Professional Documents
Culture Documents
M7 Havo H5 Ongelijkheid
M7 Havo H5 Ongelijkheid
Hoofdstuk 4 Welvaart
§1 Bbp en welvaart
§2 Brede welvaartsindicatoren
Hoofdstuk 5 Ongelijkheid
§1 Verdeling van inkomen en vermogen
§2 Belastingen en toeslagen
§3 Het Nederlandse belastingstelsel
Hoofdstuk 5 Ongelijkheid
Leerdoelen hoofdstuk 5
Paragraaf 1 Paragraaf 3
• Je kunt het verschil tussen inkomensongelijkheid • Je kunt het Nederlandse
en vermogensongelijkheid uitleggen. belastingstelsel beschrijven.
• Je kunt werken met een Lorenzcurve. • Je kunt voor een gegeven inkomen en
vermogen de verschuldigde belasting
Paragraaf 2 berekenen.
• Je kunt de belangrijkste kenmerken van een
belastingstelsel uitleggen en onderscheid maken
tussen een progressief, proportioneel en
degressief belastingstelsel.
• Je kunt het verschil tussen het gemiddelde
belastingtarief en het marginale belastingtarief
uitleggen en het gemiddelde belastingtarief
berekenen.
Module 7 Economische groei
Inhoud hoofdstuk 5 Ongelijkheid
Begrippen
Formules
Maatschappelijke welvaart
Inkomensverdeling: ongelijkheid
vermindert de maatschappelijke
welvaart.
• Inkomensongelijkheid
• Vermogensongelijkheid
Lorenzcurve
De Lorenzcurve toont de inkomensverdeling van
een groep mensen.
De curve zet twee percentages tegen elkaar af.
Lorenzcurve op de assen
• Y-as = inkomen cumulatief
• X-as = ingezetenen cumulatief
Bron 2 Een fictieve inkomensverdeling. Bron 3 De Lorenzcurve voor de inkomensverdeling van bron 2.
Check leerdoelen §1
§2 Belastingen en toeslagen
Vraag 1
Wat is het verschil tussen inkomensverdeling en
vermogensverdeling?
Vraag 2
Wat staat er op de assen van de Lorenzcurve?
Belastingstelsel
Belastingstelsel is de verzameling van
alle verschillende belastingen met
bijbehorende regels.
• Veel verschillende belastingen, zoals:
loon- en inkomstenbelasting, btw,
dividendbelasting, rioolbelasting,
vennootschapsbelasting, enzovoort.
Belastingdruk
Belastingdruk is het totaal aan
belastingen dat in een land in een jaar Bron 1 Belastingen als percentage van het bbp in 2017. Landen in de eurozone
wordt opgehaald als percentage van het staan in groen, landen die alleen lid zijn van de EU staan in blauw.
bbp.
Belasting en inkomensverdeling
Inkomen huishouden
Loon, winstuitkering/dividend (kapitaal) of een uitkering (werkloos/ziekte)
Primair inkomen
Inkomens uit het ter beschikking stellen van productiefactoren: onbelast
Secundair inkomen
Het primaire inkomen dat overblijft na betaling van belasting en
verplichte premies en verhoogd met sociale uitkeringen/toeslagen =
besteedbaar inkomen
Formule
Bron 1 Een vlaktaks zonder belastingvrije voet. Bron 2 Een vlaktaks met belastingvrije voet.
Module 7 Economische groei
§2 Belastingen en toeslagen
Marginale belastingtarief
Het percentage dat iemand over zijn
laatstverdiende euro aan belasting betaalt.
Belastingstelsels
1 Proportioneel
2 Progressief: nivellerend
3 Degressief: denivellerend
Lorenzcurve en inkomensverdeling
1 Lorenzcurve: primair inkomen
2 Lorenzcurve: secundair inkomen
Herverdeling
Zie de grafiek hiernaast.
• Vóór herverdeling: de rijkste 20%
verdient 60% van het totale inkomen
(rode lijn).
• Ná herverdeling: de rijkste 20%
verdient 33% van het totale inkomen
(groene lijn).
Bron 5 Een progressieve belasting zonder belastingvrije voet. Bron 6 Een progressieve belasting, met belastingvrije voet.
toeslag, kinderopvangtoeslag)
Resultaten:
• Inkomensverdeling
• Gedragsveranderingen: gedrag aanmoedigen of
afremmen
Nationale belastingstelsels
Elk land heeft zijn eigen belastingstelsel.
Bijvoorbeeld:
• Europese Unie: meer belasting met als idee: iedereen heeft recht op
een minimaal inkomensniveau door sociaal vangnet.
• Verenigde Staten: weinig belasting met als idee: iedereen is zelf
verantwoordelijk voor zijn inkomen.
Check leerdoelen §2
Vraag 1
Leg in eigen woorden uit wat wordt bedoeld met een progressief
belastingstelsel.
Vraag 2
Leg uit dat heffingskortingen nivellerend werken.
Heffingskorting: belastingvermindering
Module 7 Economische groei
§3 Het Nederlandse belastingstelsel
Bron 1 De Nederlandse inkomstenbelasting volgens het boxenstelsel in 2020. Module 7 Economische groei
§3 Het Nederlandse belastingstelsel
Vraag Een persoon van 40 jaar oud heeft een bruto-jaarinkomen van
€ 78.000 met een aftrekpost van € 5.000 en een heffingskorting van
€ 3.000. Bereken de verschuldigde belasting in box 1. Module 7 Economische groei
§3 Het Nederlandse belastingstelsel – Lesafsluiting
Check leerdoelen §3
Vraag 1
Wat voor soort belastingstelsel heeft Nederland? Leg je antwoord
uit.
Vraag 2
Welke stappen worden gezet om de verschuldigde belasting in
box 1 uit te rekenen?