Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 43

H19 Quantumfysica

Een geruststelling(?)
“I think I can safely say that no one understands quantum
mechanics.”
Richard P. Feynman
Intro :Klassieke natuurkunde
Beschrijving van:
• beweging van deeltjes én
• elektrische en magnetische verschijnselen

met behulp van


• de wetten van Newton voor mechanica.
• de wetten van Maxwell voor elektrische
en magnetische velden E en B.
Kenmerkend voor klassieke fysica
• Het probleem is óf een deeltjesprobleem, óf
een golf probleem.
• De berekeningen leveren exacte oplossingen
op.
• De berekende natuurkundige grootheden
hebben een continu bereik: alle waarden
tussen twee grenzen zijn mogelijk.
Kenmerkend voor quantumfysica
• Kleine deeltjes kunnen golfeigenschappen
vertonen.
• Straling kan deeltjeseigenschappen vertonen.
• Berekeningen leveren statistische uitkomsten.
• Berekende natuurkundige grootheden zijn
gequantiseerd: ze kunnen slechts bepaalde
(discrete) waardes hebben
Klassieke theorie voldoet niet altijd
• Verschijnselen op atomaire schaal blijken niet
door klassieke theorie verklaard te kunnen
worden:
- Een elektron voorstellen als klein deeltje in
een cirkelbaan is onhoudbaar.
- Niet alle stralingsverschijnselen kunnen met
elektromagnetische golven worden verklaard.
1. Ontoereikendheid klassieke theorie van
elektromagnetisme
• Warmtestraling van ‘zwart’ lichaam (Planck-straling).

• Foto-elektrisch effect: straling maakt elektronen vrij


uit een metaal.

• Compton- effect: verstrooiing van röntgenstraling


aan elektronen.
2. Ontoereikendheid klassieke theorie voor
deeltjes
• Emissiespectrum en stabiliteit van atomen
Volgens klassieke theorie verliest elektron
energie in de vorm van straling met alle
mogelijke frequenties als het om de kern
beweegt. Atoom kan klassiek gezien dus nooit
stabiel zijn. Bohr komt met eerste oplossing.
• Elektronen gedragen zich als golven
Proef van Young met elektronen.
Elektronen blijken te interfereren. Kan nooit als
het klassieke deeltjes zijn!
19.1 Aanleiding tot quantisatie
• Uit experimenten blijkt dat atomen
elektromagnetische straling
uitzenden met slechts bepaalde
frequenties.
• Dit betekent dat de elektronen
slechts bepaalde energieën kunnen
aannemen in het atoom.
Aanleiding tot quantisatie
• We zeggen dat de uitgezonden straling en de
banen van de elektronen gequantiseerd zijn:
niet alle (continue) waarden van r, v en E
kunnen voorkomen, maar slechts bepaalde,
discrete waarden.
• Klassieke theorie moet aangepast worden!
• Hoe?
Quantisatieregel van Bohr

• r = afstand elektron tot kern


• m = massa elektron
• v = snelheid elektron in cirkelbaan
• h = constante van Planck
• n=1,2,3,…
Quantisatieregel van Bohr
• Maken opgave 4 blz 115 om inzicht te krijgen
in de quantisatieregel.
• Uitwerking volgende dia.
Opgave 4
• Staande golf principe in combinatie met
wet van de Broglie levert quantisatieregel:
n  2  r
• Staande golf: 2  r

• De Broglie: λ =n
Quantisatie
• Dankzij de quantisatieregel kunnen we de
discrete energieniveaus van verschillende
atomen berekenen.
• Dat gaan we in de volgende dia’s in één keer
doen voor waterstof, helium en lithium.
• Het is een alternatieve behandeling van
opgave 2 en 3 op blz 113.
Quantisatie van de energieniveaus van H,
He+ en Li2+
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze

Ze

-e
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze

Ze
-e
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze

-e
Ze
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze

-e

Ze
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze
-e

Ze
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze
-e

Ze
Opgave 2 en 3 in één keer
Elektron (-e) draait om kern met lading Ze
We willen weten welke afstanden r
-e mogelijk zijn en welke energieën E
daarbij horen.
Ze

Z=1: waterstofatoom H
Z=2: geïoniseerd He-atoom
Z=3: dubbel geïoniseerd Li-atoom
Met twee formules r en E afleiden
1. Middelpuntzoekende kracht =
elektrische kracht (=klassiek)

2. Quantisatieregel van Niels Bohr


(=nieuw: leidt tot quantisatie)
Toepassen Fmpz = Fe
• = (1)
• m = massa elektron =
• Z = aantal protonen in kern
• e = elementair ladingsquantum =
• f=
• r = afstand elektron tot kern. Deze willen we
weten.
• Uit (1) volgt: (1a)

Dit is dia 16 terug naar dia 22


Waarom extra voorwaarde voor
quantisatie?

De vergelijking heeft 2 onbekendes,


namelijk:
- de snelheid ve van het elektron
- en de afstand r van het elektron tot de kern, de plaats.

Voor elke waarde van r is er een waarde van v te vinden, dus


elke r is mogelijk. Dit blijkt echter niet uit experimenten.
Er is dus een extra voorwaarde nodig. Dat is de
quantisatieregel van Bohr

Hiermee ontstaan discrete oplossingen voor de banen van het


electron (= quantisatie)
Waarom extra voorwaarde voor quantisatie?

Voor elke n twee


Gelijkstellen Fmpz =Fe

2
vergelijkingen met
𝑓 𝑍𝑒
2 twee onbekenden
𝑣𝑒 =
𝑚𝑒 𝑟 Voor elke n is er één
Quantisatieregel van Bohr oplossing voor
Ve en r
2  r  me  ve  nh
v en r zijn
gequantiseerd!
Uitwerken quantisatieregel Bohr

2  r  me  ve  nh
Hieruit volgt (leid dit af):
Formule (1a) en (2a) combineren
1a en 2a gelijkstellen levert op:
• (1a)
=
• (2a)

Leid deze formules af


rn invullen in formule 1a:
Dit zijn de antwoorden van opgave
2a, 2b en 2c op blz 113 maar voor
verschillende Z!
Resultaat voor rn bij verschillende Z

• Z=1: H-atoom
• Z=2: Dit zijn de mogelijke waarden van r
bij verschillende n (n=1,2,3, …).
• Z=3: De afstand r is dus gequantiseerd; er
kunnen slechts bepaalde, discrete
waarden voorkomen.

Als n=1 en Z=1: grondtoestand van H-atoom.


=
De afstand van het elektron tot de kern in de grondtoestand van het
waterstofatoom.
Samenvattend over
• Er geldt met :

• de Bohrstraal.
• Z = atoomnummer [1=H, 2=He+, 3=Li2+]
• n=1: grondtoestand
• n=2: 1e aangeslagen toestand
• n=3: 2e aangeslagen toestand etc

Terug naar dia 34


voorbeeld
• Wat is de afstand van het elektron tot de kern
in de eerste aangeslagen toestand van het He-
ion?
• Eerste aangeslagen toestand: n=2
• He –ion : Z=2.
• Invullen in formule
• Levert op:
Welke energieën zijn mogelijk?
2
𝑓𝑍 𝑒
• Zie formule (1a) : 𝐸=−
2𝑟
• We hadden gevonden: , zodat

= -13,6 eV (
voorbeeld
• Wat is de energie van een dubbel geïoniseerd
Li-atoom, waarbij het overgebleven elektron
zich in de eerste aangeslagen toestand
bevindt?
• N=2, Z=3, dus de energie wordt:
Samenvatting

In sommige boeken wordt r1 ook wel


a0 genoemd.
Animatie atoommodel Bohr
Opgave 5:Waarschijnlijkheid (fout in boek!)
Waarschijnlijkheid per volume-eenheid van een
elektron in de grondtoestand van het H-atoom

noemen we ook wel de kansdichtheid voor het volume. Wil je de kans weten dat het
elektron zich in een bepaald deel van de ruimte bevindt, dan moet je deze kansdichtheid
vermenigvuldigen met het volume van die betreffende ruimte.

Wil je weten hoe groot de kans is dat een elektron zich op een afstand tussen r en r+dr
van de kern bevindt, dan stel je de vraag hoe groot de kans is dat hij zich in een bolschil
met dikte dr op afstand r van de kern bevindt.

Het volume van zo’n bolschil is en dus de kans is: .


noemen we de kansdichtheid voor de afstand r
Waarschijnlijkheid (fout in boek)

• kansdichtheid voor • kansdichtheid voor
volume V. afstand r.
Waarschijnlijkheid
Verklaar de vorm van deze grafiek:
(let op de y-as)

2
× 4 𝜋 𝑟 =¿

Waarschijnlijkheidsdichtheid om het elektron


aan te treffen op een afstand r van de kern.
Grondtoestand en nulpuntsenergie
• n=1 is de grondtoestand.
• Het elektron is aan de kern gebonden.
• De totale energie van het atoom is minimaal en
bestaat uit een kinetische energiebijdrage en
een potentiele energie bijdrage.
• De kinetische energie is dus nooit nul!
• De totale energie die in de grondtoestand toch
nog aanwezig is, noemen we de
nulpuntsenergie
𝐸𝑡𝑜𝑡𝑎𝑎𝑙 𝑒𝑛 𝑣𝑖𝑟𝑖𝑎𝑎𝑙
• 𝐸 𝑡𝑜𝑡 =− 𝐸 𝑘

|𝐸 𝑝|=2 × 𝐸 𝑘
• Viriaaltheorema: als de kracht omgekeerd
evenredig is met r2 én er is sprake van een
cirkelbaan, dan is de absolute waarde van de
potentiele energie twee keer zo groot als de
kinetische energie.
Opgave 6
1 fe 2 fe 2
We weten Ek   en Eel    2 Ek
2 r r

en: Etot = Ek + Eel


dus: = Ek – 2Ek
Etot = -Ek

De nulpuntsenergie is dus de Ek

Hiervoor geldt: Ek,1 = -E1 = --13,6 = 13,6 eV


Opgave 7
Deze energie moet 4 maal zo groot zijn (zie 3b)

2 2 me f 2 e 4
3b: In de afleiding voor En: ( 2d ) En  2 2
is de term e 4
ontstaan
nh
door het kwadraat van e x e (lading kern x lading elektron).
In het He-atoom is de lading van de kern 2e.

Dan wordt het kwadraat van lading kern x lading elektron: (2e x e)2 = 4e4.
Opgave 8
De golflengte van het uitgezonden foton berekenen we
met het verschil tussen 2 energie-niveaux: En – Em =

2 me f e
2 2 4
( 2d ) En  2 2
nh
Opgave 9
a. De kernlading is nu Ze in plaats van e voor waterstof en 2e voor helium.

In de formule voor En wordt dus Ze x e gekwadrateerd, vandaar de term Z2e4.

2 2 me f 2 e 4 2 2 me f 2 Z 2 e 4
( 2d ) En   wordt dus: En  
n2h2 n2h2

b. Zlithium = 3, dus de energieniveaux worden vermenigvuldigd met Z 2, dus met 9.

Dit komt dus overeen met 9 x 13,6 = 122 eV

You might also like