Professional Documents
Culture Documents
M7 Havo H3 Economische Groei
M7 Havo H3 Economische Groei
Hoofdstuk 4 Welvaart
§1 Bbp en welvaart
§2 Brede welvaartsindicatoren
Hoofdstuk 5 Ongelijkheid
§1 Verdeling van inkomen en vermogen
§2 Belastingen en toeslagen
§3 Het Nederlandse belastingstelsel
Leerdoelen hoofdstuk 3
Paragraaf 3
Paragraaf 1 • Je kunt het onderscheid tussen fysiek kapitaal,
• Je kunt het verschil uitleggen tussen nominale en
financieel kapitaal, privaat kapitaal en publiek
reële economische groei.
kapitaal uitleggen.
• Je kunt verklaren waar economische groei
• Je kunt de kapitaal-arbeidsverhouding toelichten.
vandaan komt.
Paragraaf 4
Paragraaf 2 • Je kunt factorproductiviteit uitleggen.
• Je kunt het verband tussen werkgelegenheid en
• Je kunt de invloed van innovatie op de
de beroepsbevolking toelichten.
factorproductiviteit
• Je kunt de vier factoren verklaren die het
arbeidsaanbod beïnvloeden.
Paragraaf 5
• Je kunt het belang van internationale economische
betrekkingen voor de economische groei
uitleggen.
• Je kunt de voor- en nadelen van vrijhandel en
protectie toelichten.
Module 7 Economische groei
Inhoud hoofdstuk 3 – Economische groei
Begrippen
Formules
In 2022 groeit het nominaal bbp met 2% ten opzichte van 2021.
In datzelfde jaar stijgen de prijzen met 8%.
Check leerdoelen §1
§2 Arbeidsaanbod
Vraag 1
Waardoor wordt het verschil in nominale en reële economische
groei veroorzaakt?
Leg je antwoord uit.
Vraag 2
Noem een oorzaak van economische groei.
Vraag
Welke factoren zorgen er volgens jullie voor dat mensen
sneller bereid zijn om zich aan te bieden op de arbeidsmarkt?
1. Het loon
Een hoger loon maakt het aantrekkelijker om te werken, dus bieden
meer mensen zich aan.
2. Het verschil tussen nettoloon en brutoloon
Als dit verschil groter wordt, betaalt men dus meer belasting, en is
men minder bereid zich aan te bieden voor arbeid.
3. De duur van de leerplicht en de levensverwachting
Een langere leerplicht betekent dat jongeren op latere leeftijd de
arbeidsmarkt betreden.
4. De mate waarin arbeid flexibel ingezet kan worden
Meer flexibiliteit zorgt er voor dat je werk en privé makkelijker kunt
combineren, waardoor het arbeidsaanbod stijgt.
Module 7 Economische groei
§2 Arbeidsaanbod
Check leerdoelen §2
Vraag 1
Wat verstaan we onder werkgelegenheid?
Vraag 2
Noem een factor die het arbeidsaanbod beïnvloedt en leg uit hoe deze
factor dit beïnvloedt.
Vraag
Wat verstaan jullie onder het begrip kapitaal?
1. Fysiek kapitaal
Denk hierbij aan machines en grondstoffen.
2. Financieel kapitaal
Denk hierbij aan financiële middelen, verkregen door een lening.
3. Privaat kapitaal
Denk hierbij aan kapitaal dat door de aanbieders (bedrijven) zelf is
ingebracht.
4. Publiek kapitaal
Denk hierbij aan kapitaal dat door de overheid is ingebracht.
Check leerdoelen §3
§4 Factorproductiviteit
Vraag 1
Wat is het verschil tussen privaat kapitaal en publiek kapitaal?
Vraag 2
Wanneer wordt er relatief veel arbeid gebruikt? Bij een hoge of
lage kapitaal-arbeidverhouding? Leg je antwoord uit.
1. Innovatie
Meer innovatie zorgt voor een hogere productie in dezelfde tijdeenheid.
2. Kwaliteit van de ingezette arbeid
Als je medewerkers op cursus stuurt worden zij kundiger en efficiënter in hun
werk.
3. De kwaliteit van het ingezette kapitaal
Als een bedrijf een oude versleten machine vervangt door een snelle efficiënte
machine, stijgt de factorproductiviteit.
4. Instituties
De consumentenbond komt bijvoorbeeld op voor de belangen van
consumenten. Dit stimuleert bedrijven om betere kwaliteit te leveren.
5. Corruptie
Door corruptie wordt er bij dezelfde inzet van kapitaal en arbeid minder waarde
gecreëerd, waardoor de factorproductiviteit daalt.
Module 7 Economische groei
§4 Factorproductiviteit – Lesafsluiting
Check leerdoelen §4
Vraag 1
Hoe beïnvloedt de kwaliteit van het arbeidsaanbod de factorproductiviteit?
Vraag 2
Wat is het effect van innovatie op de factorproductiviteit?
Check leerdoelen §5
Vraag 1
Wat is het voordeel van vrijhandel?
Vraag 2
Noem een protectionistische maatregel en leg uit hoe die werkt.