Download as pptx, pdf, or txt
Download as pptx, pdf, or txt
You are on page 1of 59

INLEIDING RECHT

1
DEEL 1: HET RECHT EN ZIJN
BRONNEN DEEL 2 : DE RECHTSTAKKEN
EN HUN BASISBEGRIPPEN
• HET STAATSRECHT
• HET GERECHTELIJK RECHT
• HET STRAFRECHT/STRAFPROCESRECHT
• HET BURGERLIJK RECHT

2
I. BURGERLIJK RECHT

– Regelt de verhoudingen tussen de particulieren, en als


dusdanig onderdeel van het privaatrecht
– Bevat de algemene en essentiële begrippen van het
recht (basisrecht / ‘gemeen recht’)
– Oud burgerlijk wetboek (BW) uit de tijd van Napoleon
als basis.

3
I. BURGERLIJK RECHT

• Sinds 1 november 2020 nieuw Burgerlijk wetboek


• Boek 1. Algemene bepalingen
• Boek 2. Peísonen, familie en íelatieveímogensíecht
• Boek 3. Goedeíen
• Boek 4. Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
• Boek 5. Veíbintenissen
• Boek 6. Buitencontíactuele aanspíakelijkheid
• Boek 7. Bijzondeíe oveíeenkomsten
• Boek 8. Bewijs
• Boek 9. Zekeíheden
• Boek 10. Veíjaíing

4
I. BURGERLIJK RECHT

• Het Burgerlijk Wetboek kan ingedeeld


worden in twee grote delen
– Het familierecht
• Regels inherent aan de persoon (naam,
nationaliteit,...) = personenrecht
• Regels m.b.t. familiale verhoudingen (huwelijk,
afstamming,...)
• Regels m.b.t. het familiaal vermogensrecht
– Het vermogensrecht
• Zakelijke rechten
• Verbintenissenrecht

5
I. BURGERLIJK RECHT
• HET BEGRIP PERSOON OF RECHTSSUBJECT
– Persoon of rechtssubject
Elk wezen, hetzij fysiek of juridisch dat geacht wordt
rechten en plichten te bezitten

Natuurlijke personen Rechtspersonen

6
I. BURGERLIJK RECHT
• HET BEGRIP PERSOON OF RECHTSSUBJECT
– Persoon of rechtssubject
Elk wezen, hetzij fysiek of juridisch dat geacht wordt
rechten en plichten te bezitten

Natuurlijke personen
 Alle menselijke wezens hebben een juridische
persoonlijkheid.
 Voorwaarde: ‘levend en levensvatbaar geboren
worden’ (!)
 Planten en dieren?

7
I. BURGERLIJK RECHT
• HET BEGRIP PERSOON OF RECHTSSUBJECT
– Persoon of rechtssubject
Elk wezen, hetzij fysiek of juridisch dat geacht wordt
rechten en plichten te bezitten

Rechtspersonen
Abstracte juridische constructies opgericht door of krachtens een
wet of decreet
• Eigen vermogen, rechten en plichten, doelstellingen
• Strafrechtelijk aansprakelijk
• Publieke en private rechtspersonen
• Bv. BV De Kabouters of OCMW Mechelen

 Natuurlijke en rechtspersonen zijn gelijkgesteld


in het BW

8
I. BURGERLIJK RECHT
• Rechtsfeiten, rechtshandelingen en
rechtsgevolgen

Bloot rechtsfeit
Rechtmatige daad
Feitelijke handeling
Rechtsfeit Onrechtmatige
daad

Menselijk handelen
Eenzijdige
rechtshandeling
Rechtshandeling
Meerzijdige
rechtshandeling

9
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• ATTRIBUTEN VAN DE PERSOONLIJKHEID


(rechtssubject)
– Geheel van kenmerken die toelaten een persoon in
familie en maatschappij te identificeren en diens
juridische toestand te kennen
• Naam
• Geslacht
• Afstamming
• Woonplaats
• Nationaliteit
• Handelingsbekwaamheid

10
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT
• NAAM
– Woord waarmee persoon geïdentificeerd wordt in de
maatschappij => ABS
– Wijziging?
• Regel bij (voor)naamswijziging: ”mag nooit aanleiding geven
tot verwarring en mag noch verzoeker noch derden
schaden.”
• Voornaam: ABS
• Achternaam: verzoek Minister van Justitie; ‘ernstige reden’
– Regels i.v.m. doorgeven familienaam
• Keuzemogelijkheid familienaam
• Bij betwisting naam beide ouders, alfabetisch

11
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT
Voorbeeld

Mr. Janssens Mevr. Peeters

Mr. Peeters - Janssens Mevr. Van De Velde – Devos

Vrij gekozen Mr. Devos - Janssens


volgorde

Niets gekozen

12
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT
Meeste baby’s krijgen nog steeds familienaam van papa
16/08/2018 om 17:54 | Bron: Belga - De Standaard



• archiefbeeld. Foto: AFP

Van 101.071 kinderen van wie in 2017 de geboorte werd aangegeven kregen er 90.644 (89,6 procent)
de naam van de vader en 4.295 (4,2 procent) de naam van de moeder. De anderen kregen een dubbele naam.

13
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• GESLACHT: M/V/X
 ABS

- Naam: vanaf 12 jaar


- Gender 18, behalve bij
‘overhandiging verklaring
kinder- of jeugdpsychiater
die bevestigt dat er
voldiende
onderscheidingsvermogen
is om overtuigd te zijn dat
geslacht geboorteakte niet
overeenstemt met innerlijk
beleefde genderidentiteit.
=> 16 jaar

14
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• NATIONALITEIT
– De nationaliteit is de juridische band tussen een
persoon en een Staat en die wederzijdse
rechten en plichten veroorzaakt
• Bv. Waar belastingen betalen (domicilie), stemmen
(nationaliteit),…
– De Belgische nationaliteit wordt verkregen door
afstamming, adoptie, geboorte in België of
naturalisatie.

15
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• AFSTAMMING
– Band tussen kind en ouder die kan ontstaan door
huwelijk, erkenning, adoptie of kunstmatige
inseminatie
• WOONPLAATS
– Plaats waar men zijn hoofdverblijf heeft
gevestigd en geacht wordt aanwezig te zijn voor
het uitoefenen van zijn rechten en plichten
– Bij RP : maatschappelijke zetel

16
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• RECHTSBEKWAAMHEID EN
HANDELINGSBEKWAAMHEID
 Rechtsbekwaamheid:
drager van rechten en
plichten.
Bv. recht op onderwijs en
onderhoudsplicht.
 Handelingsbekwaamheid:
zelf en zelfstandig rechten en plichten kunnen
uitoefenen.
Bv. huwelijk sluiten, huis kopen.

17
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• De natuurlijke persoon: Rechtsbekwaamheid


In beginsel: iedereen!
Uitzonderingen
- In de wet:
- Vreemdelingen (bv. stemrecht)
- Niet trouwen met broer/zus
- Door de rechter
- Verbod op bepaald beroep
- Verbod tot recht op rijden
- …

18
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT
• De natuurlijke persoon: handelingsbekwaamheid
In beginsel: iedereen!
Uitzonderingen
• minderjarigen: handelingsonbekwaam
» Uitz.: ontvoogding
• meerderjarigen: handelingsbekwaam
» Uitz.: mensen met intellectuele beperking en bepaalde
geesteszieken (bewind)

=> Kunnen geen rechtshandelingen verrichten.


=> Handelingsonbekwamen worden
vertegenwoordigd of bijgestaan

19
I. BURGERLIJK RECHT
1. PERSONENRECHT

• De rechtspersoon (bv. BV De Kabouters, VRT


of OCMW Mechelen)
– Rechtsbekwaamheid
• Ja, maar in de mate van het mogelijke
– Handelingsbekwaamheid via organen

20
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

a. Huwelijk
b. Echtscheiding
c. Afstamming
d. Samenlevingscontract

21
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

a. Huwelijk

22
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

a. Huwelijk

23
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

a. Huwelijk
• Plechtige overeenkomst tussen twee personen => consensualisme
• Verbintenis tot langdurig samenleven gericht op gezamelijk welzijn
• Voorwaarden :
– 18 jaar
– vrije toestemming
– ongehuwd
– geen te nauwe bloed- of aanverwantschap
– zelfde of verschillend geslacht
• Plichten: samenwonen, trouw, hulp, bijstand
– EG zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van het
huishouden
– Dringende en voorlopige maatregelen door
familierechtbank
24
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

b. Echtscheiding

25
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

b. Echtscheiding
• Manieren van het ontbinden van het huwelijk zijn:
1. Nietigverklaring
=> Het huwelijk wordt geacht nooit te hebben bestaan.
Bv: Dwaling, dwang, bedrog.
2. De dood
3. Echtscheiding
=> de ontbinding van een geldig huwelijk voor de toekomst en
tijdens het leven van de echtgenoten.
Soorten :
» Echtscheiding door Onherstelbare Ontwrichting
(E00)
» Echtscheiding Onderlinge Toestemming (EOT)

26
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

b. Echtscheiding
– Echtscheiding door Onherstelbare Ontwrichting (E00)
» Wanneer het hervatten of voortzetten samenleving onmogelijk is
geworden
- Gezamelijke aanvraag na meer dan 6 m. feitelijke scheiding
- Aanvraag één EG na meer dan 1 jaar feitelijke scheiding
» Geen schuldige echtgenoot niet meer : beide verliezen
voordelen
» Uitkering tot levensonderhoud aan behoeftige echtgenoot,
tenzij
verzoeker ernstige fout heeft gemaakt die verder samenleven
onmogelijk maakt. Beperkt in duur (max. duur huwelijk)
» Gemeenschappelijk vermogen verdeeld in 2 gelijke
delen
» Ouderlijk gezag : regel gezamelijk
– Echtscheiding Onderlinge Toestemming (EOT)
» verschijning
Alle gevolgenbeveelt
contractueel geregeld (verblijfplaats, kinderen,
onderhoudsgeld, partneralimentatie, verdeling vermogen)
27 » Regel : schriftelijke procedure tenzij familierechter
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• De band die het kind verbindt met de ouder
• Kan onstaan door:
– Huwelijk, erkenning, adoptie of KI

28
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Moederlijke afstamming
– Geboorteakte
– Mater semper certa est
• Vaderlijke afstamming
– Regel : Kinderen geboren binnen het huwelijk vermoeden
van vaderschap
– Erkenning
– Gerechtelijk onderzoek
• Betwisting kan als geen bezit van staat

29
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Art. 312 §1 BW: Het kind heeft als moeder de persoon die
als zodanig in de akte van geboorte is vermeld.
 Wat met draagmoederschap?
 “[…] Een draagmoederschapsovereenkomst is absoluut nietig wegens strijdigheid
met de openbare orde in het licht van de onbeschikbaarheid van het menselijke
lichaam en van het recht van de moeder die het kind draagt en baart om haar
afstammingsband met het kind te viestigen.
Nochtans noodzaakt het hoger belang van het kind de vaststelling van de
afstamming van één van de twee intentionele ouders, met name de biologische
vader […]
De afstammingsband van de tweede wensouder – homoseksuele echtgenoot van de
biologische vader – kan niet gevestigd worden via oorspronkelijke afstamming maar
enkel via adoptie.” Jeugdrechtbank
Brussel 6 mei 2009

30
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Art. 315 BW: Het kind dat geboren is tijdens het huwelijk of
binnen 300 dagen na de ontbinding of de nietigverklaring
van het huwelijk, heeft de echtgenoot tot vader.
= Vaderschapsregels

31
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Juridische begrippen binnen
afstammingsrecht:
– Erkenning
– Gerechtelijke afstamming
– Betwisting van de
afstamming
– Bezit van staat
– De vaderschapsregel

32
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Kind geboren in een homoseksueletweerelatie
– Wet van 5 mei 2014
– 2 vrouwen: ’mater semper certa est’ +
meemoederschapsregel
– 2 mannen: adoptie

33
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
Gemeenten worden in Italië
verboden om nog langer beide
homoseksuele ouders te registreren
bij de geboorte van een kind.

https3:/4/www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/07/21/italie-verwijdert-namen-van-lesbische-moeders-uit-
geboorteakten/#:~:text=Homoseksuele%20koppels%20kunnen%20dus%20ook,beide%20homoseksuele%20ouders%20te%
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Volle adoptie
– minderjarigen of verlengd minderjarigen
– volwaardige verwantschapsband
– breuk met oorspronkelijke afstammingsbanden
– onherroepelijk
• Gewone adoptie
– mogelijkheid meerderjarigen
– geen verwantschapsband
– behoud van oorspronkelijke afstammingsbanden
– herroepelijk

35
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Ouderlijk gezag
– Over persoon en goederen
• Schoolkeuze, persoonlijk contact, toestemming
trouwen, opvoeding,...
• Beheer en genot over de goederen, niet over
beroepsinkomsten
– Wie?
» Ouders leven samen: gezamenlijk OG
» Ouders leven niet samen:
Gezamenlijk OG

(principe) Exclusief OG
36 (uitzondering)
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

c. Afstamming
• Ouderlijke plicht
– Plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding
• Materieel en moreel
• Huisvestiging, levensonderhoud, opvoeding, opleiding
• i.f.v. de mogelijkheden van de ouders
• Beide ouders, ook na ontzetting OG
• Ook na meerderjarigheid in geval verderzetten
studie
• Plicht tot eerbied : wederzijds en levenslang

37
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

d. Wettelijke samenwoning
• Samenwonen is het nieuwe trouwen
• DINSDAG 5 JUNI 2018 - BINNENLAND

• Hoog breukcijfer onder ongehuwd samenwonende


koppels
• Nieuwe generatie, nieuwe blik op relaties

https://www.tijd.be/netto/analyse/erve
n-en-schenken/zes-verschillen-tussen-
huwen-en-wettelijk-
samenwonen/10526268

38
I. BURGERLIJK RECHT
2. FAMILIERECHT

d. Wettelijke samenwoning
• Verklaring waarin wil tot wettelijk samenwonen wordt geuit tussen twee
personen, al dan niet van verschillend geslacht en al dan niet aan elkaar
verwant
• Overhandigd aan ambtenaar BS
• Verklaring in het bevolkingsregister
• Voorwaarden : handelingsbekwaam, niet gehuwd of wettelijk
samenwonend
• Heeft tot doel de praktische, financiële –en vermogensproblemen op te
lossen die n.a.v. het samenleven ontstaan
– Naar vermogen bijdragen tot kosten, aansprakelijk schulden,
bescherming gezinswoning
– Erfrecht en onderhoudsplicht
• Einde door overlijden, huwelijk of (eenzijdig) beëindigen

39
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

a. Huwelijksvermogensstelsel
Regelt de vermogensrechtelijke belangen
tussen de echtgenoten en tegenover derden
• Belang bij ES, erfenis

40
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

a.Huwelijksvermogensstels
el Meest voorkomende:
1. Het wettelijk stelsel
2. Het stelsel van
scheiding van goederen
3. Het stelsel van de
algehele gemeenschap
=> Combinaties mogelijk in het
huwelijkscontract.

Huwelijkscontracten en wijzigingsakten moeten


41 door notaris worden verleden en ingeschreven in
centraal huwelijksvermogensregister
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

a. Huwelijksvermogensstelsel
1. WETTELIJK STELSEL
– Scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten
– Eigen vermogen
• Goederen die EG hadden op de dag van het huwelijk
• Goederen die EG krijgen tijdens huwelijk door erfenis, schenking of
testament
• Schulden van voor het huwelijk of die verband houden met
testamenten
• Persoonlijke goederen en goederen gebruikt voor
beroepswerkzaamheid
– Gemeenschappelijk vermogen
• Inkomsten uit beroepsactiviteit
• Vruchten van de eigen
goederen
• De aan beiden samen
geschonken of nagelaten
42 goederen
• De tijdens het huwelijk
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

a. Huwelijksvermogensstelsel
EV EV
GV
- Goederen van voor huwelijk
- Goederen verkregen door
erfenis, schenking of
testament
-Schulden van voor het
huwelijk of die verband
houden met testamenten
-Persoonlijke goederen
en goederen gebruikt voor
beroepswerkzaamheid

-Inkomsten uit beroepsactiviteit


-Vruchten van de eigen goederen
-De aan beiden samen geschonken of nagelaten goederen
-De tijdens het huwelijk gekochte goederen
-De goederen waarvan niet kan worden bewezen dat ze
aan één der EG toebehoren

43
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

a. Huwelijksvermogensstelsel
1. WETTELIJK STELSEL
Voorbeeld
Jos heeft een tweede verblijf aan de
Belgische kust.
Jos trouwt met Jeanine.
=> Tweede verblijf blijft in het EV
van Jos.
=> Indien Jos het tweede verblijf verhuurt,
vallen de huurinkomsten in het GV.
44
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
• Begrippen: orde, lijn, graad, plaatsvervulling
– De orde is een groep erfgenamen die als groep
andere groepen erfgenamen uitsluiten om te erven.
Er zijn 4 opeenvolgende orden:
• 1. Descendenten
• 2. Ouders en de broers en zussen
• 3. Andere ascendenten (bloedverwanten in opgaande
lijn
• 4. De zijverwanten
– De lijn is een opeenvolging van personen die van
elkaar afstammen. Bij de lijn grootouder, ouder,
kind is er sprake van een rechte lijn, de lijn tussen
broers, zussen, nonkels en tantes is een zijlijn
45
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
– De graad is de afstand in bloedverwantschap,
waarbij elke generatie een graad vormt, en
waarbij een zijlijn via de gemeenschappelijke
stamvader moet worden gegaan. Bv. Broer = 2de
graad, neef = 4de graad
– Plaatsvervulling is een systeem waarbij
kinderen de plaats innemen van hun ouder bij
overlijden/verwerping/onwaardigheid.

46
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
 Plaatsvervulling
X
/ \
zoon 1 zoon 2 (+)
/ \
kleinzoon 1 kleinzoon 2

X dood => zoon 1 ½ en zoon 2 ½


Zoon 2 => 2 kinderen => elke kind ½ van deel zoon 2 = ¼ van de
totale nalatenschap
=> Zoon 1: ½
=> Kleinzoon 1: ¼
=> Kleinzoon 2: 1/4

47
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
• Regels :
– De naaste orde sluit een verdere orde uit
– Binnen dezelfde orde sluit een naaste in graad een verdere
in graad uit behoudens plaatsvervulling
– Erfgenamen van eenzelfde graad erven een gelijk deel
– 3de en 4de orde: Kloving
• Erfenissen in derde en vierde orde worden in twee
gelijke delen verdeeld tussen de erfgenamen langs
vaders-en moederszijde

48
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
Voorbeeld kloving

49
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Germaine
X
GomX m
aar

b. Niet-testamentair erfrecht
Marthe Hanne Julia

– LLEG in samenloop met erfgenamen


• Van eerste orde
EV Germaine EV Gommaar
GV

Vruchtgebruik

https://www.youtube.com/watch?v=NlXTcBRY4m0&ab_channel=NotarisTV

50
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
– LLEG in samenloop met erfgenamen
• Van eerste orde: krijgt het vruchtgebruik over ganse
nalatenschap
• Descendenten worden blote eigenaar ten behoeve van
hun aandeel in de nalatenschap
- Marthe 1/3 BE
- Hanne 1/3 BE
- Julia 1/3 BE

51
I. BURGERLIJK RECHT Willy
X
Mariette

3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
Germaine
X
Go X mm
b. Niet-testamentair erfrecht aar

– LLEG in samenloop met erfgenamen


• Van 2e, 3e of 4e orde
EV Germaine EV Gommaar
GV

Vruchtgebruik

Volle eigendom

52
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
– LLEG in samenloop met erfgenamen
• Van eerste orde: krijgt het vruchtgebruik over ganse nalatenschap
• Andere orden: volle eigendom gemeenschappelijk vermogen, VG over
het nagelaten eigen vermogen
• Geen erfgerechtigden: langstlevende erft alles in volle eigendom
– LLWSP (niet-afstammeling)
• Vruchtgebruik gezinswoning en huisraad
 praktijk: notaris voorziet vaak ‘beding van aanwas’ of testament
bij LLWSP.
 Beding van aanwas:
• Reservataire erfgenamen uitgesloten.
• fiscale voordelen (geen successierechten)

53
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
• Zelf plannen erfenis via testament
• Voorbehouden deel = reserve
– Reserve ½ voor de kinderen, andere ½ vrij
beschikbaar
– Als geen kinderen dan verdwijnt reserve

54
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
Voorbeeld
Gommaar, een alleenstaande man sterft en laat drie
kinderen na (Hanne, Marthe en Julia). In zijn testament
schenkt hij de helft van zijn nalatenschap aan het Rode
Kruis. Hoeveel krijgen Hanne, Marthe en Julia?
 Rode Kruis ½ in VE
 Hanne 1/6 in VE
 Marthe 1/6 in VE
 Julia 1/6 in VE

55
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
• Inhoud nalatenschap:
– Eigen goederen, deel gemeenschappelijk vermogen
– Kijken huwelijksstelsel
• Voorwaarden om te erven
– Bestaan
– Niet onwaardig zijn
 ‘Plaatsvervanging’
• Aanvaarding niet verplicht in België
 ‘Plaatsvervanging’

56
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
Voorbeeld
Gommaar overlijdt en laat naast een echtgenote
Jacqueline ook 2 kinderen na, Febe en Mats. Mats had
een zwaart conflict met Gommaar en verwerpt de
erfenis. Hij heeft wel 3 zonen: Knabbel, Babbel en
Snabbel. Gommaar en Jacqueline trouwden met
scheiding van goederen.
Wie erft wat?

57
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

b. Niet-testamentair erfrecht
Voorbeeld
- Jacqueline: EV Gommaar in VG
- Febe: ½ EV Gommaar is BE
- Mats: /
- Knabbel: 1/6 EV Gommaar is BE
- Babbel: 1/6 EV Gommaar is BE
- Snabbel: 1/6 EV Gommaar is BE

58
I. BURGERLIJK RECHT
3. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

c. Testament
Voor maximaal ½ van de erfenis (in de regel,
tenzij geen descendenten))
Vormvereisten:
- Handgeschreven
- Gedateerd
- Gehandtekend

59

You might also like