Professional Documents
Culture Documents
PP Bij Mindmap Schooltijd
PP Bij Mindmap Schooltijd
Woordenschat school.
Wanneer ging je voor het eerst naar
school?
• Ik ging voor het eerst naar school toen ik twee en een half was.
• Ik ging voor het eerst naar school toen ik 6 was.
Hoe ging je naar school?
• Ik ging te voet naar school.
• Ik ging meestal met de fiets, maar soms bracht mijn papa mij met de
auto.
• Ik ging altijd met de bus.
• Eerst ging ik met de fiets, maar daarna, toen ik 12 was, ging ik met de
bus.
Zaten er jongens en meisjes in je klas?
• Er zaten jongens en meisjes op mijn school.
• In de lagere school ging ik naar een gemengde school, maar toen ik 13
jaar was, ging ik naar een meisjesschool.
• Ik ging naar een meisjesschool. Geen jongens, dus!
• Ik ging naar een jongensschool. Geen meisjes, dus!
• Ik vond het (niet) leuk.
Moest je een uniform dragen?
• Ik moest geen uniform dragen.
• Ik droeg een uniform: een grijze rok, een wit hemd, een donkerblauwe
trui, witte sokken en een witte zakdoek.
• Ik vond het gemakkelijk. Ik moest nooit nadenken welke kleren ik moest
dragen.
Welke vakken had je?
Het vak • Taal (welke?)
• Wiskunde • Geschiedenis
• Chemie • Godsdienst
• Fysica • L.O. (sport)
• Biologie • M.O. (muziek)
• Aardrijkskunde • P.O. (tekenen)
•…
wetenschappen
Wat was jouw favoriete vak? En welk vak
vond je echt niet tof?
• Mijn favoriete vak was Engels.
• Mijn favoriete vakken waren Latijn en geschiedenis.
• Ik hield echt niet van wiskunde. Ik was ook niet goed in fysica.
Hoe waren je leraren? Wie was je favoriete
leerkracht?
• De leerkrachten waren streng / lief / tof / vriendelijk…
• Mijn favoriete leerkracht was meneer Roggen, mijn leraar Latijn en
Grieks omdat hij zo interessant kon vertellen.
• Mijn minst favoriete leerkracht was in het 5de jaar meneer Beliën van
Grieks omdat hij heel autoritair was.
Moest je elke dag huiswerk maken?
• Elke dag moest ik huiswerk maken en in het weekend dubbel.
• Ik had nooit huiswerk.
•…
Hoe oud was je toen je klaar was met school?
Heb je na het secundair nog verder gestudeerd?
• Afstuderen (ik studeer af / ik studeerde af / ik ben afgestudeerd)
• Een diploma behalen (ik behaal / ik behaalde / ik heb behaald)