Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 26

HAVO 5

ECONOMIE
ECONOMIE
Doel H14.3 Conjunctuur- en structuurbeleid Overheid

Boek/Pagina’s Economie Integraal HAVO leeropgavenboek deel 3


Hoofdstuk 14 – Structuur en Conjunctuur

Leerdoelen:  Ik weet wat anticyclisch conjunctuurbeleid is.


 Ik weet welke maatregelen de overheid kan toepassen om de laag- en
hoogconjunctuurschommelingen te beïnvloeden.
 Ik weet wat automatische conjunctuurstabilisatoren zijn en ik kan deze
toepassen.
Maken Opgaven 14.11 tm 14.14

Tijdsverdeling

20 minuten Bespreken opg. 14.11 en 14.14


15 minuten Samenvatting Conjunctuur en Structuur
10 minuten Bespreken en maken opgaven 14.14
CONJUNCTUURGOLF & STRUCTUURKANT
Doel ECONOMIE
H15.2 Werkloosheid in NL
H15.3 Conjuncturele en Structurele werkloosheid
Boek/Pagina’s Economie Integraal HAVO leeropgavenboek deel 3
Hoofdstuk 15 – Werk en Werkloosheid

Leerdoelen:  Ik weet wie de vragers van arbeid zijn


 Ik weet wie de aanbieders van arbeid zijn
 Ik weet wat de beroepsbevolking is
 Ik weet waar de werkgelegenheid uit bestaat
 Ik kan de bruto en netto participatiegraad berekenen
 Ik kan het werkloosheidspercentage berekenen
 Ik kan de 6 economische gevolgen van werkloosheid uitleggen in eigen
woorden
 Ik weet wat het verschil is tussen structurele en conjuncturele
wrkloosheid
 Ik kan de verschillende soorten werkloosheid benoemen en toelichten

Maken Opgaven 15.6, 7, 11,12, en 13

Tijdsverdeling

20 minuten Behandelen conjuncturele en structurele werkloosheid


20 minuten Maken opg. 15.6, 7, 11,12, en 13
15.1 BEROEPSBEVOLKING EN WERKGELEGENHEID NL

Hoe ontwikkelen zich de beroepsbevolking en de werkgelgenheid?


ARBEIDSMARKT
EEN PAAR BEGRIPPEN

 Beroepsbevolking
Alle personen tussen de 15 en 75 jaar die tenminste een uur per week betaald werk
hebben of recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct
beschikbaar zijn.

 Vraag naar arbeid


Bedrijfsleven en Overheid

 Aanbod van arbeid = Beroepsbevolking!


Werkenden en werkzoekenden

 Werkgelegenheid
Werkenden + vacatures
AANBOD ARBEIDSMARKT

Iedereen tussen de 15-75 jr, die


op zoek zijn naar betaald werk
of beschikbaar zijn hiervoor
voor minimaal 1 uur per wk.
• Inactieven = personen
van 15 jaar en ouder die
een uitkering
ontvangen (AOW,
ANW, WW, Bijstand
bijv.)

= Actieven
AANBOD ARBEIDSMARKT
HOE WORDT DE GROOTTE VAN DE BEROEPSBEVOLKING BEPAALD?

De omvang (de grootte) van de beroepsbevolking wordt bepaald door de


economische situatie! Bijvoorbeeld de volgende 2 situaties.

Economische krimp – Ontmoedigingseffect


Vraag naar arbeid daalt
Aanbod van arbeid daalt
Gevolg beroepsbevolking Beroepsbevolking

Economische opleving – Aanmoedigingseffect


Vraag naar arbeid stijgt
Aanbod van arbeid stijgt!
Gevolg beroepsbevolking Beroepsbevolking
dus werkenden en werklozen wordt groter!
15.2 WERKLOOSHEID IN NL

Wat zijn de gevolgen van werkloosheid en hoe wordt deze in NL gemeten?


BEROEPSBEVOLKING
ACTIEVEN & INACTIEVEN

Bevolking
15-75 jr

Beroepsbevolking Rest bevolking


Iedereen tussen de 15-75 jr, die op zoek
zijn naar betaald werk of beschikbaar zijn
hiervoor voor minimaal 1 uur per wk.
INACTIEVEN
• Inactieven = personen
van 15 jaar en ouder die
een uitkering

Werkzame ontvangen (AOW,


ANW, WW, Bijstand

Beroepsbevolking Werkloze bijv.)

Beroepsbevolking
ACTIEVEN
WERKGELEGENHEID,
ARBEIDSPRODUCTIVITEIT &
BEROEPSBEVOLKING

Formule werkgelegenheid

Werkgelegenheidsindex = x 100

Als de werkgelegenheid procentueel minder toeneemt dan de


beroepsbevolking toeneemt, dan is er sprake van toegenomen
werkloosheid!
15.3 CONJUNCTURELE EN STRUCTURELE WERKLOOSHEID

Wat zijn de oorzaken van werkloosheid?


CONJUNCTUREEL VS STRUCTURELE
WERKLOOSHEID

 Conjuncturele werkloosheid  Structurele werkloosheid


Wordt veroorzaakt door tijdelijk Wordt veroorzaakt door blijvende
afnemende bestdingen, waardoor de veranderingen in het productieproces
productiecapaciteit niet helemaal
wordt benut. Door bijv. diepte investeringen

Is van korte duur Productiecapaciteit verandert


hierdoor voorgoed.
5 SOORTEN WERKLOOSHEID

 Kwantitatief structureel
 Kwalitatief structureel
 Seizoen
 Frictie
 Conjunctureel
KWANTITATIEF STRUCTURELE WERKLOOSHEID

Oorzaak: productiecapaciteit is niet groot genoeg voor de hele beroepsbevolking


Er is dan werkloosheid omdat er een tekort aan arbeidsplaatsen ontstaat
 Voorbeelden:
 Arbeidskosten (diepte investeringen in technologische productieprocessen i.p.v.
arbeidsintensieve productieprocessen.)
 Concurrentie lageloonlanden (outsourcen arbeidsintensieve productie)
 Fusies & overnames (gaan vaak samen met ontslag door dubbele functies)
 Overheidsmaatregelen (bouwen op landbouwgrond leidt tot minder landbouw)

Diepte investeringen: vervanging menskracht door machines

Breedte investeringen: meer machines, maar verhouding tot arbeid blijft hetzelfde
KWALITATIEF STRUCTURELE WERKLOOSHEID

Oorzaak: opleiding, ervaring, vaardigheden ≠ eisen werkgever

 Voorbeelden:
 Gebrek aan juiste scholing (opleidingsniveau sluit niet aan op eisen werkgever)
 Gebrek aan mobiliteit (verhuizen niet zo eenvoudig voor veel mensen)
 Discriminatie (op sekse op leeftijd)
 Slechte bemiddeling (geen zicht op beschikbare banen)
CONJUNCTUURWERKLOOSHEID

Oorzaak: tekortschieten effectieve vraag bij een gegeven productiecapaciteit

 Voorbeelden:
 Verminderd consumentenvertrouwen (afname aankopen)
 Afname producentenvertrouwen (minder investeringen)
 Bezuinigingen overheid (minder projecten)
 Veranderingen buitenlandse handel (minder export door hoge prijzen/verkeerde producten)
MAKEN OPGAVEN

15.6
15.7
15.11
15.12
15.13

You might also like