Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 24

Stijl B1: Taalacademie

Je leert hoe wat de verschillen zijn tussen talen en dialecten en wat


taalvariëteiten en taalverandering inhouden

Theorie lezen blz. 279


Klassikaal: Opdracht 2 blz. 280
Leer de woorden van de paragraaf
Wat is dezelfde taal

Taal= als sprekers elkaar verstaan en elkaar begrijpen


Dialect= taal ven een bepaalde streek of plaats

Standaard Nederlands en Fries zijn aparte talen want die verstaan


elkaar niet.
Sjibbolets binnen een taal
= bepaalde klanken die vaak terugkomen in woorden in een taal ,

Vb angstschreeuw
Vb schevingen, beschuit, beschaafd, schoon

Sjibbolets vormen de identiteit van een taal


Voorbeelden van taalveranderingen:
- ae werd aa daer – daar
- leenwoorden uit buitenland opgenomen in Nederlandse taal
Datum, computer,
- apptaal: w8, ff, suc6, omg

Neologismen= nieuwe woorden in je eigen taal


Vb: ramptoerisme, draaideurcrimineel, coronaspuger, kuchscherm etc.

De tijd zal leren of het nieuwe woord echt wordt opgenomen in de


taal=neologisme of tijdelijk wordt opgenomen en dus een modewoord is.
Stijl B2: Duidelijk en helder taalgebruik
Je leert op syntactisch, semantisch en pragmatisch niveau duidelijke en
heldere zinnen maken

Theorie lezen blz. 282


Klassikaal: Opdracht 1,2 en 4 blz. 284
Duidelijk communiceren doe je op 3
niveau's:
• Syntactisch niveau = volgorde van woorden in de zin.
- gebruik korte zinnen en laat overbodige informatie weg
- gebruik gewone woordvolgorde (houd het gezegde bij elkaar)
• Semantisch niveau= betekenis van woorden in de zin.
- gebruik geen stopwoorden
- gebruik geen dubbele ontkenningen
- gebruik geen ouderwetse of omslachtige woorden
- gebruik geen vage woorden (gebruik geen vage verwijswoorden)
• Pragmatisch niveau= toepasselijkheid/effect van de woorden in de zin.
- kijk naar het effect/nut dat de spreker wil bereiken met de zin/'t woord
Voorbeeld van tekst waarop lezer op
pragmatisch niveau wordt aangesproken
Bij de bakker staat een bordje:
Sluit achteraan in de rij, behalve als u sterft van de honger.

Op syntaxis niveau is de zin helder en duidelijk


Op semantisch niveau is de zin helder en duidelijk
Op pragmatisch niveau is de zin prikkelend

Doel: humor gebruikt om regel duidelijk te maken.


Op welk niveau is het niet helder?
Syntactisch, semantisch of pragmatisch?

De secretaresse vroeg haar baas om loonsverhoging. Zij begreep niet


waarom.

Op welk niveau worden de leerlingen aangesproken?


De docent zegt: 'Ik zie dat alle werkende leerlingen rustig luisteren naar
hun muziek, behalve wie niet door heeft hoe zijn telefoon werkt'.
Op welk niveau worden de leerlingen
aangesproken?

De docent zegt: 'Ik zie dat alle werkende leerlingen rustig luisteren naar
hun muziek, behalve wie niet door heeft hoe zijn telefoon werkt'.
Stijl B3: Formeel en informeel taalgebruik
Je leert leert onderscheid maken tussen formeel en informeel taalgebruik en ze
in de juiste situatie gebruiken.

Theorie lezen blz. 286


Klassikaal: Opdracht 3
Leer de woorden van de paragraaf/ gebruik hiervoor je drillsster
Formeel taalgebruik Informeel taalgebruik
hij ie
Dat is Da's
U Jij, je
Geachte Beste

Vijf kenmerken van een formele brief:


- gebruik van de u-vorm
- heeft een formele aanhef zoals ' Geachte '
- heeft een formele afsluiting zoals ' Hoogachtend '
- is beleefd geformuleerd
- is volledig
Formeel en informeel taalgebruik
• Zorg voor stilistische eenheid= eenheid in de stijl. Kies dus voor
formeel of informeel taalgebruik maar gebruik het niet door elkaar.

• Zorg dat je geen hypercorrectie toepast. Maak uitdrukkingen niet


mooier door ineens formeel taalgebruik te hanteren.
Hij loopt als een kip zonder kop blijft zo
B4 Spreektaal, schrijftaal en jargon
Je leert wat spreektaal, schrijftaal en jargon zijn en je kunt ze op de
juiste plaats inzetten.

Theorie blz. 290 lezen


Onderscheid tussen spreektaal en
schrijftaal blz. 290. Leer die kenmerken!
Spreektaal Schrijftaal

- sociolect= taalgebruik op straat van sociale groep,


woorden gebaseerd op sociaal milieu =sociaal
dialect.(vb Haagse sociolect, jongeren)
Er zijn drie groepstalen:
-1. argot = straattaal
Vb:hip, hosselen, chillen, no spang
-2. bargoens = (geheime) dieventaal.
Vb:bajes, gozer, jatten, smeris, chill, penoze
-3. jargon = taalgebruik binnen een groep mensen,
Vb: Schooljargon Som, lokaal B004, it's learning, planner
Vb: Sportjargon corner, buitenspel, penalty, lange bal

Vakjargon= jargon van een bepaald vak


Vb: medisch jargon fractuur, acuut, anamnese
Vb: beursjargon aandelen, obligaties, hoekman
B 5 Stijlfouten
Doel: Je leert zinnen zonder stijlfouten maken

Theorie blz. 294


Stijlfouten
1) contaminatie = stijlfout
optelefoneren (opbellen en telefoneren),

2) pleonasme
Witte sneeuw, houten boomstam, ronde cirkel

3) tautologie
Ik ben blij en verheugd dat......
Barbarisme
= woorden die zijn overgenomen uit een vreemde taal.
Taalpuristen keuren deze leenwoorden radicaal af. Zij willen de
Nederlandse taal namelijk puur houden.

Barbarisme Origineel Correct Nederlands

Serieuze verwondingen Serious injuries Ernstige verwondingen


Vroeger of later Sooner or later Vroeg of laat

Begeesterd Begeistert Enthousiast


Middels Mittels Door middel van
Incongruentie in:
- getal (onderwerp en persoonsvorm hebben hetzelfde getal)
De horeca heeft het moeilijk

- verwijswoord (mannelijk of vrouwelijk)

De woorden ---> die De tafel die, de bibliotheek die


Het woorden --> dat Het boek dat, het meisje dat
Grammaticale kronkels (1)
Onjuiste beknopte bijzin: (ow van beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als ow van hoofdzin)
Liggend op het gazon, komt mijn vader aangelopen.
Of schrijf bz + hz:Terwijl ik op het gazon lig, komt mijn vader aangelopen.

Onjuiste inversie:
Gisteren was het concert van Justin Bieber uitverkocht en mag ik helaas niet gaan.
Schrijf: Gisteren was het concert van Justin Bieber uitverkocht en ik mag helaas niet gaan.

Onjuiste samentrekking: (zinsdeel mag alleen worden weggelaten als het dezelfde grammaticale
functie heeft)
Mijn oudere broer is bijna dokter en geslaagd voor zijn diploma.
Schrijf: Mijn oudere broer is bijna dokter en is geslaagd voor zijn diploma.
Grammaticale kronkels (2)
Zeugma: (woord mag alleen worden weggelaten als het dezelfde betekenis heeft)
Ik haalde koffie en alle namen door elkaar.
Ik haalde koffie en ik haalde alle namen door elkaar.

Anakoloet: (ontspoorde zin)


De ouders van de leerlingen van het Baken Trinitas Gymnasium hebben hun kinderen
weer naar school gestuurd, worden direct na de eerste bel in de klas verwacht.

De ouders van de leerlingen van het Baken Trinitas Gymnasium hebben hun kinderen
weer naar school gestuurd en de leerlingen worden direct na de eerste bel in de klas
verwacht.
B1 Taalacademie: Wat is Nederlands?

haute couture= exclusieve mode


Clochard=zwerver, dakloze
Vuistregel=regel die in de meeste gevallen toepasbaar is
veel voeten in de aarde hebben=het kost veel moeite en tijd
Erkennen=het inzien en toegeven
Identiteit=wie je bent
sociale klasse=groepering van mensen op basis van economische positie en status
Etniciteit=een gedeelde identiteit van een bepaalde bevolkingsgroep
Principe=regel voor hoe je leeft en je gedraagt
Variëteit=afwisseling, variatie
B2 Duidelijk en helder taalgebruik

Jongstleden=vorig
ten tonele verschijnen=op komen dagen
Menigeen=meerdere mensen
Ternauwernood=nog maar net
Nochtans=niettemin
Omslachtig=nodeloos ingewikkeld
Berisping=boos worden aangesproken, bijvoorbeeld op je gedrag
Erbarmelijk=zeer slecht
Terstond=zonder te wachten
Desalniettemin=toch

B3 Formeel en informeel taalgebruik


Stilistisch=wat met stijl te maken heeft
voor het hoofd stoten=iemand beledigen of kwetsen
Gelieve=een beleefd verzoek, wilt u...
Onvertogen=ongepast, verkeerd
Bezigen=gebruiken
eraan hechten=belangrijk vinden
Tijdig=op tijd
de aanzet geven=initatief nemen
Manifestatie=protestbijeenkomst
Derhalve=daarom, zodoende
B4: Spreektaal, schrijftaal en jargon
Sociolect=taal die in een bepaalde sociale groep gesproken wordt
Uilskuiken=domoor
Geschieden=gebeuren
Absentie=afwezigheid
Plechtig=serieus en officieel
ingeburgerd raken=tot de standaard gaan behoren
Jargon=taalgebruik binnen een groep mensen of binnen een vak,vaktaal
Bargoens=dieventaal
negatieve bijklank=wanneer het een slechte associatie oproept
Fractuur=breuk

B5: Stijlfouten
voor een appel en een ei=heel goedkoop
appels met peren vergelijken=twee dingen vergelijken die niet vergelijkbaar zijn
Overtollig=te veel
media(mv.)= bronnen van informatie: kranten, tv, radio, nieuwswebsites, etc.
Beknopt=in weinig woorden
Corvee=huishoudelijke taken die om de beurt door iemand worden gedaan
Barbaar=onbeschaafd persoon
zich op de voorgrond plaatsen=zichzelf belangrijk maken
Purist=iemand die streeft naar het behoud van de oorspronkelijke vorm van iets
Rabbi=joodse geestelijke

You might also like