n

46
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

Extra – niet te kennen


Wil je graag meer weten over de meiose?
Bekijk dan onderstaande filmpje !

https://www.youtube.com/watch?v=VzDMG7ke69g&feature=emb_title

47
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

4. Bevruchting
vorming, ontstaansproces van de gameten

48
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

4. De bevruchting

49
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

4. De bevruchting
Eicel en zaadcellen zijn in hun verschijning en
eigenschappen steeds elkaars tegenpool.
Groot versus klein, inwendig actief versus uitwendig
actief, oud versus jong, concentratie versus veelheid,
etc.
Er worden twee cellen gevormd die maximaal van elkaar
verschillen en tot het uiterste lijken te gaan in hun
eigenheid.
Ze kunnen sterven of elkaar vinden en met de
bevruchting de tegenstellingen oplossen, om zo een
nieuwe mens te laten ontstaan met alle celvormen die
tussen de twee extremen liggen

50
Thema 1 Voortplanting Bevruchting

De route van de zaadcel

51
Thema 1 Voortplanting Bevruchting

De route van de zaadcel

52
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

4. De bevruchting

 De zaadcel zal de eicel ontmoeten in de eileider.

 De zaadcel kan binnendringen in de eicel dankzij een enzym dat


zich bevindt in het acrosoom, in de kop van de zaadcel.

53
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

!!Examen!! Kennen
Verdeling van de chromosomen:
Per fase kunnen aanduiden
haploid/diploid - n/2n

Aanduiding meiose/mitose

54
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

!!Examen!!
Te kennen – schema’s
- Niet kunnen tekenen
- Wel begrijpen, begrippen en
peilen aanduiden!

Oefening p. 178 oef 5 t.e.m. 8!!!

55
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

5. De zwangerschap

56
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

5. De zwangerschap

57
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

58
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling

Week 1 & 2

60
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling – week 1 en 2

embryonale stamcellen

61
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling - week 1 en 2

Embryonale
stamcellen

62
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling

63
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling

64
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling

Week 1 & 2 Week 3, 4 & 5

65
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling – week 3 -4 -5

 De kiemschijf wordt langer – vormt een embryo met die


typische langwerpige, gekromde vorm.
 In derde en vierde week ontwikkelt het embryo al zijn eerste
organen:
 een aanleg van ruggenmerg met hersenblaasjes en een
 kloppend hartje (een hartzakje).
 Er verschijnen rond de vijfde week
 Ontwikkeling van knoppen waaruit de armen en benen
zullen groeien.
 de eerste huid is dun en doorzichtig.
 Het embryo is nu 8 mm lang.

66
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling

Week 1 & 2 Week 3, 4 & 5 Week 6, 7 & 8

67
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling – week 6 – 7 -8

68
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling – week 6 – 7 - 8

 Aanleg van alle andere organen aangelegd:


 de lever, de longen, de nieren, de geslachtorganen …
 Aan de knoppen komen handen en voeten, de hersenen groeien en blijven groeien.
 Het embryo zweeft in zijn vruchtzak. Het is 3,5 cm.
 De placenta is klaar en de navelstreng verbindt moeder en kind.

 In de vijfde week begint de vorming van het aangezicht.


 In de zevende week begint de vorming van de geslachtsorganen.
 De embryonale startweefsels zijn namelijk bij jongens en meisjes dezelfde. Naargelang de
hormoonstoffen die je volgens je chromosomen aanmaakt, zullen die weefsels naar mannelijke of
vrouwelijke geslachtsorganen evolueren. Het geslacht van de baby kan je op een echo vanaf 12
weken heel duidelijk herkennen (zie figuur hiernaast).
 Aan de buitenkant verschijnen vooraan vijf uitstulpingen die dan later moeten ineenvloeien tot één
mooi geheel. Soms lukt dat niet perfect en blijft er een spleetje over: een kuiltje in je kin, een putje in
de neus of een dubbele rij wimpers, een te plat filtrum, een gespleten verhemelte, een lipspleet.

69
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De embryonale ontwikkeling – week 6 – 7 - 8

 In de zevende week begint de vorming van de


geslachtsorganen.
 De embryonale startweefsels zijn namelijk bij jongens
en meisjes dezelfde. Naargelang de hormoonstoffen die
je volgens je chromosomen aanmaakt, zullen die
weefsels naar mannelijke of vrouwelijke
geslachtsorganen evolueren. Het geslacht van de baby
kan je op een echo vanaf 12 weken heel duidelijk
herkennen (zie figuur hiernaast).

De embryonale periode sluit af na acht weken, wanneer organen en lichaamsdelen in aanleg aanwezig
zijn; maar ze zijn nog klein en onderontwikkeld. Vanaf dat moment heeft de baby een typisch menselijk
uitzicht en is het een foetus geworden.

70
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

Het foetale leven

De foetus onderscheidt zich van het embryo in de wél duidelijke menselijke kenmerken en lichaamsvorm:het is een
minimensje.
 Tijdens de foetale periode worden de lichaamsdelen en organen een voor een en op verschillende tijdstippen
afgewerkt en gaan ze functioneren.
 Daarnaast zal de foetus opvallend sterk groeien. 71
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De placenta of de moederkoek
Bouw en vorming

72
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De placenta of de moederkoek
Functie

73
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De placenta of de moederkoek  De moederkoek werkt als een soort filter:
Functie  hij laat bepaalde deeltjes door en andere niet.
 De moederkoek is een uitwisselingsorgaan. O2 en
voedingsstoffen gaan vanuit het bloed van de moeder over
naar het bloed van het kind. CO2 en afvalstoffen uit het
bloed van het kind komen in het bloed van de moeder
terecht.
 Er is geen vermenging is van het bloed van moeder en kind.

 De placenta is ook een hormonenbom van oestrogeen en vooral


progesteron en nog enkele andere hormonen. Die hormonen
bevorderen de zwangerschapen bereiden het lichaam voor op de
geboorte en de borstvoeding.

74
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De navelstreng
Bouw en vorming

75
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De navelstreng
Functie

 In de streng lopen drie bloedvaten:


 een navelstrengader: vertrekt van de placenta naar de
baby en brengt voedingsstoffen en zuurstofgas mee;
 twee navelstrengslagaders: vertrekken van de baby
naar de placenta en voeren afvalstoffen en
kooldioxidegas af.

76
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De vruchtzak
Functie

77
Thema 1 Voortplanting Zwangerschap

De hulporganen van de baby


De Vruchtzak
Bouw en vorming  Vruchtzak: een stabiele leefomgeving
die foetus beschermt tegen uitdroging
en tegen schokken.
 De baby slikt vruchtwater in en
scheidt er urine in af.

78
Thema 1 Voortplanting Schadelijke invloed

Schadelijke invloeden uit de omgeving.

79
Thema 1 Voortplanting Schadelijke invloed

Het kwetsbare embryo

80
Thema 1 Voortplanting Schadelijke invloed

Het kwetsbare embryo

81
Thema 1 Voortplanting Schadelijke invloed

Foetale schade

82
Thema 1 Voortplanting Schadelijke invloed

Foetale schade

83
Thema 1 Voortplanting Zwangerschapshormonen

84
Thema 1 Voortplanting Zwangerschapshormonen

HCG neemt de controle over.


 Behoud geel lichaam
 Aanmaak oestrogeen en veel progesteron
HCG (= Human choriongonadotropine)  het baarmoederslijmvlies verder ontwikkelt tot de
placenta

 placenta z
 Aanmaak oestrogeen en progesteron en enkele andere
zwangerschapshormonen
 Zorgen dat embryo niet wordt afgestoten
 veranderen de suikerstofwisseling van de vrouw
zodat er veel glucose naar de baby gaat.
 bevorderen van de zwangerschap,
 Zorgen voor groei van de borsten en van de
baarmoeder
 ze remmen te vroege weeën en te vroege
melkproductie af ….
 Al die hormoonveranderingen kunnen, vooral in de eerste
maanden, de typische zwangerschapskwaaltjes zoals
ochtendmisselijkheid en vermoeidheid en andere
teweegbrengen. 85
Thema 1 Voortplanting Verandering lichaam

In het eerste trimester van de zwangerschap verandert er uiterlijk weinig aan het lichaam van de vrouw. In
de volgende maanden is de zwangerschap onmiskenbaar: de buik zet uit, de baarmoeder rekt uit als een
ballon (van 8 cm naar 30 cm lengte) en de borsten zijn vergroot.
Kans op striemen en pigmentvlakken, haar uitval, veranderingen van suikermetabolisme, kans op
ijzertekort…

86
Thema 1 Voortplanting Verandering lichaam

87
Thema 1 Voortplanting Geboorte

88
https://www.youtube.com/watch?v=_-2s5O8c61U
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
De ontsluiting

Geboortekanaal 90
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
De uitdrijving

91
Thema 1 Voortplanting Geboorte
De navelstreng wordt
5. De geboorte doorgeknipt en de
baby gaat zelfstandig
Natuurlijke bevalling ademen. Onze navel is
 3 fasen het litteken
dat we aan onze
geboorte overhouden

weeën persweeën naweeën

92
Thema 1 Voortplanting Geboorte

5. De geboorte
Hormonale regeling
1. Foetus
 Cortisolhormoon
 Eerste baarmoeder contracties

2. Hypofyse
 Oestrogeen
 Prostaglandines
 Weeën
 Geboorte De zuigprikkel van de baby
3. Hypofyse onderhoudt de productie van die
 Prolactine hormonen. Hoe meer een baby zuigt,
 Productie moedermelk hoe meer melk er wordt
 Oxytocine geproduceerd. Als de baby niet meer
 Melkejectie gezoogd wordt, stopt de
melkproductie snel.
93
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
Keizersnede

https://www.minimi.be/de-impact-van-een-keizersnede-op-de-
darmpjes-van-de-baby-adv/

Keizersnede ifv risicofactoren: baby ligt in stuitligging, er is een


navelstrengomstrengeling waarbij de navelstreng om de
nek van de baby ligt (wat zuurstoftekort kan veroorzaken),
het bekken van de vrouw is te smal, er is te weinig opening,
een meerling in moeilijke positie…..
95
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
https://www.minimi.be/de-impact-van-een-keizersnede-op-de-darmpjes-van-de-baby-adv/
Keizersnede

96
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
De lactatie

97
Thema 1 Voortplanting Lactatie

7. De lactatie

98
Thema 1 Voortplanting Lactatie

7. De lactatie
 Colostrum
 eerste dagen na de bevalling
 kleine hoeveelheden gelig vocht, heel rijk
aan eiwitten en antistoffen van de moeder.
 Zelfs als een vrouw liever geen borstvoeding wil geven,
is het aangeraden om de baby de eerste dagen toch te
zogen om hem een tijdelijke immuniteit mee te geven,
in afwachting dat de baby later zelf antistoffen zal
ontwikkelen
 Moedermelk
 echte, voedzame melk
 moedermelk heeft de ideale samenstelling voor de
groei van de baby
 De borsten kunnen zeker één liter melk per dag
produceren.
 Voor de melkproductie maakt het niet uit of je grote of
kleine borsten hebt.
99
Thema 1 Voortplanting Geboorte

7. De lactatie
Hormonale regeling
1. Hypofyse
 Prolactine
 Productie moedermelk
 Oxytocine
 Melkejectie

De zuigprikkel van de baby


onderhoudt de productie van die
hormonen. Hoe meer een baby zuigt,
hoe meer melk er wordt
geproduceerd. Als de baby niet meer
gezoogd wordt, stopt de
melkproductie snel.
100
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Tips leren leren:

 Maak gebruik van overzichtstabellen voor de verschillende onderdelen


- Hormonen die rol spelen bij zwangerschap –en lactatie
- Schadelijke invloeden uit de omgeving

 Maak gebruik van afbeeldingen en schema’s om nieuwe begrippen te studeren

 Maak de oefeningen p. 179 -184


 Zwangerschap en geboorte:
 Oef. 9, 11, 12, 13, 14, 16

101
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
Tweeling

102
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
Tweeling

103
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
Tweeling

104
Thema 1 Voortplanting Geboorte

8. Een tweeling
Twee-eiige tweeling
 twee rijpe eicellen
 beide worden bevrucht, elk door een andere
zaadcel.
 Genetisch is de tweeling zoals een broer
en/of een zus.
 Elk kind heeft een eigen placenta en een eigen
vruchtzak.
Eeneiige tweeling
 ontstaat als het vroege embryo in twee
groepjes cellen splitst.
 Elk groepje cellen ontwikkelt zich tot een
nieuw individu.
 Genetisch is de tweeling identiek en de
twee individuen lijken meestal als twee
druppels water op elkaar.
 Hoe het zit met de placenta en de
vruchtvliezen, is afhankelijk van het
105
moment van de splitsing.
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Geboorte
Tweeling

106
Thema 1 Voortplanting

9. Prenatale testen en postnatale zorg


Niet te kennen voor examen !

107
Thema 1 Voortplanting Geboorte

10. Liever niet zwanger.

108
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Voorbehoedsmiddelen

Hormonen?

109
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Voorbehoedsmiddelen

Anticonceptie betekent letterlijk: ‘tegen ontvangst’ (anti = tegen,


conceptie = ontvangst). Anticonceptiemethoden zijn de methoden
die we gebruiken om ervoor te zorgen dat vrouwen niet ongewenst
zwanger worden, zowel voor zichzelf als voor het ongewenste kind.
"We" want man en vrouw hebben daarin beiden een even grote
verantwoordelijkheid.

Opdracht: Bookwidgets – Thema 5_Voortplanting -


voorbehoedsmiddelen

Lees de tekst in het werkboek p. 165 t.e.m.169

Tracht vervolgens de vragen in de bookwidgets te


beantwoorden.
110
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Voorbehoedsmiddelen

Tijdelijke
Niet- hormonale
anticonceptie
Hormonale middelen
anticonceptie
 Definitieve
Operatieve

111
Niet-hormonale anticonceptie ! Condooms zijn de enige anticonceptiva die je bovendien
• Mannencondoom de broodnodige bescherming tegen geslachtziekten
• Vrouwencondoom (soa) bieden, al de andere anticonceptiemiddelen niet
• Pessarium
• Spermicide
Hormonale anticonceptie -
Type 1
2 hormonen
Oestrogeen + progesteron
3weken + 1 stopweek
Geen arts nodig
Soorten
• Anticonceptiepil
• Anticonceptiepleister
• Vaginale ring
Hormonale anticonceptie -
Type 1
2 hormonen
Oestrogeen + progesteron
Hormonale anticonceptie - Type 2
 POP
 Progesteron only preparaat
 1 hormoon
 Progesteron
 Indien Langere werking
 Vaak arts nodig
 Vaak bij borstvoeding – om
doorgeven ven oestrogeen aan
baby te vermijden
 Soorten
• Hormonaal spiraal
• Implantaat
• De prikpil
• De minipil
Definitieve operatieve methoden

Vrouw Man
Onderbreken van de eileider Onderbreken van de zaadleider
Biologische anticonceptie

• Coïtus interruptus
• terugtrekken van man voor zaadlozing)
• Kalendermethode
• bestaat periodieke onthouding erin de dagen sinds het
begin van de menstruatie te tellen om het begin van de
vruchtbare periode in te schatten
• Temperatuurmethode
• methode is o.a. gebaseerd op het feit dat bij
iedere eisprong de lichaamstemperatuur van
de vrouw met minstens 0,2 °C stijgt.
• Methode van Billings
• Vrouw zal aan de dikte van de afscheiding (het slijm)
uit de vagina bepalen of ze vruchtbaar is.
Noodanticonceptie
• Noodpil
• Mornining – afterpil
• Zonder voorschrift bij de apotheek
• Bevat hoge productie progesteron die productei van
FSH en LH afremt
• Vertraagt ovulatie en wordt bevruchting voorkomen
• Eicel mag nog niet bevrucht zijn, want dan werkt
noodpil niet meer!
• Noodspiraal
• Te plaatsen door dokter
• Verhinderd bevruchting en innesteling

Abortus
• Abortuspil
• Blokkeert progesteron
• Baarmoederslijmvlies komt lost , bevruchteicel kan niet
meer innestelen.
• Zuigcurettage
Thema 1 Voortplanting Hormonen Gametogenese

Extra – niet te kennen


Wil je dit graag nog eens herhalen?
Bekijk dan onderstaande filmpje

https://www.youtube.com/watch?v=RkgEdgTrY-4

119
Thema 1 Voortplanting Geboorte

Voorbehoedsmiddelen

Hormonen?

120
121
Thema 1 Voortplanting

11. Als zwanger worden moeilijk lukt.

122
Ethische kwesties
Medische begeleiding versus fertiliteitsprobleem
Oorzaken:
 Leeftijd
 Levensstijl (bv. Roken, veel zittend
werk…)
 Aangeboren afwijkingen Fertiliteitstechnieken :
Soorten fertiliteitsproblemen
 Hormoonverstoorders (bv. Xeno- IUI /IUI-D
 Vrouw oestrogenen)
Ivf
 Ovulatiestoornis  Gevolg van een soa
ICSI
 Obstructie van de eileiders
 Vervroegde menopauze
Embryobank/cryopreservatie
 Anti-stoffen tegen zaadcellen MESA
 Endomitriose TESE
 Man Vitrificatie
 Erectiestoornis Eiceldonatie
 Obstructie van zaadleiders Embryodonatie
Onvruchtbaarheid door xeno-oestrogenen
Medische begeleiding versus vertiliteitsprobleem

https://www.youtube.com/watch?v=6Yiyc6r0zeU

Bekijk de video en beantwoord onderstaande vragen:


 Wat kunnen allemaal oorzaken zijn van onvruchtbaarheid? (opsommen op bord)
 Hoe zijn deze problemen ontstaan?
 Welke technieken bestaan er om toch kinderen te krijgen bij fertiliteitproblemen?
Medische begeleiding versus fertiliteitsprobleem
Oorzaken:
 Leeftijd
 Levensstijl (bv. Roken, veel zittend
werk…)
 Aangeboren afwijkingen Fertiliteitstechnieken :
Soorten fertiliteitsproblemen
 Hormoonverstoorders (bv. Xeno- IUI /IUI-D
 Vrouw oestrogenen)
Ivf
 Ovulatiestoornis  Gevolg van een soa
ICSI
 Obstructie van de eileiders
 Vervroegde menopauze
Embryobank
 Anti-stoffen tegen zaadcellen MESA
 Endomitriose TESE
 Man Vitrificatie
 Erectiestoornis Eiceldonatie
 Obstructie van zaadleiders Embryodonatie
Onvruchtbaarheid

Soorten fertiliteitsproblemen
 Vrouw
Ovulatiestoornis
Obstructie van de eileiders
Vervroegde menopauze
Anti-stoffen tegen zaadcellen
Endomitriose
Man
Erectiestoornis
 Obstructie van zaadleiders
 Kwaliteit van de zaadcellen
Onvruchtbaarheid door leeftijd
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
IUI /IUI-D
Ivf
ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
Intra-uteriene inseminatie (IUI) of kunstmatige inseminatie is
IUI /IUI-D een vruchtbaarheidsbehandeling waarbij sperma in de
Ivf baarmoeder wordt gebracht op het moment van de eisprong.

ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid
In-vitrofertilisatie (IVF)
Fertiliteitstechnieken : Een IVF-behandeling is een vruchtbaarheidsbehandeling
waarbij de eicel buiten het lichaam wordt bevrucht. Het embryo
IUI /IUI-D wordt daarna terug in de baarmoeder geplaatst.
Ivf
ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
IVF: in vitro fertilisatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
IUI /IUI-D
Ivf
ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken : Intracytoplasmatische sperma-injectie


Intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI) is een meer
IUI /IUI-D gespecialiseerde vorm van een IVF-behandeling waarbij één
Ivf zaadcel met een ultrafijne naald in een eicel wordt gebracht.

ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
https://www.uzleuven.be/nl/icsi
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid
1. MESA
 Bij de zogenoemde microchirurgische epididymale
Fertiliteitstechnieken : sperma-aspiratie, afgekort tot MESA, legt de arts bij
een korte operatieve ingreep meestal onder
IUI /IUI-D volledige narcose de zaadleider bloot. Daarna
neemt hij de beweeglijke zaadcellen uit de bijbal
Ivf (epididymis).
 Deze methode, ook wel bijbalpunctie genoemd,
ICSI wordt bijvoorbeeld toegepast als de zaadleiders
Embryobank afgesloten of doorgesneden zijn of helemaal
ontbreken.
MESA/TESE 2. TESE
 Functioneert de spermaproductie niet of niet juist,
Vitrificatie dan is het mogelijk dat er zich nog enkele zaadcellen
in de teelballen (testikels) bevinden.
Eiceldonatie  Deze kunnen via een zogenoemde testiculaire
Embryodonatie sperma-extractie (TESE) worden geoogst. Daarbij
worden de zaadcellen direct uit
afzonderlijke stukjes teelbalweefsel verwijderd.
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid
 Waarom eicellen invriezen?
Fertiliteitstechnieken :
 Dankzij de vitrificatietechniek kan je tijdig eicellen invriezen om ze pas later
IUI /IUI-D te gebruiken.
 Je leeftijd is dan gestegen, maar de leeftijd en kwaliteit van je eicellen is
Ivf gelijk gebleven.

ICSI  Eicellen invriezen kan een te overwegen optie zijn voor:


 kankerpatiëntes die chemotherapie ondergaan, bestralingen ter hoogte van het
Embryobank bekken of bepaalde gyneacologische operaties
 vrouwen die als kind een kankerbehandeling ondergingen en daardoor
MESA/TESE misschien een verminderde eicelvoorraad hebben
 vrouwen met een familiegeschiedenis van vervroegde menopauze of een
Vitrificatie aandoening die gepaard gaat met een verminderde eicelvoorraad (prematuur
ovarieel falen of POF)
 vrouwen die een stamceltransplantatie kregen
Eiceldonatie  bepaalde aandoeningen zoals het Syndroom van Turner
 transgendermannen die een geslachtsveranderende behandeling ondergaan
Embryodonatie  vrouwen rond de 35 jaar die om wat voor reden dan ook nu niet klaar zijn
voor een kind, maar de mogelijkheid niet helemaal willen opgeven.
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
IUI /IUI-D Eiceldonatie
Bij sommige vrouwen zijn er geen eicellen door bv. een
Ivf hormonale of erfelijke afwijking of onvoldoende kwalitatieve
ICSI eicellen door bijvoorbeeld vervroegde menopauze of hogere
leeftijd.
Embryobank Met donoreicellen kunnen deze vrouwen toch zwanger worden.
Donoreicellen kunnen ook voorkomen dat bepaalde erfelijke
MESA afwijkingen overgedragen worden.
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
IUI /IUI-D
Ivf Embryodonatie
ICSI Soms zijn zowel de zaadcellen als de eicellen van een koppel
niet geschikt voor voortplanting. In deze uitzonderlijke gevallen
Embryobank kan een beroep worden gedaan op donorembryo’s die door
andere koppels uit het ivf-programma werden afgestaan. De
MESA vrouw die de embryo’s zal ontvangen, wordt behandeld met
TESE hormonen om het baarmoederslijmvlies voor te bereiden op de
innesteling van de embryo’s.
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Medische begeleiding bij onvruchtbaarheid

Fertiliteitstechnieken :
IUI /IUI-D
Ivf
ICSI
Embryobank
MESA
TESE
Vitrificatie
Eiceldonatie
Embryodonatie
Overzicht leerstof ex

Herhalingsoefeningen

145
Oefening: Welke reproductieve behandeling is voor deze koppels
waarschijnlijk het meest aangewezen? Kies derelatief eenvoudige
methode, degene die het minst belastend is voor man en vrouw.
147

You might also like