Professional Documents
Culture Documents
03 - Discours Als Multimodale Interactie - NEW
03 - Discours Als Multimodale Interactie - NEW
2. multimodale theorieën
5. elektronisch discours
visual visueel
8
1.2.2 Voor een beter begrip:
Jan Blommaert over multimodaliteit
• bekijk deze reflectie
over multimodaliteit
in overeenstemming met vorige slide
• illustratie over visuele affordances
van grafische vorm en layout in boek
• paragraaf, titel, witregel, secties,
foto’s als betekeniseenheden
• communicatie gebruikt en
combineert om het even welke
resource om te communiceren en
sociale betekenis te construeren
9
1.2.3 technische definitie modus - mode
• geordende set van vormelijke
resources met eigenschappen van
betekenisvorming…
• die doorheen de tijd gestalte heeft
gekregen door sociaal en cultureel
georganiseerde communities
• de combinatie van de materialiteit
ervan leidt tot een canvas
• dat binnen een medium wordt
ingezet
• met mogelijkheden en beperkingen
(affordances)
Stöckl, Hartmut (2020). Linguistic multimodality – multimodal inguistics: a state-of-the-art sketch. In Janina Wildfeuer et
10 al. (2017). Multimodality. Disciplinary Thoughts and the challenge of diversity, 41-68. Berlin: de Gruyter.
1.2.4 mode - voorbeelden
vormen waaraan betekenis wordt ontleend
• schrijven • schilderen • film – videoclip - game
• vorm • vorm • vorm
• karakters • lijnen • storytelling montage
• fonts • vormen • ondertiteling, vertaling
• layout • texturen • enactment - kostuum
• kleur • kleuren • focus – camerabeweging
• drager zoom
• ruimtelijke organisatie
• spacing enz. enz. • gesture
• enz.
11
1.2.5 Modes als
betekenis
• dimensies van waaruit je een sociale
betekenis kan construeren
• voorbeelden van dimensies en
factoren binnen die modi
12
1.3 Semiotic canvas = interactietypes + media +
modes
• definitie
• de plaats/locus
voor semiotische activiteit
• plaats waarin de vorming van
betekenis plaatsvindt
• verwijzen naar de soorten interactie
die plaatsvinden met de modes en
media
• abstract begrip: kijkt naar de relatie
tussen media en participanten
• het gaat hier niet over de inhoud van
het semiotische materiaal (bv.
lesinhoud)
13
1.3.1 canvas concreet voorbeeld - stripverhaal
• maak abstractie
van de thematische inhoud, van de
3D personages in de strip
14
1.3.2 canvas concreet voorbeeld - vergadering
15
1.3.2 canvas concreet voorbeeld - vergadering
• media • media
• computer, white board, papier • softwareapp
(ik neem even niet mee dat je naar (ik neem even niet mee dat je naar
een foto kijkt!) een screenshot kijkt!)
16
1.3.3 canvas - dimensies
statisch dynamisch
2D 3D
permanent voorbijgaand | transient
participant observator
17
1.3.4 canvas : illustratie complexe setting
Bateman, John, Wildfeuer, Janina Tuomo Hiipala (2017). Multimodality. Foundations, Research and Analysis. A
18 Problem-Oriented Introduction. Berlin: de Gruyter.
1.4 Medium
• biotoop voor semiose waarin
verschillende geselecteerde
semiotische modi betekenis
genereren
• historisch stabiele site voor
ontplooiing en distributie van
semiotische modi
Bateman, John, Wildfeuer, Janina Tuomo Hiipala (2017). Multimodality. Foundations, Research and Analysis. A
19 Problem-Oriented Introduction. Berlin: de Gruyter.
1.5 multimodale tekst en multimodaal discours
• tekst als gebruik van semiotische • gaat verder dan
modi binnen een medium met een conventionele visie op tekst
bedoelde betekenis • geschreven en/of gesproken
+ layout
+ grafische vormgeving
+ lineaire of niet-lineaire structuur
• tekst in een communicatieve situatie • artefact – object
waarin deze betekenis wordt • performance
geactualiseerd in een canvas
noemen we discours • analyse van gebruikscontexten
(offline en online ruimte voor
consumptie en interactie)
20
voorbeelden tekst en discours
21
22
2. Multimodale theorieën
23
2. Multimodale theorieën
24
Multimodale taaltheorie en benaderingen
25
2.1.1 grammatica van visueel design
• beelden als een grammatica
met descriptieve regels
• functionele en structuralistische
inspiratie bij Michael Halliday,
Jakobson en Roland Barthes
• beelden hebben betekenis via
• compositionele structuur
• kleurgebruik
• deze grammatica heeft betekenis
binnen een sociale groep of cultuur
26
2.1.1 grammatica van visueel tekstdesign
• beelden als een grammatica
met descriptieve regels
• functionele en structuralistische
inspiratie bij Michael Halliday,
Jakobson en Roland Barthes
• beelden hebben betekenis via
• compositionele structuur
• kleurgebruik
• deze grammatica heeft betekenis
binnen een sociale groep of cultuur
27
2.1.2 functionele indeling
28
2.1.3 functionele indeling
29
2.1.4 beeld en modaliteit (niet behandeld)
• beeldeigenschappen kunnen
verwijzen naar realiteit als feitelijke
waarheid of buitenwerkelijke fictie
• bv. iconische schematiciteit
• bv. kleurschakering
33 Kress, G., Van Leeuwen, Th. (2006). Reading Images. The Grammar of Visual Diesign. London: Routledge.
2.1.6 interactieve relaties
34 Kress, G., Van Leeuwen, Th. (2006). Reading Images. The Grammar of Visual Diesign. London: Routledge.
2.1.6 interactieve relaties
35 Kress, G., Van Leeuwen, Th. (2006). Reading Images. The Grammar of Visual Diesign. London: Routledge.
36 Kress, G., Van Leeuwen, Th. (2006). Reading Images. The Grammar of Visual Diesign. London: Routledge.
Facultatieve pauze met founding father Günther
Kress
37
Multimodale discoursanalyse
38
2.2.1 belangrijke concepten in de CA
• turntaking A: kop koffie
• turn construction unit TCU B: yep
• sequentiële organisatie A: tot ziens
B: doeoei
• adjacency pair
aangrenzend paar A: hallo
• three-part sequence b: hej
drieledige sequentie
A: mee pintje drinken?
B: nee joh corona verdomme
A: ok gelijk hebde
39
2.2.2 illustratie: multimodaliteit en muzikale
conceptualisering
• embodied resources
belichaamde dimensies in interactie
• gestiek
gesture
• blikrichting
gaze
• gelaatsuitdrukking
facial expression
• lichaamshouding
body posture
• hoofdbewegingen
head movement
• afstand
proxemics
• prosodie en intonatie
prosody
Sambre, P. (2018). Doing multimodal intersubjectivity in music: embodied affordances in digital horn hangouts. In: L-A.
40 Cougnon, B. De Cock, C. Fairon (Eds.), Language and the new (instant) media, (133-147). (Cahiers du CENTAL, 9).
Louvain-la-Neuve: Presses Universitaires de Louvain-la-Neuve. ISBN: 978-2-87558-697-1.
2.2.3 Elan als annotatietool
• principes • screenshot
• tiers – parameters
• sequentiële analyse – duur
• clusters en correlaties bekijken
tussen features
41
Multimodale taaltheorie
42
2.3.1 Ben Rampton
etnografie binnen de sociolinguïstiek
• reikt verder dan sociale aspecten uitgedrukt
worden taal ; hier gaat het om hoe taal sociale
relaties representeert maar ook transformeert
• rol van taal in sociale processen
• sociale groepen in onderwijs
• families en superdiverse maatschappij
• rol van sociale media op
samenlevingsvormen
• alledaags discours biedt inzicht in het DNA van
het sociale leven
• analytische inzichten kunnen tools aanreiken
om sociaal leven te verbeteren vaak met een
sociale (linkse) agenda
43
2.3.2 illustratie: translanguaging in superdiverse
shops
Jackie Jia Lou (2017) Spaces of consumption and senses of place: a geosemiotic analysis of three markets in
44 Hong Kong, Social Semiotics, 27:4, 513-531, DOI:10.1080/10350330.2017.1334403
3.
functioneel basismodel
voor analyse van
multimodale communicatieproducten
Genre and Modality model
Delin & Bateman (2002)
46
Delin, J., Bateman, J. 2002. Describing and critiquing multimodal documents.
Document Design 3: 141: 155.
3.1 doelstellingen
• beschrijving en typologie aanreiken
van multimodale discoursgenres
48
Delin, J., Bateman, J. 2002. Describing and critiquing multimodal documents.
Document Design 3: 141: 155.
Wat zie je?
Renkema, p. 79
49
3.2.1 inhoudsstructuur
50
3.2.1 inhoudsstructuur
jan-van-gent
nest kuikens
51
3.2.2 retorische structuur
• opbouw van de argumentatie
• tekstuele relatie tussen de
segmenten
• illustratie van een stelling
• sequentiële tijdsrelaties
52
3.2.3 layout-structuur
• positie
• bv. naam van de vogel bovenaan
• toont belangrijkste info
• opmaak,
• bv. twee tekstdelen met aparte font
• gebruik van vetjes, cursief,
tekstgrootte
• eerst naam vogel, dan foto, dan
detailtekst
53
3.2.4 navigatiestructuur
• manieren waarop richting of
directionaliteit documentgebruik
weergegeven wordt
• bv. “27” bovenaan geeft relatieve
positie aan
van de beschrijving
in de volledige lijst van vogels
54
3.2.5 linguïstische structuur
• taal gebruikt bij de realisatie van dit
alles
• bv. volledige zinnen in eerste
tekstdeel
• bv. telegramstijl in het tweede
deel
• merk op dat het verbale niveau als
laatste binnenkomt in de analyse
• nu pas koppelen we de 4 eerste
niveaus aan taalgebruik
55
3.3 kritische evaluatie van productmodel
sterkte zwakte
• eenvormig model voor tekst- en • geeft geen inzicht in contextueel
beeldanalyse gebruik van dit product
• inzicht in discourskeuzes op elk niveau • geen inzicht in historische evolutie
• visualisatie van overgangen tussen modi van naslagwerk als tekstsoort
• relatie tussen lay-out en tekstsoort en • geen inzicht in proces van
vice versa boekproductie en –gebruik
• inzicht in visuele aspecten van
• oorspronkelijk gericht op traditionele
tekstontwerp, meer dan schrijven alleen
print media zoals het boek
25
4. multimodaal product en proces
58
59
4.1 product- en procesanalyse: even reflecteren
product niveaus
3.2.1 inhoudsstructuur
3.2.2 retorische structuur
3.2.3 lay-out-structuur
3.2.4. navigatiestructuur
3.2.5 linguïstische structuur
60
4.1 product- en procesanalyse
product proces
proces
• proces verwijst naar stappen in
ontwikkeling en gebruik van product
• elke stap leidt tot nieuwe multimodale
producten online en offline
• onze studenten analyseren en
verbeteren producten (MAMC – MAJ)
• afgestudeerden vinden een job in
ontwikkeling van multimodale
communicatieproducten/-processen
64
4.2 van boekproductie en analoge tv naar web 3.0
proces 2.0
• websites integreren
print en non-print media
• web 2.0:
internet als informatiearchief
• deze sites kan je analyseren en
vergelijken met oudere media, zoals
het kookboek of het tv-programma
65
4.2 van web 2.0 naar web 3.0
proces 3.0
• internet leidt tot interactie op sociale
media
• de gebruiker participeert actief en het
multimodale product en proces
• multimodaliteit analyseert in
toenemende mate deze dynamische
media en vormen van interactie
daarop
• interactie tussen traditionele en
nieuwe (sociale) media
66
67
4.3 samenvattend bij multimodale processen
• producenten
• consumenten
• betrokkenheid participanten
bij canvas, media en modi
• tijdsverloop
• consumptie
synchroon – asynchroon
• productietijd
consumptietijd
Bateman, John, Wildfeuer, Janina Tuomo Hiipala (2017). Multimodality. Foundations, Research and Analysis. A
68 Problem-Oriented Introduction. Berlin: de Gruyter.
5. elektronisch discours
5.1 indelingen
69
5.1 classificatie e-media
discourstypes communicatie met elektronische media
asynchroon synchroon
Asynchrone media zijn communicatiemiddelen Synchrone media zijn communicatiemiddelen
waarbij berichten worden verzonden en ontvangen waarbij alle deelnemers gelijktijdig betrokken zijn en
zonder de noodzaak van gelijktijdige interactie directe interactie mogelijk is.
tussen de deelnemers.
Dit betekent dat communicatie niet noodzakelijk in Dit betekent dat communicatie plaatsvindt in
realtime plaatsvindt; gebruikers kunnen berichten realtime, waarbij alle betrokken partijen op hetzelfde
verzenden en ontvangen op een moment dat voor moment aanwezig moeten zijn om berichten te
hen het beste uitkomt. verzenden en ontvangen.
70
5.1 classificatie e-media
discourstypes communicatie met elektronische media
asynchroon synchroon
E-mail whatsapp-videocall
Facebook post Teams Video Call
Forums/Message Boards Skype
Blogs Zoom Meeting
whatsapp-telefoontje
Opgenomen Video/Audio
SMS Videoconferencing
notitie in OneNote/Evernote collaboratiece platforms: Google Docs, Onedrive
niet-vergeten: het oude face-to-facegesprek
71
illustratie: digitaal onderwijs aan de KU Leuven na
corona
72
achteraf
1. definitie multimodaliteit en kernbegrippen
2. multimodale theorieën
5. elektronisch discours